omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH SEP omgevingsdienst Bezoekadres Zuld-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunnlngen@odh.nl I vww.odh.nl Beschikl(ing Wet natuurbescherming - Soortenbesclierming Onderwerp Op 3 augustus 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, en artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op het project 'Dijkverbetering Varkenskade Nieuwkoop'. De werkzaamheden betreffen het verhogen van een deel van de Varkenskade om deze te laten voldoen aan de gestelde waterveiligheidseisen en het verleggen van de teensloot. De aanvraag betreft het opzettelijk verstoren van de noordse woelmuis en de rugstreeppad, alsmede het beschadigen en vernielen van voortplanfingsplaatsen of rustplaatsen van de noordse woelmuis, alsmede het opzettelijk beschadigen en vernielen van voortplanfingsplaatsen of rustplaatsen van de waterspitsmuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: - artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de noordse woelmuis (Microtus oeconomus) en de rugstreeppad {Bufo calamita); - artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de noordse woelmuis (Microtus oeconomus); - artikel 3.10, eerste lid, onder b, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de waterspitsmuis (Neomys fodiens). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 September 2018 tot en met 22 december Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen; II. III. de voorschriften 1 tot en met 6 te verbinden aan deze ontheffing; de aanvraag van 3 augustus 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is vanaf de datum van dit besluit tot en met 22 december 2018.

2 Ondertelcening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, ing. L. Hop Hoofd Toets ^g & Vergunningverlening Milieu van de Omg /ingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeieidende schrijven. 2/8

3 VOORSCHRIFTEN 1 De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden schriftelijk te melden en daarbij het ecologisch werkprotocol over te leggen aan Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van Flora en Fauna (FF); - eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering een week van te voren schriftelijk te melden aan Unit Groen Bodem en opsporing van de omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid; - uiterlijk een week voor het beeindigen van de werkzaamheden Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het activiteitenplan. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld, waarin in ieder geval het volgende dient te worden opgenomen: a de voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b aanduiding van de locatie van het plangebied; c de uit te voeren werkzaamheden; d de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e de mitigerende en compenserende maatregelen; f de momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en het ecologisch werkprotocol op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 4 De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige^ op het gebied van de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad. 5 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in hoofdstuk 8 van het rapport 'Activiteitenplan dijkverbetering Varkenskade' van 3 augustus Het maaien voorafgaand aan de werkzaamheden dient op een lage snelheid te worden uitgevoerd en in een richting naar geschikt leefgebied van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis om eventueel aanwezige individuen de kans te geven te vluchten. ^ Onder een deskundige wordt verstaan: HIj/zlj fieeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; HIj/zlj heeft een afgeronde mbo-oplelding, met als zwaartepunt de flora en fauna, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; HIj/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Network Groene Bureaus; HIj/zij is als ecoloog of advlseur/speclalist ecologie werkzaam voor een (semijoverheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensle, Rljkswaterstaat, hel Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven; HIj/zlj zet zich aantoonbaar actief In op het gebled van de soortenbescherming en Is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nedertandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vllnderstlchtlng, Natuurhlstorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederiand, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; HIj/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschemide soorten. 3/8

4 AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te worden voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaard periode gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. 4/8

5 OVERWEGINGEN Aanleiding Op 3 augustus 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, en artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op het project 'Dijkverbetering Varkenskade Nieuwkoop'. De werkzaamheden betreffen het verhogen van een deel van de Varkenskade om deze te laten voldoen aan de gestelde waterveiligheidseisen en het verleggen van de teensloot. De aanvraag betreft het opzettelijk verstoren van de noordse woelmuis en de rugstreeppad, alsmede het beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de noordse woelmuis, alsmede het opzettelijk beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de waterspitsmuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: - artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de noordse woelmuis {Microtus oeconomus) en de rugstreeppad (Bufo calamita); - artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb voor wat betreft het beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de noordse woelmuis {Microtus oeconomus); - artikel 3.10, eerste lid, onder b, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de waterspitsmuis {Neomys fodiens). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 September 2018 tot en met 22 december Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Rapportage Toetsing op Veiligheid Varkenskade, rapportnummer , Waternet, 28 juli 2017; Notitie bepaling aanleghoogte Varkenskade, , Waternet, 2 augustus 2017; - Toetsing dijktraject P c Varkenskade, , Waternet, 15 december 2010; Natuurtoets Dijkverhoging Varkenskade Nieuwkoop, v2, Waterproof, 2 mei 2017; Nader onderzoek Varkenskade, , Waterproof, 5 September 2017; - Opdracht tot dijkverbetering PI Varkenskade, , Waternet, 20 januari 2017; Activiteitenplan dijkverbetering Varkenskade, , Waternet, 3 augustus 2018; Bestektekening ligging profielen Dijkverbetering PO3-1029B Varkenskade, , 7 augustus 2017; Tekening locatie werkzaamheden Varkenskade; edna onderzoek naar waterspitsmuis en Noordse woelmuis, , Datura, 25 augustus 2017; Tekening Dwarsprofiel huidige situatie Varkenskade, , Waternet, 30 mei Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Bevoegd gezag De handeling wordt verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag voor de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad is getoetst aan de artikelen 3.5, 3.8 en 3.10 van de Wnb en de Beleidsregel Wnb Zuid-Holland. De noordse woelmuis en de rugstreeppad zijn van nature in Nederland in het wild levend dieren van soorten genoemd in bijiage IV, onderdeel a bij de Habitatrichtlijn. De rugstreeppad is tevens genoemd in bijiage II bij het Verdrag van Bern. De waterspitsmuis is een in het wild levend dier, genoemd in de bijiage, onderdeel A bij de Wnb. 5/8

6 Op grond van artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb is het verboden: - de noordse woelmuis en de rugstreeppad opzettelijk te verstoren; - voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de noordse woelmuis te beschadigen of te vernielen. Op grond van artikel 3.10, eerste lid onder b, van de Wnb is het verboden vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de waterspitsmuis opzettelijk te beschadigen of te vernielen. Op grond van artikel 3.8 van Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: - er geen andere bevredigende opiossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.8, vijfde lid onder b aan de orde is of ten aanzien van de waterspitsmuis ook verband kan houden met een handeling opgenomen in artikel 3.10, tweede lid, van de Wnb; en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De initiatiefnemer is voornemens dijkversterking uit te voeren aan een gedeelte van de Varkenskade. De locatie bevindt zich aan de kade, grenzend tussen twee peilvakken in de polders Noordse Buurt en de Westveense polder. Hiertoe wordt de toplaag van de dijk venwijderd, de watergang geschoond, de dijk opgehoogd en de toplaag weer teruggeplaatst. Verder wordt een deel van de teensloot gedempt en wordt een nieuwe teensloot gegraven. De werkzaamheden worden uitgevoerd tussen September 2018 en november 2018 en zullen ongeveer vier weken duren. Overtreding verbodsbepaling(en) Om te bepalen of er sprake is van overtreding van de Wnb heeft in 2017 onderzoek plaatsgevonden. De aanwezigheid van de noordse woelmuis en waterspitsmuis is onderzocht door middel van edna. Hiermee is het onderzoek conform het Kennisdocument Noordse woelmuis (BUI 2, juli 2017) uitgevoerd. De waterspitsmuis is een moeilijk te inventariseren soort, maar als de aanwezigheid aangetoond wordt door middel van edna is ook voor de soort voldoende onderzoek geleverd. Om de aanwezigheid van de rugstreeppad te inventariseren zijn drie veldbezoeken uitgevoerd in de periode mei en juni Het onderzoek is uitgevoerd conform het Kennisdocument rugstreeppad (BIJ 12, juli 2017). Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. Noordse woelmuis en waterspitsmuis De aanwezigheid van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis is door middel van edna met zekerheid vastgesteld binnen het plangebied. Het in kaart brengen van de afzonderlijke verblijfplaatsen van de soorten is redelijkenwijs niet te doen. Daarmee mag er dan ook vanuit gegaan worden dat het plangebied verblijfen/of voortplantingsfuncties heeft voor beide soorten. Vanwege onder andere de aanwezige begroeiing of de matige waterkwaliteit is niet het gehele plangebied geschikt voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. De teensloot in het oosten van het plangebied is aan de overzijde van de geplande dijkverzwaring in ieder geval wel volledig geschikt voor beide soorten. Door het verplaatsen van de teensloot kunnen (vaste) voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis worden beschadigd en vernield. De aanwezige individuen worden hierbij opzettelijk verstoord. Hiermee worden de verbodsbepalingen zoals genoemd in artikel 3.5, tweede en vierde lid, en artikel 3.10, eerste lid onder b, van de Wnb overtreden. Rugstreeppad De rugstreeppad is in het plangebied niet waargenomen. Echter, de soort is wel op ongeveer een kilometer afstand gehoord in de omgeving van het plangebied. De aanwezigheid van de rugstreeppad op het bedrijventerrein ten noorden van het plangebied is bekend. Omdat de rugstreeppad het plangebied 6/8

7 zelfstandig kan bereiken, is het aannemelijk dat de soort het plangebied kan gaan koloniseren gedurende de uitvoering van de werkzaamheden. Als de rugstreeppad in het plangebied wordt aangetroffen, worden aanwezige individuen verplaatst naar geschikt leefgebied buiten het plangebied. Hierbij wordt de rugstreeppad opzettelijk verstoord. Hiermee wordt de verbodsbepaling zoals genoemd in artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad tot een minimum te beperken, worden maatregelen voorgesteld zoals beschreven in hoofdstuk 8 van het rapport 'Activiteitenplan dijkverbetering Varkenskade' van 3 augustus De werkzaamheden worden uitgevoerd buiten de kwetsbare perioden van de beschermde soorten. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt het gebied gemaaid om het oninteressant te maken voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Bij het aantreffen van de rugstreeppad binnen het plangebied wordt het gebied afgerasterd en aanwezige individuen weggevangen en direct verplaatst naar geschikt habitat buiten de invloedsfeer van de werkzaamheden. staat van instandhouding Noordse woelmuis en waterspitsmuis Door het dempen van de teensloot binnen het plangebied gaat leefgebied met verblijf- en voortplantingsfuncties van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis verloren. Er wordt echter een nieuwe teensloot gegraven ter vervanging van de te dempen teensloot. Hierbij worden waterlichamen in het natuurgebied met elkaar verbonden. Het beheer en onderhoud, wat in handen van Natuurmonumenten is, zal niet wijzigen. De oppervlakten van zowel de oevers als het water veranderen niet ten opzichte van de huidige situatie. Door de nieuwe verbinding wordt het wel mogelijk om in de toekomst het peil van het natuurgebied op te zetten en het gebied te vernatten. Hiermee zal het plangebied na afronding van de werkzaamheden weer geschikt worden voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis en (in de toekomst) mogelijk zelfs verbeteren. Tijdens de werkzaamheden kunnen de soorten uitwijken naar de omgeving van het plangebied. Dit betreft een korte periode van vier weken. Hiervandaan kan het plangebied opnieuw gekoloniseerd worden. Het is dan ook aannemelijk dat de soorten op lange termijn in het plangebied blijven. Er is dan ook sprake van slechts een tijdelijke negatief effect op de lokale populaties van de soorten. Door te werken buiten de kwetsbare periode is dit effect zeer klein. Hiermee is de gunstige staat van instandhouding van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis gegarandeerd. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt het gebied gemaaid om het oninteressant te maken voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Dit maaien dient op lage snelheid te gebeuren en in een richting naar geschikt leefgebied zodat eventuele aanwezige individuen kunnen ontsnappen. Dit hebben wij in de ontheffing opgenomen onder voorschrift 6. Rugstreeppad De rugstreeppad is binnen het plangebied niet vastgesteld. Het is dan ook aannemelijk dat het plangebied momenteel nog geen functie heeft voor de soort. Echter, de soort is in de nabijheid aanwezig. Door de geplande werkzaamheden in het plangebied kan optimaal leefgebied voor de rugstreeppad ontstaan en het is niet uitgesloten dat de soort het plangebied gedurende de uitvoering van het project koloniseert. Eventueel in het plangebied aanwezige individuen worden verplaatst naar geschikt leefgebied buiten het plangebied. Daarmee wordt voorkomen dat rugstreeppadden worden verwond of gedood. Als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden gaat geen leefgebied van de soort verloren. Hiermee is een negatief effect op de gunstige staat van instandhouding uitgesloten. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en dat de dijkversterking niet leidt tot verslechtering van de instandhouding van de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad. 7/8

8 Ecologisch werkprotocol De start van de werkzaamheden dient gemeld te worden bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De werkzaamheden en de wijze waarop de maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen. Dit protocol dient bij het melden van de start van de werkzaamheden meegestuurd te worden. Voorts dient het protocol op de locatie aanwezig te zijn. Hierdoor weten ook de uitvoerders op welke wijze de werkzaamheden zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. Wij hebben dit in de voorschriften 1, 2 en 3 vastgelegd. Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van het belang 'volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten'. De Varkenskade is een regionale kering voor twee verschillende polderpeilen. Een toetsing op faalmechanismen van de Varkenskade heeft uitgewezen dat de dijk niet voldoet aan de door de provincie Zuid-Holland opgelegde normering wat betreft hoogte en microstabiliteit binnenwaarts. Om aan deze eisen te voldoen moeten maatregelen worden getroffen. Indien dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de dijk doorbreekt en de achterliggende polder onder water komt te staan. Behalve voor wateroverlast in de direct aangrenzende polder kan het bezwijken van de dijk in het betreffende dijkvak voor problemen zorgen op meerdere dijktrajecten die grenzen aan hetzelfde peilvak. Die problemen kunnen bestaan uit wateroverlast, maar ook uit watertekort. Deze watertekorten kunnen bijvoorbeeld ontstaan in de venige bovenlanden. Onherstelbare schade aan de veenbodem is dan niet uit te sluiten. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat het belang 'dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit zullen optreden, te rechtvaardigen. Geen andere bevredigende opiossing Het project is locatiegebonden vanwege werkzaamheden ten behoeve van een verzwaring van de bestaande dijk. Dit kan niet op een andere locatie worden uitgevoerd. Gekozen is voor een methode waarbij grond wordt gebruikt om de dijk te verhogen in plaats van het aanbrengen van een beschoeiing. Door het gebruik van grond is het plangebied na afronding van de werkzaamheden weer geschikt voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. De uitvoering van de werkzaamheden vindt plaats in de minst kwetsbare periode van de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad. Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er voldoende is aangetoond dat geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan de noordse woelmuis, waterspitsmuis en de rugstreeppad zoveel mogelijk voorkomen. Er is voldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Hiervoor is de gemeente Nieuwkoop bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.8, eerste lid, en artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, van de Wnb worden verleend. 8/8