Zaadbalkanker. Onderzoek en behandeling van testiscarcinoom

Vergelijkbare documenten
Urologie Wegname teelbal i.v.m. teelbalkanker - radicale orchiectomie

ZAADBALKANKER TESTIS TUMOR

Onderzoek Meestal worden tijdens het eerste polikliniekbezoek nadat uw arts uw zaadbal heeft onderzocht, de volgende onderzoeken uitgevoerd:

ZAADBALKANKER TESTIS TUMOR FRANCISCUS GASTHUIS

Oncologie Wegname van teelballen ivm prostaatkanker / subcapsulaire orchiectomie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische nefrectomie

Operaties aan de balzak (scrotum) bij volwassenen

Hersteloperatie na sterilisatie van de man. Vaso-vasostomie

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis. Urethrotomie volgens Sachse of Otis

Operatief verwijderen van lymfeklieren in het kleine bekken. Pelviene lymfeklierdissectie

Verwijderen zaadbal (Orchidectomie)

Operaties aan de balzak bij volwassenen

Verwijderen van de zaadbal

Het verwijderen van een testikel

Kijkoperatie achter het bovenste gedeelte van het borstbeen langs de luchtpijp. Mediastinoscopie

Verwijderen van een testikel

Operatie aan een spatader in het scrotum

Lymfeklieren verwijderen in het bekken

Opheffen vernauwde voorhuid bij volwassenen. Circumcisie

Verwijderen van een zaadbal via de lies. Inguinale orchidectomie

PATIËNTENFOLDER Urologie Goedaardige zwelling aan de balzak

Poliklinische operatie heelkunde. Voorbereiding en nazorg bij poliklinische operaties onder lokale verdoving door de afdeling heelkunde

Tenniselleboog of tennisarm

Spermatocele Zwelling van het scrotum

Verwijderen van stenen in de urineleider via de plasbuis. Ureterorenoscopie (URS)

Poliklinische operatie plastische chirurgie. Voorbereiding en nazorg bij poliklinische operaties onder plaatselijke verdoving

Borstvorming bij de man. Gynaecomastie

VERWIJDERING VAN EEN NIER VIA EEN OPEN OPERATIE

Hersteloperatie na sterilisatie bij de man

Opheffen vernauwde voorhuid bij volwassenen. Circumcisie

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Verwijderen van stenen in de urineleider via de plasbuis. Ureterorenoscopie (URS)

Steeldraai van de testikel

Verwijderen van een bijnier via een kijkoperatie. Laparoscopische adrenalectomie

Steeldraai van de testikel Opname in het ziekenhuis

Verwijderen van lymfklieren in het bekken via een kijkoperatie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische operatie

Verkleining van de inwendige neusschelpen. Conchareductie

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis

Ook heeft u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt of u de operatie lichamelijk aankunt.

Behandeling liesbreuk

Haarnestcyste. Sinus pilonidalis

Carpale tunnelsyndroom

Besnijdenis. Informatie voor patiënten. F december Medisch Centrum Haaglanden

Haarnestcyste. Sinus pilonidalis

Verwijderen van één of meerdere blaasstenen

Littekencorrectie. Het verbeteren van littekens door de plastisch chirurg

Behandeling liesbreuk

De ziekte van Peyronie

Urologie Verwijderen van lymfklieren in het bekken via een kijkoperatie / laparoscopische

Lipofilling. Behandeling door de plastisch chirurg

Prostaatoperatie via de buik

Operatieve ingreep in de blaas

Urologie Besnijdenis / circumcisie bij de man onder ruggenprikverdoving of algehele verdoving

Patiënteninformatie. Verwijderen van een zaadbal via een incisie in de lies. (inguinale orchidectomie)

Voorbereiding operatie Als u samen met uw arts heeft besloten tot een operatie worden een aantal zaken voor u afgesproken.

Urologie Verwijderen van een nier via een kijkoperatie / laparoscopische nefrectomie

Introïtusplastiek De ingang van de vagina ruimer maken

Behandeling van een spatader in de balzak (varicocèle) Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

Urologie Verwijdering van een nier via open operatie / open (radicale) nefrectomie

Een operatie aan het scrotum

Het verwijderen van een nier

Operatie bij vernauwing van de plasbuis

Behandeling van een overactieve blaas met Botox

(Peri)tonsillair abces. Operatie aan een abces in of rond de keelamandel

Verwijderen van een bijnier via een kijkoperatie

Verwijderen van een zaadbal (Orchidectomie) Poli Urologie

Prostaatoperatie via de buik

Openen of verwijderen van kapsel in de borst (Capsulotomie/Capsulectomie) Eventueel in combinatie met verwijderen of vervangen van uw borstprothese

Penoplicatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Verwijderen van de lymfeklieren van de prostaat Pelviene lymfeklierdissectie

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

Nierbekkenplastiek. Kijkoperatie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie

Carpale tunnelsyndroom

Operatie aan de voet

Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via de plasbuis. Transurethrale Resectie van de Prostaat (TURP)

Verwijderen van een tumor uit de blaas volgens de TUR-methode Transurethrale resectie

verwijdering rond de testikel/ na een bijbal (hydrocele / spermatocele operatie) ZorgSaam

Carpale tunnelsyndroom. Beknelling van de middelste zenuw aan de binnenkant van de pols

Verwijderen van bevestigingsmateriaal na een botbreuk operatie

Urolift Behandeling van plasklachten bij een vergrote prostaat

Verwijderen van een tumor uit de blaas volgens de TUR-methode Transurethrale resectie

Millin prostaatoperatie

Operatief opheffen kromstand van de penis. Ziekte van Peyronie

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel VERWIJDEREN LYMFKLIERWEEFSEL PROSTAATKANKER. Verwijderen lymfklierweefsel

Nier verwijderen. via een kijkoperatie. Poli Urologie

Opheffen van een beknelling van de middelste zenuw aan de binnenkant van de pols

Soms vindt de patholoog, die het weefsel onderzoekt, dat niet al het tumorweefsel is verwijderd. Er volgt dan een tweede operatie.

Introïtusplastiek. De ingang van de vagina ruimer maken

Radiologie. Cryoablatie.

Besnijdenis bij mannen. Circumcisie bij mannen in het Nijmeegs Centrum voor Besnijdenis

Opheffen van vernauwing van het nierbekken naar de urineleider via een kijkoperatie. Laparoscopische pyelumplastiek

Verwijderen van de lymfeklieren in het kleine bekken

Kijkoperatie aan de stembanden. Laryngoscopie/microlaryngoscopie

Urologie Verwijderen van lymfklieren in het bekken via open operatie

Punctie onder geleide van CT-scan

Wat is een hydrocèle, spermatocèle of varicocèle

Transcriptie:

Zaadbalkanker Onderzoek en behandeling van testiscarcinoom

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw uroloog bij u zaadbalkanker (testiscarcinoom) geconstateerd. Met u is besproken dat het noodzakelijk is om via een operatie de aangedane zaadbal (testikel) te verwijderen. In deze folder staat praktische informatie over onderzoek en behandeling in het CWZ. Het is niet de bedoeling dat deze folders de persoonlijke gesprekken met uw uroloog vervangen. U kunt met problemen en vragen, ook naar aanleiding van deze folders, bij uw (assistent) uroloog of bij de verpleegkundigen van de polikliniek urologie terecht. Voor dit onderzoek moeten de aangedane testikel met bijbehorende bijbal en de zaadstreng worden weggenomen. Helaas is het niet mogelijk om een zekere diagnose te stellen door maar een deel van de bal (de tumor zelf) te verwijderen. Het verlies van een zaadbal leidt niet tot vermindering van de geslachtsdrift en evenmin tot impotentie. Ook is er meestal geen nadelige invloed op de vruchtbaarheid. Voorbereiding operatie De operatie vindt onder volledige narcose of ruggenprik plaats. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ-folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel pre-operatief onderzoek of pre-operatieve voorbereiding genoemd. Daarom gaat u naar het spreekuur van de anesthesioloog en eventueel het verpleegkundig spreekuur urologie. Zonodig bent u, volgens de afspraken met de anesthesioloog of uroloog, gestopt met (bloedverdunnende) geneesmiddelen. Meer informatie hierover staat in de folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. Opname U wordt voor deze ingreep één tot twee dagen in het ziekenhuis opgenomen. In de brochure Opname in het CWZ kunt u algemene informatie over de opname lezen. Wordt u opgenomen op de afdeling dagbehandeling of kort verbijf dan vindt u informatie in de folder Afdeling C42 en C52. De dag van de operatie Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter (beperkt eten en drinken) bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling waar u wordt opgenomen (B44, C42 of C52). 2

Op de afdeling krijgt u (als dit nog niet op de polikliniek heeft kunnen plaatsvinden) een opnamegesprek met een verpleegkundige. Hierin worden bijzonderheden met betrekking tot uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden besproken. Ook informeert de verpleegkundige u over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. Voorbereiding operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u op de afdeling de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u deze medicijnen inneemt. Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. Voor de ingreep wordt u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling gebracht. Hier worden u nog wat vragen gesteld en krijgt u een infuusnaaldje in een bloedvat in uw arm of hand, waarop het infuus wordt aangesloten. U gaat in uw bed naar de operatiekamer en schuift op een smalle operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er, voordat de operatie begint, bewakingsapparatuur aangesloten worden om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie te kunnen controleren. Direct na de operatie Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en alle controles goed zijn. Een verpleegkundige van de verpleegafdeling haalt u weer op. Gedurende uw verblijf controleren de verpleegkundigen regelmatig de pols, bloeddruk en de wond. Pijn Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode (zie pijnmeting in folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen ) wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie herstelt. Als u misselijk bent, zijn daar ook medicijnen voor. Eten en drinken Zodra u zich goed voelt mag u drinken en langzaam weer wat gaan eten. Als dit goed gaat mag het infuus worden afgekoppeld. Controles De verpleegkundigen observeren wanneer u de eerste keer plast. Soms is het noodzakelijk om de blaas leeg te maken, met een katheter, als u geen aandrang voelt en de blaas te vol raakt. Dit kan een gevolg zijn van de anesthesie. Het spontane plassen zal kort daarna vanzelf weer op gang komen. 3

Als de operatie normaal verloopt en u voelt zich goed, dan mag u de volgende ochtend naar huis. Wij adviseren u om u te laten ophalen. De personen, die u ophalen kunnen zo nodig een rolstoel meenemen bij de ingang van het ziekenhuis. Nazorg Soms ontstaat er na de ingreep een bloeduitstorting, overmatig pijn in het wondgebied of een infectie. Een blauwe verkleuring van de wond komt geregeld voor, dit is niet zorgelijk en trekt vanzelf weg. Na de operatie is het raadzaam een onderbroek te dragen die u steun geeft (dus geen boxershort), ook s nachts. Hiermee vermindert u de kans op zwelling. De verbandgazen waarmee de balzak is ingepakt moet u twee dagen laten zitten, hierna kunt u het verband verwijderen en mag u weer douchen. Na zeven dagen is zwemmen meestal weer mogelijk. De eerste week na de ingreep is het verstandig rustig aan te doen. Zelf voelt u meestal het beste wat u wel en niet kunt. Vaak is er na de operatie een zwelling rondom de achtergebleven zaadbal, die pas geleidelijk uit zichzelf verdwijnt. Pijnbestrijding Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u de eerste twee dagen na de operatie de pijn met pijnstillers onderdrukt en dit vervolgens afbouwt. Dit doet u als volgt. De eerste twee dagen neemt u vier maal daags- om de zes uur- twee tabletten paracetamol van 500 mg. Dan neemt u twee dagen vier maal daags- om de zes uur- één tablet paracetamol van 500 mg. Daarna stopt u met het innemen van tabletten. Alleen als dat nodig is, bij pijn, mag u twee tabletten paracetamol van 500 mg innemen (maximaal 4 maal daags). Contact opnemen Neemt u tot de eerste poliklinische controle na ontslag uit het ziekenhuis contact op als: U plotseling hevige of aanhoudende pijn heeft die met de voorgeschreven pijnstillers of met vier maal daags - om de zes uur twee tabletten paracetamol van 500 mg niet verdwijnt; Er sprake is van hevig en aanhoudend bloedverlies uit de wond; U kort na de operatie koorts heeft boven de 38,5 C of langer dan 24 uur vanaf 38 C. Tijdens kantooruren belt u de polikliniek urologie (024) 365 82 55. Buiten kantooruren belt u met de verpleegafdeling urologie (024) 365 78 00. 4

Uitslag en aanvullende onderzoeken Het bij de operatie verwijderde testikel wordt opgestuurd naar de patholoog. Deze onderzoekt het weefsel. De behandelend arts bespreekt de uitslag van het onderzoek met u ongeveer zeven tot tien dagen na de operatie. Een afspraak voor dit gesprek wordt gemaakt bij uw ontslag uit het ziekenhuis. Vraag uw partner en/of de door u gewenste personen bij het gesprek aanwezig te zijn. Aanvullend onderzoek Wanneer uit voorgaand onderzoek de diagnose zaadbalkanker wordt gesteld, is onderzoek nodig om te kijken of er uitzaaiingen zijn. De uitslagen van deze onderzoeken bepalen het stadium van de ziekte en de verdere behandeling. CT scan Met behulp van een CT scan kunnen er gedetailleerde dwarsdoorsnede foto s worden gemaakt van uw lichaam. Hierbij wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling. Bij zaadbalkanker wordt altijd een CT scan van de buik en de longen gemaakt. Uit deze foto s kan blijken of er sprake is van uitzaaiingen. (Hierover kunt u meer lezen in de CWZ folder CT scan ). Nabehandeling Uw specialist bespreekt met u of verdere behandeling noodzakelijk is. De verdere behandeling kan bestaan uit: Bestraling (radiotherapie) Behandeling met chemotherapie (celdeling remmende medicijnen) Lymfeklieroperatie Een combinatie van deze behandelingen is ook mogelijk. Onvruchtbaarheid Bij deze vervolgbehandelingen kan onvruchtbaarheid optreden. Soms is dat blijvend. Wilt u nog kinderen krijgen dan kunt u dat het beste bespreken met uw specialist. U kunt dan overwegen om vóór de behandeling sperma te laten invriezen. Dit heeft alleen zin als er voldoende spermacellen van goede kwaliteit aanwezig zijn. Bestraling (radiotherapie) Bestraling is een plaatselijke behandeling waarbij kankercellen geheel of gedeeltelijk door de straling worden vernietigd. Kankercellen verdragen straling slechter dan gezonde cellen. Door straling beschadigde kankercellen herstellen zich niet of nauwelijks. Gezonde cellen herstellen zich in het algemeen wel. Het te bestralen gebied wordt van buitenaf, door de huid heen, bestraald. Bestraling vindt plaats op de afdeling radiotherapie van het Radboudumc. 5

Meer informatie over deze behandeling vindt u in de KWF-folders Zaadbalkanker en Radiotherapie. Chemotherapie De behandeling vindt plaats met celdeling-remmende medicijnen: cytostatica. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen invloed op de celdeling. Bij de behandeling van zaadbalkanker worden deze medicijnen toegediend via een ader in de arm. Via het bloed verspreiden zij zich door het lichaam en kunnen op vrijwel alle plaatsen in het lichaam kankercellen bereiken. Voor de chemotherapie wordt u verwezen naar de afdeling Oncologie, B09 in het CWZ. Meer informatie over deze behandeling vindt u in de KWF-folders Zaadbalkanker en Chemotherapie. Lymfeklieroperatie Bij patiënten die een chemokuur hebben ondergaan, wordt na de laatste kuur een CT scan ter controle gemaakt. Als er afwijkingen te zien zijn, is een operatie noodzakelijk om te zien of de chemokuur alle kankercellen heeft vernietigd. Tijdens deze operatie worden vergrote lymfeklieren achter de buikholte verwijderd en wordt nagegaan of hierin nog kankercellen aanwezig zijn. Controleonderzoeken Gedurende de behandeling Tijdens de behandeling wordt gecontroleerd of de toegepaste behandeling resultaat heeft. Dit gebeurt door middel van bloed- onderzoek (tumormerkstoffen) en CT-scan onderzoek. Na behandeling Na afloop van de behandeling wordt een aantal jaar gecontroleerd of de ziekte is teruggekeerd. Afhankelijk van het tumorstadium zal dat vijf jaar of langer duren. Bij patiënten die twee jaar ziektevrij zijn geweest, komt het zelden voor dat de ziekte terugkeert. In de eerste periode na de behandeling wordt u vaak gecontroleerd. Later zijn zulke controleonderzoeken steeds minder vaak nodig. Tijdens deze controlemomenten wordt er lichamelijk onderzoek verricht en de uitslag van de tumormerkstoffen besproken, en de uitslagen van longfoto s of CT-scan bekeken. Verloop van de ziekte De geneeskansen bij zaadbalkanker hangen af van het type zaadbalkanker en van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt. In het algemeen is de kans dat een patiënt met zaadbalkanker geneest tegenwoordig erg groot. Dat geldt ook als er bij het begin van de behandeling uitzaaiingen zijn. 6

Werkhervatting Vraagt u zich af of uw aandoening of behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw werk? Overleg dan met uw specialist. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor eventueel overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Vragen en begeleiding Wat u als individuele patiënt voor de toekomst mag verwachten, kunt u het beste met uw behandelend specialist bespreken. De periode van onderzoek en behandeling is een moeilijke periode. Het kan enige tijd duren voordat alle voor u noodzakelijke onderzoeken zijn verricht en er duidelijkheid bestaat over de uitgebreidheid van de ziekte. Waarschijnlijk hebt u vragen over het beloop van de ziekte die nog niet kunnen worden beantwoord. Onder deze omstandigheden kan veel spanning en onzekerheid bestaan, zowel bij u als uw naasten. Vanuit de omgeving kunt u soms onbegrip ervaren. Als er niets aan u te zien is, verwacht men dat u weer gewoon mee kunt doen. U kunt echter last hebben van gevolgen die niet direct zichtbaar zijn. Hierover praten met uw naasten, uw huisarts, een andere hulpverlener of een lotgenoot kan u steunen. De manier van omgaan met gevoelens van verdriet en onzekerheid is voor iedereen verschillend. Als u vragen heeft van een meer algemene aard dan kunt u onder meer ook terecht bij het Voorlichtingscentrum van de Nederlandse Kankerbestrijding (www.kwf.nl). Bericht van verhindering Bent u voor een afspraak verhinderd, bel dan zo snel mogelijk de polikliniek urologie. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen. 7

G538-G / 02-18 Adres en telefoonnummer Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Polikliniek urologie (B28) Telefoon (024) 365 82 55 op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur Verpleegafdeling urologie (B44) Telefoon (024) 365 78 50 Dagbehandeling (C52) Telefoon (024) 365 89 50 Kort verblijf (C42) Telefoon (024) 365 77 40 of (024) 365 77 43 Website: www.urologie.cwz.nl 8