Schepping Verdieping: Schepping én evolutietheorie Leeftijd: 13-16 Thema: Schepping Tijdsduur: 20+ min. In deze opdracht a je opzoek naar informatie over de schepping en evolutie. Ook vorm je je mening over die twee. Duur: 25 minuten Nodig: opdrachtenkaartjes, opgehangen in de ruimte, Bijbels, eventueel prijsje voor de winnende groep (het liefst iets om uit te delen). Uitvoering In deze werkvorm krijgen de jongeren spelenderwijs informatie én vormen ze hun mening over hoe schepping en evolutietheorie zich tot elkaar verhouden. Zorg dat er kaartjes met vragen en stellingen in een grote ruimte hebt hangen/liggen (bijvoorbeeld een kerkzaal). Ieder groepje krijgt de opdrachtenkaartjes. Verdeel je groep in kleinere groepjes, afhankelijk van de grootte van de groep. In tweetallen aan de slag gaan is ook goed mogelijk. Geef elk groepje een uitvalsbasis, bijvoorbeeld een tafel. Zorg dat ze wat uit elkaar liggen zodat ze niet makkelijk elkaars gesprekken opvangen. Vertel dat jullie een soort Zweeds renspel gaan doen. Van elk groepje mag er in de tijd maar één persoon een opdracht zoeken. Deze moet hij/zij onthouden en dan terugbrengen naar de groep. Daar mag de groep zich buigen over de vraag en een ander mag de volgende opdracht gaan zoeken (of dezelfde, als het een lange of ingewikkelde opdracht was). De jongeren mogen Bijbel en mobiel gebruiken bij het beantwoorden van de vragen. Ze krijgen in totaal 15 minuten de tijd hiervoor (of 20 minuten bij een grote kerkzaal). De tijdsdruk is wat deze opdracht uitdagend maakt! Eventueel kun je tegen het eind enkele minuten erbij geven, ga daar flexibel mee om om het juiste resultaat te krijgen: wel competitie, maar ook veel vragen beantwoord.
Kom aan het einde van het spel nog even terug op de essentie ervan. Vraag de jongeren bijvoorbeeld wat ze ervan geleerd hebben, wat hen bijgebleven is. Als ze het zelf niet benoemen, leg dan in je eigen woorden uit waarom schepping en evolutietheorie elkaar niet uit hoeven sluiten. In de theologische achtergrondinformatie vind je hierover meer.
Theologische achtergrondinformatie bij het thema schepping Een waargebeurd verhaal: iemand leest voor het eerst in zijn leven Genesis 1 en 2 en zegt: Wat is dit voor raar verhaal? Het lijkt de Donald Duck wel. Het laat zien dat deze teksten ver áf staan van veel mensen. Anderen worstelen met de vraag: is dit nu echt zo gebeurd? Hoe combineren we dat dan met wat we weten over de big bang en de evolutietheorie? De relatie tussen wetenschap en geloof staat hier op het spel. Genesis 1 en 2 bieden geen historisch verslag van het ontstaan van de aarde. Centraal is de boodschap: deze wereld is er niet zomaar, niet toevallig of het gevolg van allerlei natuurlijke, natuurkundige processen. Er zit iets achter, er zit iemand achter. We geloven dat God deze wereld heeft gewild en geschapen. Dat is een geloofsuitspraak. Wetenschappers zeggen daar niets over. Ze beschrijven wat zij ontdekken over het ontstaan van de wereld. Als mensen beweren dat dat toeval is, is dat óók een geloofsuitspraak. Schepping en evolutie hoeven elkaar niet uit te sluiten. Het kan heel goed zijn dat God deze wereld liet ontstaan langs de weg van een big bang en evolutie. Overigens lopen de meningen hierover nogal uiteen binnen de christelijke wereld. Er zijn ook mensen die wél geloven in een schepping in zes keer 24 uur. Afgezien van de vraag in hoeverre Genesis 1 en 2 een historisch verslag zijn, kun je de vraag stellen: wat zegt Genesis 1 en 2 ons méér dan: God zit erachter? Een paar gedachten: - In de omgeving van Israël waren godsdiensten die de zon- of de maangod aanbaden. Genesis 1 zegt: God heeft ze opgehangen aan de hemel. Het zijn scheppingen, geen goden. - Aan de chaos wordt paal en perk gesteld. De Geest van God zweeft boven de wateren van de chaos - en dan komt er iets nieuws. Dat mogen we nog steeds hopen: dat Gods Geest over de chaos zweeft (letterlijk: broedt) en iets nieuws maakt. - De zevende dag is een dag van rust. Het is de eerste dag voor de mensen: die begint dus met rust, met sabbat, met pauze en op adem komen. Dat doorbreekt ons gedraaf en gezwoeg. Het hangt niet allemaal van ons af. - God zag dat het goed was is het refrein. Letterlijk tof, veelbelovend. Het is nog niet af of volmaakt, maar er is ruimte voor ontwikkeling. De mens wordt uitgenodigd de aarde te bewerken en bewaren. - Het refrein God zag dat het goed was krijgt opeens een knik. Het is niet goed klinkt er opeens. Wat is er niet goed? Het is niet goed dat de mens alleen is. De mens is aangelegd op de ander, op ontmoeting, op relatie. Daar moet het over gaan in het leven. Leven met God en met je medemens. - De mens verpest het in hoofdstuk 3. Wantrouwen richting God krijgt de overhand. Adam en Eva eigenen zich iets toe en laten de relatie lopen. Dat wordt een patroon in deze wereld. Zonde noemen we dat. Zonde als in: zonder God. Zonder elkaar. Ieder voor zich. Kaïn vermoordt Abel. Het kwaad openbaart zich.
Zo worden in drie hoofdstukken grondlijnen getrokken. Het toneel wordt neergezet. Dit is Gods aarde, door God gewild. Ruimte voor mensen en dieren, voor goedheid en schoonheid. Op die aarde kiest de mens tegen God en tegen zijn medemens. De gevolgen zijn groot. Daarover gaat het in de rest van de Bijbel.
1 2 3 In hoeveel dagen heeft God de wereld gemaakt? Wat deed God op de zevende dag? Wat was het juweel op de schepping dat Hij op de zesde dag maakte? 4 5 6 Welke opdracht gaf God aan de mens kort na de schepping? Op wie lijkt de mens? Schrijf in één zin op wat evolutie in de biologie inhoudt.
7 8 9 Schrijf in één zin op welke betekenis het scheppingsverhaal heeft. Teken in zeven plaatjes de volgorde van de schepping. Wat is de letterlijke betekenis van evolutie? 10 11 12 a) Hoeveel is 3 plus 4? b) Hoeveel is 3 keer 4? c) Hoeveel is a+b+2+a+b? a) Wat betekent het getal 12 in de bijbel? b) Wat betekent het getal 7 in de bijbel? c) Wat betekent het getal 40 in de bijbel? Hoe zou jij het verschil in het kijken naar de getallen uit vraag 10 en 11 omschrijven?
Bonusvraag Stel je eens voor: Als je in plaats van de getallen uit vraag 10 nu de evolutie zet en de getallen in vraag 11 de schepping Hoe zou je dan het verschil tussen deze twee formuleren?
Antwoorden: 1. 6 2. Rusten 3. Mensen 4. Gen 1:28 5. Ons evenbeeld ofwel, Gods evenbeeld (Gen 1:26 en 27) 6. Iets als: Evolutie is in de biologie de geleidelijke verandering in populaties door overerving met variatie en natuurlijke selectie. 7. Als er iets is opgeschreven, is het goed. Het is de betekenis die het voor de jongeren heeft die telt. 8. Zie Gen 1. 9. Zich ontrollen of afwikkelen. 10. a. 7 b. 12 c. 40 11. a. Volmaakte regering b. Volheid/volmaaktheid c. Testen, beproeven 12. Alle antwoorden zijn goed, zolang er maar wat opgeschreven is. Hopelijk gaat het in de richting dat het één is zoals het logischerwijs is en het ander betekenis geeft aan hoe je tegen dingen aankijkt.