Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)

Vergelijkbare documenten
Advies over kruipend moerasscherm in het Vrijbroekpark in Mechelen

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Planten uit de Habitatrichtlijn

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Klein Brabant Rupelstreek

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen)

Aanwezigheid van habitattype 7140 overgangs- en trilveen in de Vallei van de Bosbeek

Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest

Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele)

Advies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

T.a.v. Bert Verbist ANB Centrale Diensten Cel Fauna en Flora Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel.

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart te Emblem

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet

Advies betreffende het aantal aanvaringsslachtoffers bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart

Advies betreffende het bouwen van 6 windturbines langs het kanaal Gent-Oostende in Zomergem, Nevele en Lovendegem.

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Advies betreffende de natuurtoets die uitgevoerd werd voor een windturbinepark te Dessel

Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H.

Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen

Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen

Erika Vanden Bergh Agentschap voor Natuur en Bos Provinciale dienst Oost-Vlaanderen Gebr. Van Eyckstraat 2-6 B-9000 Gent

Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

grazers helpen de natuur.

Het wel en wee van het gentiaanblauwtje in Kampina

WAARDEVOLLE VEGETATIE NA BEBOSSING VAN LANDBOUWGROND, KAN DAT?

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen

Advies over de depositiesnelheid van vermestende/verzurende depositie

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Advies betreffende de verfijning van de natuurtypen 'open water' en 'kaal zandig terrein' in de ecohydrologische studie Kale- en Moervaartvallei

Bundel 3 van veldoefening en cases

Beschrijving van lokale natuurwaarden i.f.v. geplande ruimingswerken in het Leopoldkanaal

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

Advies over het ontwerp plan-mer voor het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo Liefkenshoek

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

De vroedmeesterpad in Vlaanderen. 28 november 2018 Dries Desloover Agentschap voor Natur en Bos

Monitoring Natura 2000-soorten en overige soorten prioritair voor het Vlaams beleid. Blauwdrukken soortenmonitoring in Vlaanderen

Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

Advies betreffende de nota voor het oprichten van 4 windturbines in de vallei van de Aa te Lille/Kasterlee

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken?

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Vegetatie van Nederland

drijvende waterweegbree in Limburg An Leyssen, Luc Denys, Jo Packet, Karen Cox, Anne Ronse

Bundel 2 van veldoefening en cases

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Staat van Instandhouding bepalen. & de rol van vrijwilligers

Aanvullend advies over de hydrologische impact van de grondwaterwinning te Balen-Nete

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Vierde uitbreiding erkend natuurreservaat Zeverenbeek

Verplaatsen van exemplaren van het Klein glaskruid in het kader van sloopwerkzaamheden aan de Vinkenweg 17 te Rijnsburg

Provinciale Dienst Limburg. T.a.v. Katia Nagels Hendrik Van Veldekegebouw Koningin Astridlaan 50 bus Hasselt

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

HOOGWAARDIGE VEGETATIE NA BEBOSSING VAN LANDBOUWGRONDEN. Luc De Keersmaeker Eindhoven, 16 maart 2014

Advies betreffende bestrijding van meeuwen op Nieuwdonk (Berlare)

Advies over de bodemkwaliteit van een baggergrond ter hoogte van de Scheldekop in Oudenaarde

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Bundel 1 van veldoefeningen en cases

Status: versie 4.0. Charta Grasland Noord-Duitsland

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Inheems zaaizaad. Gehakkelde aurelia op Knoopkruid

Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

ontvangt u een bezwaarschrift namens het bestuur van de Stichting Dassenwerkgroep Utrecht & t Gooi (hierna: de stichting) tegen uw besluit.

Transcriptie:

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Nummer: INBO.A.2013.103 Datum advisering: 24 oktober 2013 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Wouter Van Landuyt & Ralf Gyselings Lode De Beck (lode.debeck@inbo.be) e-mail van 2 oktober 2013 ; ANB-INBO-BEL-2013-70. Geadresseerden: Agentschap voor Natuur en Bos Provinciale Dienst Oost-Vlaanderen T.a.v. Laurent Vanden Abeele Gebr. Van Eyckstraat 4-6 9000 Gent Laurent.vandenabeele@lne.vlaanderen.be Cc: Agentschap voor Natuur en Bos Centrale dienst Carl De Schepper (carl.deschepper@lne.vlaanderen.be) INBO.A.2013.103-1/6

AANLEIDING Tijdens een inventarisatie op 31 augustus 2013 van de Nationale Werkgroep Botanie van Natuurpunt vzw. werd in tredgaten van het vee op twee weiden (waarbij een gelegen is aan een zgn. veenlens) in de buurt van de Grote Geule te Kieldrecht (Beveren) kruipend moerasscherm (Apium repens) aangetroffen. Na een terreinbezoek enkele dagen later door een paar mensen van het INBO werd de waarneming van de soort bevestigd. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft n.a.v. deze vondst enkele adviesvragen, zodat het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (verder GHA) hiermee rekening kan houden bij de opmaak van het inrichtingsplan voor het natuurkerngebied Grote Geule. VRAAGSTELLING 1) A. Kan het er een kaart aangeleverd worden met de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule B. Kan er een inschatting van de populatiegrootte gemaakt worden 2) Wat zijn de ecologische randvoorwaarden van deze soort? 3) Zijn er uitbreidingsmogelijkheden voor deze soort in de ontwikkeling van het natuurkerngebied? TOELICHTING 1. Verspreiding en populatiegrootte van kruipend moerasscherm langs de Grote Geule Kruipend moerasscherm is in België en de rest van Europa een zeer zeldzame en bedreigde soort. Ze is opgenomen op de bijlagen II en IV van de Habitatrichtlijn. In Vlaanderen was de soort enkel bekend van de Westkust (in 2013 op vier locaties), het Vrijbroekpark te Mechelen en de Vroente in Herk-De-Stad (Van Landuyt & T'Jollyn, 2011). Naar aanleiding van de vondst van kruipend moerasscherm langs de Grote Geule te Kieldrecht door de Nationale Werkgroep Botanie van Natuurpunt vzw. begin september 2013 werd op 17 september 2013 door het INBO een voorlopige inventarisatie gemaakt van de verspreiding van kruipend moerasscherm op de percelen waar de soort gevonden werd door de Nationale Werkgroep Botanie. Naar aanleiding van deze adviesvraag werd een bijkomende meer gedetailleerde inventarisatie uitgevoerd op 16 oktober 2013 waarbij ook hoogtemetingen van de standplaats werden uitgevoerd. Figuur 1 geeft een overzicht van de vindplaatsen langs de zuidrand van Grote Geule tussen de Sint- Korneliusstraat en het centrum van Kieldrecht. Kruipend moerasscherm werd er gevonden op twee percelen (figuur 2 en 3) die ongeveer op een kilometer van elkaar liggen. Ook de andere permanente graslanden en het grasland langs de Grote Geule tussen Sint-Korneliusstraat en het centrum van Kieldrecht werden onderzocht maar hier werd kruipend moerasscherm niet gevonden. Op elke puntlocatie waar kruipend moerasscherm werd gevonden werd een GPS-coördinaat ingemeten en een abundantieschatting gemaakt. Gezien kruipend moerasscherm zich ook vegetatief met uitlopers verbreid is het nagenoeg onmogelijk het aantal individuele planten als maat voor de populatiegrootte te gebruiken. In de plaats daarvan schatten we de omvang van elke individuele groeiplaats (=puntlocaties) in (in m²). Voor de schatting werd een vrij ruwe schaal gebruikt (zie Tabel 1). Op basis van deze kartering wordt de totale populatie op ongeveer 260 m² geschat (minimaal 118 m² - maximaal 450 m²). Tabel 1: Floron-schaal voor het inschatten van de grootte van de populaties van aandachtsoorten (Vreeken, Groen, Lemaire, Peterbroers, & Tamis, 1999). Code Oppervlakte ingenomen door de groeiplaats A <1 m² B 1-5 m² C 5-25 m² D 25-50 m² E 50-500 m² F 500-5000 m² INBO.A.2013.103-2/6

Figuur 1: Overzicht van de groeiplaatsen van kruipend moerasscherm aan de Grote Geule (Kieldrecht). Voor de abundantieschaal zie Tabel 1. Figuur 2: Overzicht van de groeiplaatsen van kruipend moerasscherm op het westelijk perceel (perceel met de veenlens) van de Grote Geule (Kieldrecht). Voor de abundantieschaal zie Tabel 1. INBO.A.2013.103-3/6

Figuur 3: Overzicht van de groeiplaatsen van kruipend moerasscherm op het oostelijk perceel (perceel begraasd door renpaarden) van de Grote Geule (Kieldrecht). Voor de abundantieschaal zie Tabel 1. 2. Ecologische randvoorwaarden Kruipend moerasscherm is een plant van open of lage vegetaties op natte, matig voedselrijke gronden. De soort verdraagt kortstondige periodieke overstromingen en is gebonden aan zeer kort begraasde graslanden (type zilverschoongrasland). Optimaal groeit ze onder een beheer met begrazing door paarden of een combinatie van paarden en koeien waarbij de vegetatie zeer kort blijft (Adriaens, Van Landuyt & Ronse, 2008; Ronse, Maas, & van Wijngaarden, 2007). Indien er in de winter echter overbegrazing optreedt waardoor de vegetatie verdwijnt moet de soort telkens opnieuw uit de zaadbank kiemen waardoor uiteindelijk de zaadbank uitgeput raakt. In Kieldrecht werd de hoogte van de groeiplaatsen van kruipend moerasscherm ten opzichte van het grondwaterregime bepaald door de hoogte van de groeiplaatsen (in meters TAW) te vergelijken met de waterpeilfluctuaties van een peilbuis 80 meter ten westen van de oostelijke groeiplaats (Figuur 4). De maaiveldhoogtes van de groeiplaatsen van kruipend moerasscherm variëren van 1,1 m TAW tot 1,7 m TAW. Het maaiveld van de peilbuis is gelegen op 1,46 m TAW wat in de range ligt van de groeiplaatsen van kruipend moerasscherm. Hieruit blijkt dat de slechts een deel van de standplaatsen zelden (en vermoedelijk slechts kortstondig) overstroomd worden. Bovendien zakt het water in de zomer nooit diep weg onder het maaiveld. Gezien de kleiige bodem ter plaatse zullen de standplaatsen nooit echt uitdrogen. Zoals hoger al vermeld vereist kruipend moerasscherm zeer kort begraasde vegetaties. Op de groeiplaatsen aan de Grote Geule is dit vooral het geval op het oostelijke perceel met paardenbegrazing. Het westelijk perceel wordt enkel door koeien begraasd. Voor de groeiplaats in Herk-de-Stad (de Vroente) werd een veebezetting van 3 grootvee eenheden per hectare voorop gesteld. De vegetatie moet kort de winter in gaan. Paarden grazen over het algemeen korter dan koeien. Alhoewel kruipend moerasscherm op vrij voedselrijke bodems groeit is bemesting ongunstig voor de soort. Bemesting zorgt vooral voor een snellere grasgroei waardoor de lage kruidenvegetatie weg geconcurreerd wordt. INBO.A.2013.103-4/6

Figuur 4: Waterpeilfluctuaties op de standplaatsen van kruipend moerasscherm gebaseerd op een naburige peilbuis met een meetreeks van 8 jaar (2005-2013). Figuur 5: Begrazing door renpaarden op het oostelijk perceel langs de Grote Geule: een ideaal beheer. INBO.A.2013.103-5/6

3. Uitbreidingsmogelijkheden voor kruipend moerasscherm in het natuurkerngebied Kruipend moerasscherm heeft een beperkte verspreidingscapaciteit, vermoedelijk worden de zaden vooral verbreid via de mest van grazers. Spontane kolonisatie van andere permanente graslanden in het natuurkerngebied rondom de Grote Geule is op korte termijn niet te verwachten. De voornaamste potenties liggen in de lage delen van de permanente graslanden (graslanden met kamgras, zilverschoon en madeliefje) aanliggend aan de groeiplaats gegraasd door de renpaarden. Deze worden op dit ogenblik door koeien begraasd waardoor de vegetatie iets hoger is. CONCLUSIE 1. De populatie van kruipend moerasscherm langs de Grote Geule heeft een omvang van naar schatting 260 m². Het overgrote deel van de populatie is gelegen in de meer oostelijke percelen begraasd door paarden. In het westelijke perceel met de veenlens bedraagt de populatie ongeveer 16 m². 2. De ecologische randvoorwaarden voor de soort zijn zeer kort begraasde vegetaties (bij voorkeur paardenbegrazing) op natte standplaatsen die periodiek kunnen overstromen. Langs de Grote Geule zijn deze te vinden in kamgrasweiden tussen 1,1 m TAW tot 1,7 m TAW. 3. Gezien de vermoedelijk geringe dispersiecapaciteit van de soort liggen de potenties voor uitbreiding van de populatie van kruipend moerasscherm vooral in de aanpalende graslanden. Begrazing met paarden zou deze uitbreiding kunnen bevorderen. REFERENTIES Adriaens D., Van Landuyt W., & Ronse A. (2008). Kruipend moerasscherm (Apium repens). In D. Adriaens, T. Adriaens & G. Ameeuw (Eds.), Ontwikkeling van criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding van de habitatrichtlijnsoorten. (pp. 26-28). Brussel: Instituut voor Natuurbehoud, INBO.R.2008.35. Ronse A., Maas P., & van Wijngaarden W. (2007). Betekenis van Natura 2000 voor Kruipend moerasscherm (Apium repens) in België en Nederland. De Levende Natuur, 108(6), 263-265. Van Landuyt W., & T'Jollyn F. (2011). Monitoring van kruipend moerasscherm (Apium repens) in Vlaanderen. Resultaten van de monitoring 2008-2011 in het kader van de Habitatrichtlijn. Brussel: Instituut voor Natuurbehoud, INBO.R.2011.47. Vreeken B., Groen K.C.L.G., Lemaire A.J.J., Peterbroers Th., & Tamis Wil.L.M. (1999). Uitwerking van het Landelijk Meetnet Flora voor Aandachtsoorten. Leiden: Stichting Floristisch Onderzoek Nederland. INBO.A.2013.103-6/6