Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar. Klasse 6.1. Klasse 9. Klasse 3. Klasse 8. Klasse 5.1

Vergelijkbare documenten
Betekenis H-zinnen. Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren

DEEL 1: GEVARENAANDUIDINGEN ; H-zinnen

Overzichtstabel gevaarlijke producten volgens de CLP-verordening Versie 21/04/2015

Bijlage 27 Gevaarlijk stoffen

Code Voorzorgsmaatregelen Gevarenklasse Gevarencategorie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

H en P zinnen. Lijst van gevarenaanduidingen (H-zinnen)

Zelfontledende stoffen en mengsels, type A Organische peroxiden, type A H241

CLP-GHS. Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Samenvatting pgs: opslag gevaarlijke stoffen

Lijst van gevarenaanduidingen (H - zinnen) Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren

H228 Ontvlambare vaste stoffen, gevarencategorie 1 en 2

CLP-gevarenklassen in relatie met SEVESO

Samenvatting pgs 15: opslag gevaarlijke stoffen

Opslag Gevaarlijke stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Zo werkt het EU-GHS - etiketteringssysteem. : deze geven duidelijk aan dat er bepaalde gevaren aan de verwerking van het product zijn verbonden.

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Toepassing CLP-GHS in het onderwijs. Programma

Veilig werken met gevaarlijke stoffen: H-, P- en EUH-zinnen op veiligheidsinformatiebladen en etiketten

Hierbij gaat voor de delegaties document D033652/02 - BIJLAGE.

Het Rebo GHS handboek. Hulp bij de etikettering van chemische stoffen (EU-GHS/CLP) (EG) Nr. 1272/2008.

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 353/141

Chemische producten In 2010 verandert de etikettering! Synthesedossier

De indeling van gevaarlijke stoffen volgens CLP bekeken vanuit SEVESO

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Integrale controle opslag gevaarlijke stoffen. Meer dan PGS15 alleen

Publicatieblad van de Europese Unie L 16/1

Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren.

EVO PGS-15 Checklist

Actualisatie PGS 15. Dré Mevissen

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek

Gevaarlijke producten

Transport gevaarlijke stoffen

> < Gevaarlijke stoffen. Wat zijn gevaarlijke stoffen?

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf

De nieuwe etikettering CLP

Impact CLP op SEVESO en VLAREM

L3G B.02 - Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, Bijlage 1. Toepassingsgebied/ondergrenzen en vrijstellingen PGS 15 (versie 2016)

GHS-CLP. Veiligheid & Milieu

3.1 Indeling en etikettering volgens de CLP-verordening

Checklist 7. Chemicaliën. School:... Datum:... Vestiging:... Ingevuld door sectie / docent / TOA:... Vak:... Lokaal / kabinet:... in orde d.d.

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open

Gevarenaanduidingen (H)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EU-GHS Verordening in vogelvlucht

(Voor de EER relevante tekst) (1) Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bevat een lijst van gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen.

VLAREM-trein 2013 een toelichting

Algemene informatie over CLP

LIJST VAN GEVARENAANDUIDINGEN, AANVULLENDE GEVARENAANDUIDINGEN EN AANVULLENDE ETIKETTERINGSELEMENTEN VOLGENS BIJLAGE III VAN DE CLP-VERORDENING

VEILIGHEIDSPLAN - WERKEN MET GEVAARLIJKE STOFFEN

KAM regel 007 Regeling gevaarlijk afval

Actualisatie PGS 15. Dré Mevissen

Symbool (exploderende bom): zwart; achtergrond: oranje; cijfer 1 in de benedenhoek

CLP verordening 1272/2008: de gevolgen. Andy D hollander Local Product Expert Benelux

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

PGS 15 OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN. Jos van Bree QHSE Management advies.nl

H-zinnen en S-zinnen. Inhoud

Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) 15 UT voorschriften voor opslag en omgaan met gevaarlijke stoffen en gasflessen gebaseerd op de PGS 15

Veiligheidskasten. De specialisten - Speciale kasten in detail

Werkplek instructiekaarten (WIK) maken vanuit veiligheidsinformatiebladen (VIB):

Wetgeving KB 11 maart 2002 (chemische agentia) KB 2 december 1993 (carcinogenen - mutagenen) KB 3 mei 1999 (jongeren op het werk) KB 2 mei 1995 (moede

RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE (RI&E) MET BETREKKING TOT DE BLOOTSTELLING

Beschrijving fabrikant : Wilsor Kunstharsen Tel: Noorderbaan Fax: PR Biddinghuizen info@wilsor.

H(azard)- en P(recautionnary)-zinnen

Instructie Veilig Werken met Gevaarlijke Stoffen

DOSIS SOLA FACIT VENEMUM

PGS 15 Opslag gevaarlijke en brandbare stoffen / gasflessen in de schilders-, glaszetters en metaalconserveringsbranche

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Brandveiligheidskasten volgens PGS 15

V e i l i g h e i d s t e c h n i e k. www. dupa.nl info@dupa.nl +31 (0)

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Algemene laboratoriumveiligheid Eerstejaarsintroductie BFW, LS&T, MS&T

Hoofdstuk 8: Identificatie van gevaarlijke stoffen

EU-GHS: nieuwe regels over etikettering en indelen van gevaarlijke stoffen

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland p/a DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus 843, 3100 AV Schiedam

Werkplekinstructiekaarten (WIK) maken vanuit veiligheidsinformatiebladen (VIB)

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN

Milieuzorg en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel

Indelen van stoffen en mengsels volgens CLP

GHS. Globally Harmonized System. of classification and labeling of chemicals

Identificatie gevaarlijke stoffen

Gevarenpictogrammen op het etiket volgens EU- GHS (Globally Harmonised System)

H-zinnen en P-zinnen Inhoud 1 Lijst van gevarenaanduidingen (H-zinnen, Hazard) 2 Lijst van voorzorgsmaatregelen (P-zinnen, Precaution)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Checklist en werkwijze

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

Gevaarlijke stoffen. Afdeling H&S - EON Maasvlakte

Basisinspectiemodule Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15)

Klasse 8: Bijtende stoffen

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

: Eurol Super Vloerabsorbent 10KG package

SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR. Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie

Overzicht symbolen Afdrukdatum:

Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Omschrijving Voorbeelden van verpakkingen

Transcriptie:

Verkorte versie van Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 15): UT voorschriften voor opslag en omgaan met gevaarlijke stoffen en gasflessen gebaseerd op de PGS 15 De PGS 15 geeft richtlijnen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen op het gebied van brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid. De richtlijn wordt door de overheid gehanteerd bij het verlenen van de omgevingsvergunning (milieuvergunning). De PGS 15 gaat uit van de vervoerswetgeving, het ADR dat Europees is vastgesteld. De PGS 15 is met name opgesteld voor magazijnen en industriële opslagvoorzieningen. De verpakkingen die hier gebruikt worden zijn ook de verpakkingen (en etiketten) die bij het vervoer van gevaarlijke stoffen worden gebruikt. De klassen waarop de PGS 15 van toepassing is zijn: 2 spuitbussen en gasflessen 3 Brandbare vloeistoffen 4.1 Brandbare, zelfontledende vaste stoffen en ontplofbare vaste stoffen in niet explosieve toestand 4.2 voor zelfontbranding vatbare stoffen 4.3 stoffen die met water brandbare gassen ontwikkelen 5.1 oxiderende stoffen 5.2 organische peroxiden 6.1 giftige stoffen 6.2, cat. 13 ziekenhuisafval UN 3291 en diagnostische monsters UN 3373 en 14 8 bijtende stoffen 9 milieugevaarlijke stoffen (met uitzondering van genetisch gemodificeerde organismen (ggo s) CMR stoffen Carcinogene, Mutagenen, Reprotoxische stoffen (categorie 1 en 2). De verdachte stoffen (categorie 3) zijn niet opgenomen Gevaarlijke afvalstoffen Door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen op de UT kunnen risico s bestaan of ontstaan. Gevaarlijke stoffen zijn aanwezig op verschillende plaatsen. Denk aan werkvoorraden op of nabij de werkplek, restanten of afvalchemicaliën en opslag van grotere werkvoorraden en van producten in magazijnen. Wanneer de opslag van gevaarlijke stoffen niet aan de regels voldoet, kan er soms o.a. door één lekkende verpakking een keten van gebeurtenissen ontstaan, die leidt tot een calamiteit. Denk bijvoorbeeld aan een corrosieve stof, waarvan de verpakking lekt en die de verpakking van een andere stof aanvreet. Als dat een vluchtige en brandgevaarlijke vloeistof is, ontstaat er brand- en explosiegevaar. Mogelijk treden er ook reacties op tussen de beide stoffen, die weer tot extra gevaar kunnen leiden. Om die reden zijn er aan de opslag van gevaarlijke stoffen allerlei eisen gesteld, bijvoorbeeld het gebruik van lekbakken.

Laboratoria op de UT kenmerken zich door de aanwezigheid van veel diverse soorten stoffen, veelal in beperkte volumina. De verpakkingsgrootte is maximaal 2,5 liter voor vloeistoffen in flessen tot 20 liter in vaten. Bij gebruiksverpakkingen is alleen het gebruiksetiket volgens het GHS te zien. Veel flessen vormen ook de werkvoorraad van het laboratorium. Daarnaast zijn er vaten voor het vaste en vloeibare gevaarlijke afval. Afhankelijk van de gevarenklasse moeten stoffen worden opgeslagen in een brandveiligheidskast, giftkast of zuur/base-kast. Algemene uitgangspunten voor de opslag van gevaarlijke stoffen zijn: Giftige stoffen in een afsluitbare (chemicaliën)kast; Zuren en basen - gescheiden - opgeslagen in lekbakken in geventileerde kasten; Brandbare stoffen in geventileerde brandwerende kasten (die voldoen aan NEN EN- 14470-1: bij voorkeur 90 minuten brandwerend). Brandbare stoffen in de koelkast alleen als deze explosieveilig' is uitgevoerd en het kleine hoeveelheden (< 100 ml) betreft die goed afgesloten zijn. Op de koelkast dient duidelijk te worden aangegeven of deze explosieveilig is uitgevoerd. Indien koelkast niet explosieveilig is uitgevoerd dient op de koelkast duidelijk te worden aangegeven dat de koelkast niet geschikt is voor het bewaren van brandbare stoffen. Zie voor nadere informatie: Opslag gevaarlijke stoffen in een koelkast of diepvries. Informatie over (geventileerde) brandwerende koelkasten is te verkrijgen bij de VGMc. Oxiderende stoffen alleen in kleine hoeveelheden bij andere stoffen (bijv. geconcentreerde zuren) en anders in aparte kasten; Met elkaar reagerende stoffen waarbij gevaarlijke gassen of dampen kunnen vrijkomen of gevaarlijke situaties zoals explosies of warmteontwikkeling kunnen ontstaan, moeten gecompartimenteerd worden opgeslagen. Raadpleeg het chemiekaartenboek of het veiligheidsinformatieblad van elke stof ten aanzien van mogelijke gevaarlijke combinaties van chemicaliën. Gezamenlijke opslag in één compartiment is verboden voor o.a. de volgende combinaties: Zuren en logen; Zuren en chloriet- en hypochlorietoplossingen; Salpeterzuur bij mierezuur, azijnzuur of formaldehydeoplossingen; Zuren en cyaniden; Zuren en sulfiden. Deze stoffen moeten gescheiden worden opgeslagen in lekbakken in een daarvoor bestemde opslagvoorziening. Bij de opslag in brandveiligheidsopslagkasten moet er gezorgd worden voor een stoffenscheiding van onverenigbare combinaties. Dit kan plaatsvinden door het plaatsen van de verschillende categorieën stoffen in afzonderlijke lekbakken. Voor iedere te compartimenteren categorie moet er een lekbak aanwezig zijn. Onderstaande tabel geeft aan welke klassen gezamenlijk of gescheiden moeten worden opgeslagen. Van de tabel kan gemotiveerd worden afgeweken op basis van b.v. veiligheidsinformatiebladen of indien stoffen wel kunnen reageren maar in zulke beperkte concentratie aanwezig zijn dat geen reacties hoeven te worden verwacht met bijzondere gevaren. Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar 3 5.1 6.1 8 9

+ CMR 3 (brandbare vloeistoffen) - V B* of V B B 5.1 (oxiderende stoffen) V - B* B B 6.1 (giftige stoffen) CMR-stoffen B* of V B* - B* B* 8 (bijtende stoffen) B B B* B B 9 (alleen de milieugevaarlijke stoffen) B B B* B - Toelichting: V: Opslag van te scheiden stoffen in aparte vakken. Indien geen aparte vakken kunnen worden gerealiseerd, moet opslag in een apart brandcompartiment plaatsvinden, m.a.w. een aparte opslagvoorziening. B: Gescheiden opslag tenzij is beoordeeld dat de stoffen niet met elkaar reageren of dat beide stoffen als vaste stof zijn ingedeeld. Voor de beoordeling (B) wordt in principe uitgegaan van de informatie zoals die in de Veiligheidsinformatiebladen (VIB, SDS of MSDS) wordt vermeld;voor generieke producten kan ook gebruik worden gemaakt van informatie zoals vermeld in het Chemiekaartenboek. -: Gescheiden opslag niet noodzakelijk. *: Stoffen met acute toxiciteit of CMR-stoffen moeten in een apart brandcompartiment, of het vak waar deze stoffen zijn opgeslagen zodanig kenmerken dat de medewerkers zich extra bewust zijn van de gevaren. Voor de overige giftige stoffen is het gewenst om, waar mogelijk, vakscheiding aan te houden met stoffen van klasse 3. Een uitgebreid overzicht van gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen is opgenomen in bijlage 2 van de regeling afvoer bedrijfsafval en gevaarlijk afval UT. Op een afdeling moet de werkvoorraad zo klein mogelijk zijn maar mag deze bij voorkeur ten hoogste 1 kg of liter per m 2 zijn of gelijk aan de voorraad die nodig is voor het verbruik van één dag of één batch. De berekening van 1 kg of liter per m 2 sluit aan bij de veiligheidsnormering bij brandgevaar. De werkvoorraad in een laboratorium is de hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen die voor de uitvoering van de analyses en experimenten strikt noodzakelijk is, zoals de reagentia in de analysers en de reagensflessen voor bepalingen. Ook vanuit de arbowetgeving moet de hoeveelheid zo laag mogelijk gehouden worden en moeten maatregelen getroffen worden om blootstelling bij ongewenste gebeurtenissen te voorkomen. Plaats daarom ook de werkvoorraad van (brandbare) vloeistoffen op de laboratoriumtafel zo veel mogelijk in een lekbak. Berg de vaten en flessen aan het eind van de dag weer op in de daarvoor geschikte kast. Werkvoorraden zijn vaak te groot en blijven te lang staan. Zuurkasten mogen niet als opslagruimte voor werkvoorraden gebruikt worden. Afvalvaatjes die in gebruik zijn voor het verzamelen van gevaarlijk afval vallen niet onder een werkvoorraad: het zijn voornamelijk waterige oplossingen. Volle afvalvaten dienen zo snel mogelijk

worden afgevoerd, wanneer dit niet mogelijk is vindt opslag plaats in een veiligheidskast. Wanneer gevaarlijk afval vervoerd wordt door de gangen en in de liften, dient dit in een lekbak op een kar vervoerd te worden Definitie en eisen aan een lekbak volgens PGS 15 Een lekbak is een vloeistofdichte voorziening met beperkte opvangcapaciteit, waarvan de bodembeschermende werking door gericht toezicht en doelmatig ledigen wordt gewaarborgd. De lekbak moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze bestand is tegen de inwerking van vloeistoffen die er boven worden opgeslagen. Er worden eisen gesteld aan b.v. de opvangcapaciteit en de bestandheid tegen de opgeslagen stoffen. Een lekbak moet een opvangcapaciteit hebben van tenminste 110 % van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid, of indien dit groter is 10 % van de inhoud van alle opgeslagen stoffen. Door deze opvangcapaciteit kunnen calamiteiten niet worden voorkomen, maar de risico s worden wel als aanvaardbaar geacht. Eventueel gelekte vloeistoffen moet uit de lekbak worden verwijderd. Rekenvoorbeeld lekbak: De volgende verpakkingen zijn aanwezig: 10 vaten met 5 liter, 10 flessen van 2,5 liter en 25 flessen van 1 liter dus in totaal een opslag van 100 liter. 110 % van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid = 110 % van 5 liter = 5,5 liter. 10 % van de inhoud van alle opgeslagen stoffen = 10 % van 100 liter = 10 liter. De opvangcapaciteit van de lekbak dient derhalve minimaal 10 liter te bedragen. De lekbak moet bestand zijn tegen de inwerking van vloeistoffen die worden opgeslagen. Er zijn b.v. kunststof en stalen lekbakken. Bij het gebruik en de opslag van gevaarlijke stoffen in de gebruikersverpakking wordt de opslag in (veiligheids)kasten op laboratoriumschaal bepaald door de GHS indeling, en niet volgens ADR. In onderstaande tabel is op basis van het gevaarssymbool van een stof en de H-zin(nen) de wijze van opslag binnen een laboratorium weergegeven. Wijze van opslag gevaarlijke stoffen UT Gevarenklassen Gevaarssymbool H- Fysische gevaren Ontplofbare stoffen Zelfontledende stoffen en mengsels Organische peroxiden zin(nen) 200 201 202 203 240 241 Opslag I.o.m. VGMc

Ontplofbare stoffen (subklasse 1.4) 204 I.o.m. VGMc Ontvlambare gassen, aërosolen, vloeistoffen en vaste stoffen Ontvlambare aërosolen en vloeistoffen 220 222 224 225 228 223 226 Pyrofore vaste en vloeistoffen. Zelfontledende stoffen en mengsels Voor zelfontbranding vatbare stoffen en mengsels Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen Organische peroxiden Oxiderende gassen, vloeistoffen en vaste stoffen 250 260 261 241 242 251 252 270 271 272 Gassen onder druk 280 281 Gasflessenkast Bijtend voor metalen 290 Zuur/base-kast Gezondheidsgevaren Acute toxiciteit 300 310 330 301 311 331 Mutageen in geslachtscellen Kankerverwekkend Giftig voor de voortplanting 340 350 360 370 372

STOT (éénmalige en herhaalde blootstelling) Sensibilisatie van de luchtwegen Aspiratiegevaar Mutageen in geslachtscellen Kankerverwekkend Giftig voor de voortplanting STOT (éénmalige en herhaalde blootstelling) Sensibilisatie van de 334 304 341 351 361 371 373 luchtwegen Acute toxiciteit 302 312 332 Huidcorrosie Ernstig oogletsel 314 318 Zuur/base-kast Huidirritatie Oogirritatie Huidsensibilisatie STOT (éénmalige blootstelling) 315 317 319 335 336 Milieugevaren Gevaar voor het aquatisch milieu 400 410 411 Afhankelijk van evt. ander gevaarssymbool doch altijd in lekbak. SAMENVATTING REGELS opslag gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen verplicht opslaan in geschikte kast voor de betreffende gevaarscategorie. Gevaarlijke stoffen die met elkaar gevaarlijke reacties kunnen aangaan, moeten gescheiden van elkaar worden opgeslagen. Gebruik geschikte aparte lekbakken. Een werkvoorraad gevaarlijke stoffen mag alleen gedurende een werkdag buiten de opslagkast Bij vervoer gevaarlijke stof (of afval) geschikt transport gebruiken: kar met lekbak en/of draagemmer Opvangcapaciteit lekbak tenminste 110 % van de inhoud van de grootste verpakking of indien dit groter is 10 % van de inhoud van alle opgeslagen stoffen samen. Lekbak moet bestand zijn tegen de inwerking van vloeistoffen die worden opgeslagen.