Herzien beleid in het kader van verlenging toeristisch verblijf van visumplichtige staatsburgers Het beleid van 30 juli 2009 genummerd, MJ/3625, wordt als volgt herzien. Dit beleid strekt tot vastlegging van het vigerende beleid met betrekking tot de verlenging van het toeristische verblijf van visumplichtige staatsburgers en tot inkadering van de bijzondere omstandigheden waaronder een aanvraag tot verlenging van voormeld toeristisch verblijf kan worden ingewilligd. Op grond van artikel 8 tweede lid LTU (Landsverordening Toelating en Uitzetting P.B. 1966, no. 17, zoals gewijzigd), wordt onder een toerist verstaan een ieder die niet langer dan 3 maanden in de Nederlandse Antillen blijft voor ontspanning, sport, gezondheidsredenen, familieaangelegenheden, studie, godsdienstige doeleinden of zakenbezoeken en die tijdens zijn verblijf in de Nederlandse Antillen geen werkzaamheden tegen beloning verricht. Conform het Landsbesluit van 24 augustus 2007 (P.B. 2007, no. 71, zoals gewijzigd), ter uitvoering van artikel 3 eerste lid onder 1 sub b van het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57, zoals gewijzigd) zijn onderdanen van bepaalde landen verplicht om een visum aan te vragen ten einde naar de Nederlandse Antillen af te kunnen reizen. Een visum is een vereiste voor onderdanen van visumplichtige landen (visumplichtige staatsburgers) ter verkrijging van toegang tot de Nederlandse Antillen. De visumverstrekkende autoriteit baseert de toekenning van het visum op het doel van de visumaanvraag en een onderzoek naar de geoorloofdheid en wenselijkheid van het verblijf van de visumaanvrager in de Nederlandse Antillen. De verblijfsduur van de visumplichtige staatsburgers als toerist in de Nederlandse Antillen wordt derhalve bepaald door de geldigheidsduur van het visum en het aantal in het visum toegekende dagen of zoveel korter als het oorspronkelijke (retour)ticket aangeeft. Met oorspronkelijk (retour)ticket wordt bedoeld het (retour)ticket waarmee de toerist de Nederlandse Antillen is binnengereisd. Het toeristische verblijf van een visumplichtige staatsburger kan in beginsel niet worden verlengd tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Conform paragraaf 5.5.4 van de Herziene Instructie aan de Gezaghebbers 1
gegeven door de Minister van Justitie in juni 2006 (Herziene Instructie) dienen dergelijke verzoeken te worden voorgelegd aan de Gezaghebber. Het Toelatingsbesluit (P.B. 1985, no. 57, zoals gewijzigd) bepaalt in artikel 2 derde lid dat toeristen onderworpen zijn aan de bepalingen die gelden voor personen die tot tijdelijk verblijf zijn toegelaten. Op grond van het vorenstaande gelden de weigeringsgronden genoemd in artikel 9 eerste lid LTU ook voor een aanvraag tot verlenging van een toeristisch verblijf. Voor het indienen van een aanvraag tot verlenging van het toeristische verblijf van visumplichtige staatsburgers gelden de volgende formele vereisten. De toerist (degene om wiens verlenging toeristisch verblijf het gaat) dient de volgende documenten te overleggen: 1. Een met redenen omkleed en door de toerist ondertekend verzoek gericht aan de Gezaghebber door tussenkomst van het Hoofd Vreemdelingendienst van het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen. Het verzoek dient ten minste zeven (7) werkdagen vóór de vervaldatum van het toeristische verblijf te worden ingediend. De toerist dient tevens alle bewijsstukken te overleggen, die voor zijn aanvraag relevant zijn; 2. Een machtiging van de toerist, indien de aanvraag door een gemachtigde wordt ingediend; 3. Een kopie van het oorspronkelijke retourticket naar het land van herkomst, of een kopie van het oorspronkelijke ticket naar een ander land buiten de Nederlandse Antillen; 4. Naast het paspoort, een kopie van het complete paspoort van de toerist; 5. Een door de garantsteller correct ingevulde en ondertekende garantieverklaring per toerist en voorzien van een plakzegel van NAf 5,-. De garantsteller, zijnde een natuurlijke persoon, dient een ingezetene van het Eilandgebied Curaçao te zijn en kan per keer voor maximaal twee (2) personen garant staan. De garantsteller verklaart garant te staan voor alle eventuele door de overheid ten behoeve van de toerist gemaakte kosten, inclusief medische kosten. Indien de garantsteller getrouwd of samenwonend is, dient de (huwelijks)partner van de garantsteller de garantieverklaring mede te ondertekenen; 6. Naast het paspoort, een kopie van de personalia- en handtekeningpagina van het paspoort van de garantsteller. De garantsteller dient (indien op hem van toepassing) een kopie van diens laatst geldig verblijfsdocument te overleggen. Indien de 2
garantsteller een eenmanszaak of een rechtspersoon is, een registratie-uittreksel van de Kamer van Koophandel en Nijverheid van niet ouder dan zes (6) maanden, evenals een kopie van de statuten. Een kopie van de personalia- en handtekeningpagina van het paspoort van de tekeningbevoegde perso(o)n(en) voor de eenmanszaak of rechtspersoon; 7. Indien de garantsteller getrouwd of samenwonend is een kopie van het trouwboekje, trouwakte of samenlevingsovereenkomst van de garantsteller evenals een kopie van de personalia- en handtekeningpagina van het paspoort van de van de (huwelijks)partner; 8. De garantsteller dient kopieën van loonstroken van de drie afgelopen maanden te overleggen. Indien de garantsteller een bedrijf is, dient deze een recente verklaring van de Belastingdienst, omtrent het belastbare inkomen van het bedrijf, te overleggen; 9. De toerist die met een defect schip of de boot reist, dient, indien hij niet over een lokale garantsteller (ingezetene van het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen) beschikt, als garantie te overleggen, een creditcard en/of bankkaart samen met een bankafschrift van de afgelopen drie (3) maanden. Indien niet is voldaan aan de bovengenoemde formele vereisten dan wordt de aanvraag in principe niet-ontvankelijk verklaard, tenzij de nietontvankelijkverklaring een onevenredig nadeel voor de toerist met zich zal meebrengen in verhouding tot het door de niet-ontvankelijkverklaring te dienen belang. De door de niet-ontvankelijkverklaring te dienen belang is een zorgvuldige en deugdelijke behandeling van de verlengingsaanvraag binnen de periode van het toeristische verblijf. Indien wel is voldaan aan de formele vereisten dan wordt de aanvraag inhoudelijk getoetst. Bij de inhoudelijke toetsing dient te worden beoordeeld of er sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de aanvraag kan worden ingewilligd. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: 1. Medische redenen: a. Ziekte van de toerist. Ziektegevallen waarbij het niet verantwoord is dat de toerist vanwege diens medische conditie (terug-)reist. In geval van ziekte van de toerist dient laatstgenoemde ten minste een 3
doktersverklaring te overleggen inhoudende dat de toerist door ziekte niet in staat is om te reizen. De doktersverklaring dient - indien mogelijk - een indicatie te bevatten wanneer terugreizen wel mogelijk is; b. Ziekte van een bloed- of aanverwante (in de 1 e, 2 e en 3 e graad) van de toerist. In dit geval gaat het om ziekte van een rechtmatig op het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen verblijvende bloed- of aanverwante van de toerist. De toerist dient ten minste een doktersverklaring te overleggen waaruit blijkt dat voornoemde bloed- of aanverwante ernstig ziek is; c. Overige medische redenen waarbij reizen een levensgevaar voor de betrokken toerist vormt. Ook hier geldt dat de toerist ten minste een doktersverklaring dient te overleggen. De dokterverklaring dient - indien mogelijk - een indicatie te bevatten wanneer terugreizen wel mogelijk is; Indien de bovengenoemde omstandigheden niet voldoende aannemelijk door de toerist zijn gemaakt kunnen meerdere medische bescheiden worden vereist (bijvoorbeeld een brief van de opname in het hospitaal of een brief van een medisch deskundige). Bij aanwezigheid van bovengenoemde bijzondere omstandigheden kan ook aan een meereizende toerist een verlenging worden toegekend; 2. Overlijdensgevallen. Bij het overlijden van een op het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen verblijvende bloed- of aanverwante (in de 1 e, 2 e en 3 e graad) van de toerist. De toerist dient in dit geval een overlijdensakte van de overleden bloed- of aanverwante te overleggen; 3. De gevorderde leeftijd van de toerist. Het betreft personen van gevorderde leeftijd, zijnde personen die de 60-jarige leeftijd hebben bereikt; 4. Huwelijksvoltrekkingen: a. De huwelijksvoltrekking tussen twee toeristen, op het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen. b. Bij verschuiving van de datum van huwelijksvoltrekking tussen een toerist en een rechtmatig op het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen verblijvende persoon, mits de verschuiving niet aan het paar te wijten is. Een voorwaarde hierbij is dat de toerist bij de eventuele indiening van een aanvraag voor een verblijfsvergunning, zeer waarschijnlijk in aanmerking daarvoor zal komen (dit met het oog op vestigingsgevaar); 4
De toerist dient aan te tonen dat hij over een concrete datum beschikt waarop hij zich bij de instantie van het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen (bijvoorbeeld Afdeling Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister en Verkiezingen) dient aan te melden om officiële documenten te ondertekenen; 5. Technische bijstand. Gevallen waarbij een toerist met een bepaalde specialistische kennis technische bijstand verleent aan bepaald een bedrijf (bijvoorbeeld bij de installatie, het onderhoud, en/of de reparatie van bepaalde machinerieën of bepaalde systemen); 6. Overmachtgevallen met betrekking tot vaartuigen: a. Omstandigheden waarbij het schip of de boot waarmee de toerist reist, gerepareerd dient te worden alvorens de reis kan worden voortgezet. De defecten aan het schip of de boot dienen door de toerist te worden aangetoond; b. Omstandigheden veroorzaakt door het orkaanseizoen waardoor het schip of de boot niet de territoriale wateren van de Nederlandse Antillen kan uitvaren. Bij de verlenging van een toeristisch verblijf wordt niet van de maximale termijn van 3 maanden genoemd in artikel 8 tweede lid LTU afgeweken. Dit houdt in dat een toeristisch verblijf van langer dan 3 maanden niet is toegestaan. Alleen in geval van de bijzondere omstandigheden ondergebracht in punten 1a, 1c, 2 en 6 kan een toeristisch verblijf voor langer dan 3 maanden worden verlengd. Een verlenging van een toeristisch verblijf wordt in ieder geval niet toegekend om de toerist in de gelegenheid te stellen zijn verblijfsvergunning op het desbetreffende Eilandgebied van de Nederlandse Antillen af te wachten. Dit beleid geldt voor alle Eilandgebieden van de Nederlandse Antillen vanaf 15 april 2010. 5