HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT

Vergelijkbare documenten
HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT

Studiebegeleiding aan de TU Delft

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Voorlichting voor Ouders van Aankomende Studenten (VOAS)

Voorlichting Religiewetenschappen Islam en Arabisch. Woensdag 8 mei 2019

1 Studieloopbaanbegeleiding

PROTOCOL STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Instructie VUnet. Tip: klik en surf mee

Faculteit 3mE Regeling Studiebegeleiding

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Studeren in een academische context

BELANGRIJKSTE PAGINA S TIJDENS JE STUDIE

JAARVERSLAG STUDENTENDECANAAT STUDIEJAAR

Studentendecaan. Context. Doel

Regeling Profileringsfonds RUG

De studieloopbaanadviseur

Studeren met een Specifieke Hulpvraag.

Studiekeuzegesprekken: zinvol of onzin? Marieke de Bakker, Universiteit Utrecht

Studieloopbaanbegeleiding & Bindend Studieadvies

Studiekeuze & studeren Waar begint mijn kind aan?

Format OER en

Geen instemming met de OER van ACASA, deel A

Kaders Tutoraat 3.0 Universiteit Utrecht, juli 2013

Regeling Profileringsfonds RUG

Marieke Hofman & Helma Vlas. Leuven, 23 april 2015

Bindend Studieadvies

Studeren met een Specifieke Hulpvraag. André Bartels Studentendecaan

Studeren met een functiebeperking

REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN

VU MATCHING THEMADAG 'MATCHING EN TOELATING SIG ONDERWIJSLOGISTIEK, , WAGENINGEN

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven.

Studeren met een Functiebeperking

Kader voor matching 2015

Artikel 1. Definities...2. Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2. Artikel 3. Het studiebegeleidingsplan en het advies...2

Studieloopbaanbegeleiding & Bindend Studieadvies

Studenten met een functiebeperking helpen naar succes!

Back on Track Studiesucces en Diversiteit Archeologie

Erasmus MC. Bindend Studieadvies. Geneeskunde

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Bindend Studieadvies Geneeskunde

STUDENTEN EN NEVENACTIVITEITEN: (voorheen studentactivisme) DE VISIE VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE

Inhoud REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN. Artikel 1. Definities...2. Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2

Studeren met een functiebeperking aan de Radboud Universiteit

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Voorlichting Econometrie & Operationele Research. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN

Bijlage 1. Studiesucces: vragen voor de opleidingen

Naam opleiding: Klinische Technology. Toelating

STUDIEBEGELEIDING IN GRONINGEN

Studieloopbaanbegeleiding & Bindend studieadvies

Studeren in een academische context

Preambule... 3 Sectie A... 3 Artikel 1. Definities Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies... 4

Functieprofiel: Studentendecaan Functiecode: 0401

Het Studiesuccescentrum Koersen op succes

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES

Algemene informatie

Team intake (DMCS, Mascha Lommertzen) en adviseur SLB (LIC, Floor van der Boon)

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Handleiding Honours Programma Wiskunde

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een

DE NIEUWE BACHELOR OPLEIDING

Flexstuderen FAQ voor studenten

Instroom en studiekeuze

STUDIEBEGELEIDING IN GRONINGEN

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Studeren met een Functiebeperking

MAAK KENNIS MET CRIMINOLOGIE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID PROF.DR.MR. WIM HUISMAN

STUDENT ANALYTICS TOEPASSING VAN INZICHTEN OVER UITVAL IN DE BEGELEIDING VAN BACHELOR STUDENTEN KNOWVU LEARNING ANALYTICS

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018;

MAAK KENNIS MET DE OPLEIDING NOTARIEEL RECHT

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Succesvol eerste studiejaar

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG

Studeren met een functiebeperking

Bindend Studieadvies (BSA)

Handleiding Studieloopbaanbegeleiding

De overgang van vwo naar wo

Bestuursbeurzen : voorwaarden en procedure. Frank Peters Team studentendecanen O&O Studentbegeleiding

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Studiekeuzegesprekken

Regeling Bindend Studieadvies

Kader Studieloopbaanbegeleiding Avans; Kader OER

De OER in gewoon Nederlands

Studievoortgang en studiesucces in het wo

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Introductie Bachelor Organisatiewetenschappen. 28 Augustus 2017

STUDIEBEGELEIDING IN GRONINGEN

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen

r ipboek voor ouders over studiekeuze

Studeren met een functiebeperking

Studeren met een functiebeperking

Transcriptie:

HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT STUDENTBEGELEIDING Versie 2017

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 1.1 VISIE OP STUDENTBEGELEIDING... 4 1.2 STUDENTBEGELEIDING IN DE VERSCHILLENDE FASEN VAN DE OPLEIDING... 5 1.3 AANDACHTSPUNTEN... 6 2. DOELSTELLING, BETROKKENEN EN TAKEN... 7 2.1 FACULTAIRE STUDENTBEGELEIDING... 7 2.2 CENTRALE STUDENTBEGELEIDING... 8 2.3 VERDERE STUDENTBEGELEIDING... 9 3. KWALITEITSEISEN... 10 2

1 INLEIDING Studentbegeleiding binnen de VU is erop gericht studenten succesvol te laten studeren. De VU creëert een ambitieuze studiecultuur, waarbij zowel de studenten als de VU verantwoordelijk zijn voor goede studieresultaten binnen de tijd die voor een opleiding staat. Voor de studenten zijn professionele studentbegeleiders beschikbaar. De studenten worden door hen gezien, begeleid en belemmerende factoren worden tijdig herkend en zoveel mogelijk weggenomen. Het wetenschappelijk personeel heeft een eigen rol in de begeleiding. Zij helpen de binding en academische vorming van de student te bevorderen, waardoor de VU studenten volwaardige participanten in het onderwijsproces zijn. De studentbegeleiding is dus nauw verbonden met het onderwijs en draagt bij aan het studiesucces van studenten en het studierendement voor de VU. In het kader van de reorganisatie Studentgerichte Ondersteuning (SO) binnen de VU is in september 2015 advies gegeven over de studentbegeleiding in de nieuwe organisatie per 1 januari 2016 (Werkpakket Studentbegeleiding VU 1 ). Bij de formulering van de adviezen is uitgegaan van de gevolgen van de reorganisatie SO voor de studieadviseurs van de faculteiten en de studentbegeleiders werkzaam bij de afdeling Centrale Studentbegeleiding (CSB). Dit advies was nodig in verband met de krimp in personeel, digitalisering van verschillende processen en daarmee samenhangende nieuwe werkwijzen. Bij de formulering van de adviezen golden als belangrijkste uitgangspunten: 1) de normen voor het aantal fte voor studieadviseurs en studentendecanen en het beschikbaar aantal fte voor de studentenpsychologen en studieloopbaanadviseur per 1 januari 2016; 2) de producten/diensten opgenomen bij het hoofdproces Studentbegeleiding in de Producten- en dienstencatalogus (PDC) Domein Studentgerichte Ondersteuning 2 ; 3) de tijdige oplevering van (geautomatiseerde) producten via het programma Ondersteunen Studeren en Doceren 3 (OSD). Het werkpakket Studentbegeleiding VU heeft geleid tot een nieuwe verdeling van begeleidingstaken voor in ieder geval studieadviseurs en studentendecanen vanaf januari 2016. Door de veranderingen ten gevolge van de reorganisatie en de digitalisering van werkprocessen zijn met name bij de studieadviseurs nieuwe taken komen te liggen, zoals het toekennen van facultaire en VU brede voorzieningen aan studenten met een functiebeperking en de administratieve afhandeling daarvan. De taakverdeling en werkafspraken tussen studieadviseurs en studentendecanen zijn inmiddels eenduidig en helder. Verder zijn er werkafspraken gemaakt in verband met de doorverwijzing naar de studentenpsychologen alsmede met de Facultaire Campus Organisatie (FCO). De taakverdeling en werkafspraken zijn opgenomen in het document Ketenafspraken Studentbegeleiding 4. In een aparte bijlage (zie bijlage 2) 5 zijn de werkprocessen waarbij studieadviseurs en studentendecanen betrokken zijn, opgenomen. De andere studentbegeleiders die deel uitmaken van de keten mentor tutor studieadviseur studentendecaan studentenpsycholoog worden, in verband met een adequate doorverwijzing, hierbij betrokken. Ook is met andere ketenpartners, waaronder de dienst Communicatie & Marketing (C&M) en het International Office (IO) gesproken over het (her)formuleren van de werkafspraken. Deze 3

werkafspraken worden verder opgepakt door de Expertgroep Studentbegeleiding. De formulering van de rollen van mentoren en tutoren binnen de keten van studentbegeleiding dient nog nader uitgewerkt te worden. Dit is in 2017 opgepakt door de Werkgroep Studentbegeleiding (verwachte oplevering maart 2018). 1.1 VISIE OP STUDENTBEGELEIDING In het instellingsplan Visie 2015-2020 6 zijn de ambities van de VU opgenomen. Op het gebied van het onderwijs biedt de VU veel kansen aan haar studenten, maar stelt zij ook hoge eisen. Studeren aan de VU is niet vrijblijvend. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun studiesucces en worden structureel op deze verantwoordelijkheid aangesproken (p. 25). De basis voor studiesucces wordt gelegd in het eerste jaar. Instromende studenten moeten in staat zijn zich zo snel mogelijk vertrouwd te maken met de academische omgeving. Het eerste jaar speelt een sleutelrol in het ontstaan van academische en sociale verbondenheid, als belangrijke voorwaarde voor studiesucces. In paragraaf 1.2 wordt ook ingegaan op de studentbegeleiding voor aanvang van de studie. De afgelopen jaren heeft de VU verbeteringen in het studiesucces gerealiseerd. Echter, voor het verder vergroten van het studiesucces is het van belang het studiegedrag en de begeleidingsbehoeften van de studenten centraal te stellen en een geïntegreerde dienstverlening te bieden. Sinds 2014 onderzoekt de VU met behulp van Student Analytics (SA) welke achtergrondgegevens van studenten samenhangen met vertraging en uitval en welke interventies mogelijk effectief zijn (zie oa Eindrapport Student Analytics 7 ). SA biedt evidence based, actiegerichte inzichten voor de verbetering van instroom, doorstroom en uitstroom van studenten van de VU. Leidende principes van SA hierbij zijn 1) bedien de juiste student op de juiste wijze; 2) met gerichte voorbereiding, voorlichting en begeleiding; 3) doe dit proactief en zo vroeg mogelijk; en 4) op basis van (wetenschappelijke) feiten. Primair doel voor de VU is om studenten beter te kunnen begeleiden, zodat ze minder vaak uitvallen of switchen en sneller afstuderen, en waarbij alle begeleidings- en voorlichtingsactiviteiten voor zowel aankomende, zittende als oud-studenten zo op elkaar zijn afgestemd dat ze elkaar versterken (programmavoorstel Studiesucces VU Een nieuw perspectief 8, Onderwijsagenda Vrije Universiteit 9 ). SA heeft in 2016 onderzocht in hoeverre deelname aan de introductie en deelname aan de taaltoets van invloed is op studiesucces. Dit heeft interessante en bruikbare inzichten opgeleverd om studentbegeleiding aan de VU verder te verbeteren. Tegelijkertijd is een pilot en een experiment 13 gestart voor de gerichte begeleiding door de studieadviseur op basis van een voorspelmodel voor uitval. Studenten die toestemming hebben gegeven ontvangen na iedere periode begeleiding en advies op basis van hun kans op uitval. Bij het SA onderzoeksprogramma zijn wetenschappelijk onderzoekers van het Amsterdam Center for Learning Analytics (ACLA) en LEARN nauw betrokken. De werkgroep Studentbegeleiding die zich momenteel buigt over de begeleidingsrollen van docenten, docenttutoren en studentmentoren, zal ook zorgdragen voor een vernieuwde conceptvisie op studentbegeleiding en advies geven over een verdere verbetering van de kwaliteit van de studentbegeleiding. 4

1.2 STUDENTBEGELEIDING IN DE VERSCHILLENDE FASEN VAN DE OPLEIDING Bij de studentbegeleiding worden verschillende studiefasen onderscheiden, namelijk: 1. voor aanvang van de studie; 2. eerste bachelor jaar; 3. vervolg bachelor, premasterfase en masteropleiding. Ad 1. Voor aanvang van de studie Een goede studentbegeleiding begint met een accurate voorlichting over de opleiding en een adequate matching. De voorlichting moet gericht zijn op het binnen krijgen van studenten met het juiste beeld van de opleiding. Niet realistische beelden of verkeerde verwachtingen geven een grote kans op studiestaking of studievertraging. Ook moet in de voorlichting duidelijk gemaakt worden dat de verwachting binnen de VU is dat studenten elk jaar alle studiepunten halen (zie Visie 2015-2020 6, par 1.1). Studenten met een functiebeperking (zie hoofdstuk 10 van het Handboek Onderwijskwaliteit) kunnen voor aanvang van de studie tijdens hun aanmelding aangeven dat ze een functiebeperking hebben en een verklaring van een arts of psycholoog uploaden. Voorzieningen voor deze groep studenten kunnen hierdoor al voor aanvang van de studie worden geregeld. Vanwege de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid 14 hebben aankomende studenten, die zich voor 1 mei aanmelden, recht op deelname aan een matchingsactiviteit. De VU Matching bestaat uit twee onderdelen, namelijk het verplicht invullen van een machtingsvragenlijst en het deelnemen aan een facultaire matchingsbijeenkomst. Deelname aan de matchingsbijeenkomst is bij een aantal faculteiten een verplichte activiteit, bij een aantal andere niet. Direct voorafgaand aan de start van de studie vinden de VU Introductiedagen op (met name) de VU Campus plaats, de plek waar de student tijdens de studie veel tijd zal doorbrengen. Er vinden activiteiten plaats waarbij de student kennismaakt met medestudenten, de faculteit en de opleiding, verenigingen en natuurlijk met de VU zelf. Tijdens de introductiedagen worden de studenten in groepen begeleid door mentoren, dit zijn ouderejaarsstudenten. Er vindt ook een informatiemarkt plaats, waar de student allerlei interessante en nuttige informatie vindt over zaken die deze tijdens de studie kan tegen komen in en om de VU. Ad 2. Eerste bachelor jaar In het eerste bachelor jaar zijn o.m. de volgende begeleidingsmogelijkheden beschikbaar: Bij aanvang van de studie vindt (individueel of in groepsverband) een kennismaking met de studieadviseur plaats De student kan een functiebeperking melden en voorzieningen in verband hiermee aanvragen De student wordt begeleid in een tutor of mentorgroep; De student wordt op vaste tijdstippen geïnformeerd over de studievoortgang in het kader van het Bindend Studie Advies (BSA) dat aan het einde van het eerste jaar wordt gegeven. Het eindadvies (uiterlijk 22 augustus gegeven) is bindend. Het eindadvies is negatief als de student in het eerste studiejaar minder dan de voor de opleiding geldende norm aan studiepunten heeft gehaald 5

of niet aan de kwalitatieve eis heeft voldaan, zoals opgenomen in de onderwijs en examenregeling; De student kan een afspraak maken met de studieadviseur o.m. over (een eventuele) studievertraging in verband met persoonlijke omstandigheden, studievaardigheden, studieplanning of studiekeuzes binnen de opleiding; De student kan een afspraak maken met een studentendecaan voor vragen rondom de studie, zoals problemen met financiën of huisvesting; De student kan een afspraak maken met een studentenpsycholoog voor een intakegesprek in verband met persoonlijke vragen of problemen; Bij twijfel over de studiekeuze kunnen studenten via een webomgeving informatie vinden over heroriëntatie op de studiekeuze; De student wordt geïnformeerd over het Honoursprogramma (HP, zie Hoofdstuk 6 van het Handboek Onderwijskwaliteit). De duur van dit programma is 2 jaar (in jaar 2 en jaar 3 van de bachelor). Het HP bestaat uit facultaire en interfacultaire vakken. Het aantal studiepunten is 30 ECTS, bovenop het reguliere studieprogramma. De selectie voor deelname vindt plaats op basis van motivatie en behaalde studieresultaten: de student moet in het eerste bachelorjaar voor alle vakken gemiddeld een 7.5 hebben behaald. In paragraaf 2 wordt een en ander verder uitgewerkt. Ad 3. Vervolg bachelor, premasterfase en masteropleiding Tijdens het vervolg van de bacheloropleiding, de premaster fase en de masteropleiding is de studieadviseur beschikbaar voor vragen die betrekking hebben op de studievoortgang. De nadruk komt meer te liggen op de keuzemogelijkheden tijdens de opleiding, de doorstroommogelijkheden naar een masteropleiding en studieloopbaanbegeleiding. Een aantal faculteiten biedt hun studenten daarnaast ook een voorbereiding op de arbeidsmarkt aan, waarbij hen de mogelijkheid wordt geboden inzicht in de eigen kwaliteiten, competenties en vaardigheden te verwerven, zodat zij weloverwogen keuzes voor een vervolg op de studie kunnen maken. In deze fasen van de studie kan de student ook een afspraak maken met een studentendecaan of een studentenpsycholoog. Ook biedt een aantal faculteiten een bachelorbreed tutoraat (zie voor een nadere omschrijving van het tutoraat par. 2.1). 1.3 AANDACHTSPUNTEN Betrokkenheid bij voorlichting: De studentendecanen zijn nog steeds betrokken bij de informatievoorziening over functiebeperking en topprestatie tijdens de bachelor voorlichtingsdagen. In het advies Werkpakket Studentbegeleiding VU 1 was aangegeven dat de studentendecanen per 1 januari 2016 geen voorlichting meer zouden geven. De betreffende informatie is nog niet makkelijk en volledig te vinden op VUnet of de website (voor aankomende studenten). Richting faculteiten is, in hetzelfde advies, aangeraden de inzet van studieadviseurs bij voorlichtingsdagen en andere keuzemomenten kritisch onder de loep te nemen en alleen daar te continueren waar de aanwezigheid van een studieadviseur een duidelijke meerwaarde heeft. Verstrekken van informatie: Voor een goede studentbegeleiding is het noodzakelijk dat alle 6

informatie eenvoudig toegankelijk is voor elke student. Bij de reorganisatie SO is afgesproken dat de studentbegeleiders van de VU geen informatie sec meer verstrekken aan studenten (zie advies Werkpakket Studentbegeleiding VU 1 ). Dit is echter pas realiseerbaar als VUnet optimaal functioneert. 2. DOELSTELLING, BETROKKENEN EN TAKEN In de inleiding is aangegeven dat de studentbegeleiding op de VU erop gericht is studenten succesvol te laten studeren. Hierbij wordt uitgegaan van de norm dat studenten zoveel mogelijk nominaal studeren (3 jaar; maximaal 4 jaar). De studentbegeleiding is waar mogelijk proactief en intensief, en draagt bij aan het bevorderen van een ambitieuze studiecultuur en versterkt de academische en sociale verbondenheid van studenten met elkaar en de universiteit. Bij studenten met studievertraging richt de studentbegeleiding zich op een zo haalbaar mogelijk studieprogramma voor de student. Vanuit de nieuw te formuleren visie op studentbegeleiding (zie par. 1.1) zal de huidige praktijk naar verwachting in 2018 worden geëvalueerd. De huidige praktijk is de uitwerking van het Reorganisatieplan Domein Studentgerichte Ondersteuning 15, denk hierbij aan de benoemde begeleidingsactiviteiten, de taakverdeling en werkafspraken tussen de verschillende studentbegeleiders en met andere ketenpartners, de stroomschema s waarmee de werkprocessen (en wie, wanneer, waarbij betrokken is) worden beschreven. Hierbij was het niet mogelijk uit te gaan van een nieuw geformuleerde visie. Deze visie wordt in de loop van 2017 geformuleerd. In deze paragraaf wordt de huidige praktijk beschreven, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de facultaire studentbegeleiding (2.1) en centrale studentbegeleiding (2.2). 2.1 FACULTAIRE STUDENTBEGELEIDING De studieadviseur is primair verantwoordelijk voor de studentbegeleiding en de studieadvisering. De studieadviseur heeft als vertrekpunt het studieprogramma, ingebed binnen de opleiding en de faculteit, en adviseert de student over diens studieplan in relatie tot zijn/haar persoonlijke situatie. De studieadviseur maakt aan het begin van het eerste bachelor jaar kennis met de studenten in een groepsbijeenkomst of individueel gesprek. De studenten krijgen uitleg over hoe het onderwijs en de onderwijsorganisatie in elkaar zit, wat de normen voor het BSA zijn, welke voorzieningen er zijn, waar ze terecht kunnen met vragen, etc. De studieadviseur voert gesprekken met studenten van de faculteit over studievaardigheden, studieplanning, aanpak van de studie bij bijzondere omstandigheden die de studie vertragen, stelt met studenten indien nodig een persoonlijk studieplan op en is vraagbaak voor studenten met vragen over keuzevakken en het invullen van hun studieprogramma, hun masterkeuze en over facultaire, universitaire en landelijke regelingen. Het beantwoorden van vragen gebeurt behalve in een face to face gesprek ook via de e-mail of telefoon. De studieadviseurs verwijzen studenten zo nodig gericht door naar de trainingen van de studentenpsychologen en naar de training over efficiënt studeren (in NL en EN) van CSB. De studieadviseurs kunnen ook verwijzen naar de studentendecaan, studentenpsycholoog, 7

studentenombudsman of de vertrouwenspersoon studenten. Tevens is de studieadviseur het aanspreekpunt voor studenten met een functiebeperking en voor het regelen van voorzieningen voor deze groep studenten. Wanneer een student, die buiten zijn schuld vertraging oploopt en mogelijk aanspraak kan doen op financiële ondersteuning via de Regeling Profileringsfonds, maakt de studieadviseur daarvan melding in het digitale studentendossier van de betreffende student. In dit verband heeft de student de verplichting zijn of haar omstandigheden bij de studieadviseur te melden om later een aanvraag te doen voor ondersteuning via de hierboven genoemde regeling. De studieadviseur heeft binnen de faculteit in de meeste gevallen een adviesfunctie ten behoeve van de BSA- en de examencommissie. Daarnaast analyseert de studieadviseur klachten, ontwikkelingen en knelpunten op basis van de gevoerde gesprekken omtrent de inrichting van de opleiding. De studieadviseur doet daarvan regelmatig verslag en kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het faculteitsbestuur en onderwijsontwikkelaars. De tutor is (in de meeste gevallen) een vakdocent. Het tutoraat wordt in elke faculteit verschillend ingevuld en uitgevoerd. De ene faculteit spreekt van een tutor, de andere faculteit van een docentmentor. Een tutor of docentmentor biedt ten opzichte van de studieadviseur meer inhoudelijk begeleiding aan de studenten, bijvoorbeeld in relatie tot de studieloopbaan en de arbeidsmarkt, maar ook bij het ontwikkelen van academisch burgerschap. Middels individuele of groepsgesprekken begeleidt de tutor of docentmentor studenten in het leren studeren, biedt ondersteuning in het keuzeproces met het oog op persoonlijke ontwikkeling en het toekomstperspectief van de student, signaleert problemen in de studievoortgang en verwijst naar andere studentbegeleiding binnen de faculteit en de VU. De mentor kan een (ouderejaars)student of een docentmentor zijn. De docentmentor is vergelijkbaar met een tutor. De invulling van het mentoraat is per faculteit verschillend. In de door de student als complex ervaren universiteit wordt met het mentoraat een kleinschalige en veilige omgeving geboden, waarin vertrouwde gezichten de student helpen om wegwijs te raken in een nieuwe sociale en studieomgeving. De studentmentor ondersteunt een groepje studenten bij het greep krijgen op de nieuwe, vaak onbekende situatie. Dat kan variëren van informatie geven over studiefaciliteiten, het aanleren van praktische academische en informatievaardigheden tot begeleiding bij de studieplanning en studieaanpak. Het studentmentoraat is erop gericht sociale binding tussen studenten onderling en met de universiteit te bevorderen. Een sterkere binding met de omgeving kan zo (vroegtijdig) studie uitval beperken. 2.2 CENTRALE STUDENTBEGELEIDING De studentendecanen, studentenpsychologen en studieloopbaanadviseur, werkzaam binnen de afdeling Centrale Studentbegeleiding (CSB), bieden studenten advies en/of begeleiding. Studenten worden door de studieadviseur, tutor of mentor naar deze centrale studentbegeleiders verwezen, maar studenten kunnen zich ook rechtstreeks bij hen melden. 8

De studentendecaan adviseert en begeleidt studenten over zaken die niet over de inhoud van de studie gaan. De student kan in verband met vragen over onderstaande onderwerpen een afspraak maken voor een adviesgesprek: Financiën, bijvoorbeeld in verband met voorzieningen van DUO, een uitkering of verzekering; Financiële consequenties persoonlijke omstandigheden, studievertraging, stoppen met de studie voor 1 februari; Aanvraag financiële ondersteuning via de Regeling Profileringsfonds; Geldende rechten en plichten voor studenten (Studentenstatuut, Regeling Aanmelding en Inschrijving); Bezwaar in verband met de Wet Modern Migratiebeleid (MOMI); Procedures ten aanzien van bezwaar en beroep; Voordracht urgentiehuisvesting; Aanvraag status Topprestatie in het kader van de Faciliteitenregeling; Coördinatie van de begeleiding ten behoeve van studenten met ASS of AD(H)D; Aanvraag financiële ondersteuning via particuliere fondsen, bijvoorbeeld in verband met studeren in het buitenland); Verder kunnen cursisten, die deelnemen aan het voorbereidend jaar bij het VASVU, begeleiding van een studentendecaan ontvangen. Met de studentenpsycholoog kan de student een afspraak maken voor een intakegesprek. Een student kan tijdens de studie last krijgen van studiegerelateerde klachten, zoals motivatieproblemen, uitstelgedrag, faalangst, moeite met plannen. De studentenpsychologen bieden kortdurende begeleiding. Ook als de student andere psychologische problemen ervaart en zich afvraagt waar hij/zij het beste geholpen kan worden, kan bij de studentenpsycholoog terecht voor advies. De studentenpsycholoog verwijst studenten ook door naar externe hulpverleners. Verder bieden de studentenpsychologen trainingen/workshops aan studenten aan en begeleiden zij de studieversnellingsgroepen. 2.3 VERDERE STUDENTBEGELEIDING Naast de studentbegeleiding die vanuit CSB wordt geboden, zijn voor studenten van de VU ook de studentenombudsman en de vertrouwenspersonen voor studenten beschikbaar. Deze functionarissen hebben een onafhankelijke positie en zijn bij de vervulling van hun taak niet ondergeschikt aan enig orgaan. Eenieder die aan de VU studeert, heeft het recht de studentenombudsman schriftelijk te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een orgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem/haar heeft gedragen. De studentenombudsman behandelt de klacht strikt vertrouwelijk en streeft ernaar problemen, indien mogelijk, op een informele wijze op te lossen. Studenten kunnen met de vertrouwenspersonen voor studenten een afspraak maken als zij te maken hebben met seksuele intimidatie en andere vormen van ongewenst gedrag (zoals stalking, geweld, agressie). 9

3. KWALITEITSEISEN De kwaliteit van het onderwijs en de studentbegeleiding wordt bewaakt doordat opleidingen zich houden aan de kaders van de interne kwaliteitszorg (hieronder wordt verstaan: de kwaliteitseisen neergelegd in (alle hoofdstukken van) het Handboek Onderwijskwaliteit, en de standaarden uit het accreditatiekader van de NVAO). De mening van studenten over de facultaire en centrale studentbegeleiding wordt periodiek gepeild (jaarlijks d.m.v. de Nationale Studenten Enquête, NSE). De resultaten van de NSE worden besproken, onder meer in de facultaire studentenraad en opleidingscommissies. De kwaliteitseisen die aan de studentbegeleiding worden gesteld zijn (zowel impliciet als expliciet) in de paragrafen 1 en 2 genoemd. Hieronder wordt bij een achttal kwaliteitseisen nog (extra) stilgestaan. 1. De taakverdeling tussen de verschillende studentbegeleiders moet voor studenten duidelijk zijn en wordt onder meer bekend gemaakt via studiegids en VUnet. 2. Binnen de VU worden kwaliteitseisen gesteld aan alle facetten van studentbegeleiding, denk aan de voorlichtingsactiviteiten, VU matching en VU Introductiedagen voor aankomende en startende studenten en alle begeleidingsactiviteiten van de facultaire en centrale studentbegeleiders voor de zittende studenten. 3. In de voorlichting aan zittende studenten wordt aandacht geschonken aan belangrijke veranderingen tijdens de studie (denk aan vervolg op de bacheloropleiding, keuzevakken, mogelijke masteropleidingen, mogelijkheden tot studeren in het buitenland, het schrijven van een scriptie en/of het doen van een (onderzoeksstage). 4. Voor studenten dient bij de start van de opleiding duidelijk te zijn dat de verwachting binnen de VU is dat studenten elk jaar alle studiepunten halen. Verder dat de VU ervoor zorgt dat studenten in elke fase van de opleiding kunnen weten hoe het onderwijs en de orderwijsorganisatie zijn geregeld en welke studentbegeleiding voor hen beschikbaar is en bij wie ze terecht kunnen met vragen. 5. Er is aandacht voor speciale groepen studenten, zoals studenten met een functiebeperking en studenten die naast hun studie een topprestatie leveren. 6. Juni 2017 is het digitaal studentdossier voor studenten opengesteld. Studenten kunnen dit persoonlijk dossier via de studiemonitor inzien. Zij kunnen hierin bijvoorbeeld de gespreksnotities van een studieadviseur of studentendecaan nalezen, de correspondentie met de examencommissie, de toegekende voorzieningen op het gebied van een eventuele functiebeperking of topprestatie, hun matchingsvragenlijst, hun correspondentie over uitwisseling naar het buitenland en hun studievoortgang bekijken. 10

7. Alle studentbegeleiders houden hun eigen professionaliteit op peil door middel van bij hun taken passende deskundigheid bevorderende activiteiten (bijv. trainingen, participatie in netwerken, intervisie en zelfstudie). Zij zijn allen lid van hun beroepsverenigingen en houden zich aan de gedragscodes. Voor de verdere professionalisering van de studieadviseurs is het trainingsprogramma Beroepskwalificatie Studieadviseurs (BKS) ontwikkeld. 8. Aan Engelstalige studenten, ingeschreven in Engelstalige opleidingen of tracks, wordt studentbegeleiding in het Engels geboden. Bronnen Hoofdstuk 9 1 Studentbegeleiding aan de VU per 1 januari 2016, Advies aan HO Transitieteam SO, Werkpakket Studentbegeleiding VU, september 2015 2 Producten- en dienstencatalogus (PDC) Domein Studentgerichte Ondersteuning, versie definitief besluit 8 december 2014 3 Programma Ondersteunen Studeren en Doceren (OSD); informatie is te vinden via link. 4 Werkgroep Studentbegeleiding Resultaten WS 1 taakverdeling v17, 10 oktober 2016 5 Bijlage 2 Processen SA-SD v9, 5 december 2016 6 Visie 2015-2020; Instellingsplan VU, 2014 7 Eindrapport Student Analytics Vu v5; Uitkomsten van een onderzoek naar studiesucces aan de VU en optimale begeleiding van studenten; Deloitte, december 2014 8 B1 Projectidee Voorstel Studiesucces Een nieuw perspectief DEF v2, 24 maart 2016 9 Onderwijsagenda Vrije Universiteit, vastgesteld door het CvB op 8 maart 2016 10 SA2016 Productvisie v5, 6 juni 2016 11 Bijlage 1 Deelrapport SA2016 Introductie v1 Publieksversie, 25 augustus 2015 12 Bijlage 2 Deelrapport SA2016 Taaltoets v1 Publieksversie, 2 september 2016 13 Bijlage 3 FALW-FEWEB-FGB SS6SA2016 E2 v1, 31 augustus 2016 14 Wet Kwaliteit in Verscheidenheid; zie link. 15 Reorganisatieplan Domein Studentgerichte Ondersteuning versie voorgenomen besluit 9 september 2014; plan en bijlage zijn te vinden via link. 11