omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht B.L. Reuvers Postbus GJ AMSTERDAM

de aangevraagde ontheffing voor het onder zich hebben en vervoeren van de overige in de aanvraag genoemde soorten te weigeren;

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ministerie van Defensie DVD/Vastgoed West KHK/ K2 D.L. Voerman Dr Stolteweg AX ZWOLLE

Dura vermeer Divisie Infra BV R. Schunk Taurusavenue 100 Postbus AC Hoofddorp

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Soortenbescherming. Buitenevenementen

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Waterschap Rivierenland M. Wannée Postbus AN TIEL. Datum 23 december 2014 Betreft Besluit verlenging ontheffing. Geachte heer Wannée,

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gemeente Amersfoort R.J. Limburg Postbus EA AMERSFOORT. Datum 11 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wat houdt werken met de gedragscode flora en fauna in?

Gemeente Drimmelen J. Mandemakers Postbus AA MADE. Datum 12 september 2014 Betreft Beslissing wijziging ontheffing Art. 75 Flora en faunawet

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Beek R. van den Munckhof Raadhuisstraat KA BEEK. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing aanvraag. Geachte heer van den Munckhof,

Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Beheer B.V. G. van der Vlies Veenslagen RT AMERSFOORT

Van der Valk Hotel, Akersloot M. Wulp Geesterweg 1A 1921 NV AKERSLOOT. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Recreatieschap Rottemeren K. Opstal Postbus AH SCHIEDAM. Datum 19 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Werken met de gedragscode flora en fauna wat houdt dat in?

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Hoogheemraadschap van Delfland J.J. van den Hooff Postbus DB DELFT. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting SWZ M. Boeijen Postbus DA ZWOLLE. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Kaag en Braassem Afdeling Ontwikkeling J.J. Démoed Postbus AA ROELOFARENDSVEEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

R. Grimminck duivenoverlastbestrijding R. Grimminck De Heul AJ OOSTZAAN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Wet natuurbescherming gemeente Oldebroek Activiteit

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Utrechtse Heuvelrug R. ter Horst Postbus AE DOORN. Datum 7 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat Midden Nederland F. Waarsenburg Postbus AP LELYSTAD. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Waternet J. Wright Postbus GJ AMSTERDAM. Datum 3 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Leiden Dienst Bouwen en Wonen Projectmanagementbureau Mevrouw M.J. Rieter Postbus PC LEIDEN. Geachte mevrouw Rieter,

Natuurlijk! Fauna-advies B.V. C.F. Schoon Hofsemolenweg PM VAASSEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Deventer E.T.M. Masman Postbus GC DEVENTER. Datum 17 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Harderwijk. Postbus AA HARDERWIJK. Datum 6 september 2012 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen.

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00475757 ODH-2017-00089591 1 1 SEP. 2017 Wet natuurbescherming, soortenbescherming Onderwerp Op 16 februari 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming. De aanvraag heeft betrekking op fase 1 van de herontwikkeling van het Deltaplein in Kijkduin. Ontheffing wordt gevraagd voor het overtreden van de verbodsbepaling genoemd in artikel 3.10, eerste lid, onder c, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk vernielen van het glad biggenkruid (Hypochaeris glabra). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 September 2017 tot en met 1 februari 2019. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen; II. III. de voorschriften 1. tot en met 5. te verbinden aan deze ontheffing; de aanvraag van 16 februari 2017 en de aanvullende stukken van 10 mei 2017 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor de2;en, ing. L. Hopm an Hoofd Toetsimg & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.

VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1. De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan de Afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer 078-7708585, emailadres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van Flora en Fauna (FF) - uiterlijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden de afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 2. De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld en op de locatie aanwezig te zijn. In het ecologisch werkprotocol dient in ieder geval het volgende te worden opgenomen: a. De voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b. Aanduiding van de locatie van het plangebied; c. De uit te voeren werkzaamheden; d. De periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e. De mitigerende en compenserende maatregelen; f. De momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. Specifieke voorschriften 4. De ontheffinghouder dient nader onderzoek naar de aanwezigheid van glad biggenkruid uit te voeren binnen het gebied waar de zandstorting gepland is. Indien de soort aanwezig is of aanwezigheid niet is uit te sluiten is, dient de toplaag van het duingebied waar het zand wordt opgebracht (buiten de bloeitijd) eerst te worden afgegraven en tijdelijk in depot te worden gezet. Na het aanbrengen van het zand zal de toplaag (met zaadbank) weer in het werkgebied moeten worden aangebracht. 5. De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige^ op het gebied van glad biggenkruid. Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 2/5

OVERWEGINGEN Aanleiding Op 16 februari 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag heeft betrekking op fase 1 van de herontwikkeling van het Deltaplein in Kijkduin. Ontheffing wordt gevraagd voor het overtreden van de verbodsbepaling zoals genoemd in artikel 3.10, eerste lid onder c, voor wat betreft het opzettelijk vernielen van het glad biggenkruid (Hypochaeris glabra). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 September 2017 tot en met 1 februari 2019. Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd: Quickscan natuurwetgeving Kijkduin-bad, project Deltaplein, Fred Kijkduin B.V., 15 februari 2017, opgesteld door Arcadis; Tekening fasering en programma Kijkduin. Op 10 mei 2017 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: - Beantwoording vragen met betrekking tot verzoek aanvullende informatie, Arcadis. Op 17 mei 2017 hebben wij het schetsontwerp inpassing vrijkomend zand Kijkduin-bad winkelgebied Deltaplein, fase 1 ontvangen. Procedure De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 10 april 2017 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. De procedure is op 10 mei 2017 hervat. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, Wnb hebben wij op 21 februari 2017 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken veriengd. Zienswijzen De ontwerpbeschikking heeft vanaf 13 juli 2017 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wijziging ten opzichte van ontwerpbeschikking Ten opzichte van de ontwerpbeschikking zijn geen wijzigingen aangebracht. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag om ontheffing voor het glad biggenkruid is getoetst aan de artikelen 3.8 en 3.10 van de Wnb. Glad biggenkruid is een vaatplant, genoemd in de bijlage, onderdeel B van de Wnb. Op grond van artikel 3.10, eerste lid, onder c van de Wnb is het verboden vaatplanten van soorten, genoemd in de bijlage, onderdeel B bij de Wnb: 3/5

- opzettelijk te plukken en te verzamelen, afte snijden, te ontwortelen ofte vernielen. Op grond van artikel 3.10, tweede lid, juncto artikel 3.8, vijfde lid, van de Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: - er geen andere bevredigende opiossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.10, tweede lid, aan de orde is en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de herontwikkeling van het bestaande winkelcentrum met 215 appartementen, winkels, horeca, overige voorzieningen en een parkeergarage. Het projectgebied bestaat uit het huidige winkelgebied, parkeerterrein en een deel van het Deltaplein. Het plangebied is vrijwel volledig bebouwd en bestraat. De aanvraag ziet uitsluitend op fase 1. In deze fase worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd: het verwijderen van de bestaande verharding, de realisatie van 70 woningen en de realisatie van een verdiepte parkeergarage. Door de verdiepte aanleg van de parkeergarage komt circa 18.000 m^zand vrij. Dit vrijkomende zand zal, vanuit eisen van de waterveiligheid, in de duinstrook vallend onder het Natura 2000-gebied tussen Kijkduin-Bad en het strand worden gebracht^. In het schetsontwerp van 17 mei 2017 is nader uitgewerkt waar het vrijkomend zand zal worden gebracht. In deze eerste fase (duur 1,5 jaar) wordt geen bestaande bebouwing gesloopt. Overtreding verbodsbepalingen Door het aanbrengen van circa 18.000 m^ zand in het duingebied voor Kijkduin-Bad kunnen groeiplaatsen van het glad biggenkruid (tijdelijk) worden aangetast of weggenomen. Hiermee wordt de verbodsbepaling "opzettelijk vernielen plantensoort in hun natuurlijke verspreidingsgebied" uit artikel 3.10, eerste lid, onder c, van de Wnb overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op het glad biggenkruid tot een minimum te beperken wordt nader onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van het glad biggenkruid in het duingebied waar 18.000 m2 zand wordt gebracht. Indien de soort aanwezig is of aanwezigheid niet uit te sluiten is, zal de toplaag van het duingebied waar zand opgebracht wordt eerst worden afgegraven en tijdelijk in depot worden gezet. Op deze manier blijft de zaadbank behouden. Het afgraven van de toplaag vindt plaats buiten de bloeitijd (de bloeitijd is van juni tot en met September). Na het aanbrengen van het zand zal de toplaag (met zaadbank) weer in het werkgebied worden aangebracht. Omdat het plangebied na uitvoering van de werkzaamheden weer geschikt habitat vormt voor het glad biggenkruid, kan de soort vanuit de zaadbank zich weer gaan vestigen eniof uitbreiden in het plangebied. Beoordeling staat van instandhouding Wij zijn wij van mening dat de voorgestelde maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en dat het aanbrengen van ca. 18.000 m^ zand niet zal leiden tot verslechtering van de instandhouding van het glad biggenkruid. Belangenonderbouwlng Op grond van het bepaalde van artikel 3.10 van de Wnb kan het belang voor het verlenen van een ontheffing voor soorten, genoemd in bijlage, onderdeel B, verband houden met handelingen in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. De werkzaamheden die nodig zijn voor het aanbrengen van het vrijkomende zand uit de parkeergarage (18.000 m^zand) in het voor de boulevard gelegen duin maakt onderdeel uit van deze ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Gelet hierop zijn wij van oordeel dat het belang "ruimtelijke inrichting" voldoende is onderbouwd om de negatieve effecten op het glad biggenkruid te rechtvaardigen. 2 Hiervoor is een separate aanvraag om vergunning bij ons in behandeling 4/5

Geen andere bevredigende opiossing Het project betreft de herontwikkeling van het Deltaplein in Kijkduin. Hiermee is uitvoering op een andere locatie niet mogelijk. Momenteel zijn veel voorzieningen verouderd, is er een leegloop op de boulevard en is de toegankelijkheid van de badplaats beperkt. Voor het aanbrengen van het zand in het duingebied is geen andere bevredigende opiossing mogelijk omdat het aanbrengen van het zand vanuit een oogpunt van waterveiligheid (eis van Hoogheemraadschap van Delfland) is opgelegd. Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan het glad biggenkruid zoveel mogelijk voorkomen. Er is voldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.10, tweede iid, in samenhang met artikel 3.8, van de Wnb worden verleend. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt onder andere voor de Wet natuurbescherming (gebiedenbescherming). Een aanvraag hiervoor is bij ons in behandeling. Overig Zandhagedis en rugstreeppad In de aanvraag om ontheffing voor het vernielen van het glad biggenkruid is ook verzocht om te bevestigen dat voor de zandhagedis en de rugstreeppad die in het plangebied kunnen voorkomen geen ontheffing noodzakelijk is. Hierover merken wij het volgende op: De zandhagedis en de rugstreeppad zijn van nature in Nederland in het wild levende soorten genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn. Op grond van het bepaalde in artikel 3.5, vierde lid, Wnb is het verboden voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de zandhagedis en de rugstreeppad te vernielen ofte beschadigen. Uit jurisprudentie blijkt dat het hierbij gaat om de functionaliteit van de verblijfplaats, dat wil zeggen dat de verblijfplaats van een soort alle elementen moet bieden die nodig zijn om succesvol in het gebied te verblijven, voortplanten en jongen groot te brengen. Op grond van de overlegde stukken lijkt het aannemelijk dat het duingebied waar het zand wordt aangebracht, niet geschikt is als voortplantingsplaats voor de zandhagedis en rugstreeppad. Echter, het gebied kan mogelijk wel dienen als migratieroute voor beide soorten. Dit betekent dat het werken buiten de kwetsbare periode van deze soorten kan leiden tot het overtreden van een verbodsbepaling. Om dit te voorkomen wordt in de aanvraag voorgesteld om het gebied af te rasteren. Ons is echter niet duidelijk of er voldoende migratiemogelijkheden overblijven voor beide soorten. Gelet op het ontbreken van voldoende informatie hierover, kunnen wij geen antwoord geven op de vraag of een ontheffing voor de zandhagedis en rugstreeppad nodig is. 5/5