Toetsingskader. 1. Nut en noodzaak

Vergelijkbare documenten
Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Op 25 maart 2019 heeft u het voorgenomen aanvullingsbesluit grondeigendom aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Veldhoven,

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG.

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Bruins,

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Datum 19 juli 2019 Betreft Wijziging Wet Normering Topinkomens (tegengaan van ontwijking en versterking toepassing in de zorgsector)

Toetsingskader 1. Nut en noodzaak Contact

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG

Op 23 augustus heeft u de Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 voor advies aan ons voorgelegd.

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader:

'OESO, 2013 Fathers Leave, Involvement and Child Development, OECD Social, Employment and Migration Working Papers No 140

Aanleiding en context. Aan de minister van Financiën De heer mr. W.B. Hoekstra Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Hoekstra,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer drs. R.W. Knops Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 oktober 2018 Proces van invoering Omgevingswet

Toetsingskader. 1. Onderbouwing nut en noodzaak

ATR heeft de regeldrukgevolgen van het voorstel getoetst. Hieronder treft u het advies van ATR aan.

Naar een goede kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen

Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken

2509 LV DEN HAAG OndenA/erp AMvB implementatie lorp-richtiijn

Aanleiding voor het wetsvoorstel. Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst De heer drs. S.A. Blok Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Blok,

i.n Q Aan de Minister van Veiiigheid en Justitie De heer mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG 28 september 2015

Toetsingskader. Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2019

Via de website bestaat de mogelijkheid om aan te melden voor de service.

Datum 15 augustus 2019 Betreft Voorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet ten behoeve van een opt-in-systeem

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Op 25 februari 2019 heeft u het voorstel voor het Aanvullingsbesluit geluid aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor advies.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

Werkprogramma. Adviescollege toetsing regeldruk

Toetsingskader. Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mevrouw mr. drs. I.K. van Engelshoven Postbus BJ DEN HAAG

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

De Wkpb wordt vernieuwd

Datum 2 mei 2019 Betreft Wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) in verband met het Nationaal Preventieakkoord en de evaluatie van de wet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerkring Platform31

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Smaling (SP) over de website ruimtelijkeplannen.nl (ingezonden 29 januari 2015).

W 1 L L E MÂL E X A N D E R, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

Datum 19 september Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies Postbus EA DEN HAAG

Toetsingskader. Aanleiding en context. Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

Op 26 juli 2018 heeft u het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) verzocht om advies uit te brengen over de parkeerverordening Zaanstad.

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader:

Foto plaatsen. Digitaal Stelsel Omgevingswet

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT 10NOV. 20V*

Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mw. drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus EX DEN HAAG

SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 juli 2018 Stand van zaken implementatie Omgevingswet

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV Den Haag. premie-differentiatie. Geachte heer Kamp,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Omgevingswet en Kadaster. Jong Leefomgeving 15 maart 2017

Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Asscher,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Type organisatie (uitvoeringsorganisatie, toezichthouder, inspectie);

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de indicatiestelling door professionals (2015Z06168).

31 mei 2012 z

Ons kenmerk z Contactpersoon -

Rapportage inwinnen en beheer WKPB

OMGEVINGSWET VOOR DUMMIES. 1 oktober Willem Wensink

/Actal GESCAND 1 8NOV Postbus NL-2500 BE Den Haag

Omgevingswet & Kadaster. Leo van der Sluijs

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

A7R. Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Advies wijziging Kiesbesluit

Planning wetsvoorstel Omgevingswet

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 2018, nr. DCB/CZW/S&B;

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening. Startnotitie. Versie: 19 juni Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota van B&W. Onderwerp Bevoegdheden en verantwoordelijkheden WKPB. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

SERVICECODE AMSTERDAM

Ons kenmerk z Onderwerp Advies concept besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Aardgaswinning in blok L5 B van het Nederlandse deel van het continentaal plat in de Noordzee

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies over het wetsvoorstel centraal aandeelhoudersregister

Transcriptie:

Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 11 januari 2019 Onderwerp Wijziging Wkpb Uw kenmerk Ons kenmerk MvH/RvZ/RS/IdB/bs ATR0485/2019-U004 Bijlage(n) Geachte mevrouw Ollongren, Op 6 december 2018 heeft u het voorstel tot wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) en de bij behorende Regeling aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor advies. Hoofddoel van de voorgenomen wijzigingen is het regelen van één centrale registratie van publiekrechtelijke beperkingen in de Basisregistratie Kadaster. Het voorstel regelt daartoe uniformering en integratie van de huidige beperkingen-registratie. In de huidige situatie verloopt de registratie van beperkingen-besluiten door verschillende overheden via verschillende systemen, met onnodige (administratieve) lasten en risico s op onjuistheden en onvolledigheden tot gevolg. Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader: 1. Nut en noodzaak: is er een taak voor de overheid en is wetgeving het meest aangewezen instrument? 2. Zijn er minder belastende alternatieven mogelijk? 3. Is gekozen voor een uitvoeringswijze die werkbaar is voor de doelgroepen die de wetgeving moeten naleven? 4. Zijn de gevolgen voor de regeldruk volledig en juist in beeld gebracht? Onderstaand advies richt zich op het voorgelegde wetsvoorstel, aangezien de inhoudelijke wijzigingen met (omvangrijke) regeldrukeffecten daarin zijn opgenomen. 1. Nut en noodzaak In 2007 trad de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke bepalingen onroerende zaken (Wkpb) in werking. De wet beoogde een compleet, digitaal inzicht mogelijk te maken van de door de overheid opgelegde beperkingen op stukken grond of bij gebouwen. 1 Daartoe zouden de kenbaarheidsverplichtingen in tranches worden ingevoerd. De Wkpb zou 60 verschillende typen beperkingen 1 Het gaat hierbij om publiekrechtelijke beperkingen die bepalen wat een eigenaar wel of niet mag met een stuk grond of gebouw. Concreet gaat het bijvoorbeeld om een verbod om te verbouwen, een verbod om in een pand te wonen, of bepaalde milieu- of veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn. Aanleiding hiervoor kan zijn dat het gaat om (bijvoorbeeld) beschermde monumenten, beschermde leefomgeving (natuurmonumenten) of situaties waarbij bodembescherming aan de orde is (verplichting tot registratie van verontreinigde grond). Contact Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 16228 2500 BE Den Haag T (070) 310 86 66 info@atr-regeldruk.nl www.atr-regeldruk.nl

gaan omvatten. In de eerste tranche in 2007 zijn 21 beperkingen opgenomen. De andere tranches zijn echter nooit geïmplementeerd, waardoor overheden deze beperkingenbesluiten niet geheel volgens de systematiek van de Wkpb te registreren. Het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet biedt de mogelijkheid om de Wkpb vooruitlopend op de Omgevingswet te verbeteren en de onvolledige implementatie van de Wkpb te herstellen. Naast de onvolkomen implementatie kent het huidige stelsel een andere belangrijke tekortkoming. Er is sprake van een duaal stelsel: het gaat daarbij om twee aparte systemen ( loketten ) waarin beperkingen zijn geregistreerd en waar gebruikers (bijvoorbeeld notarissen of makelaars) beperkingen kunnen of moeten opvragen. Gemeenten slaan de door hen opgelegde beperkingen in een eigen registratie op. De niet gemeentelijke overheden (waaronder waterschappen, provincies en ministeries) schrijven de door hen opgelegde publiekrechtelijke beperkingen in de openbare registers van het Kadaster in mét de bijbehorende brondocumenten. Deze dualiteit maakt het huidige stelsel niet gebruikersvriendelijk. Het nu voorliggende wetsvoorstel bepaalt dat alle bestaande en nieuwe publiekrechtelijke beperkingen moeten worden geregistreerd in de openbare registers en moeten worden ontsloten via één plaats: de basisregistratie kadaster (BRK). Het huidige, duale stelsel wordt daarmee afgebouwd. De periode tot inwerkingtreding van de Omgevingswet is er bovendien op gericht om bestaande tekortkomingen bij registraties op te lossen. Het wetsvoorstel bevat daartoe twee monitorbepalingen. Zo vermeldt het Kadaster op de eigen website (openbaar) een actuele lijst van gemeenten waarvan de beperkingenbesluiten al volledig zijn overbracht naar het Kadaster. Dit maakt de voortgang van de transitie zichtbaar. Aanvullend daarop houdt het Kadaster de voortgang bij met een gespecificeerd dashboard. Deze monitoring is erop gericht dat uiterlijk één jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel (1 januari 2021) de situatie bij alle gemeenten volledig op orde is. Deze monitoring biedt ook gelegenheid om zo nodig te interveniëren als gemeenten de datum van 1 januari 2021 niet (dreigen) te halen. Het college constateert dat de toelichting nut en noodzaak van het voorstel onderbouwt. Het merkt op dat de toelichting geen volledig inzicht geeft in de omvang van de tekortkomingen van het huidige, duale stelsel. Het college geeft u daarom in overweging om deze omvang te verduidelijken in de Memorie van Toelichting. Deze duiding biedt tevens zicht op de omvang van de transitieopgave en kan het belang en de urgentie van het voorstel volgens het college verduidelijken. 2. Minder belastende alternatieven Het onderhavige wetsvoorstel kan leiden tot een regeldrukafname voor burgers en professionals, omdat in de nieuwe situatie sprake is van één loket voor opvraging van alle beperkingen. Dit éne loket wordt in de nieuwe situatie gevormd door het Kadaster Online. Dit loket is in de huidige situatie al het toegangsloket voor een deel van de beperkingenbesluiten. Het college constateert dat het wetsvoorstel een minder belastende uitwerking van de huidige wet- en regelgeving mogelijk maakt. Per 2021 treedt de Omgevingswet inwerking, met daarbij het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het DSO beoogt ook hét toegangsportaal te zijn voor het inzien van regelgeving, het melden van gegevens aan het bevoegd gezag en het aanvragen van bijvoorbeeld vergunningen. Vanuit de één-loket-gedachte bepaalt het onderhavige wetsvoorstel dat de beperkingenbesluiten fasegewijs ondergebracht zullen worden van het Kadaster Online in het DSO. Op termijn zullen dan alle Pagina 2/5

beperkingenbesluiten via het DSO zichtbaar zijn, waarmee verder invulling wordt gegeven aan de één-loket-benadering. Het college constateert dat de voorgestelde uitwerking mogelijk een nieuwe, duale situatie creëert. Mensen moeten voor bepaalde gegevens over de fysieke leefomgeving het DSO raadplegen en voor andere gegevens over de fysieke leefomgeving het Kadaster Online. Om deze ongewenste situatie te voorkomen is met het onderhavige wetsvoorstel een zoekfunctionaliteit voorzien in het DSO die het mogelijk maakt om zowel in het DSO als in het Kadaster Online te kijken. De toelichting bij het wetsvoorstel meldt dat de wetswijziging ervanuit gaat dat de gebruikers straks kunnen beschikken over één viewer die in de openbare registers van het Kadaster (Basisregister Kadaster) en in het toekomstige register van het Digitaal Stelsel Omgevingswet kan zoeken en tonen. Aanvullend merkt de toelichting op dat besluitvorming over de beschikbaarstelling van de benodigde zoekfunctionaliteit van het Digitaal Stelsel Omgevingswet plaatsvindt in interbestuurlijk kader. Onduidelijk blijft echter in hoeverre aan het uitgangspunt is voldaan dat gebruikers over de betreffende viewer zullen beschikken vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet. 2.1 Het college adviseert inzichtelijk te maken op welke wijze de zoek-functionaliteit (viewer) in het DSO tijdig en volledig operationeel zal worden gemaakt, en daarvoor de benodigde waarborgen in het onderhavige wetsvoorstel op te nemen. 2.2 Het college adviseert om aan te geven of en zo ja welke mitigerende maatregelen zijn voorzien, mocht de zoekfunctionaliteit in het DSO niet bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet gereed zijn. 3. Werkbare uitvoeringswijze Het college constateert dat het wetsvoorstel mogelijk een bijdrage levert aan de uitvoerbaarheid van de Wkpb voor partijen die in de praktijk met de verplichtingen te maken hebben. Deze verbeterde werkbaarheid is alleen aan de orde als: a) de wijzigingen uit het wetsvoorstel volledig gerealiseerd zijn op (uiterlijk) 1 januari 2021 bij alle gemeenten in Nederland, én b) de zoek-functionaliteit volledig bruikbaar is in het DSO. Deze randvoorwaarden zijn van cruciaal belang voor de werkbaarheid en uitvoerbaarheid van het nieuwe stelsel. De hiervoor genoemde randvoorwaarden zijn onder toetsvraag 1 en 2 behandeld. De toelichting bij het voorstel bevat geen kwantitatieve analyse van van de (kwalitatief) beschreven knelpunten. De toelichting maakt bijvoorbeeld niet duidelijk welk type beperkingen wel en welke niet zijn opgenomen in de Wkpb en hoe vaak de verschillende type beperkingenbesluiten van toepassing zijn. De kwantitatieve analyse ontbreekt ook voor bijvoorbeeld het niet volledig naleven van de Wkpb-verplichtingen door gemeenten. 2 Onduidelijk is hoeveel gemeenten de verplichtingen niet naleven en wat hiermee de omvang is van de niet-naleving. 3 Dit vormt een risico voor het realiseren van de doelen van het voorstel per 1 januari 2021, omdat mogelijk veel meer werk verzet moet worden door gemeenten dan is aangenomen bij het opstellen van het voorstel. Ook vormt dit een risico voor de rechtszekerheid bij beperkingenbesluiten, en de werkbaarheid en uitvoerbaarheid van de regelgeving per 1 januari 2021. De toelichting bij het wetsvoorstel maakt 2 In het bijzonder gaat het hierbij om de situatie dat bepaalde Wkpb-beperkingsbesluiten 2 niet (volledig) worden omgehangen naar nieuwe kadastrale objecten en soms zelfs niet worden geregistreerd. 3 De toelichting bij het onderhavige voorstel maakt niet duidelijk in hoeverre in de uitvoeringstoets behorende bij het wetsvoorstel aandacht is besteed aan dit aspect en wat hiervan de uitkomsten zijn. Pagina 3/5

weliswaar duidelijk dat de voortgang van de transitie wordt gemonitord en bewaakt, maar niet welke (beheers)maatregelen worden getroffen indien de transitie niet tijdig dreigt te worden afgerond. Vanuit de optiek van rechtszekerheid, werkbaarheid en uitvoerbaarheid zijn volgens het college beheersmaatregelen van belang om te voorkomen dat nieuwe knelpunten per 1 januari 2021 ontstaan, in het geval de transitie-opgave op dat moment nog niet volledig is afgerond. 3.1 Het college adviseert beheersmaatregelen en waarborgen op te nemen in het wetsvoorstel om de transitie binnen de beoogde termijn te realiseren, en om nieuwe of voortdurende knelpunten in de uitvoering te voorkomen indien de transitie niet per 1 januari 2021 volledig is afgerond. Aanvullend op de hiervoor genoemde randvoorwaarden merkt het college op dat het voorstel de actualiteit van enkele beperkingenbesluiten verbetert. Zo wordt met het voorstel uitvoering gegeven aan het amendement-wiegman (2012) dat om tijdstipregistratie van gemeentelijke voorkeursrechten in de openbare registers vraagt. Dit draagt bij aan de tijdige verwerking van de betreffende gegevens in de openbare registers nadat een beperkingenbesluit (inzake voorkeursrechten) is genomen. Voor de andere beperkingenbesluiten blijft de huidige termijn van toepassing, dat registratie in de openbare registers vereist is, uiterlijk vier dagen na de dag van bekendmaking van het beperkingenbesluit. Dit betekent dat bijvoorbeeld het besluit tot sluiting van een pand (op basis van de Opiumwet), pas enkele dagen na het besluit bekend kan worden via de openbare registers. Dit gegeven kan voor de overdracht van onroerend goed van groot belang zijn. De toelichting maakt niet duidelijk waarom bij de voorkeursrechtbesluiten wel real-time registratie en bekendmaking aan de orde is, maar bij de andere beperkingenbesluiten niet. Ook voor deze laatste type besluiten geldt dat snellere ('real-time') ontsluiting de rechtszekerheid ten goede komt, met name voor de partijen die betrokken zijn bij de overdracht van onroerend goed. Dit sluit ook aan bij de ambitie die in de toelichting bij het wetsvoorstel staat verwoord dat het systeem van de Wkpb op het gebied van rechtszekerheid veel beter kan en moet. Aanvullend merkt het college op dat het een opdracht aan de overheid is om rechtszekerheid bij dergelijke besluiten te garanderen. 3.2 Het college adviseert in beginsel voor alle beperkingenbesluiten te kiezen voor het uitgangspunt van real-time registratie en ontsluiting. 3.3 Het college adviseert, indien niet voor real-time registratie als uitgangspunt wordt gekozen, deze keuze in de toelichting inhoudelijk te motiveren en daarbij aan te geven welke verbetermaatregelen worden genomen om de rechtszekerheid bij beperkingenbesluiten te garanderen. 4. Regeldrukgevolgen Het wetsvoorstel leidt volgens de toelichting tot een vermindering van bestuurlijke lasten. Daarnaast motiveert de toelichting dat ook gebruikers profijt zullen hebben van de verbeterde dienstverlening in de nieuwe situatie door de introductie van één loket. Het voorstel geeft een indicatie van de regeldrukeffecten door deze verbetering in dienstverlening. Het voorstel beargumenteert dat een verbeterde informatievoorziening betekent dat een makelaar of een notaris minder aanvullend onderzoek hoeft te doen. Voor de berekening van de regeldrukeffecten is aangenomen dat bij de helft van de vastgoedtransacties 10 minuten minder tijd nodig is. Het voorstel levert daarmee een (regeldruk)besparing op van 60.000 uur op jaarbasis. Verder leidt de verbeterde informatievoorziening ertoe dat er minder geschillen zullen optreden over het al dan Pagina 4/5

niet van toepassing zijn van publiekrechtelijke beperkingen. De toelichting vermeldt dat dit effect niet te kwantificeren is. Het college constateert dat een indicatieve regeldrukeffecten-analyse is opgenomen waardoor inzicht bestaat in de omvang van de te verwachten regeldrukeffecten. Wel merkt het college op dat de toelichting niet volledig duidelijk maakt hoe de berekende vermindering van de regeldruk op handelingenniveau tot stand is gekomen en hoe deze zich verhoudt tot de totale tijdsbesteding om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Verder zijn de regeldrukeffecten weergegeven in uren en niet - conform het Handboek meting regeldrukkosten - in euro s. 4 Ten slotte merkt het college op dat een indicatieve berekening van de besparing van kosten als gevolg van verbeterde informatievoorziening alleszins mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld door toe te lichten wat de omvang is van het aantal geschillen en welk deel hiervan mogelijk kan worden voorkomen. Deze berekening maakt ook het belang van de implementatie en tijdige uitwerking van het wetsvoorstel inzichtelijk. 4.1 Het college adviseert de analyse van de regeldrukeffecten van het voorstel aan te vullen conform de Rijksbrede methodiek en daarbij de hiervoor genoemde punten te betrekken. Dictum Gelet op de inhoud van het voorstel en de hiervoor genoemde adviespunten is het advies van het college bij het voorstel tot wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken: Het voorstel niet indienen, tenzij met de adviespunten rekening is gehouden. Het college benadrukt dat dit dictum geen inhoudelijk oordeel vormt over de noodzaak en wenselijkheid van de voorgestelde wijzigingen. Zoals bij toetsvraag 1 aangegeven, zijn nut en noodzaak van het wijzigingsvoorstel onderbouwd. Het college wil met de adviespunten en het dictum tot uitdrukking brengen dat waarborgen voor rechtszekerheid, en voor de werkbaarheid en uitvoerbaarheid van de regelgeving in de nieuwe situatie van belang zijn. Door opvolging te geven aan de adviespunten kan doelmatigheid en doeltreffendheid van het wetsvoorstel worden geborgd. Het college vertrouwt erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Het verneemt graag van u op welke wijze u met onze adviespunten rekening hebt gehouden. Het verzoekt u het definitieve voorstel toe te sturen, opdat het kan beoordelen of een aanvullende zienswijze noodzakelijk is. Hoogachtend, w.g. M.A. van Hees Voorzitter R.W. van Zijp Secretaris 4 Het Handboek Meting regeldrukkosten 2018 is raadpleegbaar via de website van het KCWJ: https://www.kcwj.nl/sites/default/files/handboek_meting_regeldrukkosten_v_1-1-2018.pdf Pagina 5/5