INFO VOOR PATIËNTEN HYPERTROFE CARDIOMYOPATHIE ERFELIJKHEIDSONDERZOEK
INHOUD 01 Inleiding 4 02 Behandeling 4 03 Erfelijkheid en erfelijkheidsonderzoek 5 04 Prenataal onderzoek 6 05 Praktisch 7
4 / 01 INLEIDING Hypertrofe cardiomyopathie (HCM) is een erfelijke hartspierziekte die zich uit door een abnormale verdikking (hypertrofie) van de hartspier (myocard). Er worden daarbij geen andere uitlokkende factoren zoals aanhoudende hoge bloeddruk of hartklepproblemen vastgesteld. Als de aandoening ook voorkomt bij naaste familieleden, gaat het waarschijnlijk om een erfelijke vorm. Ook als de aandoening niet bij familieleden voorkomt, kan het toch om een erfelijke vorm gaan. Die erfelijke vorm van hypertrofe cardiomyopathie komt relatief vaak voor. Naar schatting 1 op de 500 à 1 op de 1000 volwassenen lijdt aan deze aandoening. Niet iedereen heeft klachten, zoals een verminderd uithoudingsvermogen, pijn op de borst of ritmestoornissen. Hartritmestoornissen (vooral wanneer het hart veel te snel slaat) kunnen leiden tot duizeligheid, flauwvallen en soms tot plots overlijden. De hartspier blijft het hele leven lang verdikken. De eerste verschijnselen van HCM treden meestal niet op voor het tiende levensjaar. In sommige families begint de aandoening pas na de leeftijd van 30 jaar. 02 BEHANDELING Een behandeling om HCM te genezen bestaat (nog) niet. De huidige behandelingen zijn erop gericht om de evolutie van de ziekte zo goed mogelijk af te remmen en de symptomen te bestrijden. Soms wordt medicatie voorgeschreven, soms is het nodig om een inwendige defibrillator (ICD) in te planten. De ICD bewaakt het hartritme. Bij een dodelijk snel ritme herstelt de ICD het normale ritme via een elektrische schok. Bij ernstige verdikking van de hartspier waarbij de bloeddoorstroming in het hart belemmerd wordt, kan het nodig zijn om een stuk van de verdikking weg te nemen. Dit kan via hartchirurgie of via een procedure waarbij een kunstmatig infarct wordt gemaakt om zo de spier te verdunnen. Bij ernstige verdikking raden we aan om overbelasting, zoals piekinspanningen en competitiesport, te vermijden.
HYPERTROFE CARDIOMYOPATHIE EN ERFELIJKHEID / 5 03 ERFELIJKHEID EN ERFELIJKHEIDSONDERZOEK De chromosomen zijn de dragers van ons erfelijk materiaal, ons DNA. We hebben in totaal 46 chromosomen: 2 geslachtschromosomen en 44 zogenaamde autosomen. Deze 44 autosomen bestaan uit telkens twee kopijen van eenzelfde chromosoom, zodat er eigenlijk 22 chromosomenparen zijn. Alle erfelijk materiaal op deze autosomen heeft een mens dus in het dubbel: één kopij is afkomstig van de vader, de andere kopij van de moeder. Op deze chromosomen liggen de erfelijke factoren, genen genoemd. Die bepalen de verschillende kenmerken van een persoon (haarkleur, grootte, enz.). In sommige gevallen kunnen de genen ook ziekte veroorzaken, namelijk wanneer er een fout in een gen optreedt waardoor de informatie om het eiwit aan te maken niet meer correct is. De erfelijke vorm van hypertrofe cardiomyopathie wordt veroorzaakt door erfelijke afwijkingen in de genen die coderen voor de sarcomeereiwitten. Een afwijking in een van de betrokken genen (mutatie) heeft tot gevolg dat de hartspiercellen verdikken en er te veel bindweefsel gemaakt wordt in de spier. Daardoor gaat die minder goed werken. In het algemeen kunnen we met de huidige screeningstechnieken een mutatie vinden bij 40-50 procent van de patiënten. Als er geen mutatie wordt gevonden, is het niet uitgesloten dat het alsnog om een erfelijke vorm gaat. Er zijn meer dan twaalf genen gekend die verantwoordelijk kunnen zijn voor HCM. De drie meest voorkomende zijn het myosinebindend eiwit type C (MYBPC3), bèta-myosine zware keten gen (MYH7) en troponine gen (TNT). Samen zijn die drie genen verantwoordelijk voor 80 procent van de gevonden mutaties. Als een van de ouders HCM heeft, dan heeft elk van de kinderen 50 procent kans om het afwijkend gen overgeërfd te hebben. In 25-30 procent van de gevallen wordt de fout niet van vader of moeder overgeërfd maar ontstaat er een nieuwe fout ( de novo ). Wanneer bij DNA-onderzoek van een persoon met HCM een mutatie wordt gevonden in een van de verantwoordelijke genen, bevestigt dit de diagnose bij deze persoon. Toch leiden veranderingen in het DNA niet noodzakelijk tot de ontwikkeling van HCM en in sommige gevallen is verder onderzoek in de familie nodig. Een DNA-onderzoek kan veel tijd in beslag nemen, vaak meerder maanden. Voor het DNA-onderzoek is een bloedafname nodig. De kosten voor dit onderzoek worden in België, op het remgeld na, volledig terugbetaald door het RIZIV.
6 / Wanneer bij iemand een mutatie is aangetoond, is het mogelijk om bij andere familieleden, die nog geen ziektetekenen hebben, ook een DNA-onderzoek te doen. Bij zo n voorspellend genetisch onderzoek duurt de test ongeveer 4-6 weken alvorens het resultaat is gekend. Personen die de mutatie hebben overgeërfd, hebben een verhoogd risico om de aandoening te ontwikkelen. De ziekte kan al tot uiting komen op kinderleeftijd, maar meestal niet voor de leeftijd van 10 jaar. Niet alle familieleden die drager zijn van dezelfde genetische mutatie vertonen dezelfde ziektetekenen: het ziektebeeld gaat van zeer lichte tot meer ernstige klachten. Daarom stellen we altijd voor om naaste familieleden cardiologisch te laten onderzoeken aan de hand van een echografisch onderzoek en een elektrocardiogram. 04 PRENATAAL ONDERZOEK Toekomstige ouders waarbij één partner gendrager is van HCM willen meestal voorkomen dat ze het ziekmakende gen doorgeven aan hun kinderen. Er bestaan verschillende vormen van prenataal onderzoek. Prenatale diagnose Rond de twaalfde week van de zwangerschap kan een vlokkentest worden uitgevoerd. Er wordt dan vlokkenweefsel uit de placenta (moederkoek) weggenomen om na te kijken of de foetus de mutatie voor HCM heeft overgeërfd. Een andere mogelijkheid is om een vruchtwaterpunctie uit te voeren rond de 16e zwangerschapsweek. In beide gevallen zijn duidelijke afspraken vóór het prenataal onderzoek essentieel. Het is belangrijk dat de toekomstige ouders op voorhand beslissen welk gevolg zij zullen verbinden aan een ongunstig resultaat. Als u kiest voor prenatale diagnose zal bij een ongunstig resultaat, dus wanneer de foetus drager is van de mutatie, logischerwijze de zwangerschap worden afgebroken. Pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD) Pre-implantatie genetische diagnostiek maakt gebruik van in-vitrofertilisatie (ivf): eicellen worden in een proefbuis bevrucht met zaadcellen om zo embryo s te maken. Nadien gebeurt een selectie van gezonde embryo s, nog vóór de zwangerschap. Alleen embryo s die de mutatie voor HCM niet dragen, worden gebruikt voor terugplaatsing in de baarmoeder. Het voordeel van deze techniek is dat er geen zwangerschap afgebroken moet worden. De kans op zwangerschap per PGD-behandeling is ongeveer 25 procent.
HYPERTROFE CARDIOMYOPATHIE EN ERFELIJKHEID / 7 05 PRAKTISCH yyde consultaties vinden plaats op donderdag van 8.30 tot 12.30 uur. yyeen afspraak maken kan op tel. 09 332 36 03 (na verwijzing). U kunt ons ook bellen als u vragen hebt. yyop de dag van de consultatie komt u een halfuur voor het afgesproken tijdstip naar de aanmeldzuilen aan ingang 12 of 50 om u in te schrijven. Nadien gaat u naar het secretariaat van de cardiogenetische consultatie (ingang 12, route 1425). De consultaties en de onderzoeken vinden daar plaats. yyde verantwoordelijke arts van de cardiogenetische consultatie is prof. dr. Julie de Backer. Andere betrokken artsen zijn prof. dr. Bert Callewaert en dr. Laura Muiño-Mosquera. yyde verantwoordelijke genetische counselor is Liesbeth Wildero-Van Wouwe. yywe spreken altijd op voorhand af hoe we u de resultaten van het genetisch onderzoek zullen meedelen. Dat kan in de polikliniek of uitzonderlijk telefonisch.
8 / NOTA S
NOTA S / 9
10 /
NOTA S / 11
v.u.: Eric Mortier, gedelegeerd bestuurder UZ Gent, C. Heymanslaan 10, 9000 Gent Nevelland Graphics cvba-so 040028 Januari 2018 versie 2 Centrum voor medische genetica T +32 (0)9 332 36 03 info.cmgg@uzgent.be www.uzgent.be/medischegenetica Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent. Universitair Ziekenhuis Gent C. Heymanslaan 10 B 9000 Gent T +32 (0)9 332 21 11 E info@uzgent.be www.uzgent.be Volg ons op