***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

Vergelijkbare documenten
***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0110(COD)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0444(NLE)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0063/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0071/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0029(COD)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0061/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0082/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0283/

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

*** ONTWERPAANBEVELING

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0266/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0008/

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0252(NLE)

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0451/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0364/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2015/0028(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0360B(COD)

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0012/

***II AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0403(COD)

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0299(COD)

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

*** ONTWERPAANBEVELING

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie juridische zaken. Rapporteur: Andrzej Duda A8-0145/2015

*** ONTWERPAANBEVELING

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0015(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0185(COD)

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0327(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

Instelling. Europees Parlement. Onderwerp

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0272(COD)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0088/

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS)

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

*** ONTWERPAANBEVELING

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS)

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0260(COD)

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

*** ONTWERPAANBEVELING

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD)

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0262/

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

14899/09 HD/mm DG H 2 A

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0161/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0085(COD)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Zittingsdocument. Commissie economische en monetaire zaken. (Herschikking artikel 104 van het Reglement)

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0097/

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0066/

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt * ONTWERPVERSLAG. Commissie juridische zaken en interne markt

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie visserij. Rapporteur: Alain Cadec A8-0149/2018

*** ONTWERPAANBEVELING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (COM(2013)0554 C7-0239/2013 2013/0268(COD)) Commissie juridische zaken Rapporteur: Tadeusz Zwiefka PR\1013385.doc PE526.091v01-00 In verscheidenheid verenigd

PR_COD_1amCom Verklaring van de gebruikte tekens * Raadplegingsprocedure *** Goedkeuringsprocedure ***I Gewone wetgevingsprocedure (eerste lezing) ***II Gewone wetgevingsprocedure (tweede lezing) ***III Gewone wetgevingsprocedure (derde lezing) (De aangeduide procedure is gebaseerd op de in de ontwerptekst voorgestelde rechtsgrond.) en op een ontwerphandeling en van het Parlement in twee kolommen Geschrapte tekstdelen worden in de linkerkolom in vet cursief aangegeven. Vervangen tekstdelen worden in beide kolommen in vet cursief aangegeven. Nieuwe tekst wordt in de rechterkolom in vet cursief aangegeven. In de eerste en tweede regel van de koptekst boven elk amendement wordt verwezen naar het tekstdeel in kwestie van de ontwerphandeling. Indien een amendement betrekking heeft op een bestaande handeling, waarop in de ontwerphandeling wijzigingen worden voorgesteld, bevat de koptekst bovendien een derde en vierde regel, die verwijzen naar de bestaande handeling respectievelijk naar de bepaling in kwestie. en van het Parlement in de vorm van een geconsolideerde tekst Nieuwe tekstdelen worden in vet cursief aangegeven. Geschrapte tekstdelen worden aangegeven met het symbool of worden doorgestreept. Waar tekstdelen vervangen worden, wordt de nieuwe tekst in vet cursief aangegeven, terwijl de vervangen tekst wordt geschrapt of doorgestreept. Bij wijze van uitzondering worden zuiver technische wijzigingen die de diensten aanbrengen met het oog op de opstelling van de definitieve tekst, niet gemarkeerd. PE526.091v01-00 2/13 PR\1013385.doc

INHOUD ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT...5 TOELICHTING...13 Blz. PR\1013385.doc 3/13 PE526.091v01-00

PE526.091v01-00 4/13 PR\1013385.doc

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (COM(2013)0554 C7-0239/2013 2013/0268(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0554), gezien artikel 294, lid 2, artikel 67, lid 4, en artikel 81, lid 2, onder a), c) en e), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0239/2013), gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van... 1, gezien artikel 55 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A7-0000/2013), 1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. 1 Overweging 1 (1) Op 19 februari 2013 heeft een aantal lidstaten een overeenkomst inzake een eengemaakt octrooigerecht ondertekend. In deze overeenkomst is bepaald dat deze niet in werking zal treden vóór de eerste dag (1) Op 19 februari 2013 heeft een aantal lidstaten een overeenkomst inzake een eengemaakt octrooigerecht ondertekend. In deze overeenkomst is bepaald dat deze niet in werking zal treden vóór de eerste dag 1 Nog niet verschenen in het Publicatieblad. PR\1013385.doc 5/13 PE526.091v01-00

van de vierde maand na de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen in Verordening (EU) nr. 1215/2012 inzake de verhouding van deze laatste verordening tot de overeenkomst. van de vierde maand na de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen in Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad 4a inzake de verhouding van deze laatste verordening tot de overeenkomst. Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1). Motivering Het is juister om in de eerste overweging de volledige titel van de gewijzigde verordening aan te halen. 2 Overweging 4 bis (nieuw) (4 bis) De bij deze verordening in Verordening (EU) nr. 1215/2012 aangebrachte wijzigingen met betrekking tot het eengemaakt octrooigerecht zijn bedoeld om de internationale bevoegdheid van dat gerecht te vestigen, en zij laten de interne toewijzing van rechtszaken aan de verschillende afdelingen van het gerecht en de in de UPC-Overeenkomst neergelegde regelingen betreffende de uitoefening van bevoegdheid, waaronder exclusieve bevoegdheid, gedurende de in die overeenkomst geregelde overgangsperiode onverlet. PE526.091v01-00 6/13 PR\1013385.doc

Motivering Deze overweging vermeldt het doel van de wijzigingen: het gaat om algemeen internationaal privaatrecht. De interne taakverdeling binnen het gerecht wordt niet geregeld bij de wijzigingen in de herschikte Brussel I-verordening. 3 Overweging 5 bis (nieuw) (5 bis) Het gemeenschappelijk gerecht moet op grond van een subsidiaire bevoegdheidsregel kennis kunnen nemen van geschillen met verweerders uit derde staten, in het specifieke geval met een verweerder uit een derde staat die door een eiser uit de Unie voor een gemeenschappelijk gerecht wordt gedaagd betreffende een zowel binnen als buiten de Unie schade veroorzakende inbreuk op een Europees octrooi. Een dergelijke subsidiaire bevoegdheid moet worden uitgeoefend wanneer onroerend goed van de verweerder gelegen is in een lidstaat die partij is bij de overeenkomst tot oprichting van het gemeenschappelijk gerecht, en het geschil voldoende nauw met die lidstaat verbonden moet zijn, bijvoorbeeld omdat de eiser er zijn woonplaats heeft of het desbetreffende bewijsmateriaal daar voorhanden is. Bij de vaststelling van zijn bevoegdheid moet het gemeenschappelijk gerecht de waarde van het betreffende onroerend goed in aanmerking nemen, die niet onbeduidend mag zijn en van dien aard moet zijn dat de beslissing althans gedeeltelijk - uitvoerbaar is in de lidstaten die partij zijn bij de overeenkomst tot oprichting van het gemeenschappelijk gerecht. PR\1013385.doc 7/13 PE526.091v01-00

Motivering Deze overweging geeft duidelijkheid omtrent de bepaling over subsidiaire bevoegdheid in de regeling inzake gemeenschappelijk gerechten. 4 Artikel 1 lid -1 (nieuw) Verordening (EU) nr. 1215/2012 Overweging 11 (11) Onder gerecht van een lidstaat in de zin van deze verordening moet ook worden begrepen, een gerecht dat aan verscheidene lidstaten gemeenschappelijk is, zoals het Benelux-Gerechtshof voor zover dit bevoegd is voor binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende zaken. Een door een dergelijk gerecht gegeven beslissing moet derhalve overeenkomstig deze verordening worden erkend en ten uitvoer gelegd. (11) Onder 'rechterlijke instantie van een lidstaat' moet in de zin van deze verordening ook worden begrepen, een rechterlijke instantie die aan verscheidene lidstaten gemeenschappelijk is, zoals het eengemaakt octrooigerecht of het Benelux-Gerechtshof, voorzover deze bevoegd zijn voor binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende zaken. Een door een dergelijk gerecht gegeven beslissing moet derhalve overeenkomstig deze verordening worden erkend en ten uitvoer gelegd. Motivering Gezien het belang van het toekomstige eengemaakt octrooigerecht moet dit ook in de toelichting bij de Brussel I-verordening worden genoemd. 5 Artikel 1 lid 2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 Artikel 71 bis lid 2 inleidende formule 2. Voor de toepassing van deze 2. Met name de volgende gerechten zijn PE526.091v01-00 8/13 PR\1013385.doc

verordening worden de volgende gerechten geacht een gemeenschappelijk gerecht te zijn: gemeenschappelijke gerechten in de zin van deze verordening: Motivering Hiermee wordt geregeld dat in de toekomst naast beide bestaande gemeenschappelijke gerechten door groepen van lidstaten nog andere gemeenschappelijke gerechten kunnen worden ingesteld, die dan ook onder Brussel I komen te vallen voorzover zij beslissingen geven in burgerlijke en handelszaken. 6 Artikel 1 lid 2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 Artikel 71 ter lid 2 2. Wanneer de verweerder niet in een lidstaat woonachtig is en de bevoegdheid te zijnen aanzien door deze verordening niet anderszins is geregeld, zijn de bepalingen van hoofdstuk II van toepassing als ware de verweerder in een lidstaat woonachtig. Artikel 35 is ook van toepassing wanneer de gerechten van niet-lidstaten bevoegd zijn om van het bodemgeschil kennis te nemen. 2. Indien de verweerder niet in een lidstaat woonachtig is en de bevoegdheid te zijnen aanzien bij deze verordening niet anderszins is geregeld, is in voorkomend geval, ongeacht zijn woonplaats, hoofdstuk II van toepassing. Bij een gemeenschappelijk gerecht kunnen voorlopige, waaronder ook bewarende, maatregelen worden aangevraagd, ook indien de gerechten van een derde staat bevoegd zijn om van het bodemgeschil kennis te nemen. Motivering De betekenis van deze paragraaf behoeft nadere verduidelijking. PR\1013385.doc 9/13 PE526.091v01-00

7 Artikel 1 lid 2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 Artikel 71 ter lid 3 3. Wanneer de verweerder niet in een lidstaat woonachtig is en er geen gerecht van een lidstaat op grond van deze verordening bevoegd is, kan de verweerder voor een gemeenschappelijk gerecht worden gedaagd wanneer: a) de verweerder eigendom heeft in een lidstaat die partij is bij de overeenkomst tot oprichting van het gemeenschappelijk gerecht; b) de waarde van de eigendom niet onbeduidend is in vergelijking met de waarde van de vordering; c) het geschil voldoende nauw verbonden is met een van de lidstaten die partij zijn bij de overeenkomst tot oprichting van het gemeenschappelijk gerecht. 3. Wanneer een gemeenschappelijk gerecht uit hoofde van lid 2 bevoegd is ten aanzien van een verweerder in een geschil betreffende een binnen de Unie schade veroorzakende inbreuk op een Europees octrooi, kan dat gerecht ook bevoegd zijn ten aanzien van door een dergelijke inbreuk buiten de Unie veroorzaakte schade. Zulke bevoegdheid kan alleen worden aangenomen wanneer de verweerder eigendom heeft in een of meer lidstaten die partij zijn bij de overeenkomst tot oprichting van het gemeenschappelijk gerecht en het geschil voldoende nauw verbonden is met een of meer van die lidstaten. Motivering Herformulering van het voorstel voor een subsidiaire bevoegdheidsgrond, ter verduidelijking dat alle lidstaten die partij zijn bij de overeenkomst tezamen te beschouwen zijn als één juridische ruimte bij de beoordeling of sprake is van aanknopingspunten voor het aannemen van een nauwe band. PE526.091v01-00 10/13 PR\1013385.doc

8 Artikel 1 lid 2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 Artikel 71 quinquies alinea 1 bis (nieuw) Motivering Wanneer evenwel erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing van een gemeenschappelijk gerecht worden gevorderd in een lidstaat die partij is bij de overeenkomst waarbij dat gerecht werd opgericht, zijn de regels van die overeenkomst inzake erkenning en tenuitvoerlegging in plaats van die in deze verordening van toepassing. Wanneer een overeenkomst tot oprichting van een gemeenschappelijk gerecht speciale regels inzake erkenning en tenuitvoerlegging bevat, moet deze nieuwe alinea ervoor zorgen dat die regels gelden tussen de lidstaten die partij zijn bij die overeenkomst in plaats van de algemene regels van Brussel I. 9 Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 10 januari 2015. Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 10 januari 2015. PR\1013385.doc 11/13 PE526.091v01-00

Motivering De UPC-Overeenkomst moet op de eerste dag van de vierde maand na inwerkingtreding van deze verordening in werking treden. Nu Brussel I in ieder geval pas per 10 januari 2015 van kracht wordt, kan de inwerkingtreding van de verordening naar voren worden gehaald zonder negatieve juridische consequenties maar met het voordeel dat de UPC-Overeenkomst een maand eerder in werking kan treden. PE526.091v01-00 12/13 PR\1013385.doc

TOELICHTING Op 12 december 2012 werd de herschikte Brussel I-verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken vastgesteld. Deze verordening zal per 10 januari 2015 van kracht worden. Met deze herschikking werd een aantal belangrijke veranderingen ingevoerd, met name de afschaffing van de exequaturprocedure, waardoor de tenuitvoerlegging van beslissingen in andere lidstaten gemakkelijker wordt. Nadat de herschikking was aangenomen werd overeenstemming bereikt over het octrooipakket, bestaande uit twee verordeningen en de overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht ( unified patent court ) of UPC-overeenkomst ), die tezamen een systeem van eenheidsoctrooibescherming in de Europese Unie tot stand brengen. Artikel 89, lid 1, van de UPC-overeenkomst bepaalt dat deze overeenkomst pas in werking treedt wanneer bepaalde wijzigingen in de verordening Brussel I van kracht zijn geworden. Dit omdat voor gerechten die aan verscheidene lidstaten gemeenschappelijk zijn, nieuwe regels in de Verordening Brussel I moeten worden opgenomen om de specifieke situatie van een dergelijk gerecht te regelen. Deze wijziging heeft ook betrekking op het Benelux-Gerechtshof, op dit moment het enige andere gerecht dat aan meerdere lidstaten gemeenschappelijk is. In het bijzonder moet duidelijk worden gesteld dat zowel het eengemaakt octrooigerecht als het Benelux-Gerechtshof als gerechten van lidstaten in de zin van de verordening Brussel I moeten worden behandeld. Er moeten daarom voor het eengemaakt octrooigerecht en het Benelux-Gerechtshof regels inzake rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging worden uitgevaardigd. Ook zijn er specifieke regels nodig inzake aanhangigheid en daarmee samenhangende maatregelen. Uw rapporteur kan volledig instemmen met de hoofdlijnen van de door de Commissie voorgestelde verordening. In dit ontwerpverslag doet hij evenwel enkele voorstellen voor verbetering op een aantal punten. Met name lijkt het wenselijk de draagwijdte van deze wijziging duidelijk te omlijnen, omdat deze niet van invloed is op de interne werkverdeling binnen een gemeenschappelijk gerecht en evenmin op de specifieke regels inzake erkenning en tenuitvoerlegging die in een overeenkomst tot oprichting van een gemeenschappelijk gerecht kunnen zijn vervat. Binnen het specifieke rechtskader van een gemeenschappelijk gerecht moet ook bijzondere aandacht worden geschonken aan de regels die van toepassing zijn op verweerders uit derde landen die doorgaans niet onder de regels vallen van de verordening Brussel I. Uw rapporteur stelt voor dat dit wetgevingsvoorstel zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld omdat het niet omstreden is en de inwerkingtreding van de UPC-overeenkomst ervan afhangt. PR\1013385.doc 13/13 PE526.091v01-00