218 Gemeentebestuur Rijnauwen 1816-1857 (1919) W.B. Heins Utrecht, 1991; aanvullingen door M.L. Loef, 1991; wijzigingen door E. Hinders en D. Ruiter Januari 2014
Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Het grondgebied en de bestuursorganisatie... 3 2. De archieven...3 3. Aanwijzingen voor de gebruiker...4 4. Bijzonderheden... 4 Archief van het gemeentebestuur rijnauwen, 1818-1857 (1919)... 5 1. Stukken van algemene aard... 5 1.1. Notulen... 5 1.2. Correspondentie en verslagen... 5 2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen...5 2.1. Grondgebied... 5 2.2. Bestuursinrichting...6 2.3. Personeel...6 2.4. Verkiezingen...6 2.5. Financiën...6 2.6. Belastingen... 7 2.6.1. Kadaster... 7 2.6.2. Rijksbelastingen...7 2.6.3. Gemeentelijke belastingen...7 2.7. Openbare orde en veiligheid... 8 2.8. Openbare gezondheid... 8 2.9. Waterstaat... 8 2.10. Verkeer en vervoer...8 2.11. Militaire zaken...9 Pag. 2 van 9
Inleiding Inleiding 1. Het grondgebied en de bestuursorganisatie Het grondgebied van de huidige gemeente Bunnik was voor 1798 verdeeld in een aantal grotere en kleinere gerechten: Bunnik en Vechten, Rijnauwen, Amelisweerd, Ter Hul, Odijk en Werkhoven. In 1798 werden de gerechten Ter Hul, Rijnauwen en Amelisweerd opgeheven en bij Bunnik gevoegd, dat bovendien nog werd vergroot met het gerecht van de Grote en Kleine Koppel-Maarschalkerweerd. Het gerecht Dwarsdijk werd bij Werkhoven gevoegd. In 1802 werd de oude toestand echter weer hersteld. Bij de oprichting van de gemeenten in 1811 vonden er opnieuw samenvoegingen plaats. Met betrekking tot het gebied dat ons interesseert, voorzag het keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 in de instelling van twee gemeenten, nl. Bunnik en Werkhoven. Zij behoorden beide tot het arrondissement Amersfoort en het departement van de Zuiderzee. De nieuwe gemeente Bunnik omvatte de voormalige gerechten Bunnik en Vechten, Ter Hul, Rijnauwen, Amelisweerd, Slagmaat en Grote en Kleine Koppel-Maarschalkerweerd, de nieuwe gemeente Werkhoven de voormalige gerechten Werkhoven en Odijk. De gemeenten van 1811 bleven in deze vorm bestaan, ook na het herstel der onafhankelijkheid in 1813, tot dat het "Provinciale Reglement van bestuur ten plattenlande van Utrecht" op 29 juni 1816 enkele wijzigingen aanbracht, die concessies aan de oude toestand inhielden. De gemeente Bunnik werd gesplitst in de gemeenten Bunnik (voorm. gerechten Bunnik en Vechten en Ter Hul) en Rijnauwen (voorm. gerechten Oud-en Nieuw-Amelisweerd en Rijnauwen), de gemeente Werkhoven in de gemeenten Werkhoven en Odijk, beide het gebied van de voormalige gelijknamige gerechten omvattend. Ook met de gemeentelijke indeling van 1816 was het provinciaal bestuur van Utrecht op den duur niet gelukkig. Omstreeks het midden van de 19e eeuw volgden voorstellen betreffende samenvoegingen van gemeenten elkaar in snel tempo op. Zeer ingrijpend was een voorstel van de gouverneur van Utrecht in 1849, eerst aan de minister en vervolgens aan Gedeputeerde Staten om de gemeenten Rijnauwen, Bunnik, Odijk, Werkhoven, Driebergen, Rijsenburg en Sterkenburg samen te voegen tot één gemeente Driebergen. Evenals andere, minder rigoureuze, had ook dit voostel geen succes. Wel werden krachtens de wet van 13 juni 1857 de gemeenten Bunnik en Rijnauwen verenigd tot de gemeente Bunnik.. Toen Odijk in 1816 opnieuw van Werkhoven werd afgesplitst behielden beide gemeenten dezelfde burgemeester, die tevens van beide gemeenten secretaris was, nl. H. de Vriendt. In Bunnik was in die tijd H. Kamperdijk burgemeester en secretaris, in Rijnauwen H. van Ommeren. In 1844 werd de toenmalige burgemeester-secretaris van Bunnik, J. G. Geelkerken ook burgemeester van Rijnauwen. Na de afzetting van H. de Vriendt in 1846 volgde C.W.E.C. Baron de Geer hem als burgemeester-secretaris van Werkhoven en Odijk op. In 1849 werd hij bovendien burgemeester van Bunnik en Rijnauwen en in 1850 tenslotte ook secretaris van beide gemeenten als opvolger van Geelkerken en Van Ommeren. Voor een nadere oriëntering op de geschiedenis van de gemeenten zij verwezen naar: M. Peet, De gemeente Bunnik in verleden, heden en toekomst, 's-gravenhage 1967 (hfdst. I: C. Dekker, Historisch overzicht van Bunnik, Odijk en Werkhoven. 2. De archieven De archieven van de gemeenten sinds 1811 (voor wat Odijk en Rijnauwen betreft sinds 1816) zijn bewaard zij het nietchonden. Dit laatste blijkt meteen al uit de forse leemten in de agendareeksen uit de 19e eeuw. Hoewel aanvankelijk alle stukken, volgens een agenda genummerd, in chronologische orde van binnenkomst werden gerangschikt, heeft men later, Pag. 3 van 9
3. Aanwijzingen voor de gebruiker vermoedelijk na de samenvoeging der secretarieën in 1850, dit verband verbroken door belangrijke stukken dossiersgewijze samen te brengen. Hierdoor verloor de agenda haar betekenis grotendeels en werd zij blijkbaar minder zorgvuldig bewaard en zo kunnen de lacunes in deze reeksen worden verklaard. Ook na 1850 is nog minstens één herordening in de archieven aangebracht, waarbij in sommige gevallen zelfs stukken van de drie (vier) gemeenten bij elkaar werden gebracht. Deze manipulaties stellen de inventarisator voor lastige problemen. Herstel van het agendastelsel in absolute zin bleek onmogelijk. De in de loop van de tijd gevormde dossiers zijn gehandhaafd en uitgebreid en in overeenstemming gebracht met de administratieve praktijk van de laatste dertig jaar voor de samenvoeging van de gemeenten in 1964, die gebaseerd was op de universele decimale code. Ten aanzien van de vernietiging is rekening gehouden met de wens van het gemeentebestuur van Bunnik om daarbij terughoudendheid te betrachten. Een dergelijke wens, geuit door de opvolgers van functionarissen, die wel op een zeer kortzichtige manier met archieven hebben omgesprongen, is zeker te billijken. De omvang van het archief bedraagt 2,84 m1. 3. Aanwijzingen voor de gebruiker Bij het aanvragen van stukken moeten worden opgegeven: -de naam en het beheersnummer van het archief tussen ronde haken -de of het inventarisnummer(s) van de stukken. Bijvoorbeeld: -Gemeentebestuur Rijnauwen, 1816-1857 (1919) (T218) -28, 33. 4. Bijzonderheden Op de inventaris uit 1991 zijn enkele aanvullingen. Deze zijn o.a. afkomstig uit het Supplement op de inventarissen van de gemeente Bunnik en haar rechtsvoorgangers (inventarisreeks RAU([Rijksarchief Utrecht]) nr. 10, uit 1991). Het betreft de inventarisnummers 18a en 53a. Andere aanvullingen komen van de Aanvullingenlijst, in 2012 opgemaakt voor de bovengenoemde archieven en bestaande uit aangetroffen stukken die nog niet beschreven waren. Het betreft de inventarisnummers 57 en 58. Pag. 4 van 9
Archief van het gemeentebestuur rijnauwen, 1818-1857 (1919) Archief van het gemeentebestuur rijnauwen, 1818-1857 (1919) 1. Stukken van algemene aard 1.1. Notulen 4 Register van notulen van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en assessoren, 1822-1857, met losliggende notulen van de raadsvergadering van 26 jan. 1819 1 deel 1.2. Correspondentie en verslagen 5-15 Ingekomen stukken,1816-1857. 11 pakken N.B.Zie ook het protocol van het gerecht Amelisweerd, Dorpsgerechten 1590-1811 (T0064), inv.nr 117. 5 1816-1820 6 1821-1824 7 1825-1826 8 1827-1828 9 1829-1830 10 1831-1832 11 1833-1837 12 1838-1839 13 1841-1843 14 1844-1848 15 1849-1857 16 Register van afschriften van uitgegane stukken, 1818-1850. 17 Verslagen over de toestand der gemeente, 1821-1844. 2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 2.1. Grondgebied 18 Stukken betreffende de samenvoeging van de gemeenten Rijnauwen en Bunnik, 1851-1855. 18a Proces-verbaal van de opneming van de gemeentegrenzen, met schets, 1832. Pag. 5 van 9
2.2. Bestuursinrichting 2.2. Bestuursinrichting 19 Stukken betreffende de benoeming van raadsleden en assessoren, 1817-1855. 20 Stukken betreffende de benoeming en het ontslag van burgemeesters, 1817-1853. 2.3. Personeel 21 Stukken betreffende de benoeming en het ontslag van secretarissen en ontvangers, 1817-1853. 2.4. Verkiezingen 22 Processen-verbaal betreffende verkiezingen van leden der Provinciale Staten "wegens den landelijken stand", met bijlagen, 1822-1847. 2.5. Financiën 23-25 Begrotingen,1818-1857. 2 pakken 23 1818-1832 24 1833-1850 25 1851-1857 26-27 Rekeningen,1818-1857. 2 pakken 26 1818-1844 27 1845-1857 28-33 Bijlagen bij de rekeningen,1818-1857. 6 pakken 28 1818-1923 29 1824-1830 30 1831-1840 31 1841-1848 32 1849-1853 33 1854-1857 34 Journalen van de gemeenteontvanger, 1829, 1856. 2 stukken Pag. 6 van 9
2.6. Belastingen 2.6. Belastingen 2.6.1. Kadaster N.B. De kadastrale tafels en leggers bevinden zich in stelling P5-4-7 bij de overige kadastrale registers van de gemeente Bunnik en rechtsvoorgangers. 35-36 Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels van eigenaren en (on)gebouwde eigendommen,1832-1863. 2 delen 35 Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel,1832 36 Aanvullende Aanwijzende Tafel,z.j.-1863 37-38 Perceelsgewijze kadastrale leggers,1832-1919. 2 delen 37 art. 1-2 38 art. 3-15 2.6.2. Rijksbelastingen 39 Stukken betreffende de benoeming van zetters der directe belastingen, 1819-1839. 40 Repertoire van door de secretaris geregistreerde onderhandse akten, waarvoor zegelrecht verschuldigd is, 1818-1857. 41 Registers van aangifte tot behoud van tijdelijke vrijdom van grondbelasting, 1843. 1 stuk 2.6.3. Gemeentelijke belastingen 42 Staten van ontvangst en uitgaaf van opcenten op de directe belastingen, 1823-1853. 43 Staten van ontvangst en uitgaaf der opcenten op de accijnzen, 1823-1853. 44 Journaal van ontvangst en uitgaaf der opcenten, 1825. 1 katern 45 Verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsommen van de grondbelasting en de personele belasting, 1856. Pag. 7 van 9
2.7. Openbare orde en veiligheid 46 Kohieren van de personele of hoofdelijke omslag, 1818-1856. 1 pak 47 Legesverordening, 1854. 2.7. Openbare orde en veiligheid 48 Publicatie tegen het loslopen van honden, 1821. 1 stuk 49 Stukken betreffende de benoeming en het ontslag van veldwachters, 1824-1853. 50 Staten van de loop der bevolking, 1803-1813 (opgemaakt in 1827), 1828, 1831-1844, 1850-1856 51 Stukken betreffende volkstellingen, 1829-1849. 52 Stukken betreffende geleden schade ten gevolge van de overstroming van de Kromme Rijn, 1844. 2.8. Openbare gezondheid 53 Staat van het aantal gevaccineerden in de gemeente, 1841-1848. 1 stuk 2.9. Waterstaat 54 Stukken betreffende het onderhoud van de Kromme Rijn, 1831-1856. 2.10. Verkeer en vervoer 55 Legger van wegen en voetpaden, 1850. 1 stuk 56 Legger van wegen en voetpaden, 1854. 1 stuk 57 Stukken betreffende de aanleg en het onderhoud van wegen, 1830-1857. 58 Staten van in de gemeente aanwezige paarden en voertuigen en vee, 1821-1834. Pag. 8 van 9
2.11. Militaire zaken 2.11. Militaire zaken 59 Stukken betreffende de Landstorm en de rustende schutterij, 1832-1834. Pag. 9 van 9