1 Inleiding belastingrecht

Vergelijkbare documenten
Belastingrecht voor het ho 2014

Belastingrecht voor het ho 2010

De overheid en de belastingen

Het hoe en waarom van de belastingheffing

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Belastingwetgeving 2015

In dit boek gaat het om de eerste categorie, waarvoor algemeen de volgende (verkorte) definitie wordt gehanteerd.

Examenmatrijs kennisexamen

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Belastingen en bronnen van belastingrecht

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

1 Begrippen en beginselen Overheidsheffingen Indeling en typering van belastingen Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27

Van de Nederlandse Antillen naar Caribisch Koninkrijk: fiscale historie / 25

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf / V

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Praktisch Fiscaalrecht

Belangrijke informatie

Inhoudsopgave Inkomstenbelasting Zorgverzekering Toeslagen Loonbelasting

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar

Formeel recht -- Deel 2

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Praktisch Fiscaalrecht

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/293

Praktisch Fiscaalrecht

Belastingrecht MBA 2014

Inkomsten overheid vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Inhoudsopgave Wetteksten 2010, verzameling belastingwetten Inkomstenbelasting Wet inkomstenbelasting 2001 / 15 Invoeringswet Wet inkomstenbelasting

Algemene inhoudsopgave

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78

Belastingen Examennummer: Datum: 23 november 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Algemene inhoudsopgave

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege.

1 Inleiding. Elise Okhuizen

Formeel recht -- Deel 4

Vaarwel blauwe envelop Welkom Berichtenbox

Belastingrecht voor het ho 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Inleiding. Elise Okhuizen

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant. Datum: 11 december Rapportnummer: 2012/196

Praktisch Fiscaalrecht

Formeel recht -- Deel 2

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Algemene inhoudsopgave

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie

Als u een belastingaanslag

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823

Formeel recht -- Deel 4

Belastingrecht Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur -11:30 uur

Als uw onderneming de belasting niet kan betalen

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen

Datum 9 maart 2009 Betreft Vragen over de overeengekomen vaststellingsovereenkomst tussen de Belastingdienst en de prostitutiebranche

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingrecht Examennummer: Datum: 24 maart 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBGEL:2016:1150

Belastingwetgeving 2015

Computeropdracht 'de overheid'

3. Groepen In deze overgangsregeling wordt uitgegaan van een indeling van studenten in vier groepen

Belastingrecht voor het HO

A 2018 N 52 PUBLICATIEBLAD

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

Inleiding tot het Nederlands belastingrecht

Elektronische winstaangifte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr De wijzigingen zijn de volgende.

Fiscale actualiteiten zorg

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573

3,6. Werkstuk door een scholier 1107 woorden 16 december keer beoordeeld

Wijziging per 2012 ARTIKEL X. Het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

Internationaal zakendoen

Belastingrecht voor het ho Fiscale advisering

Deloitte MKB Accountancy & Advies Tax Advisory & Compliance Belastingadvies op maat voor ondernemers

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Vaststelling modellen voor het uitnodigen tot het doen van aangifte (en enkele andere formulieren)

Internationaal zakendoen

Artikel 2 Van verplichting tot verzending berichten langs elektronische weg uitgezonderde groepen

HRo - Inleiding belastingrecht -- Deel 1

HRo - Inleiding belastingrecht -- Deel 1

Regeling. pagina 1 van 8

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

BASISKENNIS BOEKHOUDEN. 8. Belastingen

De wisselwerking tussen naheffen en navorderen omtrent belastingheffing over arbeidsinkomsten. M.M.N. Douven

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Examen. Belastingwetgeving Niveau

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Belastingrecht Examennummer: Datum: 19 november 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur

Transcriptie:

1 Inleiding belastingrecht Meerkeuzevragen Opmerking vooraf: het is mogelijk dat meer antwoorden (on)juist zijn. 1.3 1. Havengeld is een: a. belasting; b. retributie. 2. Wat is onjuist? Niet zelden hebben rijksbelastingen ook een regulerende of regelende functie, bijvoorbeeld: a. het beschermen van het milieu; b. het bereiken van een evenwichtige inkomensverdeling; c. de financiering van overheidsuitgaven; d. het bevorderen van investeringen. 1.4 3. Welke combinatie is correct? I. Formeel recht ziet op de inhoud van de regels. II. De Wet IB 2001 is een wet in formele zin en in materiële zin. a. I is juist, II is onjuist. b. I is onjuist, II is juist. c. Zowel I als II is juist. d. Zowel I als II is onjuist. 1.6 4. De zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur (a.b.b.b.) maken in het belastingrecht onderdeel uit van: a. jurisprudentie; b. EU-richtlijnen; c. wetten in formele zin; d. pseudowetgeving. 1.6 5. Belastingplichtige B beroept zich in een bezwaarschrift op een nieuw besluit van de staatssecretaris van Financiën. De inspecteur is het met het besluit oneens en geeft B ongelijk. Kan B nu naar de rechter stappen? a. Ja, omdat een besluit een wet is in materiële zin. b. Ja, idem als a, maar uitsluitend als dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant. c. Nee, omdat een besluit geen wet in formele zin is. d. Ja, omdat de handelwijze van de inspecteur in strijd is met (een der) algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

14 Belastingrecht, Met de wet in de hand 2013/2014, Werkboek 1.7 1.9 6. De loonbelasting stoelt op de volgende twee beginselen: a. draagkrachtbeginsel; b. profijtbeginsel; c. beginsel van de minste pijn; d. beginsel van de bevoorrechte verkrijging. 7. Welke van de volgende belastingen zijn directe belastingen (in juridische zin)? a. Loonbelasting. b. Omzetbelasting. c. Accijnzen. d. Dividendbelasting. e. Invoerrechten. f. Kansspelbelasting. 8. Welke combinatie is correct? I. De inkomstenbelasting is voor wat betreft winst uit onderneming een zakelijke belasting. II. De vennootschapsbelasting is altijd een zakelijke belasting. a. I is juist, II is onjuist. b. I is onjuist, II is juist. c. Zowel I als II is juist. d. Zowel I als II is onjuist. 9. De belastingen van rechtsverkeer zijn de: a. dividendbelasting; b. kapitaalsbelasting; c. assurantiebelasting; d. motorrijtuigenbelasting; e. BPM; f. overdrachtsbelasting. 10. Geef aan welke van de volgende reacties niet illegaal zijn: a. vermijden van belasting; b. ontgaan van belasting; c. ontduiken van belasting; d. ontwijken van belasting. 11. Welke uitspraak is onjuist? a. Een aanslag inkomstenbelasting geeft de formele belastingschuld aan. b. Particulier A heeft volkomen correct uitgerekend dat hij over 2013 12.641 aan inkomensheffing verschuldigd is: een materiële belastingschuld. c. Een inhoudingsplichtige houdt 21 loonheffing in en doet aangifte: een formele belastingschuld.

1 Inleiding belastingrecht 15 d. De eigenaar van een eenmanszaak berekent volkomen correct dat hij 20.144 aan inkomensheffing over 2013 moet betalen: een materiële belastingschuld. e. Idem als d; hij moet over het eerste kwartaal 2013 3.056 aan omzetbelasting voldoen, welk bedrag hij ook op zijn omzetbelastingaangifte vermeldt: een materiële belastingschuld. 1.12 12. De inspecteur legt een aanslag inkomstenbelasting op van 2.850. Hier is sprake van een: a. formele belastingschuld; b. latente belastingschuld; c. stille belastingschuld; d. materiële belastingschuld. 13. Wie bevindt zich familierechtelijk gezien in de 2e graad van de zijlijn? a. Opa. b. Oom. c. Kleinkind. d. Broer. 14. De Belastingdienst telt ruim 30.000 medewerkers en ressorteert onder het ministerie van: a. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. Sociale Zaken en Werkgelegenheid; c. Economische Zaken; d. Financiën. 15. Deze persoon is belast met het opleggen van de aanslag. Bedoeld wordt hier de: a. belastinginspecteur; b. directeur-generaal der Belastingdienst; c. staatssecretaris; d. minister; e. belastingontvanger; f. belastingdeurwaarder; g. werkgever (inhoudingsplichtige); h. ondernemer voor de omzetbelasting. 16. Welke personen genoemd in vraag 15 zijn belast met de heffing van belastingen? 17. Welke personen genoemd in vraag 15 zijn belast met de invordering? 18. Welke overheidsfunctionarissen genoemd in vraag 15 zijn geen ambtenaren? Wat zijn ze dan wel?

16 Belastingrecht, Met de wet in de hand 2013/2014, Werkboek Vraagstukken en cases 1.4 1.7 1. Geef aan welke heffingen tot de belastingen behoren en welke tot de retributies: marktgeld; havengeld; invoerrechten; accijnzen; reinigingsrechten. 2. Is een precariorecht (bijvoorbeeld voor het mogen hebben van een uithangbord of lichtreclame boven de gemeentelijke stoep) een belasting of een retributie? 3. a. Behoort het belastingrecht tot het privaatrecht of het publiekrecht? b. Licht dit toe. c. Geef een verdere onderverdeling. 4. Noem de bronnen van het belastingrecht. 5. Wat is een essentieel verschil tussen belastingwetgeving en belastingrecht? 6. Geef van de volgende belastingen aan welk belastingbeginsel kenmerkend is: inkomstenbelasting; omzetbelasting; loonbelasting; gemeentelijke baatbelasting; erfbelasting; motorrijtuigenbelasting; accijnzen. 7. Noem het subject en het object van de volgende belastingen: loonbelasting; vennootschapsbelasting; inkomstenbelasting. 8. Simon van den Akker is zelfstandig verzekeringsagent met een eigen kantoor. Daarnaast werkt hij parttime in dienstverband op een administratiekantoor. Bovendien verhuurt hij drie woningen die tot zijn privévermogen behoren. a. In dit geval kan worden gesproken van een materiële en een formele belastingschuld, zowel voor de inkomsten- als de loonbelasting. Geef aan hoe en op welk moment deze schulden ontstaan. b. Zijn deze begrippen ook van toepassing op het administratiekantoor waar Simon werkt? Licht het antwoord toe.

1 Inleiding belastingrecht 17 1.12 1.13 9. Jaap is getrouwd met Aimée en hij heeft een broer Joris. Joris is getrouwd met Sanna. Geef gemotiveerd aan of Aimée, Joris en Sanna bloed- of aanverwanten zijn van Jaap. 10. Van welke interpretatiemethode maakt u gebruik als u: op zoek gaat naar de bedoeling van de wetgever; kijkt naar de woorden die de wetgever gebruikt heeft en de taalkundige betekenis; de parlementaire stukken raadpleegt? 1.15 11. Wat betekent het als de belastingadviseur de belastingplichtige vertegenwoordigt?