OPNAMERAPPORT Ten behoeve van een wekelijkse zelfstandige beoordeling van de gebruiksvoorschriften van een horecagelegenheid Opnamerapport gebruiksvoorschriften versie 1.2 / 5 juni 2007 Pagina 1 van 5
Over het rapport Dit rapport is bedoeld om een deel van de gebruiksvoorschriften en algemene voorschriften zoals vastgelegd in hoofdstuk 2, 5, 6 en de bijlagen 3 en 4 van de bouwverordening van de gemeente Den Haag wekelijks te kunnen controleren. Deze voorschriften hebben een zogenoemde rechtstreekse werking. Dit betekent dat deze niet hoeven te worden aangestuurd door een vergunning of een ander artikel, maar altijd gelden. De kolom Art. BV op het rapport verwijst naar het betreffende artikel in de bouwverordening. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat dit rapport is gebaseerd op de 11 e wijziging van de bouwverordening van de gemeente Den Haag. Zodra er een nieuwe bouwverordening wordt vastgesteld, zal dit rapport hierop worden aangepast. Deze worden beschikbaar gesteld op de internetsite van de gemeente Den Haag, www.denhaag.nl. Verantwoordelijke Het rapport dient te worden ingevuld door iemand die door gebruiker van het bouwwerk is gemachtigd deze controles namens haar uit te voeren. Veelal zal dit het hoofd bedrijfshulpverlening, het hoofd facilitaire dienst of de bedrijfsleider zijn. Gebruik van het rapport Dit rapport is specifiek voor bouwwerken en inrichtingen met een horecabestemming. Het bevat een deel van alle gebruiksvoorschriften gericht op dit gebruik. Het kan zijn dat er toch een vraag wordt gesteld welke niet voor u van toepassing is. In dat geval kruist u in het rapport het vakje n.v.t. aan. De code in de eerste kolom is voor u niet van toepassing. Deze is alleen van belang bij het vastleggen van de ingevulde gegevens door de brandweer. (de brandweer gebruikt eveneens deze rapporten voor haar controles) De opstelling is zodanig dat alle vragen met ja of n.v.t moeten zijn beantwoord. Indien u bij de controle constateert dat het benoemde punt in orde is kruist u het vakje 1 e, ja aan. Hebt u een vraag met nee beantwoord, dan betekent dit dat het bouwwerk niet voldoet aan het gestelde voorschrift. In dat geval kunt u in het vakje opmerkingen aangeven wat er niet voldoet en op welke locatie het gebrek zich bevindt. Dit gebrek dient u op korte termijn aan te passen. Voor gebreken ten aanzien van ontvluchting geldt uiteraard dat deze direct dienen te worden hersteld. Zodra u het punt heeft aangepast kruist u het vakje 2 e, ja aan. Uiteraard kunt u in het vak opmerkingen ook andere bijzonderheden vermelden. Om de betreffende vragen optimaal te kunnen beantwoorden is in bepaalde gevallen het aan te bevelen cq. noodzakelijk de Bouwverordening van de gemeente Den Haag te raadplegen. De bouwverordening is te downloaden op www.denhaag.nl. (of http://www.denhaag.nl/smartsite.html?id=6960) Opnamerapport gebruiksvoorschriften versie 1.2 / 5 juni 2007 Pagina 2 van 5
Ontvluchting algemeen 002 Zijn de vluchtdeuren op de voorgeschreven wijze te openen? (zonder gebruikmaking van losse voorwerpen), art 1 004 005 Is de vereiste vluchtrouteaanduiding aanwezig en voldoende zichtbaar? 2.6.9 5.2.1, art 13 lid 1 006 Zijn de deuren te openen over de gehele breedte?, art 1 lid 1 007 Zijn naar binnen draaiende deuren, indien vereist, in geopende stand vastgezet? 6.1.1 Ontvluchting obstakelvrij 003 Zijn de vluchtroutes vrij van obstakels? (ook buiten) 008 Zijn kabels en snoeren aan de vloer vastgeplakt? (nood)verlichtingsinstallatie (NVI) 001 Verkeert de NVI nog in goede staat?, 002 Geeft de elektrische installatie geen gevaar tot het ontstaan van brand?, 003 Zijn de elektrische bedradingen en verbindingen goed en veilig bevestigd?, Opnamerapport gebruiksvoorschriften versie 1.2 / 5 juni 2007 Pagina 3 van 5
Blusmiddelen 001 Zijn de vereiste brandblusmiddelen aanwezig en voor direct gebruik goed bereikbaar? 6.1.1 002 Worden verborgen blusmiddelen voldoende aangeduid? (b.v. achter deuren of in kasten weggewerkte blusmiddelen) Bijlage 4, art 4 Verwarming en kookdoeleinden 001 Geeft de kookinstallatie geen gevaar tot het ontstaan van brand? art 3 lid 3 004 Is de omgeving van de stooktoestellen vrij van brandbare materialen? art 3 lid 1 005 006 Zijn er passende deksels/blusdekens bij de frituur aanwezig en op een goed bereikbare plaats? Roken en open vuur 001 Worden er voldoende voorzieningen getroffen tegen gevaar als gevolg van roken en open vuur? 002 Worden kaarsen op een veilige manier toegepast? (oa stevige kandelaars, niet in bloemstukjes en niet bij gordijnen) art 5 art 5 Opnamerapport gebruiksvoorschriften versie 1.2 / 5 juni 2007 Pagina 4 van 5
Stoffering en versiering 002 Wordt stoffering en versiering vrijgehouden van warmtebronnen die warmer dan handwarm worden? lid 1 003 Hangt aangebrachte plafondversiering min. 2.50 meter boven de vloer? lid 2 004 Is alle aangebrachte stoffering en versiering niet makkelijk ontvlambaar en vindt er geen druppelvormig plaats? lid 3 Zijn er geen met brandbaar gas gevulde ballonnen aanwezig? lid 4 Afval 001 Worden er onbrandbare asverzamelaars gebruikt welke tevens zijn voorzien van een deksel? 002 Worden de asbakken elke dag geleegd in afsluitbare asverzamelaars? 003 Wordt afval opgeslagen in ontbrandbare, goed af te sluiten containers? 6.4..1 Opnamerapport gebruiksvoorschriften versie 1.2 / 5 juni 2007 Pagina 5 van 5