Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Vergelijkbare documenten
Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Agenda: 1.Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2.Concept Veteranennota (AP/ ). 3.Rondvraag en sluiting.

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid Overleg d.d. 10 januari 2012

Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Presentatie Externe herplaatsing SBK 2012.

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid. G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen telefoon.

Verslag van de vergadering van de werkgroep AP n.a.v. de gecombineerde vergadering van de WG'n SOD op 13 december 2016

Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. E-Portfolio (& interview met HDP in Defensiekrant) (AP/ , -/ , -/ ).

Georganiseerd overleg Sector Defensie. G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen telefoon

Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Presentatie Externe herplaatsing SBK 2012.

Verslag van het gedeelte PA uit de gecombineerde WG'n SOD vergadering van 26 juni 2018, in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Agenda: (AP/ )

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid Overleg d.d. 3 april 2012

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Reorganisaties Overleg d.d. 13 maart 2014

Verslag van de vergadering van het SOD van 8 maart 2018 in de Sophiezaal van het CAOP Lange Voorhout 13, Den Haag.

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg Defensie

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Agenda (REO/ )

Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand (AFR) van dinsdag 12 april 2016 in de Baljuwzaal van het CAOP.

Agenda (REO/ )

Georganiseerd overleg Defensie

Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid (AP) van dinsdag 29 maart 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Verslag van de vergadering van de werkgroep Postactieven op dinsdag 20 januari 2015 in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag.

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid Ingelast overleg d.d. 6 maart 2012

Synchronisatie Reorganisaties

7. Rondvraag en sluiting.

Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

B^J&JXj^^L'Mtotl^tU *k«*^(*-a.iuislw^4uluw. ^ mi* si,b tu»< r

Georganiseerd overleg Defensie

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Technische Werkgroep Arbo & Veiligheid (TWAV) d.d. 14 mei 2012

Agenda (REO/ )

Verslaglegging: P.O. Loppies.

Georganiseerd overleg Defensie

Personeelsmaatregelen gedurende de reorganisatieperiode tot 1 januari 2016

Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg Defensie

Concept- verslag van het SOD van 12 maart 2019 in de Sophiezaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag.

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Postactieven

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Reorganisaties Overleg d.d. 10 juli 2014

De Medezeggenschapscommissie van het Defensie Helikopter Commando (hierna: de MC)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda (REO/ )

Van de zijde van de Centrales: J.J.H. van Hulsen (AC), M.C.G. Klaassen, R.W Schilperoort(ACOP), L.C. van der Hulst, J.A.

Georganiseerd overleg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2008

Verslag van het SOD van 10 april 2018 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Verslag van de vergadering van de werkgroep Postactieven op 7 juni 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg Defensie

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Postactieven

Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Technische Werkgroep Arbo & Veiligheid (TWAV) d.d. 17 september 2012

Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (vz.), E.H. Dekker, R. Dirkzwager, F.R. van de Hoef, E.H. Huisman, C. de Rijke, I.M.M.

7. Rondvraag en sluiting.

Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (vz.), E.H. Dekker, R. Dirkzwager, E.H. Huisman, C. de Rijke, M.A. Suwout, I.M.

Georganiseerd overleg Defensie

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Reorganisaties Overleg d.d. 5 december 2013

Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid (AP) van dinsdag 21 juni 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Agenda: (AP/ )

Agenda (REO/ )

ECLI:NL:RBSGR:2004:BL5739

Verslag van de SOD-AAC-vergadering van 9 mei 2017 in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag.

Verslag van het SOD van 22 mei en 7 juni 2018 bij het CAOP te Den Haag

Georganiseerd overleg Sector Defensie. G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen telefoon

Verslag van de vergadering van de werkgroep Postactieven (PA) van dinsdag 28 oktober 2014 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand

2012D Lijst van vragen

3. Brief CCOOP (PA/ ) en verslag PA n.a.v. de gecombineerde vergadering van de WG n SOD d.d. 13 december 2016 (PA/ ).

Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand (AFR) van dinsdag 7 juni 2016 in de Sophiezaal van het CAOP.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand Ingelast Overleg d.d. 6 maart 2012

bijlage Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Georganiseerd overleg Defensie

Georganiseerd Overleg Sector Defensie Technische Werkgroep Arbo & Veiligheid (TWAV) d.d. 13 februari 2012

Verslag van de vergadering van de werkgroep AP van 8 december 2017 in de Baljuwzaal van het CAOP te Den Haag

Agenda (AFR/ ).

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Geldig vanaf 1 december Inleiding

Georganiseerd overleg sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Agenda (REO/ )

Verslag van de vergadering van het SOD van 2 juni 2015 bij het CAOP, Baljuwzaal, Lange Voorhout 13 te Den Haag

Georganiseerd overleg Defensie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0561

Georganiseerd overleg Defensie

Verslag van de vergadering van de werkgroep Postactieven op dinsdag 17 februari 2015 in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag.

Agenda (SOD/ )

Reglement Raad van Bestuur

Agenda (AFR/ ).

Sinds 2005 is er een aantal ontwikkelingen geweest die het noodzakelijk maken de regeling aan te passen.

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

de Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie van het Commando Landstrijdkrachten (hierna: de DMC)

Regeling werving en selectie 2017

Agenda (REO/ )

Rapport. Publicatiedatum 21 september 2015 Rapportnummer 2015/137

Transcriptie:

Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070-376 57 79 telefoon t.vanherpen@caop.nl e-mail 0 bijlage(n) AP/12.00518 briefnummer G.1.03 zaaknummer 9 augustus 2012 datum Verslag van de extra vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van 3 juli 2012, Sophiezaal van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen (CAOP) Lange Voorhout 13 te Den Haag, Aanvang: 15.20 uur, einde 17.20 uur Aanwezig: Van de zijde van defensie: J.P. de Jong (vz.), E.H. Dekker, E. Aarts, mw. A.P.J. van der Klugt, mw. A.L. Nuijen, mw. C.E. Zalm Van de zijde van decentrales: J.J.H. van Hulsen, L.H. Schipper (AC), R. Schilperoort, mw. M. Manschot (ACOP), L.C. van der Hulst (CCOOP), R.E.W. Pieters (CMHF) Van de zijde van het secretariaat: M. van Tyghem (CAOP). Agenda (AP/12.00462) 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Openstaande punten vacaturebank (AP/12.00405 of AP/12.00465) 3. Overgang defensiepersoneel van ADD naar ADR (AP/12.00068 en AP/12.00327) 4. Mobiliteit burgerpersoneel (AP/11.00429, AP/12.00141 en AP/12.00420) 5. Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/12.00404) 6. Numerus fixus (AP/12.00416) 7. Actualisering URD (AP/12.00372) 8. Rondvraag en sluiting

Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Mededelingen Medewerker met ontslagbescherming verdringt herplaatsingskandidaat: Onacceptabel, artikel in Trivizier, nr. 6/7 2012 De voorzitter citeert uit het artikel Medewerker met ontslagbescherming verdringt herplaatsingskandidaat: Onacceptabel in Trivizier, nr. 6/7 2012: Voor medewerkers met ontslagbescherming die van vier tot twee jaar voor ontslag zitten, is de lijn dat deze meedoen in het functietoewijzingsproces. Maar bij de selectie vallen zij af als er verdringing aan de orde is. Spreker licht toe dat ingevolge het SBK wordt geprobeerd verdringing van herplaatsingskandidaten te voorkomen. Ook is geregeld dat medewerkers kort voor pensioen of leeftijdsontslag, niet meer als herplaatsingskandidaat worden aangemerkt. Zij worden geaccommodeerd (= niet met ontslag bedreigd). In het SBK wordt onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën - medewerkers 4 jaar tot 2 jaar voor pensioen of leeftijdsontslag komen i.h.k.v. het functietoewijzingsproces in aanmerking voor een andere passende functie. Is zo n functie er niet, dan kunnen andere passende werkzaamheden worden opgedragen doch niet-zijnde reguliere functies; - medewerkers 2 jaar of korter voor pensioen of leeftijdsontslag worden andere passende werkzaamheden aangeboden; zij komen dus niet in aanmerking voor het functietoewijzingsproces. Deze bepaling geldt niet indien er een functie vacant is waarvoor een medewerker uit deze categorie als enige geschikt is en er geen andere geschikte medewerkers zijn. De betrokkene blijft op die functie tot pensioen of leeftijdsontslag en nadienen is onmogelijk. Het tegengaan van verdringing speelt dus wel een rol bij deze maatregel voor de bovengenoemde categorieën maar verdringing vormt geen expliciet toetsingscriterium bij de individuele functietoewijzing, aldus de voorzitter. Dáárover zijn immers geen afspraken gemaakt. De heer Pieters stelt dat de informatie in het artikel en de toelichting daarop door de voorzitter juist zijn. Echter, functietoewijzing of toekenning van passende werkzaamheden aan de categorie medewerkers 4 jaar tot 2 jaar voor het pensioen of leeftijdsontslag mag volgens de afspraken en het besprokene in eerder overleg geen verdringingseffect tot gevolg hebben. De heer Van Hulsen wijst op de brief van de ACOP van 24 april 2012 inzake de functietoewijzing aan een medewerker met ontslagbescherming [AP-DO/12.00234] waarmee het overleg over dit onderwerp destijds aanving. Deze brief is besproken in de vergadering van de werkgroep AP van 8 mei 2012 [verslag: AP/00315, agpt. 3]. Geconcludeerd werd dat op de vliegbasis Eindhoven onjuist was gehandeld. De voorzitter merkt op dat dit concrete geval zag op de situatie waarin de herplaatsingskandidaat zou worden ontslagen als gevolg van de functietoewijzing aan een medewerker met ontslagbescherming. Dat zou een verdringingseffect betekenen. De heer Van Hulsen constateert dat de werkgever nu een nuance aanbrengt op de behoudmaatregel. Indien het verdringingseffect volgens de werkgever geen rol speelt bij een individuele functietoewijzing, vraagt spreker wanneer verdringing wel als criterium wordt gehanteerd. De voorzitter antwoordt dat verdringing als criterium bij de totstandkoming van de behoudmaatregel aan de orde kwam om de functietoewijzingsautoriteit de mogelijkheid te geven te kiezen uit een aantal opties (waaronder het opdragen van andere, passende werkzaamheden) opdat die autoriteit recht kan doen aan de 2/12

positie van herplaatsingskandidaten. Hiervoor zijn ook financiële middelen beschikbaar gesteld. Spreker noemt dit een macro-criterium ; dit moet bij de individuele functietoewijzing weliswaar nauwkeurig worden bekeken maar het is niet een van de af te wegen criteria. Spreker zegt een nota toe (pm). De heer Pieters vraagt de voorzitter of het wel of niet mogelijk is dat een medewerker uit de categorie 4 jaar tot 2 jaar voor pensioen of leeftijdsontslag, een functie krijgt toegewezen waardoor een andere medewerker herplaatsingskandidaat of zelfs ontslagen wordt. De voorzitter antwoordt ontkennend ingeval er voor een functie een geschikte medewerker is. De heer Pieters begrijpt hieruit dat indien er meerdere geschikte kandidaten zijn voor een functie, waaronder een medewerker uit de categorie 4 jaar tot 2 jaar voor pensioen of leeftijdsontslag, de medewerker uit die categorie afvalt voor de vervulling van die functie. Immers, er zijn ook andere geschikte kandidaten en door het afvallen blijft het verdringingseffect uit. Dat komt overeen met de werkgeversbijdrage in de werkgroep AP van 8 mei 2012. De heer Van der Hulst wijst op de arbeidsvoorwaardelijke en rechtspositionele afspraken waarin de intentie is afgesproken dat geen verdringingseffecten optreden. Alvorens het overleg over mogelijke nuances van werkgeverszijde te vervolgen, hecht spreker er sterk aan dat deze eerst een nota verstuurt aan de centrales opdat zij deze kunnen vergelijken met de afspraken. De heer Schilperoort stelt n.a.v. de behandeling van de brief van ACOP van 24 april 2012 dat bij een individuele aangelegenheid het niet altijd mogelijk is vast te stellen of er verdringingseffecten optreden. De werkgever zegde echter toe dat er geen verdringingseffecten zouden ontstaan. Spreker maakt daaruit op dat indien een medewerker overtollig wordt als gevolg van de functietoewijzing aan een herplaatsingskandidaat, de werkgever voor de medewerker een andere functie zal regelen. De voorzitter antwoordt dat er een instrument is ontwikkeld dat de situatie probeert te voorkomen die de voorgaande spreker zojuist schetste. Ingeval die situatie zich toch voordoet, gaat de heer Schilperoort ervan uit dat de werkgever ervoor zorgt dat de betrokken medewerker niet ontslagen wordt. De voorzitter antwoordt ervan uit te gaan dat zodra de centrales menen dat iemand tussen wal en schip dreigt te geraken als gevolg van de in dit gremium gemaakte afspraken, zij daarover overleg met hem zullen voeren om tot een oplossing te komen. Zoals eerder gezegd in deze vergadering, stuurt de voorzitter hierover een nota toe ter behandeling (pm). Banen 4 Defensie, artikel in De Telegraaf De heer Pieters vernam hieruit dat het bedrijfsleven aan Defensie voorstelde overtollige defensiewerknemers te assisteren bij het vinden van een baan. In het artikel wordt aangehaald dat dit voorstel met de vakbonden dient te worden besproken. De voorzitter antwoordt dat Defensie momenteel bekijkt of invulling kan worden gegeven aan dit voorstel, v.z.v. dat aansluit op de bestaande afspraken inzake arbeidsmarktbemiddeling. Defensie zal hierover z.s.m. uitsluitsel geven aan de centrales (pm). Vaststelling agenda Met het oog op de urgentie wordt op voorstel van de voorzitter agendapunt 7: Actualisering URD, eerder in deze vergadering behandeld. 3/12

Agendapunt 2: Openstaande punten vacaturebank (AP/12.00405 of AP/12.00465) Brief SG aanwijzing vacaturebank (AP/12.00465) Bijlage 1. Concept aanwijzing SG versie 28 juni 2012 3. Toepassing vacaturebank Algemeen De heer Van Hulsen acht de voorgestelde teksten overeenkomstig eerder overleg. e. 2 e alinea De heer Van Hulsen stelt voor om de zin: Als deze matching niet mogelijk blijkt; te vervangen door Als de in de eerste volzin genoemde matching niet mogelijk blijkt,. Voorts stelt spreker voor om na artikel 12a van het AMAR in te voegen Daarbij geldt dat het behoud van een baan bij defensie boven het carrièrepad of de loopbaanontwikkeling gaat van een individuele militair of woorden van gelijke strekking Op dit punt verwijst spreker naar eerder overleg m.b.t. de P-labeling van mogelijke ondertalligheid bij het ene defensieonderdeel terwijl er boventalligheid van gekwalificeerde medewerkers is bij een ander defensieonderdeel. Indien de P-labeling wordt verlaten, kan de boventallige medewerker van het ene onderdeel zonder obstakels solliciteren naar een functie bij het andere onderdeel; dat geldt wat hem betreft voor zowel burgers als militairen met elke kleur pak. I.h.k.v. één interne defensiearbeidsmarkt onderschrijft de voorzitter dat bij functietoewijzing de vacatures uitwisselbaar moeten zijn tussen de diverse onderdelen, dat geldt zowel voor burgers als voor militairen met elke kleur pak. Voorkomen moet worden dat vacatures open blijven terwijl er elders herplaatsingskandidaten zijn of medewerkers voor ontslag in aanmerking worden gebracht. De heer Schilperoort stelt voor dat indien een vacatureopenstelling geen geschikte kandidaten oplevert vanuit het eigen defensieonderdeel, meteen alle sollicitanten vanuit andere onderdelen in beschouwing worden genomen. Bij het desbetreffende defensieonderdeel is dus geen getrapte vacatureopenstelling en de kandidaten van andere onderdelen worden niet als voorraad achter de hand gehouden. De voorzitter wijst in dit kader op het gestelde in de eerste zin van bepaling d. De heer Van der Hulst benadrukt dat de selectie en toewijzing van een functie meteen open moet staan voor medewerkers van alle OPCO s. De heer Schilperoort stelt voor in bepaling e. het volledige traject stapsgewijs te beschrijven met inachtneming van de in deze vergadering gemaakte opmerkingen. M.b.t. de zin beginnend met Indien de vacature stelt de heer Pieters voor na kan in te voegen tijdelijk. Spreker vraagt vervolgens om een toelichting op de loopbaanontwikkeling van militairen in de zin beginnend met In het belang van. De heer Dekker antwoordt dat een militair op enig moment i.h.k.v. zijn loopbaanontwikkeling een bepaalde functie dient te vervullen. Hier wordt bedoeld dat een militair ook voor zo n functie bij een ander OPCO in aanmerking moet komen indien die functie bij zijn OPCO ontbreekt. Daarmee wordt afgeweken van de regel dat bij de selectie eerst geschikte militaire kandidaten passend bij het OPCO-label in beschouwing worden genomen. De voorzitter stelt voor de zin als volgt te laten beginnen: In het belang van de organisatie of in het belang van de betrokken militaire medewerker. 4/12

Partijen zullen zich nog beraden over de voorstellen m.b.t. het voorkomen van ontslag en de positie voor medewerkers van andere OPCO s. Noot secretariaat: Naar verluidt heeft deze afstemming na afloop van de vergadering plaatsgehad en is de concept aanwijzing vacaturebank vastgesteld. Agendapunt 7: Actualisering URD (AP/12.00372) De voorzitter stelt aan de orde het voorstel van de centrales tot aanpassing van het URD, hoofdstuk 5, op de volgende punten: 1) moment van vacaturepublicatie. Bij de vaststelling van het DRP vinden de centrales publicatie van de vacatures prematuur, zij willen wachten tot de vaststelling van het PVP; 2) wel of niet horizontaal vullen van vacatures ( banen voor loopbanen ); 3) met het oog op de komende reorganisaties stellen de centrales een procestoetsing door de BCO voor om te kunnen vaststellen of het functietoewijzingsproces integer is verlopen. Spreker geeft aan dat defensie zeer zeker met de centrales wil overleggen over het URD, ook om tegemoet te komen aan de wens vanuit de organisatie snel duidelijkheid te verschaffen. De heer Schipper onderstreept zijn opmerking in de brief dat deze zaak reeds sedert begin maart 2012 loopt. Het verbaast hem dat de werkgever nu haast heeft met deze zaak. De voorzitter beaamt dat het hoog tijd werd de discussie hierover te voeren. De heer Schipper herinnert aan het voorstel van de centrales om bij de bekendstelling van transitiecodes aan medewerkers voortaan ook een inventarisatie van toegepaste SBK-instrumenten voor te leggen. Dit voorstel is ten onrechte buiten beschouwing gebleven in het defensievoorstel. Dit is punt 4 naast de door de voorzitter eerder genoemde 3 punten. De heer Van der Hulst merkt op dat het voorstel van de centrales van 8 maart 2012 * onbesproken is gebleven in het technisch werkverband BMD. Het verbaast hem dat de werkgever een ander voorstel voorlegt. De heer Van Hulsen stelt dat eerst vastgesteld moet worden welke medewerkers gebruik maken van het SBK en derhalve al aan de voorkant van een reorganisatietraject afvallen. De voorzitter antwoordt dat bij een reorganisatie, defensie haar activiteiten alleen richt op degenen die reëel belanghebbend zijn. Vacaturepublicatie De heer Schipper stelt dat het moment van publicatie is gerelateerd aan de bepaling van code 2-. Indien defensie ná vacaturepublicatie zou besluiten over functietoewijzing (code 2-), zijn er teveel gegadigden voor te weinig functies. De voorzitter stelt dat o.g.v. het DRP bekend is welke vacatures voorkomen in de nieuwe organisatie. Die vacatures kan men volgens spreker al bekend maken en daarbij aangeven dat de selectie daarvoor eerst plaatsheeft wanneer het PVP beschikbaar is. De heer Van Hulsen antwoordt dat dit wel kan indien er sprake is van nieuwe functies en functies met code 2+. Echter, defensie moet eerst een besluit nemen over de categorie medewerkers met code 2-. De heer Pieters vervolgt dat het aantal medewerkers met code 2- groter is dan het beschikbare aantal arbeidsplaatsen. De werkgever stelt voor om bij publicatie van het DRP, iedereen in de gelegenheid te * stuk onbekend bij het secretariaat 5/12

stellen te solliciteren maar met uitzondering van degenen die nog wachten op het bericht of zij al dan niet een functie hebben. Van die groep valt weliswaar een aantal medewerkers af maar de anderen maken dan geen kans meer omdat de vacatures al gepubliceerd zijn. De heer Dekker licht toe dat defensie meent dat de publicatie van nieuwe functies meteen kan plaatshebben na de vaststelling van het DRP. Publicatie wil echter niet zeggen dat al selectie plaatsheeft, alleen de periode van vacaturestelling wordt langer zodat kandidaten daarvoor langer kunnen opteren. Met het oog op gelijke kansen is het de bedoeling om medewerkers met code 2+ of met code 2- ook volop in beeld te brengen voor de nieuwe functies. De heer Pieters informeert naar de toegevoegde waarde van een langere vacatureopenstelling. Alle functies zijn momenteel langer zichtbaar maar van belang is wanneer een functie wordt opengesteld voor sollicitaties. Hij merkt verder op dat ook een medewerker met code 2- recht heeft op een overwegingstermijn van 21 dagen of hij al dan niet zal solliciteren op een vacature. Een eerdere openstelling heeft dus geen toegevoegde waarde. De heer Schipper licht toe dat eerst bepaald moet worden welke functionarissen code 2- krijgen om daarna tot vacaturepublicatie over te gaan. De voorzitter stelt voor het zichtbaar maken van een vacature te handhaven. Medewerkers kunnen daarvan dan al kennisnemen. De daadwerkelijke openstelling met inbegrip van de 21 dagentermijn en de selectieprocedure heeft plaats nadat het PVP is vastgesteld (conform de aanwijzing SG). Daarmee wordt recht gedaan aan de medewerkers met code 2- en is duidelijk welke vacatures worden vrijgegeven. De heer Schipper voegt hieraan toe dat bij de vacaturepublicatie in de vacaturebank, ook medewerkers buiten het reorganisatiegebied kunnen solliciteren. De heer Van der Hulst licht toe dat de nieuwe vacatures geplaatst moeten worden in de arbeidsplaatsenbank. Nadat het PVP is vastgesteld worden de vacatures als zodanig gepubliceerd in de vacaturebank. Van belang in dit geheel is het moment waarop mensen kunnen solliciteren naar een functie. De heer Schilperoort acht bepalend het moment waarop functies in PeopleSoft geplaatst worden. De heer Dekker stelt dat een vacature al zichtbaar kan worden gemaakt zodat het personeel kennis neemt van mogelijke functies. De feitelijke openstelling conform de aanwijzing SG Vacaturebank heeft dan plaats na de vaststelling van het PVP. Deze procedure biedt in juridische zin gelijke kansen voor iedereen terwijl de organisatie in een vroeg stadium keuzes kan maken. Horizontale functievervulling De voorzitter refereert aan het voorstel van de centrales voor het URD: primair selectie op medewerkers met een bij een vacature bijbehorende rang en bij het ontbreken van geschikte kandidaten, secundair vacatureopenstelling voor personen met een loopbaanpad. De heer Van der Hulst licht toe dat de centrales willen voorkomen - zonder dit geheel uit te sluiten - dat een medewerker wordt bevorderd met als gevolg boventalligheid van een andere medewerker die zo n rang al had. Dat leidt tot hogere kosten in dubbele zin als gevolg van de rangsbevordering en boventalligheid. De centrales zijn zich zeer wel bewust dat bevorderingsruimte noodzakelijk is voor een organisatie maar stellen voor eerst te kijken naar de mogelijkheden voor horizontale vulling 6/12

De voorzitter wijst op de mogelijke gevolgen van het voorstel zoals tijd- en kwaliteitsverlies bij de vulling. V.w.b. militairen, horizontale vulling zou veeleer in het SBK thuishoren en niet in het URD (het SBK kent deze voorziening al voor burgers). De heer Schipper wijst op de ervaringen in het verleden met vulling binnen OPCO s. Medewerkers werden bevorderd terwijl een defensiebrede coördinatie zo goed als afwezig was. Ingeval van een reorganisatie worden de functies gepubliceerd in de vacaturebank en kan elke defensiemedewerker daarop solliciteren, zoals zojuist is afgesproken. Indien dan bij de eerste slag geen horizontale vulling plaatsheeft, hebben de centrales o.g.v. hun ervaringen in het verleden geen enkel vertrouwen in een adequaat proces. Overigens, in de praktijk zal bij een reorganisatie het merendeel van de functies horizontaal worden gevuld. Om de organisatie flexibel te houden, stellen de centrales uitdrukkelijk voor dat in beginsel eerst horizontale functievulling plaatsheeft, aldus de heer Van der Hulst. De heer Van Hulsen geeft aan dat de centrales met hun voorstel, geen blokkade neerleggen tegen verticale vulling. De centrales koppelen de horizontale vulling aan de eerste slag, in de tweede slag is dan de verticale vulling van de functies die horizontaal onvervulbaar bleken. Om tijdverlies te voorkomen stelt de voorzitter voor de voorgestelde volgtijdelijkheid achterwege te laten. Bij de eerste slag gaat men dan primair uit van horizontale vulling maar tegelijkertijd kijkt men dan ook naar verticale vulling. Er zijn immers ook kandidaten met een lagere rang, met een andere kleur pak dan het label voorschrijft enz. Factoren die dan in ogenschouw worden genomen zijn onder meer kwaliteit, rechtspositie, verdringingseffecten, banen voor loopbanen. Spreker staat niet geheel onwelwillend tegenover de voorstellen van de centrales maar hij wil met het oog op de bezwaren daartegen van de OPCO s voorkomen dat er dichtgetimmerde regelingen ontstaan. De heer Schilperoort stelt dat het hier gaat om nieuwe functies die ontstaan bij een reorganisatie. Dat blijft zich waarschijnlijk voordoen en de OPCO s hoeven dus ook niet bang te zijn dat de flexibiliteit komt weg te vallen. De heer Van der Hulst merkt op dat indien naast horizontale ook verticale functievulling plaatsheeft en er dan boventalligheid ontstaat, een OPCO dat moet kunnen uitleggen. De procescontrole bij dat OPCO moet dan optimaal zijn. Zoals gezegd, sluiten de centrales in hun voorstel verticale functievervulling geenszins uit maar heeft horizontale vulling in begínsel prioriteit. De heer Van Hulsen verwacht dat de meeste functies horizontaal vervuld zullen worden. Indien daarna nog in een tweede slag resterende functies verticaal vervuld moeten worden, is het geen probleem als dat wat later gebeurt. In dit kader wijst hij op de lange duur die het de werkgever soms kost om een DRP vast te stellen, dan is wat extra tijd daarna voor een zorgvuldige behandeling van het personeel zeker gepast. Bij een samenvoeging van horizontale en verticale vulling, zoals de werkgever voorstelt, gelden voor spreker de volgende voorwaarden: 1) voorkomen moet worden dat medewerkers gaan denken dat hen bepaalde toezeggingen zijn gedaan; 2) na een plaatsing moeten de centrales een reële kans krijgen de argumenten voor een verticale plaatsing ter discussie te stellen De voorzitter merkt op dat bij de uitwerking van een regeling voor horizontale en verticale functievervulling uiterste aandacht moet worden besteed aan zaken als de intenties, de procedure die een functietoewijzer moet doorlopen, de te toetsen afwegingen, het streven om de juiste medewerker de juiste functie te laten vervullen enz. De uitvoering van zo n regeling moet toetsbaar zijn. 7/12

De voorzitter stelt dat de intenties van partijen helder zijn. Naar die intenties is te verwijzen in het URD maar hij omdat de regelgeving op dit punt al tamelijk gedetailleerd is wil op hij niet komen tot nieuwe regelgeving De heer Van der Hulsen licht toe dat de centrales een dwingende regeling voorstellen. Voor spreker is een intentie onvoldoende want dat zal keer op keer leiden tot discussies over de uitleg daarvan. De centrales geven aan dat horizontale vulling zoals zij voorstellen, al toegepast wordt bij het CLAZ en het CLSK. Het is dus geen nieuwe regeling. De heer Van der Hulst wijst op het verwachte grote aantal PVP s dat moet worden vastgesteld. Het is zaak te proberen die eenduidig te behandelen en daarvoor is een goede, zij het niet een dichtgetimmerde, regeling nodig in het URD. Procestoetsing De heer Van der Hulst licht toe dat er al 2 BCO s zijn. De ene BCO kijkt naar de toegekende functiecodes. Na het verschijnen van de voornemen tot plaatsing-brief met een heroverwegingstermijn van 14 dagen, bekijkt de andere BCO de behandeling van de heroverwegingen. De centrales stellen voor dat zij na de vacaturevervulling de vulling van de dan ontstane organisatie en de uitvoering van de afspraken bekijken. Bij afwijkingen van de horizontale vulling, moet defensie de redenen daarvoor aangeven. De heer Schipper geeft aan dat de vacaturevervulling geen zaak is voor de centrales. De angst daarvoor van de OPCO s is dan ook ongegrond. De centrales willen slechts de uitvoering van de afspraken i.h.k.v. het SBK kunnen bekijken en daarover zo nodig met defensie te overleggen. Het lijkt spreker voor alle partijen, waaronder de medewerkers maar ook defensie, goed dat zulk soort zaken naderhand goed bekeken worden; dat kan redelijk snel. De voorzitter heeft op zich geen bezwaar tegen een rol van de centrales om de procesvoering te verbeteren. Hij wijst in dit kader op de Toetsingscommissie zoals verwoord in het SBK. Indien deze Toetsingscommissie veelvuldig blijkt te worden ingezet, dan kan dat aanleiding vormen het proces in de BCO te bespreken. De heer Van Hulsen merkt op dat het voorstel van de centrales zeer doordacht is en in diverse gremia is besproken met de krijgsmachtdelen. Daar is er draagvlak voor dit voorstel, menen de centrales. Spreker ziet dan ook niet in waarom de werkgever in deze vergadering zich bevreesd toont dit voorstel te bespreken binnen zijn achterban. De voorzitter antwoordt dat hij zich goed op de hoogte wil stellen van de argumenten van de centrales. Dar vergroot volgens hem de kans te komen tot een gezamenlijk gedragen resultaat. Verdere gang van zaken De voorzitter neemt het in deze vergadering besprokene m.b.t. het voorstel van de centrales mee terug voor achterbanberaad (pm). Om tot een afronding te kunnen komen geeft spreker een terugkoppeling aan de centrales in een ingelast overleg op 10 juli 2012 in aanwezigheid van de HDP. Noot secretariaat: op 10 juli is geen overleg geweest. De heer Schipper herhaalt dat de werkgever lange tijd blijkt nodig te hebben om tot besluitvorming te komen terwijl de centrales de bemensing van de BCO s van hun kant al adequaat geregeld hebben. Het komt hem voor dat vertragingen vooral worden veroorzaakt door de OPCO s en andere onderdelen binnen defensie. 8/12

Agendapunt 5: Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/12.00404) Op voorstel van de voorzitter sturen de centrales hun schriftelijk commentaar aan hem toe (pm).. De heer Van Hulsen stelt dat defensie steeds meer gebruikt maakt ICT, zoals internet. Daarvoor zijn richtlijnen opgesteld en het verbaast hem dat mondelinge klachten en klachten per e-mail gelijk gesteld worden. De voorzitter begrijpt dat de vorige spreker voorstelt een klacht per e-mail te behandelen als een schriftelijke klacht. Agendapunt 3: Overgang defensiepersoneel van ADD naar ADR (AP/12.00068 en AP/12.00327) De voorzitter stelt voor om na voltooiing van de pakketvergelijking tussen de sectoren rijk en defensie een concept P-paragraaf te behandelen in de Werkgroep AP na het zomerreces (pm). De heer Pieters wijst in dit kader op de SG aanwijzing sourcing, deze is ook van toepassing bij de overgang naar een andere overheidssector. Spreker vermoedt dat het overleg breder zal dienen te zijn dan de voorzitter nu voorstelt. De heer Schipper stelt dat een VRP moet worden opgesteld m.b.t. de overgang van de ADD van de sector defensie naar de sector rijk. I.h.k.v. de personele paragraaf in dat VRP zal met de centrales overlegd dienen te worden over de algemene personele aspecten. De heer Schilperoort wijst in dit verband op het sourcingskader. Agendapunt 4: Mobiliteit burgerpersoneel (AP/11.00429, AP/12.00141 en AP/12.00420) De voorzitter stelt voor dat de centrales schriftelijk hun standpunten en prioriteiten kenbaar maken opdat de werkgever na het zomerreces een concept regeling in overleg kan brengen. Mevrouw Manschot bericht dat de centrales dit eerst willen bespreken in informeel overleg na het zomerreces. Aldus wordt besloten (pm). De heer Pieters merkt m.b.t. de nota Rapport Mobiliteit Burgerpersoneel op dat een verwijzing naar het jaarplan 2012 van de HDP geen zaak is voor de centrales. Zij conformeren zich dan ook niet hieraan. Agendapunt 6: Numerus fixus (AP/12.00416) Op voorstel van de voorzitter wordt de brief behandeld na het zomerreces (pm). Agendapunt 8: Rondvraag en sluiting Er zijn geen rondvraagpunten. De voorzitter sluit de vergadering. 9/12

Actiepuntenlijst behorende bij AP-overleg 3 juli 2012 Nr Onderwerp (en evt. vindplaats) Korte omschrijving van te nemen actie Voortgang van zaken 1 Verdringingseffecten Verslag 3-7-2012 AP/12.00538, ap. 1 Nota aan centrales zenden 2 Voorstel bedrijfsleven inz. arbeidsmarktbemiddeling Defensie beziet in hoeverre dit voorstel aansluit bij huidige praktijk 3 Inzet NL Militairen in Syrië (AP/12.00421) Verslag 26-6-12 (AP/12.00535), ap.1 4 Strafvordering in uitzendgebieden (SOD/09.00566/610)(AP/10.00594, - /10.00608) Verslag AP 15-12-09, Ag.pt. 2 Verslag AP 13-10-10, Ag.pt. 2 5 Defensie Conditieproef - DCP- (AP/10.00125/AP/10.00195) Verslag AP 06-04-10, Ag.pt. 6 Verslag AP 20-04-10, Ag.pt. 2 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag AP 06-03-12, Ag.pt.2 Verslag 26-6-12 (AP/12.00535), ap.2 6 Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar (AP/10.00435) Verslag AP 13-10-10, Ag.pt.3 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), ap.2 7 Bevorderingsprotocollen CZSK (AP/10.00584) Verslag AP 18-11-10, Ag.pt. 5 Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Verslag AP 01-05-12,Ag.pt. 2 8 -Veteranennota 2012 Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), Ap. 2 -Evaluatierapport Trimbos (AP/11.00166) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Verslag AP 15-05-2012 (ap.2) (AP/12.00336) 9 Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/11.00213) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Verslag AP 01-05-2012, Ag.pt.2 10. Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned. Defensiepersoneel in de West Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 5 Brief aan centrales sturen dat militairen niet worden ingezet. *Bezien opmerkingen centrales m.b.t. tappen telefoonlijnen *Afdoening in brief *Bezien opmerkingen centrales in APoverleg van 06-04-2010 Uitkomsten Pilot uiterlijk 1 maart 2012 aanbieden *Uitzoeken of bij de KL eisen DCP eminente rol spelen bij functietoewijzing - Agenderen AP augustus 2012. Aanbieden uitkomsten van de Evaluatie. Evaluatierapport agenderen e.v. vergadering. Bilateraal overleg tussen CZSK-CMHF - Brief CCOOP agenderen voor 28-8-12 - Rapportage monitor belasting en zorg aanbieden aan centrales. Aangepaste versie aanwijzing SG + Rijksbrede aanwijzing aan centrales sturen Voorgestelde regeling na evaluatie in overleg met CZSM omzetten in een structurele regeling. Gereedstelllings opdracht is ingetrokken CCOOP komt op korte termijn met een reactie In IOREOCZSK van 5/7 wordt probleem geduid. 10/12

Verslag AP 01-05-2012, Ag.pt.2 Verslag 08-05-2012 (AP/12.00315), ap.5 11 Herziene CLAS-nota P-maatregelen 2012 e.v. (AP/12.001-011 en AP/12.00020) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 3 Verslag AP 01-05-2012, Ag.pt.4 Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), ap. 2 12. Functiewaarderingsrapportage (AP/11.00080) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 7 13. E- portfolio Verslag AP 08-05-2012, ap.2 (AP/12.00315) Nota CLAS inz. Oplossing problematiek voorzien van oplegnota aanbieden aan centrales Bezien of rapportage 2011 m.b.t. 2010 geleverd kan worden conform rapportage 2010 m.b.t. 2009 - medewerkers wijzen op belang en gebruik E-portfolio: - BBO verzoeken wegwijzer op hun website te plaatsen; - succesverhalen vermelden: - centrales dragen namen aan van medewerkers die herhaaldelijk gevraagd zijn naar gegevens. Streven is agendering voor AP-overleg 28-08 14. Digitale verzending Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 1 15. Werkproces USG Restart Verslag 26-06-2012 (AP/12.00535), ap.2. N.a.v. uitleg CAOP aan defensie beziet defensie wat nodig is voor digitale verzending Demonstratie in wg. AP volgt. 16. Uitvoering SBK Afspraken (AP/12.00237 en AP-DO/12.00234) Verslag AP 08-05-2012, Ag.pt.3 (AP/12.00315) Verslag 26-06-2012 (AP/12.00535), Ap. 2 17. Planvullingslijnen DCHR (AP/12.00052) Verslag 08-05-2012, ap.4 (AP/12.00315) - ROND benaderen voor loket waar centrales evidente foute besluiten kunnen melden. - Uitvoeringsrichtlijn voor de Bedrijfsvoering SBK ter info naar centrales. Brief SCO beantwoorden zodra duidelijk is hoe vulling in de praktijk zijn beslag krijgt. 18. Horizontale instroom militaire functies Verslag AP 29-05-12, ap.2 (AP/12.00373) Verslag 26-06-12 (AP/12.00535), Ap. 2 19. Verwijsbeleid militaire gezondheidszorg (AP/12.00235) Verslag AP 29-05-12,ap.toegevoegd (AP/12.00373). 20. Gehoorschade (AP/11.00591, -/12.00174) Verslag AP 29-05-12, ap. 5 (AP/12.00373). -Nagaan wat het AMAR zegt over instroom op een militaire functie. - Informatie over de visie van Defensie wordt toegestuurd -Univé en SZVK confronteren met het niet vergoeden van (tandarts) kosten - Brief centrales in overleg bespreken In een volgende vergadering terugkomen op voorstel periodiek gehooronderzoek. Schadeverhaal wordt uitgezocht. 11/12

21. Instellingsbeschikking TWAV (AP/12.00395) Verslag 26-6-2012, (AP/12.00535), ap.4b 22. Openstaande punten vacaturebank (AP/12.00405). Verslag 26-6-2012, ap. 7 23. Bevoorschotting schoolkosten Verslag AP 26-6-2012, ap.12 (AP/12.00535) 24. Actualisering URD Verslag 26-6-2012 (AP/12.00535) ap. 7 Verslag 3-7-2012 (AP/12.00318), ap. 7 25. Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/12.00404) Verslag 3-7-2012 (AP/12.00318), ap. 5 Instellingsbeschikking aan centrales sturen. Gewijzigde tekst aanwijzing vacaturebank aan centrales zenden Zoeken naar praktische oplossing Rol centrales BCO Defensie zal reageren op besprokene Centrales zullen schriftelijk commentaar leveren Zie brief ACOP dd. 8-8-12 (AP/12.00524) 26 Overgang defensiepersoneel van ADD naar ADR (AP/12.00068, -/12.00327) Verslag 3-7-2012 (AP/12.00318), ap.3 Na voltooiing van de pakketvergelijking tussen de sectoren rijk en defensie, zal een concept P-paragraaf worden behandeld in de Werkgroep AP. 27 Mobiliteit burgerpersoneel (AP/11.00429, -/12.00141 en A-/12.00420) Verslag 3-7-2012 (AP//12.00318), ap.4 Centrales willen hierover eerst informeel overleggen. 28 Numerus fixus (AP/12.00416) Verslag 3-7-2012 (AP/12.00318), ap.5 Bespreking in wg. AP na zomerreces 12/12