Datum Agendapunt Documentnummer 14 R06S008 Onderwerp Verordeningen Participatiewet Raadsvoorstel Zeewolde Beoogd effect De gemeente heeft een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling van de rechten en plichten van bijstandsgerechtigden. Mede gelet op de rechtszekerheid van een bijstandsgerechtigde moet het gemeentelijk beleid vastgelegd worden in een verordening. Beslispunten 1. De Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Zeewolde vaststellen. 2. De verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2015 gemeente Zeewolde vaststellen. 3. De herziende Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 gemeente Zeewolde vaststellen. Inleiding Met de invoering van de Participatiewet moeten er verordeningen worden vastgesteld, waarbij een onderscheid wordt gemaakt als gevolg van de wetsvoorstellen Wwb-maatregelen en de Participatiewet. Verordeningen die de gemeente op basis van de WWB maatregelen moet opstellen dienen per 01-01-2015 vastgesteld zijn. De verordeningen in het kader van Participatiewet moeten uiterlijk 01-07-2015 vastgesteld zijn. In de vergadering van de raad op 11 december 2014 zijn de eerste vier verordeningen in het kader van deze nieuwe wet en regelgeving behandeld. 1 In dit raadsvoorstel worden de Re-integratie verordening en de verordening Loonkostensubsidie aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. 1 Te weten: 1. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Zeewolde; 2. Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Zeewolde; 3. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 gemeente Zeewolde; 4. Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Zeewolde.
2/5 Verder is de Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Zeewolde, welke in de gemeenteraad van 11 december 2014 is vastgesteld, aangepast. In dit voorstel lichten wij deze aanpassingen toe en leggen wij op basis van landelijk advies de herziende verordening opnieuw ter vaststelling aan u voor. Beoogd resultaat Bij het opstellen van deze verordeningen is gebruik gemaakt van de beschikbare modelverordeningen. Daarnaast heeft afstemming plaatsgevonden met de Regio Stedenvierkant. Gestreefd is naar zoveel mogelijk uniformiteit. Werken met uniforme verordeningen brengt uniformiteit in de uitvoering richting inwoners en werkgevers. Verordening re-integratie De Participatiewet heeft als doel om iedereen met arbeidsvermogen die tot de doelgroep behoort naar werk toe te leiden. In deze verordening is vastgelegd welke instrumenten de gemeente, in afstemming met de partners binnen het Werkbedrijf, in kan zetten om de doelgroep naar werk te begeleiden. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen instrumenten voor werkzoekenden en instrumenten voor werkgevers. Met betrekking tot de volgende voorzieningen is de gemeenteraad verplicht om regels op te nemen in deze verordening: - scholing of opleiding, bedoeld in artikel 10a, vijfde lid, van de Participatiewet (artikelen 8a, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, van de Participatiewet); - de premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, Participatiewet (artikelen 8a, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, onderdeel c, van de Participatiewet); - participatievoorziening beschut werk, bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet (artikelen 8a, eerste lid, onderdeel e, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet), en - no riskpolis (artikel 8a, tweede lid, onderdeel b, van de Participatiewet). Verordening loonkostensubsidie De Participatiewet biedt een nieuwe vorm van loonkostensubsidie bedoeld voor onze inwoners die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, maar waarbij is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon. Heeft de gemeente vastgesteld dat onze inwoner behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt de gemeente in beginsel de loonwaarde van die persoon vast. Deze loonwaarde is een vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde
3/5 werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Voor de bepaling van de loonwaarde maken wij gebruik van de methodiek Dariuz, welke voldoet aan de eisen die worden gesteld in de algemene maatregel van bestuur (Besluit Loonkostensubsidie) en ook aan de eisen van de ministeriële regeling. Hierbij is door het Rijk aangegeven om zoveel als mogelijk gezamenlijk op te trekken met de arbeidsmarktregio. Inmiddels zijn in het regionaal Werkbedrijf Stedenvierkant hierover afspraken gemaakt en deze zijn opgenomen in het beslisdocument van het Regionaal Werkbedrijf Stedenvierkant, Sociaal akkoord regio Stedenvierkant: samen werken aan meer werk! Het beslisdocument is gelijktijdig met een raadsbrief aan de gemeenteraad van 23 april jl. aangeboden. Deze nieuwe vorm van loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer. De Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Zeewolde Ook deze Verordening is in de raadsvergadering van 11 december 2014 vastgesteld. Naderhand is gebleken dat deze verordening op bepaalde punten dient te worden aangepast dan wel te worden aangevuld. Het betreffen de volgende aanpassingen en aanvullingen. 1. Aanpassen artikel 5 : a. Voorwaarde die is neergelegd in het eerste lid, in de referteperiode niet langer dan toegestane periode in het buitenland verblijf hebben gehad, laten vervallen; b. Tekst tweede lid aanpassen in die zin dat de verwijzing naar artikel 6 van de Afstemmingsverordening wordt weggelaten zodat de tekst luidt als volgt: in de referteperiode een maatregel heeft opgelegd gekregen wegens schending van de arbeids- of re-integratieverplichtingen of de geüniformeerde arbeidsverplichtingen die zijn vermeld in artikel 18 lid 4 van de wet. 2. Toevoegen artikel 8 (de volgende artikelen worden doorgenummerd) waarin wordt aangegeven tot wanneer de individuele inkomenstoeslag kan worden aangevraagd. De tekst van artikel 8 luidt als volgt: De aanvraag wordt ingediend uiterlijk voor 1 februari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt. Argumenten 1.1 In de participatiewet is bepaald dat een aantal zaken vastgelegd moet worden in verordeningen. De gemeenten hebben tot taak de Participatiewet uit te voeren en zijn daarmee verantwoordelijk voor de invulling van de rechten en plichten van mensen die een beroep doen op de Participatiewet. Met het oog op de rechtszekerheid van deze doelgroep moet de gemeente haar beleid vastleggen in gemeentelijke
4/5 regelingen. 1.2 Er is gekozen voor een algemene, globale verordening. Dit in plaats van het formuleren van gedetailleerde regels. Re-integratie is immers maatwerk. Het is helemaal afhankelijk van iemands mogelijkheden en beperkingen wat in het concrete geval een passend re-integratietraject is. Daarom wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om op een aantal punten eigen afwegingen te maken. Artikel 10 van de Participatiewet bepaalt dat personen uit de doelgroep aanspraak hebben op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en de door het college noodzakelijk geachte voorziening binnen de kaders van de reintegratieverordening. Daarom is ervoor gekozen in de verordening de voorzieningen vast te leggen die het college in ieder geval kan aanbieden. 2.1 De gemeenteraad dient bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen: - de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, en - de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld. 3.1 Aanpassen artikel 5, lid 1: Het laten vervallen van de voorwaarde dat men in de referteperiode niet langer dan de toegestane periode van verblijf in het buitenland mag zijn geweest. Gelet op het feit dat artikel 36 Participatiewet, noch artikel 11 Participatiewet, noch artikel 13 lid 1 onderdeel e Participatiewet van overeenkomstige toepassing verklaart, kan het recht op de individuele inkomenstoeslag niet worden afgewezen enkel op de grond dat langer dan de gebruikelijk vakantieduur buiten Nederland werd verbleven en dientengevolge enige tijd geen bijstand werd ontvangen. 3.2 Aanpassen artikel 5, tekst tweede lid: De verwijzing naar artikel 6 van de Afstemmingsverordening weglaten. In de eerste plaats is verwijzing naar dit artikel onjuist en had verwezen moeten worden naar de artikelen 7 en 8 van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015. Door nu de verwijzing naar de artikelen helemaal achterwege te laten worden alle schendingen van de arbeids- of re-integratieverplichtingen in de referteperiode meegenomen, zowel die op grond van de vorige Afstemmingsverordening die gold tot 1 januari 2015 als de huidige Afstemmingsverordening. Ook vallen hier dan de maatregelen onder die zijn opgelegd in het kader van andere sociale zekerheidswetgeving, zoals WW, ZW, WIA, WAO en Wajong. 3.3 Toevoegen artikel 8. In de huidige verordening wordt niet aangegeven tot wanneer de individuele inkomenstoeslag kan worden aangevraagd. De individuele inkomenstoeslag is een vorm van bijzondere bijstand. Hoofdregel is dat bijstand ingaat vanaf dat datum dat deze is aangevraagd (artikel 44 WWB). Op deze hoofdregel heeft de SDV begunstigend beleid geformuleerd: voor aanvragen bijzondere bijstand, in zowel periodieke als incidentele kosten geldt, dat bijstandsaanvragen voor deze kosten gedurende 12 maanden, te rekenen vanaf de datum waarin de kosten zijn gemaakt, kunnen worden toegekend. Dit betekent dat de aanvraag individuele inkomenstoeslag in bepaalde gevallen tot het
5/5 einde van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt, zouden kunnen worden ingediend. Om de afhandeling van de aanvragen van deze regeling zo snel mogelijk na afloop van het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft te kunnen afronden en in aansluiting met de indieningstermijn van de Maatschappelijke bijdrageregeling, wordt dan ook voorgesteld dat aanvragen uiterlijk voor 1 februari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt kunnen worden ingediend. Kanttekeningen N.v.t. Financiën De kosten worden betaald uit de reguliere beschikbare budgetten die zijn opgenomen in de begroting. Het gaat hier om het Participatiebudget, dat vanaf januari 2015 onderdeel vormt van de Integratie uitkering Sociaal Domein. De voorgestelde wijzigingen in de Verordening Individuele Inkomenstoeslag hebben tot gevolg dat er meer afwijzingen zullen komen vanwege schending van de arbeids- en re-integratieverplichtingen die hebben plaatsgevonden in de referteperiode; dit zal leiden tot een besparing. Er zullen geen afwijzingen zijn vanwege het overschrijden van de toegestane periode van verblijf in het buitenland, deze wijziging leidt dus niet tot een besparing. Hiertegenover staan respectievelijk aan de ene kant meer uitvoeringskosten omdat er meer onderzoek moet worden gedaan naar de schending van de arbeidsverplichtingen en andere kant minder uitvoeringskosten omdat niet hoeft worden nagegaan of men te lang in het buitenland is geweest. Communicatie De verordeningen worden zo spoedig mogelijk na vaststelling door de gemeenteraad bekend gemaakt, op de gebruikelijke wijze door middel van publicaties, alsmede op www.overheid.nl. Daarnaast zal hierover worden bericht via de internetsite van de SDV en via de cliëntenraad, door aandacht hiervoor in het cliëntenblad Vooruit. De verordeningen zijn ter advisering voorgelegd aan de adviesraad WMO. Hoofdlijnen uitvoering De Verordeningen zijn met terugwerkende kracht op 1 januari 2015 van toepassing. Evaluatie Het is belangrijk om te evalueren wat de effecten zijn van de verordeningen. Deze effecten worden in het jaarverslag 2015 van de SDV aan u voorgelegd. Burgemeester en Wethouders van Zeewolde, de secretaris, de burgemeester, R.C. van Nunspeet G.J. Gorter