Vergelijkbare documenten
الجامع. Shaykh Saalih al-fawzaan. Deel 3

Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah.

Zaken die de beloning van goede daden waardeloos maken

Wat zijn de gevolgen en de effecten van het plegen van zonden?

Wees tevreden met wat je hebt

DE REGELGEVINGEN OMTRENT AL-WODOE [DE KLEINE RITUELE WASSING]

De eenheid van onze natie

Taqlied op de vier wetscholen verplicht of toegestaan uit noodzaak? Ash-Shaykh al-moehaddith al- Allaamah Abd al-muhsin al- Abbaad

Het gedrag en de manieren van een Moslim (2)

Het belang van kennis en onderwijs

EL FORKANI BLUNDERT!

De eigenschappen van degenen die het paradijs mogen betreden.

UITLEG MEDINA BOEK (1)

- moge Allaah hem genadig zijn -

Rechtvaardigheid. Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal (MICR) Vrijdagpreek Imam Charif Slimani 16/06/2017

helpen van de ongelovigen tegen de moslims

De vervalsing van de geopenbaarde boeken. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) Islam voor iedereen

www. jaropleidingen.nl

NIET VOLGENS UW BEGEERT

Het gedrag en de manieren van een moslim (4)

Vormen van barmhartigheid in de Islam

Benut je tijd optimaal en op de juiste manier

Eigenschappen van de ongelovigen

Hopen op de barmhartigheid van Allah en het goede van Hem verwachten.

De geopenbaarde Boeken

Bron : de inleiding van de uitleg van Lum atul I tiqaad. Door Sheikh Muhammed ibn Saalih al Othaymeen. Vertaald door : Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf

Geloven in Islam is zekerheid en geen twijfel

EN ANDERE GEBOORTEDAGEN

(Waarom zal Allah jullie bestraffen, indien jullie dankbaar zijn en geloven? En Allah is Waarderend, Alwetend.) 4:147

Leef niet zonder een visie

HET STREVEN TIJDENS DE LAATSTE TIEN DAGEN EN LAYLATOEL-QADR

Nieuwsbrief

De vereisten van laa ilaha illa Allaah

U betaalt uw Zakaat (armenbelasting) toch wel?

AANGAANDE DE KWESTIE IN DE GAZA-STROOK TE COMITÉ VOOR ONDERZOEK EN FATAAWA

Tekenen van zwakte in Aqiedah in de huidige tijd

ا ن ما د قأ ت ث و ا ر ب ص ا ن يل ع غ فأ ا ن ب ر ب

Benut de maand Ramadan en versterk jou geloof

Het onvermogen van de doden om te horen Uit: Mysteries of the Soul Expounded door Abu Bilal Mustafah al-kanadi rahimahullah

Shaykh Saalih al Fawzaan

De leiding van de Profeet in het vasten

رسالة في تحكيم القوانين. Een boodschap betreft het oordelen met de Qawānīn. 1

Vasten. Shaykh Mohammed ibn Saalih al- Oethaymien

جميع الحقوق محفوظة للمؤلف Copyright 2017 د عم D5 و تصفية الصعوبات الكتابية... 69

In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle.

Hoogmoed leidt ons af van het rechte pad!

Het belang van het volgen van de Soennah

drie niveaus van Tawhied & Shirk

De islam beveelt ons eerlijkheid/waarachtigheid en verbiedt liegen

TAWHEED. voor kinderen

Hoofdstuk: Het beschermen van verborgen zaken

ADVIES AAN DE JONGEREN DIE NAAR SYRIË VERTREKKEN.

verboden handeling tijdens rituele onreinheid

bevestigen van een Schepper omvat niet de complete tawhied

ah die door Qoraish naar de Profeet (vrede zij met hem) werd gestuurd om hem een aantal voorstellen te doen. Toen hij plaatsnam voor de

Wat zijn onze plichten tegenover de profeet Mohamed (vrede zij met hem)?

Leden van de politieke partij Hizb ut Tahrir in Marokko ontvoerd.

[Kort fragment uit het leven van de auteur]

Uit Mulakhas al-fiqhie van Shaykh Saalih al Fawzaan

Wat heb je bereikt deze Ramadan? Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa. 2 Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa

Islam is verstandelijk te bewijzen

Uit Moelakhas al-fiqhie van Shaykh Saalih al Fawzaan

Stichting As-Sunnah December 2017 / Rabie Al-Awwal 1439 H. Uitgeverij: As-Sunnah. Titel: Het vieren van de verjaardag van de Profeet

Democratie en verkiezingen voor de rechtbank van de Islam

As-Sunnah Publications November 2018 /Rabie al-awwal 1440 H. Titel: 24 vragen over het huwelijk door Shaykh Ṣaaliḥ bin Fawzaan Al-Fawzaan

1 أ خ ذ ت ن 2 e p mv v 2 ق ر أ 3 e p ev m

*Het woord verdwaalden wordt slechts als beschrijving en beslist niet als een belediging bedoeld. Geen misdaad الضحى. Categorieën van verdwaalden

In de Naam van Allaah, de Erbarmer, de meest Genadevolle.

De gebedstijden volgens de Soennah

Verzamelt en geschreven door. Shaykh Abu Umar

en dat koefr (ongeloof) kan plaatsvinden zonder hen

Opvattingen van Marokkaanse en Islamitische ouderen over waardig oud worden, ziekte en waardig sterven

Een samenstelling van de uitspraken van de volgende grote en welbekende geleerden:

Bestaat Allah echt. Islam voor iedereen. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Door Shaykh Ahmad Shaakir 1. ~ rahiemahoellaah ~

Homoseksualiteit in de islam

Parels van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Rabī Al- Āgir, 1439H.

Omdat Hij als Enige de Namen en de Eigenschappen bezit die door perfectie en volmaaktheid worden gekenmerkt.

Millatu Ibrāhīm Publicaties

Uit Moelakhas al-fiqhie van Shaykh Saalih al Fawzaan

De getuigenis van Tauwhied

Dat verplicht is voor elke moslim om te geloven

Een brief aan een jongere die nieuw is in praktiseren. -Hafidahoe Allaah- Bron:

De noodzaak van de bai at

De wijsheden van de Ramadan en haar regelgeving

De Islam beveelt ons bescheidenheid en nederigheid en verwerpt hoogmoedigheid

Deel 1. -Hafidahoe Allaah- AbdoeAllah ibn Mas oed zei:


-Hafidahoe Allaah- Een selectie van overleveringen over de Aqiedah en de Soennah

Het belang van het Woord

De betekenis van aṭ-ṭāghūt

Het Verhaal van de Vier Stieren Anwar Al-Awlaki

al-imaam al-moedjaddid Mohammed ibn 'Abd al-wahhaab Q

Shaych Moehammed Oemar Baazmoel

Iets wettig verklaren en iets verbieden is het alleenrecht van Allah

الفاتحة Al-Fatihah. Interpretatie van Soerah Al-Fatihah:

Edelstenen van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Muḥarram, 1439H.

Hoe leid ik een gelukkig leven?

De overwinnende groep zijn

Transcriptie:

Niet Oordelen met de Wetgeving van Allaah Een uitgebreide uiteenzetting van ash-shaykh Saalih aal ash-shaykh uit zijn behandeling van het boek Kitaab at-tawhied van ash-shaykh Muhammed ibn Abd al-wahhaab ن ون أ ف ح ك م ال ج اه ل ي ة ي ب غ ون و م ن أ ح س ن م ن الل ه ح ك ما ل ق و م ي وق Willen zij dan het oordeel van (de dagen van) al-djaahiliyyah (onwetendheid)? En wie is er beter dan Allaah in het oordelen voor een overtuigd volk? Uitleg: [ ] en de woorden in het vers duiden op : Kennen zij het oordeel van Allaah azza wa djall na zijn nederdaling, en zijn verduidelijking, en willen zij (toch) het oordeel van al-djaahiliyyah 1? Zij weten dit en kiezen (toch) voor het oordeel van al-djaahiliyyah? En hierin zit een berisping op hen, en hierin zit ook een veroordeling op hen over die uitspraak. En Allaah azza wa djall heeft in dit vers vernoemt dat wie oordeelt met iets anders dan de wetgeving van Allaah, dan heeft hij geoordeeld met al-djaahiliyyah, en al-djaahiliyyah wordt toegeschreven aan al-djahl (onwetendheid). Derhalve wat er dan ook beweert wordt door de mensen van de wetgevingen, en de mensen van tradities uit het platteland, en de mensen van de verschillende overeenkomsten, wat zij ook beweren van dat zij mensen van kennis zijn, en mensen van inzicht en dat er hierin (in de zelf gefabriceerde wetgevingen) profijt zit, dit (alles) is (gewoon) al-djaahiliyyah. En ook al is degene die daarmee oordeelt, of de moesharri (degene die de wet heeft opgesteld) ervan, in de veronderstelling dat hij behoort tot de mensen van kennis, of dat hij niet behoort tot de onwetende mensen, hij is (toch gewoon) een djaahil, en het oordeel over hem is het oordeel van djaahil en het oordeel van djaahiliyyah. Want Ahl oel-djaahiliyyah (de mensen uit de periode van onwetendheid) zij oordeelden (ook) op basis van hun inzicht, en dus wordt het oordeel (ook) aan hen toegeschreven. Dus een ieder die afwijkt van het oordeel van Allaah en het oordeel van Zijn Boodschapper naar iets anders, dan heeft hij gekozen voor het oordeel van al-djaahiliyyah. En zo ook wie ermee oordeelt, hij heeft dan geoordeeld met het oordeel van al-djaahiliyyah, en wie oordeel vraagt erbij, dan heeft hij oordeel gevraagd bij het oordeel van al-djaahiliyyah. En daarom zeggen we: Deze qawaanien (wetgevingen) die wijdverspreid zijn vandaag de dag in de landen van de moslims, allen behoren zij tot het oordeel van al-djaahiliyyah, ongeacht of ze nou genomen zijn uit de Amerikaanse wetgeving, of de Franse wetgeving, of de Engelse wetgeving. Want 1 Al-Djaahiliyyah duidt op de periode van onwetendheid voor de komst van de Islaam met de Profeet Mohammed sallallaahoe alayhie wa sallam

al deze regelgevingen zijn djaahiliyyah, en ze zijn, zoals beschreven door ash-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem rahimahoellaah : een vuilnisbelt van gedachten en ideeën. Want het is niet mogelijk dat de mens weet wat profijtelijk is voor de mens, en daarom zie je dat zij hierin (constant) veranderen, en vervangen, naar gelang wat zij als profijtelijk beschouwen voor de mens. Maar de wetgeving van Allaah azza wa djall is stevig gevestigd (onveranderlijk), omdat het een wetgeving is van Degene die de situatie van de dienaren kent al 2 sinds dat hij hen geschapen heeft totdat Hij de aarde erft en wie zich erop bevindt. En dus deze overheden die oordelen met al-qawaanien (mensgemaakte wetten), het zijn overheden die oordelen met het oordeel van al-djaahiliyyah, en dus zijn zij djaahiliyyah overheden; want een ieder in wiens land het oordelen met al-qawaanien overheersend is (ghaaliban) en duidelijk openlijk (dhaahiran), dan is het oordeel over dat land het oordeel dat het djaahiliyyan is. En de opa (van ash-shaykh Saalih) ash-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem rahiemahoellaah werd gevraagd over het oordelen met al-qaanoen (mensgemaakte wet); wanneer is een land daar koefr (een land van ongeloof)? Of dat het land niet behoort tot daar islaam (islamitisch land). Wat mij bijgebleven is van zijn woorden is dat hij zei: wanneer het (de mensgemaakte wetten) openlijk (dhaahiran) en wijdverspreidt (faashiyan) is. 3. Betekenend: als het openlijk (dhaahiran) is, en als het wijdverspreid (faashiyan), openlijk (dhaahiran), duidelijk (bayyinan) is: De rechtbanken zijn bekend, de mensen zien ze, en ze zijn openlijk, de mensen horen erover, en wie een geschil heeft die gaat erheen, en ze zijn veelvuldig wijdverspreid in elke plaats, en in de meeste regelgevingen, hierdoor is het land een plek van ongeloof (daar koefr). Dit vanwege het feit dat het oordeel een oordeel is van djaahiliyyah, en derhalve is het land hier een land met een djaahiliyyah overheid. Want het oordeel van Allaah dient verplicht geïmplementeerd te worden, en een ander oordeel dan dat is een djaahiliyyah oordeel, ongeacht wat men beweert dat er kennis in zit (m.a.w. het is niet zomaar opgesteld zonder kennis) of dat er profijt in zit. Want er wordt niet beweert dat er profijt zit in wetgevingen die niet van Allaah zijn behalve door de moenaafiqien, en daarom zei Allaah azza wa djall hier: ال ج اه ل ي ة ي ب غ ون أ ف ح ك م Willen zij dan het oordeel van (de dagen van) al-djaahiliyyah (onwetendheid)? Dit is een oordeel dat iets anders dan het oordeel van Allaah een oordeel van djaahiliyyah is. En vervolgens zegt Hij azza wa djall : أ ح س ن م ن الل ه ح ك ما ل ق و م ي وق ن ون و م ن 2 Voetnoot SN: En zelfs al voor dat hij hen geschapen heeft. 3 Zie: Fataawaa wa rasaa`iel samaahatoe ash-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem, 6/181 vraag #1451

En wie is er beter dan Allaah in het oordelen voor een overtuigd volk? Wie is er beter dan Allaah in het oordelen? Niemand! Want Allaah is Degene die de schepping heeft geschapen, en Hij is degene die weet wat goed voor hen is, en de dienaren zij willen enkel bij het oordeel vragen dat er geoordeeld wordt met rechtvaardigheid, en rechtvaardigheid is wat zij geleerd hebben van Degene die hen geschapen heeft, want Hij is Degene die hen deze dingen gegeven heeft waar zij zich over bekommeren, en hij heeft voor hen dienstbaar gemaakt al hetgeen in de hemelen en op de aarde is, dit alles is van Hem afkomstig, en Hij heeft onderscheid gemaakt tussen hen, Hij heeft de arme en de rijke gemaakt, en de edele en de slechte, en Hij heeft onder hen soorten bepaald. Dus Zijn oordeel is dé rechtvaardigheid, maar wat betreft het oordeel van anderen dan Hij, dan is het noodzakelijk dat djaahiliyyah zich daarin bevind, sterker nog het is het oordeel van aldjaahiliyyah, zoals Allaah hierover bericht heeft. En dus in Zijn uitspraak hier (interpretatie van de betekenis): Willen zij dan het oordeel van (de dagen van) al-djaahiliyyah (onwetendheid)? hierin zit een afwijzing tegen een ieder die afwijkt van het oordeel van Allaah, en een ander oordeel wenst dan die van Hem, en wie een ander oordeel wenst dan die van Hem die heeft het oordeel van al-djaahiliyyah gewenst, en Allaah heeft met de Islaam de mensen verlost van al-djaahiliyyah. Dus al deze voorgaande verzen duiden op het bevel om te oordelen met het oordeel van Allaah en om oordeel te vragen erbij. En het bevel met de gehoorzaamheid van Allaah in het oordelen en oordeel vragen, is dat men zich niet dient te richten naar iets anders dan het Boek en de Soennah, en dat het verplicht is om te oordelen over de dienaren met het Boek en de Soennah. Maar wat betreft het oordelen met de woorden van de mensen van kennis en de woorden van de Fiqh geleerden, en de teksten van de fiqh geleerden in hun boeken, dan keert dit oordeel terug naar het oordeel van het Boek en de Soennah, en dit is omdat het regelgevingen zijn die onttrokken zijn uit het Boek en de Soennah. Dus als een rechter een oordeel zou pakken welke genoemd is in een boek van onder de Fiqh boeken, waar de rechters zich op baseren, dan is dat niet het oordeel van djaahiliyyah, zoals sommige extremisten zeggen, maar het is enkel een oordeel dat terugkeert naar het oordeel van Allaah en het oordeel van Zijn Boodschapper, behalve wanneer het bewijs duidelijk is geworden dat dit oordeel vals is, en dat het puur bestaat uit opinie, en er helemaal geen bewijs voor te vinden is, en dat de persoon (die dat oordeel geeft) geen (geldige) ta`wiel (uitleg) hanteert in het kiezen van dat oordeel, in dat geval is het niet een oordeel wat toegeschreven wordt naar het Boek en de Soennah, maar het wordt toegeschreven aan de geleerde die het uitgekozen heeft, en ermee spreekt. Samenvattend: Deze kwestie en het is de kwestie van het oordelen met iets anders dan de wetgeving van Allaah behoort tot de kwesties waarin veel misverstanden over zijn ontstaan, met namen onder de jongeren, en dit is het geval in dit land als ook in andere landen, en het behoort tot de redenen van opsplitsing tussen de moslims. Dit is vanwege het feit dat de kijk van de mensen

hierover niet één is, en het is verplicht voor de student van kennis om te onderzoeken wat hetgeen is waar de bewijzen op duiden, en wat de geleerden hebben verduidelijkt omtrent de betekenissen van deze bewijzen, en wat zij begrepen hebben van de fundamenten van de Shar (wetgeving) en at- Tawhied, en wat zij verduidelijkt hebben over deze kwesties. En tot de aspecten waarin er misverstanden zijn ontstaan hierover is : dat zij de kwestie de kwestie van het oordelen en het oordeel vragen tot één kwestie hebben gemaakt. Betekenend: ze hebben het tot één vorm gemaakt, terwijl het bestaat uit meerdere vormen, en tot de vormen behoort: De eerste situatie: Dat er een tashrie (wetvoorschrijving) is voor een aparte legislatie waarmee het oordeel van Allaah azza wa djall wordt tegengegaan, m.a.w. een aparte wetgeving, deze legislatie schrijft vanuit het instellen ervan koefr voor, en degene die het ingesteld heeft m.a.w. de voorschrijver en de invoerder ervan, de insteller van die at-tashrie (wetsvoorschrijving) wordt eraan toegeschreven, en hij is degene die oordeelt met deze regelgevingen, deze al-moesharri (wetvoorschrijver) is kaafir, en zijn koefr is dhaahir (duidelijk), want hij heeft zichzelf als Taaghoet opgesteld, en hij nodigt de mensen uit naar zijn aanbidding, en hij is tevreden met de aanbidding van het gehoorzamen. De tweede situatie: Er zijn er die oordelen met deze legislatie, dus de Moesharri (wetsvoorschrijver) is een situatie, en wie oordeelt met deze at-tashrie (wetsvoorschrijving) is een (andere) situatie, en wie oordeel vraagt erbij is (weer) een (andere) situatie, en wie het instelt in zijn land vanuit staats oogpunt, dat is een vierde situatie. Dan blijven wij dus met vier situaties: De Moesharri (voorschrijver), en wie hem gehoorzaamt in het halaal maken wat haraam is en het haraam maken wat halaal is, en de annuleerder van de wetgeving van Allaah, hij is een kaafir. En wie hem gehoorzaamt daarin heeft een Rabb naast Allaah genomen, en de haakim (rechter) met die wetgeving daarin zit nadere uitleg: Als hij er één of twee keer mee oordeelt of meer dan dat, maar het is niet een gewoonte van hem, en hij weet dat hij zondig is betekenend vanuit het oogpunt van de rechter die ermee oordeelt dat hij weet dat hij zondig is en hij oordeelt met iets anders dan de wetgeving van Allaah, dan krijgt hij het oordeel van de rest van zijn soortgenoten van de mensen van zonden, en hij wordt niet kaafir verklaard behalve wanneer hij het toegestaan verklaard (om zo te handelen). En daarom zie je dat sommigen van de mensen van kennis zeggen: Er wordt geen takfier verricht in het oordelen met iets anders dan de wetgeving van Allaah behalve wanneer men het toegestaan verklaard, en dat is correct, maar deze situatie dient niet toegepast te worden op de situatie van het codificeren van wetten en het voorschrijven van wetten. Want de haakim (rechter) zoals ibn Abbaas radiya Allaahoe anhoe zei : Het is niet de koefr waar jullie naar toe gaan (met jullie gedachten/begrip), (maar) het is koefr doena koefr (ongeloof minder dan ongeloof)

Betekenend: Wie oordeelt in één zaak of twee zaken op basis van zijn hawaa (begeerte) met iets anders dan de wetgeving van Allaah, en hij weet dat hij zondig is, en hij verklaart het niet als toegestaan, dat is koefr doena koefr (ongeloof minder dan ongeloof). Maar de Haakim die totaal niet oordeelt met de Wetgeving van Allaah, en altijd (zo) oordeelt, en de mensen verplicht met (het volgen van) iets anders dan de Wetgeving van Allaah, dan over deze persoon zijn er van de mensen van kennis die zeggen: Hij pleegt absolute koefr, zoals de koefr van degene die een wetgeving voorschrijft. Want Allaah azza wa djall zegt: ي ر يد ون أ ن ي ت ح اك م وا إ ل ى الط اغ وت Zij willen oordeel vragen bij de Taaghoet Dus degene die in absolute zin oordeelt met iets anders dan de Wetgeving van Allaah wordt als Taaghoet beschouwt. En Hij zei: ب ه أ م ر وا ن أن ي ي ك ف ر وا و ق د En zij werden bevolen om daarin (i.e. de Taaghoet) ongelovig te zijn En er zijn er vanonder de mensen van kennis die zeggen: Zelfs deze soort pleegt geen ongeloof totdat ze het toegestaan verklaren, want hij verricht dat, en hij oordeelt, maar in zichzelf is hij zondig (m.a.w. hij beschouwt zichzelf daarmee als zondig), en dus krijgt hij het oordeel als de rest van de verslaafden aan zondes (plegen), degenen die geen taubah verrichten ervan. En de eerste uitspraak, waarbij degene die altijd oordeelt met iets anders dan de wetgeving van Allaah, en de mensen verplicht met (het volgen) van een andere wetgeving dan die van Allaah, dat hij kaafir is, dat is wat correct is - bij mij en dat is de uitspraak van de opa ash-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem radiya Allaahoe anhoe in zijn boek Tahkiem al-qawaanien. Want in de realiteit komt dat niet voort uit een hart dat ongelovig is aan de Taaghoet. Integendeel, dat komt enkel voort vanuit iemand die de qanoen (mensgemaakte wet) hoogacht, en het oordelen met de mensgemaakte wet hoogacht. 4 De derde situatie: De situatie van de oordeel vrager (mutahaakim), bij de eerste situatie vernoemden wij de situatie van de Moesharri (de wetsvoorschrijver), de tweede situatie was de situatie van de Haakim (oordeler), en de derde situatie is de situatie van de Moetahaakim : m.a.w. degene die gaat (om oordeel te vragen) en zijn tegenpartij (met wie men een conflict heeft), zij gaan 4 Zie: Fataawaa samaahatoe s-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem 12/310

oordeel vragen bij de qanoen (de mensgemaakte wet), dan zit hierin ook tafsiel (nadere uitleg), en dat is: De eerste soort: Wanneer hij oordeel wil zoeken, hij heeft die drang, en hij beschouwt het oordelen ermee als geldig, en hij wenst om oordeel te zoeken bij de Taaghoet, en hij heeft er geen afkeer van, dan is zo iemand ook een kaafir, want hij valt onder dit vers. En zoals de geleerden zeggen de wil (iraadah) om oordeel te zoeken bij de Taaghoet is niet verenigbaar met al-imaan in Allaah. Integendeel het ontkent dat, en Allaah azza wa djall zegt : ال ذ ين ي ي ز ع م ون أ ل م ت ت ر إ ى ل إ لى Heb jij niet degenen gezien die beweren De tweede soort: Dat hij het niet wenst om oordeel te zoeken (bij de Taaghoet), maar er werd geoordeeld ofwel omdat hij daartoe gedwongen werd, zoals dit gebeurt in de andere landen, dat hij gedwongen wordt om aanwezig te zijn met de tegenpartij bij een rechter die oordeelt met de qanoen (mensgemaakte wet). Of wanneer hij weet dat de waarheid in die wetgeving aanwezig is, en dus brengt hij de zaak bij de rechter met die wetgeving, vanwege de wetenschap dat het overeenkomt met de wetgeving (van Allaah). Deze persoon die zijn zaak en zijn attest tegen zijn tegenstander tot de rechter brengt die met de mensgemaakte wetten oordeelt, omdat hij weet dat de wetgeving (van Allaah) hem zijn recht geeft, en dat de mensgemaakte wet overeenkomt met de wetgeving (van Allaah) in die zaak, dan is hetgeen wat ook het meest correcte is bij mij dat het toegestaan is. En sommigen van de mensen van kennis zeggen: Hij dient het te laten, ook al heeft hij het recht aan zijn kant, en Allaah azza wa djall heeft de moenaafiqien beschreven met Zijn uitspraak: ه م ذ ع ن ين و إ ن ي ك ن ل ه م ال ح ق ي أ ت وا إ ل ي Maar indien het recht aan hun zijde was, dan zouden zij ijlings naar hem toe komen. En dus wie ziet dat de waarheid bevestigd is voor hem in de wetgeving (van Allaah), en hij staat het niet voor zichzelf toe om het (zijn zaak) te verwijzen naar iets anders dan de wetgeving (van Allaah) maar hij richt zich er enkel naar toe omdat Allaah azza wa djall het (de desbetreffende zaak) wettelijk heeft voorgeschreven voor hem (i.e. dat het recht aan zijn kant staat vanuit de wetgeving van Allaah). Deze persoon valt niet onder het oordeel willen zoeken bij de Taaghoet, want hij heeft er afkeer van, maar hij zoekt oordeel bij de wetgeving (van Allaah), omdat hij weet dat de wetgeving (van Allaah) oordeelt in zijn recht, en dus heeft hij het oordeel van de qanoen (mensgemaakte wet) (enkel) als een middel gebruikt om het recht te bereiken welke rechtsmatig (door de wet van Allaah) bevestigd is voor hem.

Dit waren (tot nu toe) de situaties (die behandeld zijn). De vierde situatie: De situatie van een staat/land dat oordeelt met iets anders dan de wetgeving (van Allaah), het oordeelt met qawaanien (mensgemaakte wetten). Het land dat oordeelt met al-qanoen (de mensgemaakte wet) volgens de woorden van ash-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem en de gespecificeerde bewoordingen in deze kwestie in zijn fataawa zeggen ook : Dat al-koefr (het ongelovig zijn) in de qanoen verplicht is, en dat het oordelen met de qanoen in de landen, wanneer het khafiyyan (verborgen) is en naadiran (sporadisch), dan is het land islamitisch. Betekenend: De staat is een Islamitische staat, en dan heeft dit het oordeel als de gelijksoortige shirkiyaat (zaken van afgoderij), die aanwezig zijn in het land. (Vervolgens) zei hij: Maar als het dhaahiran (openlijk) is en faashiyan (wijdverspreidt), dan is het land een land van koefr (ongeloof). Betekenend: De staat is een staat van koefr. Dus dit maakt dat het oordeel over het land dan terug keert naar de volgende tafsiel : Als het oordelen met de qanoen weinig is en verborgen, dan is het oordeel erover zoals de soortgelijke onrechtvaardige staten, of die (landen) die zonden bevatten en ongehoorzaamheid, en de aanwezigheid van bepaalde shirkiyaat (afgoderij) in het land. En wanneer het openlijk is en wijdverspreidt, een openlijkheid/duidelijkheid (adh-dhoehoer) welke tegengesteld is aan verborgenheid (al-khafaa`), en wijdverspreid/veelvuldig wat tegengesteld is aan weinig (voorkomend). Hij (i.e. ash-shaykh Muhammed ibn Ibraahiem) zei (dat in zo een situatie): Het land dan een land is van ongeloof. En deze tafsiel is correct, want wij weten dat er in de islamitische landen wetgevingen zijn ontstaan die niet overeenkomen met de wetgeving van Allaah azza wa djall, en de geleerden uit de eerste tijdsperiodes hebben niet geoordeeld over het land (waarin dit plaatsvind) als een land van koefr, en (ze hebben) niet over deze landen (geoordeeld) dat ze landen van koefr zijn. Dit (i.e. alle uitleg wat hierboven is vernoemd) is zo omdat ash-shirk effect heeft op het land en daarom zeggen we: Het land - m.a.w. de staat wanneer het (de koefr en shirk) dhaahiran (openlijk/duidelijk) is en faashiyan (wijdverspreid/veelvuldig), dan is het land een land van koefr. En wanneer het weinig is (qalielan) en verborgen (khafiyyan), of het is weinig maar openlijk/duidelijk (dhaahiran), en het wordt afgewezen, dan is het gebied een gebied van Islaam, en het land een land van Islaam, en derhalve is de staat een Islamitische staat.

En deze tafsiel (nadere uitleg) verheldert deze kwestie, en ermee worden de woorden van de geleerden verenigd, en vind men geen tegenstrijdigheid tussen de uitspraak van de ene geleerden met de andere, en zo zal de kwestie niet verwarrend zijn in shaa Allaahoe Ta aala. 5 Vertaling : Aboe Hudayfa Musa ibn Yusuf al-indonesi 5 Voetnoot SN: Verder is het belangrijk voor de student van kennis om niet zomaar zelf aan de slag te gaan met de woorden en nadere uitleg van de geleerden inzake deze kwestie. Door met hun woorden lukraar takfier te gaan verrichten op de leiders, en dit toe te schrijven aan deze geleerden die over deze zaak gesproken hebben, want ook deze zelfde geleerden waarschuwen voor het lukraak toepassen van takfier op individuen, en zij verbieden het voor de studenten van kennis om dit te doen. Zie als voorbeeld hier ash-shaykh Saalih al- Fawzaan en ash-shaykh al-ghunaymaan : http://selefienederland.nl/forum/viewtopic.php?f=35&t=591