Statistische berekeningen ten behoeve van actualisatie Bodemkwaliteitskaart Gemeente Veere Eindrapport Marmos Bodemmanagement Opdrachtgever: Gemeente Veere Projectnummer: P10-09 Datum: 5 mei 2010
1. INLEIDING De gemeente Veere wil (samen met de rest van Walcheren) een nieuwe Nota bodembeheer opstellen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. In verband met die Nota bodembeheer wordt de in 2004 opgestelde bodemkwaliteitskaart van de gemeente geactualiseerd. De statistische berekeningen voor deze actualisatie zijn uitgevoerd door Marmos Bodemmanagement in samenspraak met de gemeente. Onderhavig rapport bevat een beknopte verantwoording en de resultaten van de statistische berekeningen voor de nieuwe bodemkwaliteitskaart van de gemeente Veere. Deze resultaten worden te zijner tijd opgenomen in de algehele rapportage die de gemeente Veere opstelt. Bij deze rapportage behoort een aantal digitale bestanden d.d. 3 mei 2010: - de oorspronkelijke voor de berekeningen beschikbare dataset (rapport.xls en grondtotaal.xls). Hierin is gemarkeerd welke rapporten cq. analyses voor de berekeningen als niet representatief voor de zonekwaliteit zijn beschouwd; - de dataset waarop de berekeningen zijn gebaseerd (exclusief de niet representatieve rapporten en analyses), met hierin aangegeven tot welke zone de monsters behoren (bkkgrond.xls); - een GIS-bestand met de zonegrenzen (zones-mei2010_region.shp, tevens als dxf-bestand: zones-mei2010.dxf); - de resultaten van de statistische berekeningen voor de definitieve zones: statistische kengetallen per zone zonder bodemtypecorrectie (resultaat-zondercorlh.xls) en statistische kengetallen omgerekend naar standaardbodem (resultaat-metcorlh.xls). In toetsresultaat.xls zijn deze kengetallen getoetst aan de normering uit de Regeling bodemkwaliteit. In rapportage06.xls zijn de laatste twee bestanden samengevoegd voor het maken van de tabellen uit bijlage 2. De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten schrijft voor, dat men tevens de betrouwbaarheidsintervallen van het gemiddelde dient op te nemen. Volledigheidshalve zijn deze derhalve opgenomen in resultaatnormgem-laag1.xls en resultaatnormgem-laag2.xls. De betekenis van deze getallen is beperkt, aangezien er in het algemeen geen sprake is van een normale verdeling. Berekeningen BKK gemeente Veere 1/4 Eindrapport, 5 mei 2010
2. DATASET Uitgangsdata: - Een export met monsters en bijbehorende analyseresultaten uit het gemeentelijk bodeminformatiesysteem Geobis, aangeleverd door de gemeente op 19 maart 2010 - Een lijst met bodemonderzoeken (eveneens uit Geobis), zoals deze op 15 maart 2010 op de website van de gemeente aanwezig was. Voor de verdere bewerkingen is aan elk bodemrapport een uniek rapportnummer tussen 1 en 2508 toegekend. Dit rapportnummer is tevens in de tabel met analyseresultaten opgenomen. In totaal zijn voor 1118 rapporten grondanalyses ingevoerd in Geobis. Voor nagenoeg alle geanalyseerde grondmonsters zijn x- en y-coördinaten van de afzonderlijke boringen beschikbaar. Verder is bij elk geanalyseerd grondmonster het dieptetraject ingevoerd, zodat voor elk monster duidelijk is bij welk dieptetraject het moet worden meegerekend. Standaard worden niet meegerekend: - analyseresultaten van saneringsonderzoeken, saneringsplannen, saneringsevaluaties; - individuele olie-analyses (398 monsters die alleen op minerale olie zijn geanalyseerd zijn in het algemeen verdacht voor minerale olie en vaak ook verontreinigd met minerale olie); - Analyses waarvoor geen x- en y-coördinaten beschikbaar zijn (betreft zeer beperkt aantal analyses); - Bodemonderzoeken uitgevoerd door het voormalige adviesbureau Bodemstaete (In 2009 is vastgesteld, dat het adviesbureau Bodemstaete uit Vught gedurende een aantal jaar bodemrapporten met vervalste analysecertificaten heeft opgesteld. In de dataset zijn 12 rapporten van desbetreffend adviesbureau aangetroffen). De gegevens uit Geobis zijn gescreend op rare waardes (invoer van getallen die bij betreffende stof onlogisch zijn en bijv. een omwisseling met een andere stof kunnen betreffen). Hierbij is een aantal dubbel ingevoerde rapporten gesignaleerd, waarbij één van de dubbel ingevoerde rapporten voor de berekeningen op vervallen is gezet. Verder zijn hierbij nauwelijks mogelijke invoerfouten naar voren gekomen. Op basis van deze screening zijn enkele invoerwaarden bij de gemeente gecontroleerd en aangepast in de dataset voor de statistische berekeningen. Berekeningen BKK gemeente Veere 2/4 Eindrapport, 5 mei 2010
3. INDELING IN ZONES Een eerder aangeleverd GIS-bestand met de bestaande zone-indeling is als uitgangspunt genomen. In dit GIS-bestand is onderscheid gemaakt tussen vooroorlogse bebouwing en naoorlogse bebouwing. De voor- en naoorlogse bebouwing is in eerste instantie per kern afzonderlijk doorgerekend. Op basis van de generieke normen uit de Regeling bodemkwaliteit voldoen nagenoeg alle naoorlogse deelgebieden (inclusief de terreinen met zomerwoningen en Neeltje Jans) gemiddeld aan de Achtergrondwaarde. Alleen voor het naoorlogse deel van Koudekerke is het gemiddelde voor PAK hoger dan 2 x Achtergrondwaarde, waardoor niet meer aan de toetsingsregel voor de Achtergrondwaarde wordt voldaan. Dit valt echter te verklaren door lokaal hogere PAK-gehaltes bij de vroegere tramremise, waarvan is besloten om ze te handhaven in de dataset voor de statistische berekeningen. Zonder deze hogere gehaltes bij de tramremise voldoet ook in Koudekerke het naoorlogse deel gemiddeld aan de Achtergrondwaarde. Op grond van het voorgaande is besloten om alle naoorlogse bebouwing inclusief Neeltje Jans en de zomerwoningterreinen samen te voegen tot de zone naoorlogse bebouwing. Ook de vooroorlogse kernen zijn per dorp afzonderlijk doorgerekend. Verder is voor Veere een onderscheid gemaakt tussen het oudste deel van het centrum en het resterende gebied binnen de vestingwal. Het oude centrum van Veere is een aparte zone vanwege de hoger loodgehaltes die hier voorkomen. Het rekenkundig gemiddelde voor lood en/of zink is voor de bovengrond in de volgende kernen hoger dan de maximale waarde voor wonen (Gapinge: tevens PAK): - Meliskerke - Domburg - Gapinge - Grijpskerke - Resterende deel Veere - Westkapelle - Zoutelande De volgende vooroorlogse kernen, vallen wanneer ze afzonderlijk worden doorgerekend- op basis van het gemiddelde nog in klasse wonen vallen: - Aagtekerke - Biggekerke - Koudekerke - Oostkapelle - Serooskerke - Vrouwenpolder In deze kernen is echter de 75-percentielwaarde (danwel de 80-percentielwaarde) al wel hoger dan de maximale waarde voor wonen, zodat de kans in deze kernen niettemin groot is dat een partij vrijkomende grond niet aan de kwaliteitsklasse wonen voldoet. Besloten is, om alle vooroorlogse kernen samen te voegen tot één zone. Berekeningen BKK gemeente Veere 3/4 Eindrapport, 5 mei 2010
De begrenzing van de vooroorlogse zone is in de volgende kernen enigszins aangepast op basis van de aangetroffen gehaltes en aan de hand van oude topografische kaarten: - Aagtekerke; - Serooskerke; - Biggekerke; - Westkapelle (grens netter ingetekend, zodat enkele monsters niet abusievelijk buiten de zone vallen); - Resterend deel van Veere binnen de vesting (toegevoegd aan de zone). Dit levert de volgende zones op: Zone Buitengebied Naoorlogse bebouwing Vooroorlogse kernen Oude centrum Veere Generieke bodemkwaliteitsklasse Achtergrondwaarde Achtergrondwaarde Industrie Voldoet niet aan klasse Industrie PCB In bijlage 2B is voor de zone naoorlogse bebouwing aangegeven, dat het rekenkundig gemiddelde voor PCB (som 7) hoger is dan de Achtergrondwaarde (en daarmee tevens hoger is dan de Maximale waarde voor wonen, aangezien de Maximale waarde voor wonen voor deze stof gelijk is aan de Achtergrondwaarde). Dit wordt echter niet veroorzaakt door een diffuse verontreiniging met PCB, maar door de wijze waarop bij de statistische berekeningen wordt omgegaan met waardes beneden de detectiegrens. Landelijk is voorgeschreven, dat gehaltes beneden de detectiegrens standaard moeten worden vermenigvuldigd met 0,7. Een deel van de analyses heeft echter detectiegrenzen, die bij het betreffende bodemtype hoger zijn dan de Achtergrondwaarde (en ook 0,7 x detectiegrens is bij deze monsters hoger dan de Achtergrondwaarde). Daarnaast lijkt het erop, dat bij twee bodemonderzoeken in deze zone waardes beneden de detectiegrens als positieve meetwaarden zijn ingevoerd in Geobis. Bij deze twee rapporten zijn in totaal 12 monsters geanalyseerd op PCB en bij al deze monsters is voor PCB de waarde 0,004 mg/kgds ingevoerd. Dit betekent, dat in de zone naoorlogse bebouwing bij slechts één ondergrondmonster daadwerkelijk voor PCB een gehalte boven de detectiegrens is gemeten. Berekeningen BKK gemeente Veere 4/4 Eindrapport, 5 mei 2010