Periodieke rapportage t/m juni 2014 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Vergelijkbare documenten
Periodieke rapportage tot juli 2013 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage t/m december 2013 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage t/m december 2014 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage t/m juni 2015 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Periodieke rapportage 1 e helft 2015

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

Periodieke rapportage 2015 H1

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

Periodieke rapportage 2 e helft maart 2015 versie definitief

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Periodieke rapportage 2017 H2

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H2

Periodieke rapportage 2016 H2

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Periodieke rapportage 2017 H1

Periodieke rapportage 2016 September 2016

Periodieke rapportage H Peek Groep Versie: 1 september Periodieke rapportage H1 2016

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017

Periodieke rapportage t/m juni 2016 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d Gecompleteerd d.d.

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

Periodieke CO₂ Rapportage januari juni 2015

Periodieke rapportage 1 ste half jaar 2017

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

Periodieke rapportage 1 ste half jaar 2017

Periodieke rapportage H1 2016

CO 2 -prestatieladder Periodieke rapportage 2013

VolkerRail Holding CO2 Voortgangsrapportage H1 2017

Periodieke rapportage 2012

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2018

Periodieke rapportage 2015 H1. 30 september 2015

Periodieke rapportage t/m december 2016 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d Gecompleteerd d.d.

Periodieke rapportage t/m juni 2017 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d Gecompleteerd d.d.

Periodieke rapportage 1 ste halfjaar 2018

Periodieke rapportage H2 2016

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke CSR-milieu rapportage H1 2015

Periodieke Rapportage H (totaal 2018)

CO 2 prestatieladder Voortgangsrapportage 2014

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Jaarbeoordeling CO februari 2018

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2015

1 van 13. Periode: 1 juli t/m 31 december 2013

Periodieke rapportage - H1 2012

Opgesteld. Controle. Controle/Vrijgave

Periodieke rapportage 2 e halfjaar Interne CO 2 -rapportage in het kader van de CO 2 -Prestatieladder

Periodieke rapportage eerste helft 2017

Periodieke rapportage tweede helft 2017

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2016

Periodieke rapportage [2016, eerste helft]

Periodieke rapportage: Periodiek verslag Periode: 1 januari t/m 31 december 2013

CO 2 -prestatieladder Voortgangsrapportage Alsema B.V.

CO 2 -prestatieladder Voortgangsrapportage 2014

Voortgangsrapportage 2015 H1 CO2-Prestatieladder

Periodieke rapportage H2 2014

Periodieke rapportage H CO 2 -prestatieladder

Jaarbeoordeling CO april 2018

Periodieke rapportage H1 2014

1 van 10. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage 2015 H2 CO2-Prestatieladder

Jaarbeoordeling CO Lek Sloopwerken B.V. Versie: 30 januari januari 2018

VOORTGANGSRAPPORTAGE Q1 EN Q VAN BOEKEL ZEELAND B.V. Versie 1: 26 augustus 2016

Periodiek rapportage: Beheersmaatschappij B. Steenhuis B.V. CO2 prestatieladder 1 januari 31 december 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2013 (1 e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HALF JAAR 2018

PERIODIEKE RAPPORTAGE H CO 2 prestatieladder

CO 2 voortgangsverslag H VolkerRail (Holding) 1 juli 2018 t/m 31 december 2018

Periodiek rapportage: Beheersmaatschappij B. Steenhuis B.V. CO2 prestatieladder 1 januari 31 december 2015

VolkerRail Holding CO2 Voortgangsrapportage H2 2017

EMISSIE INVENTARIS 2018

Jaarbeoordeling CO april 2018

Alsema B.V. Periodieke Rapportage Januari - Juni 2018

VOORTGANGSRAPPORTAGE Q3 EN Q VAN BOEKEL ZEELAND B.V. Versie 2:

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE INLEIDING VERSIEBEHEER BASISGEGEVENS... 5

1 van 14. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

PERIODIEKE RAPPORTAGE H CO 2 prestatieladder

Jaarbeoordeling CO Lek Sloopwerken B.V. Versie: 18 april april 2019

4 september Datum: Paraaf Directie: Periodieke rapportage 2017 H1

PERIODIEKE RAPPORTAGE H MA Periodieke rapportage H v1 Versie: oktober Periodieke rapportage H1-2015

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

1 van 13. per label. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Jaarbeoordeling 2018 Aberson B.V. Versie: 5 februari Jaarbeoordeling CO November 2018

Transcriptie:

Periodieke rapportage t/m juni 2014 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d. 22-8-2014, Geactualiseerd d.d. 10-10-2014

Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening 5 2.1 Organisatorische grenzen 5 2.2 Operationele grenzen 5 2.3 Projecten met gunningsvoordeel 6 3. Berekeningsmethodiek 7 3.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren 7 3.2 Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel 7 3.3 Wijzigingen berekeningsmethodiek 7 3.4 Herberekening basisjaar & historische gegevens 7 3.5 Uitsluitingen 7 3.6 Opname van CO 2 7 3.7 Biomassa 7 4. Analyse van de voortgang 8 4.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens 8 4.2 Directe & Indirecte emissies H1 2012 8 4.3 Trends 10 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen 10 4.5 Onzekerheden 11 4.6 Medewerker bijdrage 11 2/11

Inleiding Als onderdeel van haar implementatie van de CO 2 Prestatieladder rapporteren Hooijer Renkum B.V. en elk halfjaar over haar CO 2 uitstoot, maatregelen en voortgang op de reductiedoelstellingen. Deze periodieke rapportage beschrijft de volgende aspecten Een analyse van de CO 2 uitstoot van t/m juni 2014 De voortgang op reductiedoelstellingen door analyse van trends Eventuele wijzigingen in de berekeningsmethode Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO 2 prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het Kwaliteitsmanagementplan. Deze Periodieke rapportage beschrijft alle zaken zoals beschreven in 7.3 uit de ISO 14064 1. Een koppelingstabel vindt u hieronder. 7.3 ISO 14064 1 Periodieke rapportage a 1.1 b 1.2 c 1.4 d 2.1 e 4.2 f 3.7 g 3.6 h 3.5 i 4.2 j 1.3 + 4.1 k 3.4 + 4.1 l 3.1 m 3.3 n 3.1 o 4.5 p Inleiding q 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel Periodieke Rapportage en 7.3 uit de ISO 14064 1 3/11

1. Basisgegevens 1.1 Beschrijving van de organisatie De uitgevoerde activiteiten door Hooijer omvatten: Het uitvoeren van grond, weg en waterbouw en milieutechnische werken; Onderhoud van het eigen materieel. Hooijer Renkum B.V. Het uitvoeren van grond, weg en waterbouw, bos en cultuurtechnische werken, sloopwerken; Onderhoud van het eigen materieel. Hooijer Milieu B.V.: Asbestsanering. Noot: Tot op heden komen alle kosten m.b.t. brandstof en/of energieverbruik voor rekening van Hooijer Renkum B.V. (gezien vwb NUON, Oliecentrale, Shell, Wassingmaat Bos, Tuin en Parkmachines, Linde Groep) 1.2 Verantwoordelijkheden Eindverantwoordelijke (directieverantwoordelijke) Verantwoordelijke stuurcyclus (KAM team) Contactpersoon emissie inventaris (KAM team) Contactpersoon opvolging doelstellingen (KAM team) 1.3 Basisjaar Als basis voor de doelstellingen mbt de CO 2 reductie is het jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar herberekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit beschreven in 2.3. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in 4.1. 1.4 Rapportageperiode Deze Periodieke rapportage beschrijft de CO 2 emissies over de eerste helft van 2014. De periodieke rapportage wordt in principe elk half jaar opgesteld en beslaat dus elke keer een half jaar. Sommige onderdelen worden per jaar beoordeeld omdat het praktisch niet anders mogelijk is. 1.5 Verificatie De emissie inventaris m.b.t. 2013 is niet geverifieerd. De emissie inventaris m.b.t. 2012 is niet geverifieerd. De emissie inventaris m.b.t. 2011 was geverifieerd door Energie consult Holland B.V. 4/11

2. Afbakening 2.1 Organisatorische grenzen Er zijn geen wijzigingen van de organisatorische grenzen ten opzichte van het basisjaar zoals weergegeven in de laatste versie van het Energie Audit Verslag. 2.2 Operationele grenzen Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 & 3 categorieën. In de scope indeling van de CO 2 Prestatieladder houdt dit het volgende in: Scope 1 Scope 2 Scope 3 Scope 1 is alle directe CO 2 uitstoot van het bedrijf. Scope 2 is alle indirecte CO 2 uitstoot die direct beïnvloeden is, namelijk uitstoot door elektriciteit, vliegreizen en zakelijke kilometers met privé auto s. Scope 3 is alle overige indirecte uitstoot. te Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een Energie Audit verslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit verslag en de emissie inventaris aangepast. De wijzigingen binnen de emissiestromen in de afgelopen periode 1 1 2014 t/m 30 6 2014 zijn: Aangekocht (groot) materieel: Aanschaf nieuwe Shredder Morbark 3800 d.d. 1 5 2014. Deze vervangt een oude shredder. Elektriciteitsverbruik Er is geen andere/nieuwe apparatuur aangeschaft. 5/11

De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn: Scope 1: Verwarming kantoor; Brandstofverbruik wagenpark (leaseauto s en bedrijfswagens); Brandstofverbruik materieel; Scope 2: Elektriciteit kantoor; Gedeclareerde zakelijke kilometers privé auto s (Hier is momenteel geen sprake van omdat leidinggevenden een auto van de zaak hebben en anderen gebruik kunnen maken van een bedrijfswagen) 2.3 Projecten met gunningsvoordeel In deze periode zijn er geen projecten met gunningsvoordeel actief. 6/11

3. Berekeningsmethodiek Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO 2 prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO 2 prestatieladder zoals uitgegeven door de Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) leidend binnen de berekeningsmethodiek. 3.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Het meest recente Handboek CO 2 prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek 18 07 2012. 3.2 Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel In de eerste helft van 2014 waren er geen projecten met gunningvoordeel. Mocht een project met gunningvoordeel verworven worden dan wordt de CO 2 uitstoot apart berekend. Afhankelijk van de aard en omvang van het verkregen project met gunningvoordeel wordt gekozen voor een eenvoudige verdeelsleutel door de aanneemsom te vergelijken met de jaaromzet en zo te komen tot een percentage van de CO 2 uitstoot. Indien gevraagd kan met enige onzekerheid de werkelijke CO 2 uitstoot worden bepaald nadat m.b.v. tankpasjes over meer inzicht wordt beschikt. Voor aanvang van een dergelijk project zullen betrokken medewerkers geïnstrueerd (moeten) worden over de wijze van vastleggen van het energieverbruik en/of het brandstofverbruik. 3.3 Wijzigingen berekeningsmethodiek Er zijn geen wijzigingen in de berekeningsmethodiek. 3.4 Herberekening basisjaar & historische gegevens Een herberekening van gegevens uit het basisjaar is niet nodig, omdat bij de vloeibare brandstoffen gebruik is gemaakt van de juiste conversiefactoren. Daarbij wordt opgemerkt dat bij het afronden van CO 2 emissie inventarisatie over 2013 bleek dat de conversie factor van Acetyleen en van Protegon niet correct waren. De factor is kleiner dan eerder was aangenomen. Vanwege de zeer geringe gebruikte hoeveelheden veranderd het resultaat niet. 3.5 Uitsluitingen Er zijn geen uitsluitingen. 3.6 Opname van CO 2 Er heeft in de afgelopen periode geen opname van CO 2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. 3.7 Biomassa Er is in de afgelopen periode gebruik gemaakt van biomassaverbranding door ten minste 20.000 ton biomassa aan te leveren aan een afnemer van groenafval. 7/11

4. Analyse van de voortgang 4.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens Bij het afronden van CO 2 emissie inventarisatie over 2013 bleek dat de conversie factor van Acetyleen en van Protegon niet correct waren. De conversie factor is aangepast en is nu kleiner dan eerder was aangenomen. Vanwege de zeer geringe gebruikte hoeveelheden veranderd het resultaat niet. Bij Acetyleen wordt nu uitgegaan van een conversiefactor 564 g CO 2 /l en bij Protegon van 365 g CO 2 /l. 4.2 Directe & Indirecte emissies 2013 en 2014H1 De directe emissie omvat de leveringen van brandstof op de bedrijfslocatie, op de projectlocatie en/of bij brandstofleveranciers in het land. De indirecte emissie omvat de levering van brandstof voor verwarming en elektriciteit. We zien het volgende qua CO 2 uitstoot (ton CO 2 ): Omschrijving 2012H1 2012H2 2013H1 2013H2 2014H1 Directe emissie Pomp a/d zaak diesel 385,9 385,9 414,4 368,6 320,2 IBC s diesel 378,2 405,6 486,9 375,3 474,4 Pomp i/h land diesel 8,6 7,7 9,6 14,2 8,8 Pomp i/h land benzine 6,1 6,3 6,4 7,7 4,4 Aspen 3 3 4,5 5,7 4,9 Propaan 0,58 0,58 0,4 0 0,3 Acetyleen 0,02 0,02 0 0,02 0,06 Protegon 0,09 0,09 0,04 0 0,07 Totaal 782,6 809,2 922,1 771,3 813,1 Indirecte emissie Verwarming 17,1 17,1 16,2 15,8 12,2 elektriciteit 16,5 20 14,7 18,7 17,2 Totaal 33,6 37,1 30,9 34,5 29,4 CO 2 uitstoot totaal: 816,2 846,3 952,9 805,8 842,6 CO 2 totaal per jaar 1662,5 1758,8 Ten opzichte van het basisjaar 2012 is dit een stijging. Uit de CO 2 footprint mbt 2014H1 blijkt het volgende: Sprake is van een daling van het gasverbruik (door zachte winters); Het elektriciteitsgebruik lijkt toe te nemen. Doordat begin 2013 bleek dat de elektriciteitsmeter niet goed functioneerde is een conclusie nu te voorbarig. Sprake is van een stijging van het brandstofgebruik al lijkt deze weer iets terug te gaan. Verder valt op dat er vooral op de projectlocatie en bij brandstofleveranciers in het land steeds meer brandstof afgenomen wordt. Info: 2012 H1: 393,0 2012 H2: 419,6 2013 H1: 502,9 2013 H2: 397,0 2014 H1: 487,6 De toename van het verbruik heeft te maken met het feit dat de projectlocaties op grotere afstand van Renkum liggen (o.a. project Angeren, Barneveld), er meerdere kleinere projecten tegelijk plaatsvinden, er in de winter van 2013 meer gewerkt is dan in de winter van 2012. Ook is de oude shredder intensiever ingezet voor het maken van chips (biobrandstof); 8/11

De uitstoot wordt vooral veroorzaakt door de bedrijfswagens en het materieel. Het elektriciteitsgebruik en het gasverbruik hebben een kleine invloed op de totale footprint. De meeste CO 2 uitstoot wordt veroorzaakt door de projecten. Daarbij zien we dat de CO 2 uitstoot in de 2 e helft van 2013 is toegenomen. De overhead activiteiten blijven bij Hooijer een bescheiden plaats innemen. In H1 2013, H2 2013 en in H1 2014 waren er geen projecten met gunningvoordeel. Ook zijn er geen projecten met gunningsvoordeel aangenomen om in H2 2014 uit te voeren. 9/11

4.3 Trends Ten opzichte van het basisjaar is de CO 2 uitstoot gestegen, zoals al in 4.2 is verwoord. 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen Aan de reductiedoelstelling wordt voldaan wanneer gekeken wordt naar de brutomarges. Dat wil zeggen: (Omzet Kosten) / CO 2 uitstoot. De brutomarge mbt 2012 was 4,341K De brutomarge mbt 2013 was 3,707K Door deze waarden met elkaar te vergelijken komen we op: (3,707 4,341)/4,341= 0,146. Dit komt neer op een reductie van 14,6 %. Op basis van de opgedane ervaringen vinden we het te vroeg om te concluderen dat dit de effecten zijn van de onlangs getroffen maatregelen. Gedacht wordt aan de cursus het nieuwe rijden die door een aantal chauffeurs in juni 2013 gevolgd is. Idem aan de toolbox meetings en de mededelingen door de directie om het bewustzijn van de medewerker te versterken mbt het beperken van CO2 uitstoot. Op basis van de CO 2 footprint van H1 2013, H2 2013 en H1 2014 moeten we concluderen dat we echt nog aan het begin staan van het reductieprogramma. Voortgang reductie en nieuwe inzichten: Bij het (jaarlijkse) functioneringsgesprek komt energieverbruik ook aan de orde; Per 1 mei 2014 is er een andere shredder bij Parenco. De nieuwe verbruikt volgens opgave ca. 58 liter per uur. De vorige shredder verbruikte ca. 125 liter diesel/uur; Half juli 2014 wordt er een nieuw tanksysteem geplaatst om de getankte liters te kunnen koppelen aan de voertuigen en/of materieelstukken; Onderzoek wordt opgestart naar de plaatsing zonnepanelen; In 2015 wordt een onderzoek gedaan naar plaatsing van een start stop systeem in materieel; Aanschaf van nieuw materieel wordt op korte termijn niet verwacht. In september zullen de machinisten een cursus volgen mbt het nieuwe draaien. 10/11

4.5 Onzekerheden De elektriciteitsrekening geeft het verbruik per maand aan. Zo kan per halfjaar de CO 2 uitstoot worden bepaald. De gasrekening loopt van maart 2013 tot februari 2014. Het verbruik is bepaald door percentages te nemen. Omdat er in de winter meer gas verbruikt wordt dan in de zomer is de CO 2 uitstoot niet lineair. Door zelf meetgegevens vast te leggen willen we tot beter inzicht komen. 4.6 Medewerker bijdrage Hooijer maakt het op de volgende manier mogelijk voor medewerkers om bij te dragen aan en mee te denken over CO 2 reductie: Mededeling tussendoor aan het personeel inzake de CO 2 prestatieladder; Mededelingen binnen het uitvoerdersoverleg inzake de CO 2 prestatieladder; Mededeling (dec. 2013) over het behaald hebben van het CO 2 Bewust Certificaat Niveau 3; Toolbox (april 2014) over Energieverbruikers ; Toolbox (juli 2014) mbt brandstofpas ; Personeelsbijeenkomst (juli 2014) met terugkoppeling status CO 2 prestatieladder, waarbij medewerkers gevraagd is om een bijdrage te leveren om zo samen te zorgen voor CO 2 reductie; Tijdens de bijeenkomsten zijn medewerkers in de gelegenheid gesteld om ideeën aan te dragen. De medewerkers hebben in de afgelopen periode nog geen vermeldenswaardige ideeën ingebracht die vroegen om andere acties dan die al ondernomen zijn. 11/11