Overzicht wijzigingen On the way to PlanetProof 2019 t.o.v. 2018

Vergelijkbare documenten
Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen. Informatiebijeenkomst Bollenteeelt Stefanie de Kool, SMK

TARIEVENLIJST ON THE WAY TO PLANETPROOF (MILIEUKEUR)

Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen

TARIEVENLIJST ON THE WAY TO PLANETPROOF (MILIEUKEUR)

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen Stefanie de Kool, SMK

Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof

Aanvullende besluiten

Aanvullende besluiten On the way to PlanetProof Plantaardige Producten 2018 (PP.1) Publicatiedatum: 2 november 2018

TARIEVENLIJST ON THE WAY TO PLANETPROOF (MILIEUKEUR)

CERTIFICATIESCHEMA ON THE WAY TO PLANETPROOF VOOR PLANTAARDIGE PRODUCTEN IN CENTRAAL-EUROPA

TARIEVENLIJST MILIEUKEUR AGRO FOOD, PLANETPROOF EN BAROMETERS

Interpretatievragen On the way to PlanetProof Plantaardige Producten 2018 (PP.1) Publicatiedatum: 2 november 2018

TARIEVENLIJST MILIEUKEUR AGRO FOOD, PLANETPROOF EN BAROMETERS

CERTIFICATIESCHEMA BAROMETER DUURZAAM TERREINBEHEER. Criteria Brons. Datum van ingang: 1 maart Herziening per: 1 april 2013.

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

CERTIFICATIESCHEMA ON THE WAY TO PLANETPROOF VOOR PLANTAARDIGE PRODUCTEN

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Bodem en bemesting: Regelgeving, knelpunten en kansen voor de biologische glastuinbouw. Willemijn Cuijpers (LBI) Oude Leede, 4 februari 2010

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

MPS-Fruit & Vegetables

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

MPS Labels eetbare agrarische producten

Aanvullende besluiten

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Mechanische en andere niet-chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector en gewas,

Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 6000 versie 5.0

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas,

Aanvullende besluiten

CSPE GL minitoets bij opdracht 9

Gewasbeschermingsmonitor

ALGEMENE EISEN. CERTIFICATIESCHEMA PLANTAARDIGE PRODUCTEN UIT OPEN TEELT Blief Pilotversie. behorende bij het. Datum van ingang: 1 februari 2015

ALGEMENE EISEN BAROMETER CERTIFICATIESCHEMA DUURZAAM TERREINBEHEER. behorende bij het. 1 maart Datum van ingang: Herziening per: 1 maart 2016

Registratie-Verlengingsformulier

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten

De principes van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) met aardappel als voorbeeld

MPS-Fruit & Vegetables

Vergelijking (*) CDG certificatieschema versie 2.3 en versie 3.0

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

1. Algemene eisen Milieukeur- en Barometerschema s

Aspecten van het gewasbeschermingsplan

Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 7000 versie 6.0

ALGEMENE EISEN MILIEUKEUR CERTIFICATIESCHEMA PLANTAARDIGE PRODUCTEN UIT OPEN TEELT. behorende bij het. Datum van ingang: 1 september 2015

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Zuiveringstechnieken. 31 mei Guus Meis, beleidsspecialist Water & Omgeving

Bodemvruchtbaarheid Flevoland in gevaar Bemesting op maat!

Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals

MILIEUKEUR CERTIFICATIESCHEMA PLANTAARDIGE PRODUCTEN UIT OPEN TEELT SPECIFIEKE CRITERIA VOOR BLOEMBOLLEN. met. Datum van ingang: 1 september 2015

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

CERTIFICATIESCHEMA ON THE WAY TO PLANETPROOF VOOR PLANTAARDIGE PRODUCTEN

Ambitie: Op naar een Vitale Teelt in 2030

Precisielandbouw bij: De Samenwerking BV. Als het nauwkeurig en duurzaam moet.

Bijlage 6 Model voor de rapportage, behorend bij artikel Jaarlijks voor 1 mei inleveren, lees voor invullen eerst de toelichting.

Normen voor foodservice hoofdkantoor Versie 1.0, d.d

ALGEMENE EISEN BAROMETER CERTIFICATIESCHEMA DUURZAME GROENTE EN FRUIT. behorende bij het. Datum van ingang: 1 juli Herziening per: 1 juli 2016

Het Toelatingsbeleid en de beschikbaarheid van middelen in de toekomst

Seminarie Vegaplan.be

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Vergroening. in de glastuinbouw. Conno de Ruijter & Dirk Bakker Vereniging Agrodis Workshop LTO Glaskracht 23 maart 2017

MILIEUKEUR CERTIFICATIESCHEMA PLANTAARDIGE PRODUCTEN UIT OPEN TEELT SPECIFIEKE CRITERIA VOOR BROUWGERST. met. Datum van ingang: 1 januari 2016

De organische stofbalans: Kengetallen

Gewasbeschermingsplan

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Module Nr. BRL KEURCOMPOST Opmerkingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

AANVOER MEST VAN UITLOOP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Jaarplan Gewasbescherming

GEINTEGREERDE GEWASBESCHERMING (IPM) TOEGEPAST IN DE TEELT VAN KNOLBEGONIA

Masterclass Fruitteelt

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel LUNA PRIVILEGE, N W.6.

Bemesting in de boomkwekerij

Van den Borne aardappelen Precisielandbouw

Precisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS

Vermarkten op maat 2019 Graaninname

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw

Bedrijfskaart. Biodiverse Bloembollenteelt

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt open teelten CSPE BB

De Nieuwe AH Kip AH criteria voor vleeskuikenhouders

Duurzaam middelengebruik: een gezamenlijke opgave. Ernst van den Ende Algemeen Directeur Plant Sciences Group Wageningen UR

CKCert cvba Technologiepark 2/3 B-9052 Zwijnaarde T v

IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij

Rapport Controleresultaten nalevingsmeting fruit 2012 WGB

Agrobiodiversiteit in Vlaanderen Hoe ondersteunt, stimuleert en verplicht de overheid hierin?

BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Driftreductie & Erfemissie

Bodemmonster Bodemmonster

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Samen werken aan gezonde gewassen en veilige voeding. Verantwoorde gewasbescherming Agrifirm Better Together

Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas,

Sanctiebeleid. Werkwijze bij calamiteiten. Voedselveiligheidscertificaat (VVC-sb) Suikerbieten. SUIKER UNIE gevestigd te Dinteloord en CSV COVAS

Transcriptie:

Overzicht wijzigingen On the way to PlanetProof 2019 t.o.v. 2018 In dit overzicht worden de wijzigingen aangegeven voor het certificatieschema On the way to PlanetProof 2019 Plantaardige producten (PP.2) ten opzichte van de versie in 2018 (PP.1). De inhoudelijke wijzigingen zijn in deze notitie kort samengevat, voor de exacte formulering van de criteria wordt verwezen naar het certificatieschema (zie de webpagina Certificatieschema Plantaardige producten Centraal Europa). Op de website is ook een versie van het certificatieschema weergegeven waarin de wijzigingen t.o.v. de vorige versie zijn gearceerd met de volgende kleurarceringen: Een groenarcering betreft een inhoudelijke wijziging Een blauwarcering betreft een inhoudelijk aanvullend besluit in 2018, dat ook in 2019 van kracht is. Een grijsarcering betreft geen inhoudelijke, maar alleen een tekstuele aanpassing Niveaus van de eisen (minor / major / critical major) Bij alle verplichte eisen is het niveau van de eis gespecificeerd: Minor: een afwijking met een gering effect op het vereiste duurzaamheidsniveau of de betrouwbaarheid (6 maanden herstelperiode). Major: een afwijking met een groot effect op het vereiste duurzaamheidsniveau of de betrouwbaarheid (1 maand herstelperiode) Critical major: een onacceptabele afwijking (intrekking certificaat en eventueel een jaar uitsluiting). Consequenties bij afwijkingen In de introductie van het certificatieschema staat beschreven wat de consequenties zijn indien er bij keurmerkhouders (dus na certificering) tekortkomingen worden geconstateerd. De consequenties zijn afhankelijk van het niveau van de eis waarop de tekortkoming geconstateerd is. Berekening bonus- en maluspunten (criterium 0.0 en 2.3) De keurmerkhouder mag kiezen of hij voor een gewas de bonus/malusberekening baseert op het perceel met de meeste maluspunten, of op een gemiddeld aantal malus- en bonuspunten over alle percelen. Bij meer dan 15 maluspunten voor een gewas, mogen de maluspunten boven de 15 gecompenseerd worden met bonuspunten uit alle thema s van het schema, en niet uitsluitend uit de thema s gewasbescherming, biodiversiteit en landschap en bodemvruchtbaarheid. Dit is een tijdelijke generieke oplossing om ruimte te bieden voor het oplossen van knelpunten die kunnen ontstaan door de toename van het aantal stoffen met maluspunten (lijst II). Pagina 1 van 5

Keuzemaatregelen energie en klimaat (criterium 1.7 t/m 1.26) Om extra inspanningen ten aanzien van Energie en klimaat te stimuleren, zijn verschillende keuzemaatregelen toegevoegd waarmee bonuspunten worden toegekend die voor zowel open als bedekte teelt meetellen. Dit geldt niet voor de onderdelen die betrekking hebben op werktuigen, mest en compost. Zodra de broeikasgasemissie norm voor bedekte teelt geldt (vanaf 2020) zullen voor bedekte teelt geen bonuspunten meer worden toegekend aan deze maatregelen, maar kunnen punten verdiend worden bij een reductie ten opzichte van de emissienorm. Er is bij gebruik van mest een onderscheid gemaakt tussen vaste mest en drijfmest. Hierbij wordt toepassing van vaste mest (en organische mestkorrels) meer beloond ten opzichte van drijfmest, omdat dit meer bijdraagt aan de koolstofvastlegging in de bodem. Beloning voor gebruik van compost (1.11) is vooralsnog beperkt tot groencompost, omdat GFT veel zouten en sporen van zware metalen kan bevatten. Toegestane gewasbeschermingsmiddelen en biociden (criterium 2.3) Het schema is in eerste instantie gebaseerd op het toelatingsbeleid in Nederland. Voor de overige landen in Centraal Europa geldt dat behalve de toelating van een gewasbeschermingsmiddel voor het betreffende gewas in eigen land, ook een toelating voor dit middel in Nederland noodzakelijk is. De toelating in Nederland hoeft niet persé voor het betreffende gewas zelf te zijn. Door deze eis worden alleen stoffen toegestaan die getoetst zijn aan de gestelde randvoorwaarden Update lijsten actieve stoffen met aanvullende voorwaarden (lijst I en lijst II) en groene middelen (criterium 2.3, 2.29 & Bijlage 2b en 2c) De lijsten met actieve stoffen (gewasbeschermingsmiddelen) met aanvullende voorwaarden (lijst I en lijst II van bijlage 2c) en de lijst met groene middelen, laagrisicostoffen (bijlage 2b) zijn geactualiseerd. De methodiek voor classificatie van stoffen is ongewijzigd gebleven. Consequentie van de actualisatie is dat veel wijzigingen zijn doorgevoerd in de lijst met groene middelen/ laag risico-stoffen, en lijst II. Wat betreft lijst I is alleen de stof ethofumesaat verplaatst naar lijst II. Interpretatie niet-chemische bestrijding van plagen (criterium 2.8) In de bestaande tekst voor deze eis is verduidelijkt wat wordt bedoeld met de basis van de gewasbescherming bestaat uit niet-chemische bestrijdingsmethoden. Hiermee wordt bedoeld dat het overgrote deel van de gewasbescherming moet bestaan uit nietchemische methoden. Dit betekent dat het toegestaan is om chemisch te starten als dit nodig is voor een goede slaging van de overige niet chemische methoden. Onkruidbestrijding (criterium 2.9) Chemische onkruidbestrijding is toegestaan in de eerste 50 cm rondom kassen, tunnels en andere opstanden om beschadigingen te voorkomen aan deze opstanden zelf en de voorzieningen aan deze opstanden. Om verspreiding van het ToCV-virus te voorkomen mag het onkruid in de bedekte tomatenteelt conform richtlijnen in het hygiëneprotocol eveneens chemisch worden bestreden. Pagina 2 van 5

Berekening actieve stofnorm (criterium 2.10 en bijlage 1) Voor de berekening van de actieve stofnorm zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd: De periode van berekening van de actieve stofnorm: Voor eenjarige gewassen open teelt worden alle gewasbeschermingstoepassingen meegerekend vanaf het moment van zaaien/poten/planten/opzetten t/m de oogst van het product (voor bloembollen ook de bolontsmetting). Voor meerjarige gewassen en bedekte teelt worden alle gewasbeschermingstoepassingen meegerekend m.u.v. zaad- en plantgoedontsmetting in een periode van 12 maanden (per kalenderjaar of vanaf oogst voorgaande jaar t/m oogst van het huidige teeltjaar). Indien een deel van het jaar het betreffende gewas niet wordt geteeld, geldt de norm per gewas naar rato van de teeltduur. Om diverse redenen is voor een aantal gewassen de actieve stofnorm gewijzigd. Dit geldt voor aardbeien, witlofpennen, peen, prei, spruitkool, sluitkool, appel, peer, sla, paddenstoelen en kiwibes. Protocol residu bemonstering (criterium 2.12 en bijlage 3) Het aantal residu-analyses per bedrijf is verlaagd: van een verplicht aantal analyses per bedrijf naar één analyse op 25% van de bedrijven. De bladmonsters voor deze analyses worden steekproefsgewijs en onaangekondigd genomen op basis van risicosturing. De 25% wordt bepaald op basis van het aantal deelnemers (aangemelde + gecertificeerde bedrijven). De kosten worden verrekend over alle deelnemende bedrijven. Werkzaamheden (gemechaniseerd) loonbedrijf (criterium 2.15): De eis voor VKL-, GlobalG.A.P. of gelijkwaardige certificering voor loonbedrijven heeft met name betrekking op voedselveiligheidsaspecten. Deze aspecten maken geen deel meer uit van het schema. Het keuringsrapport van de gebruikte spuit(en) en het bewijs van vakbekwaamheid van de toepasser(s) volstaat daarom ook. Niet-chemische maatregelen tegen onkruiden (keuzemaatregel 2.23): Warm water (met schuim), borstelen en afdekken zijn als keuzemaatregelen toegevoegd aan de lijst. Organische stofbalans voor fruit (criterium 4.1) De ontheffing voor fruittelers voor deze eis is komen te vervallen omdat met ingang van 2019 wel een betrouwbare balans kan worden berekend in de organische stofbalans rekentool. Banden met lage bodemdruk (keuzemaatregel 4.12) Het gebruik van tractoren en werktuigen uitgerust met lage drukbanden is als keuzemaatregel toegevoegd. Gebruiksnormen grondgebonden bedekte teelt voor stikstof (N) en fosfaat (P) (criterium 5.5) Voor sierteeltgewassen die als jonge planten in een plug of perskluit starten is bij een PAL getal > 120 minerale fosfaatbemesting (met MKP of MAP) toegestaan in de eerste twee weken van de teelt. De maximale gift bedraagt tot maximaal 2 gram MKP/MAP per m2 per teelt. Pagina 3 van 5

Sturing stikstofbemesting op basis van metingen (criterium 5.8) Brouwgersttelers krijgen ontheffing voor de verplichting van een stikstofbemesting op basis van een meting van een grond-, gewas- of watermonster. Analyseren van opbrengstkaarten (keuzemaatregel 5.18) Het maken en analyseren van opbrengstkaarten (met behulp van sensoren op de oogstmachines en/of met behulp van remote sensing) wordt toegevoegd als keuzemaatregel voor bemesting. Bemonstering en analyse (criterium 6.3) Potplantenbedrijven moeten tenminste eenmaal per 8 weken een drainwater of potgrondanalyse laten uitvoeren i.p.v. elke 4 weken. Voor bedrijven die aantoonbaar geen restwater lozen en een ontheffing hebben van het bevoegd gezag volstaat het om één maal per jaar een drainwateranalyse te laten uitvoeren. Keuzemaatregelen in het hoofdstuk water (Hoofdstuk 6) In het hoofdstuk water zijn een aantal keuzemaatregelen toegevoegd: Het gebruik van druppelslangen in grondgebonden teelten is toegevoegd aan keuzemaatregel 6.13 Het gebruik van een combinatie van reinigingstechniek(en), met als basis biologische of fysische technieken, die eventueel aangevuld worden met een chemische techniek, is toegevoegd aan keuzemaatregel 6.14 Het doen van maandelijkse EC-metingen in onderbemalingsput en dichtstbijzijnde sloot om in een vroegtijdig stadium lekkages op te sporen is een nieuwe keuzemaatregel (keuzemaatregel 6.15) Keuzemaatregelen in het hoofdstuk Verpakkingen (Hoofdstuk 9) In het hoofdstuk verpakkingen zijn een aantal keuzemaatregelen toegevoegd: Op de verpakking staat een duidelijke weggooi-instructie, in welke afvalstroom (bijv. plastic, papier, GFT of restafval) de verpakking en eventueel de wikkel en sluiting moeten worden gedaan (keuzemaatregel 9.3) De verpakking is gemaakt van één kunststof (mono-materiaal) en is bij PE en PP wit ingekleurd en bij alle overige kunststoffen helder/kleurloos (keuzemaatregel 9.7). Uitgangsmateriaal witlof en bolbloemen (criterium 10.4): De milieubelasting in de productie van witlof en bolbloemen is niet gelegen in de trek van witlof en productie van de bolbloem, maar in de productie van het uitgangsmateriaal bij de akkerbouwers resp. bloembollenkweker, vaak een andere ondernemer. Om deze reden is het wenselijk dat er eisen gesteld worden aan de teelt van het uitgangsmateriaal. In criterium 10.4 is als alternatief voor Biologische of PlanetProof certificering van uitgangsmateriaal, de optie opgenomen om stapsgewijs toe te groeien naar volledige PlanetProof certificering van het uitgangsmateriaal in 2022. De eisen waar de teelt van het uitgangsmateriaal voor de bolbloementeelt en witloftrek aan moet voldoen zijn beschreven voor de jaren 2019, 2020 en 2021. Pagina 4 van 5

Audits voor productiebedrijven (criterium 10.7) De auditfrequentie wordt teruggebracht naar één audit per jaar, waarbij de eerste audit plaatsvindt rondom de oogst. Daarnaast vindt bij 10% van de bedrijven (peildatum 1 mei) een onaangekondigde audit plaats op aangeven van de CI. Voorafgaande aan certificering dient aan alle eisen te worden voldaan. Melding van tijdelijke afwijkingen (criterium 10.8) Van de keurmerkhouder wordt verwacht te allen tijde aan de eisen van het schema te voldoen. Indien dit op enig moment niet mogelijk is moet de keurmerkhouder dit melden bij de CI, waarbij de consequenties afhankelijk zijn van het niveau van de eis. Bij een afwijking op een eis met het niveau critical major is de consequentie dat het betreffende product wordt afgemeld, totdat de teelt weer aan de eisen van het certificatieschema voldoet. Bij actieve melding door de keurmerkhouder bestaat er in geval van aantoonbare calamiteiten de mogelijkheid een deel van de productie af te melden of gebruik te maken van de calamiteitenregeling. Auditfrequentie voor handelsbedrijven en verpakkingsbedrijven (criterium 10.11) en kwantitatieve traceringstoets (criterium 10.12) Er is specifiek een passage opgenomen over de auditfrequentie voor retailers. Voor een retailer met meerdere vestigingen is een halfjaarlijkse audit op de hoofdvestiging van toepassing en jaarlijks een deel van de nevenvestigingen, waarvan 10% onaangekondigd. Onder beschreven voorwaarden kunnen de audits op nevenvestigingen worden vervangen door kwantitatieve traceringstoetsen. Deze toetsen bestaan uit een overzicht van de aanleveringen en afleveringen, een gespecificeerde massabalans voor de On the way to PlanetProof producten, en een minimaal jaarlijkse controle op de certificering van leveranciers. Milieubeleidsplan (criterium 10.13) en milieucoördinator (criterium 10.14) Deze eis gold in het verleden voor zowel handels- als productiebedrijven. Vanaf 2019 geldt de eis opnieuw voor handelsbedrijven. Bedrijven met een ISO 14001 certificering voldoen hier al ruimschoots aan en krijgen daarom een ontheffing voor deze eis. Ketenregie (criterium 10.26 en 10.28) De volgende specificaties zijn toegevoegd: Een ketenregisseur hoeft niet apart een deelnemersverklaring voor een deelnemer te overleggen als dit middels een contract al duidelijk is. De werkwijze van de ketenregisseur wordt voorafgaande aan certificering gevalideerd en geaccordeerd. Als de controle door de ketenregisseur niet correct is uitgevoerd moet hij een oorzaak- en oplossingsanalyse uitvoeren en corrigerende en preventieve maatregelen nemen. Pagina 5 van 5