Rapportage traumaregistratie 2017 Regio Noordwest

Vergelijkbare documenten
Jaarrapport Traumaregistratie De traumapatiënt door de keten heen

Jaarrapport 2014 Traumaregistratie

Registratiejaren: Regio: TraumaNet AMC Registratiejaar: november Jaarrapport Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC

Jaarrapport Traumaregistratie

Rapportage Traumaregistratie Januari 2008 t/m December 2012 Regio TraumaNet AMC

Jaarrapport 2013 Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Rapportage traumaregistratie 2015 Regio Noordwest. Want zorg deel je. verbonden met. want zorg deel je

Landelijke Traumaregistratie

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2017

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2015

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2016

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2014

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Jaarcijfers 2018 TRAUMAREGISTRATIE REGIO WEST RAPPORTAGE KENNISNETWERK VOOR ZORG ONGEVALLEN

Jaarrapport onderzoek patiëntenstromen Monitor aanbod acute patiënten SEH s, RAV s & HAP s Noord-Holland en Flevoland

Jaarrapport onderzoek patiëntenstromen Monitor aanbod acute patiënten SEH s, RAV s & HAP s Noord-Holland en Flevoland

Vier jaar traumazorg in beeld Traumaregistratie Noord-Nederland 2007 t/m 2010

Landelijke Traumaregistratie

Kwaliteitsregistratie in de traumatologie. Prof. dr. Michiel H.J. Verhofstad, traumachirurg

Traumaregistratie 2017 De zorgketen in 2017

Kwaliteitsindicator ZIN multitrauma; achteraf is makkelijk praten

Fietsongevallen en alcohol

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Workshop B2. Verbeteringen Level-I Trauma Centrum HagaZiekenhuis Alexander Greeven (HagaZh) Flits: Pre-Hospital Triage Rogier van de Sluijs (UMCU)

De oudere traumapatiënt in Brabant

Procesevaluatie Regionale Traumaregistratie

Vallen (privé en sport)

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Letsels bij kinderen 0-4 jaar

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

Ontwikkelingen aanbod acute patiënten SEH s, RAV s & HAP s Q1+Q2 2013, 2014 en 2015 ROAZ-regio VUmc Rapport

Benchmark psychiatrie: preklinische setting

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Ongevallen met vuurwerk

Ouderen op de SEH: na een val in beeld

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

Traumatisch hersenletsel

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

1 Alcoholvergiftigingen

Factsheet verkeerscijfers 2017

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Spoedeisende Hulp behandelingen ( ) 90 Ziekenhuisopnamen (2011) 140 Overledenen (2011) 2

Samen voor de beste zorg

Acute opname afdeling: eerste ervaringen en cijfers!

Blessures Spoedeisende Hulp behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8

Datadictionary 'LTR European dataset' Landelijke Traumaregistratie. Versie 2.1, geldend vanaf 1 januari 2014

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op:

rapport Letsels 2015 Kerncijfers LIS

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:

Casus epidurale bloeding

@Risk. Samenvatting. Analyse van het risico op ernstige en dodelijke verwondingen in het verkeer in functie van leeftijd en verplaatsingswijze

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden,

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers LIS 2016

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Vallen 65 jaar en ouder

De bruikbaarheid van de Triage-Revised Trauma Score in de Ambulancezorg

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Stad Genk Publicatie Verkeersongevallen en slachtoffers

Samenvatting hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 ttin a v n e m a S 0 1 k tu s fd o o 144

Samenvatting in het Nederlands

Plaats Ziekenhuis Status

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

capaciteit, benutting & behoefte

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Het traumateam. rkz.nl

Verkeersveiligheids monitor. Gemeente Waterland

Implementatie Regioprotocollen

In 2015 gebeurden er in Genk 342 verkeersongevallen met doden en gewonden, dat is een daling met 26 ongevallen (-7,1%) ten opzichte van 2014.

Fors minder verkeersdoden in 2013

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

Betrouwbaarheid van in- en exclusie bij traumaregistratie in ziekenhuizen

Monitor. alcohol en middelen

Reglement voor het aanvragen, verstrekken en gebruiken van data uit de regionale traumaregistratie van het Traumazorgnetwerk Midden-Nederland

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

Transcriptie:

Rapportage traumaregistratie 217 Regio Noordwest NetwerkAcuteZorgNoordWest September 218

1. Voorwoord 2. Inleiding Jaarrapport Voor u ligt de gezamenlijke rapportage Traumaregistratie over het jaar 217 van Netwerk Acute Zorg Noordwest (NAZ NW) en SpoedZorgNet AMC (SZN AMC). Speciale dank is verschuldigd voor de inspanningen van de ziekenhuizen en Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV s) in beide regio s die hiervoor hun data beschikbaar hebben gesteld. Ook in 217 hebben de ziekenhuizen uit de regio zich ingezet om zoveel mogelijk data aan te leveren voor de traumaregistratie. Binnen het proces traumaregistratie is de inclusie van traumapatiënten de eerste stap die wordt gezet, waarbij veelal baliemedewerkers/doktersassistenten betrokken zijn en op de SE bij inschrijving van de patiënt beoordelen of er sprake is van een trauma. 217 was het jaar van verdergaande samenwerking en lateralisatie op medisch en logistiek terrein in een continue veranderend zorglandschap, met als gevolg verandering van patiëntenstromen binnen beide regio s. Ook de gewenste landelijke verandering naar primaire presentatie van 9% van multitraumapatiënten direct in de regionale traumacentra geeft een verdere verschuiving in patiëntenstromen. Door de groeiende samenwerking in het kader van de alliantie tussen de traumacentra van VUMC en AMC, zal in de nabije toekomst het grootste traumacentrum ontstaan in Amsterdam. Geplande centralisatie van de zwaar gewonde kinderen in een centra vereist daarbij extra inspanningen en verschuivingen binnen de alliantie. Inclusiecriteria/definitie traumapatiënt In de traumaregistratie worden traumapatiënten opgenomen die binnen 48 uur na een ongeval voor hun letsel zijn gezien op de SE en naar aanleiding daarvan direct zijn opgenomen in het ziekenhuis, zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of zijn overleden op de SE (met uitzondering van death on arrival). Waar in dit rapport traumapatiënt staat, worden de traumapatiënten bedoeld die aan de inclusiecriteria van de LTR voldoen. et toenemend gebruik van de traumaregistratie gegevens voor onderzoek, verbetering van zorg en visitaties in beide regio s door de partners is belangwekkend. De strategie, waarin de traumaregistraties van regio NAZ NW en SZN AMC zich richten op hun rol als verbinder van patiëntenzorg en wetenschap, zal ook in de komende jaren worden voortgezet. Op termijn zullen beide traumaregistraties worden omgevormd tot een geheel, waarbij kwaliteit en volledigheid van de registratie voorop staan en de benutting van de data nog verder kan worden uitgebouwd. Na inclusie wordt data zoveel mogelijk geautomatiseerd uit het Ziekenhuis Informatie Systeem gehaald en door datamanagers in dienst van Netwerk Acute Zorg Noordwest en SpoedZorgNet AMC gecomplementeerd en ingevoerd in de Landelijke Trauma Registratie (LTR). Daarnaast wordt door de RAV s uit de regio prehospitale data aangeleverd, zoals rittijden en vitale parameters. Net als voorgaande jaren is het rapport opgebouwd aan de hand van de Utstein dataset. Deze uniforme manier van rapportage representeert de gehele keten van traumazorg en omvat de volgende categorieën: Ook in 218 blijft onze missie: iedere traumapatiënt telt samen werken aan het optimaliseren van de zorg voor traumapatiënten in regio NAZ NW en regio SZN AMC. Wietse Zuidema, MD Traumachirurg Vincent de Jong Traumachirurg Patiëntkarakteristieken Prehospitaal SE-bezoek Letsels Opnamegegevens Uitkomst van traumazorg Rapportage van deze gegevens geeft goede aanknopingspunten voor analyse, reflectie en om op regionaal niveau van elkaar te leren. Maar zoals de omslag doet vermoeden is er meer. Aangezien de regio s deels in elkaar vlechten, is er dit jaar voor gekozen om geanonimiseerde data van de regio s SZN AMC en NAZNW te bundelen. ierdoor is het mogelijk meer inzicht te krijgen in de traumapatiënten over de zogenaamde grenzen van de regio s heen. De gecombineerde data kunt u vinden in het middenstuk van dit rapport. Wij wensen u veel leesplezier. Matthijs Mazereeuw, Marion Commandeur & Annelies Toor Netwerk Acute Zorg Noordwest Anne de Boer & Marloes Wessel SpoedZorgNet AMC 1 2

3. Overzicht van de regio Onderstaande kaart geeft een overzicht van de ziekenhuizen die onder deze twee regio s vallen. In het groen staan de ziekenhuizen van SpoedZorgNet gemarkeerd, roze gemarkeerde ziekenhuizen vallen onder Netwerk Acute Zorg Noordwest. Daarnaast zijn ook de Regionale Ambulance Voorzieningen weergeven in blauw. Deze zijde van het rapport geeft data van de regio NAZNW weer. Den elder Schagen NetwerkAcuteZorgNoordwest Ziekenhuis Afkorting Level Plaats MC Slotervaart MCS 3 Amsterdam NWZ Alkmaar NWZ Alk 1 Alkmaar NWZ Den elder NWZ D 3 Den elder Rode Kruis Ziekenhuis RKZ 2 Beverwijk Spaarne Gasthuis aarlem Noord/ Zuid SG a 2 aarlem Spaarne Gasthuis oofddorp SG o 3 oofddorp VU medisch centrum VUmc 1 Amsterdam Zaans Medisch Centrum ZMC 2 Zaandam Ziekenhuis Amstelland ZA 3 Amstelveen Beverwijk A aarlem Medemblik eerhugowaard A Alkmaar oorn Purmerend Zaandam A Amsterdam Amstelveen Enkhuizen Almere Blaricum Lelystad A Ambulancedienst Afkorting RAV Noord-olland Noord NN Alkmaar RAV Kennemerland K merland oofddorp RAV Zaanstreek-Waterland Groot A dam Zaandam RAV Amsterdam-Amstelland Groot A dam Amsterdam SpoedZorgNet Ziekenhuis Afkorting Level Plaats Academisch Medisch Centrum AMC 1 Amsterdam BovenIJ ziekenhuis BovenIJ 3 Amsterdam Flevoziekenhuis Flevo 3 Almere MC Zuiderzee MC ZZ 3 Lelystad OLVG Oost OLVG O 2 Amsterdam OLVG West OLVG W 2 Amsterdam Tergooi Blaricum Tergooi B 3 Blaricum Tergooi ilversum Tergooi 3 ilversum Westfriesgasthuis WFG 2 oorn Waterlandziekenhuis WLZ 3 Purmerend Ambulancedienst Afkorting Plaats Ambulance Amsterdam AA Amsterdam RAV Flevoland Flevo Lelystad RAV Gooi en Vecht G&V ilversum RAV Noord-olland Noord NN Alkmaar A ilversum 3 4

Inhoudsopgave 1. Voorwoord 1 2. Inleiding Jaarrapport 2 3. Overzicht van de regio 4 4. Trauma algemeen 6 Aantal traumapatiënten per ziekenhuis (213-217) 6 5. Patiëntkarakteristieken 7 Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 217 7 6. Prehospitaal: oorzaak ongeval 9 Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 217 9 Oorzaak ongeval verder uitgesplitst (215-217) 1 7. Prehospitaal: vervoer en verwijzing 11 Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 217 11 Verwijzer traumapatiënten naar SE (213-217) 13 Inzet MMT bij traumapatienten (214-217) 14 8. Spoedeisende ulp (SE) 15 Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 217 15 Dag en dagdeel van aankomst op de SE 217 16 Mediane verblijfsduur SE (in min) per ziekenhuis (213-217) 16 Bestemming na SE per ziekenhuis 217 17 9. Letsels 18 Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 217 18 Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 217 19 1. Opname 21 Tijdsduur aankomst SE tot eerste CT-scan 217 21 Opnameduur per ziekenhuis 217 22 11. Uitkomst van traumazorg 23 Ontslagbestemming na opname 217 23 4. Trauma algemeen Onderstaand figuur laat het aantal traumapatiënten zien dat zich in de afgelopen vijf jaar heeft gepresenteerd, uitgesplitst per ziekenhuis. Jaarlijks worden ongeveer 9 traumapatiënten in de regio Noordwest geïncludeerd. De meeste traumapatiënten belanden in een level 1 ziekenhuis (43%). Aantal traumapatienten per ziekenhuis (213-217) Aantal 25 2 15 1 5 Ziekenhuis MCS NWZ-Alk NWZ-D RKZ SG-aZN SG-o Vumc ZA ZMC NAZNW MCS Ziekenhuis RKZ SG- SG-o VUmc ZA azn NWZ- ALk NWZ- D ZMC 213 214 215 216 217 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 347 (4) 362 (4) 324 (4) 267 (3) 298 (3) 2141 (24) 222 (25) 2142 (23) 2214 (25) 2168 (25) 573 (6) 552 (6) 618 (7) 737 (8) 646 (8) 154 (12) 17 (11) 946 (1) 94 (11) 898 (1) 111 (13) 1182 (13) 1245 (14) 1293 (15) 1294 (15) 857 (1) 964 (11) 965 (11) 765 (9) 645 (8) 1544 (17) 1573 (18) 1645 (18) 1447 (16) 1457 (17) 448 (5) 41 (5) 464 (5) 49 (5) 45 (5) 761 (9) 662 (7) 84 (9) 758 (9) 774 (9) 8835 (1) 895 (1) 9153 (1) 883 (1) 863 (1) Jaartal 213 214 215 216 217 et aantal traumapatiënten is voor de tweede keer op rij gedaald. Net zoals vorig jaar zijn de dalingen het grootst bij het Spaarne Gasthuis. Ook NWZ Alkmaar en NWZ Den elder laten dalingen zien. 5 6 In 217 waren er 2 (2,3%) minder traumapatiënten vergeleken met het jaar ervoor.

5. Patiëntkarakteristieken Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 217 6 5 4 Leeftijd -15 jaar 15-3 jaar 3-45 jaar 45-6 jaar 6-75 jaar 75 jaar -15 Ziekenhuis N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 15-3 MCS (,) 25(8,4) 17(5,7) 37(12,4) 69(23,1) 15(5,3) 3-45 NWZ-Alk 353(16,3) 232(1,7) 165(7,6) 269(12,4) 435(2,1) 714(32,9) 45-6 6-75 NWZ-D 14(16,1) 47(7,3) 43(6,7) 93(14,4) 134(2,7) 225(34,8) >75 RKZ 192(21,4) 92(1,2) 8(8,9) 126(14,) 136(15,1) 272(3,3) SG-aZN 14(1,8) 19(8,4) 81(6,3) 146(11,3) 239(18,5) 579(44,7) SG-o VUmc 16(24,8) 51(7,9) 3(4,7) 41(6,4) 124(19,2) 239(37,1) 244(16,7) 252(17,3) 178(12,2) 244(16,7) 251(17,2) 288(19,8) 3 ZA ZMC 11(24,4) 14(3,1) 8(1,8) 25(5,6) 64(14,2) 229(5,9) 157(2,3) 73(9,4) 32(4,1) 77(9,9) 136(17,6) 299(38,6) 2 1 MCS RKZ SG- SG-o VUmc ZA ZMC azn NWZ- ALk NWZ- D Leeftijd et regionale traumacentrum (VUmc) heeft een relatief gelijke verdeling qua leeftijd van traumapatiënten. Ernstigere gevallen komen bij het regionaal traumacentrum terecht, die gemiddeld jonger zijn. Dit tezamen met de gemiddeld hoge leeftijd van traumapatiënten in het algemeen geeft waarschijnlijk dit beeld. Zoals het figuur Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 217 laat zien, gaat het bij patiënten tussen het VUmc slechts 19,8%, terwijl dit gemiddeld 34,7% is. etzelfde fenomeen is te zijn bij NWZ Alkmaar (level 1) en het RKZ (brandwondencentrum). 3.625 traumapatiënten presenteerden zich in een level 1 ziekenhuis met een gemiddelde leeftijd van 52 jaar. In level 2-3 ziekenhuizen waren dit 5.5 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 57 jaar. 7 8

6. Prehospitaal: oorzaak ongeval Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 217 1% 8% 6% 4% 2% % -15 15-3 3-45 45-6 6-75 >75 Oorzaak ongeval Onbekend Anders Bedrijf TS/Zelfmutilatie Geweld Sport Verkeer Privé Soort ongeval Laag energetische val Verkeersongeval: fiets Anders Verkeersongeval: gemotoriseerd Verkeersongeval: brommer/scooter/snorfiets oog energetische val Thermisch (brand)ongeval Geslagen met stomp object Verkeersongeval: voetganger Verkeersongeval: motorfiets Steekincident Onbekend Asfyxie Verkeersongeval: anders Schietincident Verdrinking Explosie 215 216 217 217 % N(%) 5658 5687 5434 63,1 1114 161 115 12,8 421 43 378 4,4 36 416 366 4,3 36 31 282 3,3 358 133 354 3, 232 223 178 2,1 183 164 185 2,1 147 133 142 1,7 87 111 89 1, 51 36 54,6 32 19 18,2 24 13 11,1 18 19 55,6 18 11 15,2 14 28 3,3 11 9 9,1 Leeftijd Een duidelijk verband is zichtbaar waarbij na een leeftijd van -15 jaar het aandeel privé ongevallen toeneemt met leeftijd. Bij verkeersongevallen is te zien dat juist het aandeel afneemt bij de hogere leeftijdsgroepen. -15 jaar 15-3 jaar 3-45 jaar 45-6 jaar 6-75 jaar N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 75 jaar N (%) Privé 1124(77,) 193 (21,6) 21 (31,8) 442 (41,8) 143(65,7) 2674 (88,5) Verkeer 181(12,4) 455 (5,9) 263 (37,3) 46 (38,8) 449 (28,3) 316 (1,6) Sport 132 (9,) 98(11,) 76(12,) 76 (7,2) 4 (2,5) 13 (,4) Geweld 4 (,3) 78 (8,7) 41 (6,5) 35 (3,3) 12 (,8) 3 (,1) TS/Zelfmutilatie 3 (,2) 25 (2,8) 18 (2,8) 16 (1,5) 5 (,3) 2 (,1) Bedrijfsongeval 1 (,1) 41 (4,6) 5 (7,9) 71 (6,7) 3 (1,9) 1 (,) Anders/onbekend 11 (,8) 2 (,2) 5 (,8) 3 (,3) 3(,2) 3(,1) * Onder een hoog energetische val wordt verstaan een val van een hoogte die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer Verreweg de meeste ongevallen (63%) betreft een laag energetische val in 217 (val op zelfde niveau). et aantal verkeersongevallen onder voetgangers is over de afgelopen drie jaar gedaald. In de categorie Anders worden oorzaken genoemd die niet in de andere categorieën kunnen worden ingedeeld, zoals: tegen iets aanlopen, beklemming of een verkeerde beweging. 63% van alle traumapatiënten belanden op de SE door een laag energetische val. et aantal patiënten die trauma oplopen door een hoog energetische val is afgelopen jaren sterk gefluctueerd. In 216 werd de definitie (>2x lichaamslengte) strakker gehanteerd, waardoor waarschijnlijk de daling. De reden voor de sterke stijging in 217 is niet duidelijk. et aantal thermische (brand)ongevallen is afgelopen jaar sterk afgenomen. Ondanks de uitgebreide onderverdeling valt een relatief groot percentage van de patiënten (.6%) onder de categorie verkeersongeval: anders. In veel gevallen gaat het hier om patiënten die van een scootmobiel vallen, binnenshuis of op de stoep. 9 1

7. Prehospitaal: vervoer en verwijzing 43% van alle traumapatiënten binnen de regio NAZNW wordt naar de SE vervoert met een ambulance. Uit onderstaande tabel blijkt dat de RAV bij 2958 (34%) traumapatiënten bekend is. Ambulancegegevens worden gekoppeld aan hospitale data, wat door o.a. een gebrek aan of onvolledige data niet altijd mogelijk is. Andere mogelijke verklaringen voor het verschil zijn een gebrek aan of onvolledige data. Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 217 RAV NN K merland Groot A dam Onbekend /overig Totaal NAZNW Ziekenhuis N N N N N MCS 129 131 26 NWZ-Alk 69 29 4 988 163 NWZ-D 132 36 492 RKZ 5 68 3 531 67 SG-aZN 287 354 3 61 967 SG-o 78 1 34 419 VUmc 2 136 952 146 1254 ZA 185 94 279 ZMC 25 281 531 NAZNW 766 665 1527 3481 6439 De Abbreviated Injury Scale (AIS) wordt gebruikt om verwondingen anatomisch te classificeren en beschrijven. Vervolgens worden de hoogste (meest ernstige) scores per lichaamsregio gebruikt om de Injury Severity Score (ISS) te berekenen. De ISS score loopt van 1 tot 75, waarbij een score van 16 of hoger wordt geclassificeerd als multitrauma. Afgezien van de multitrauma patiënten neemt de aanrijtijd toe met ISS score. Een mogelijke bijdrage aan dit fenomeen is de grote hoeveelheid traumapatiënten die zich presenteert met een heupfractuur (2,9%). Dit komt overeen met een ISS score van tenminste 9, maar is minder urgent dan vele andere scores. Onderstaande tabellen geven per ISS categorie verschillende prehospitale RAV tijden weer. De aanrijdtijd, behandeltijd, vervoertijd en totaaltijd zijn als volgt berekend: Aanrijdtijd = APT VT Behandeltijd = VPT APT Vervoertijd = Aankomst SE VPT Totale prehospitale tijd = Aankomst SE - MKT ISS 1-3 (licht gewond) Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde RAV N N N N Groot A dam 7 8 254 18 19 246 12 13 233 39 43 319 K mer land 6 7 239 18 2 224 21 22 236 46 49 243 NN 8 8 224 18 2 223 17 2 221 48 5 226 ISS 4-8 (matig gewond) Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde RAV N N N N Groot A dam 7 8 367 2 21 355 13 14 345 44 47 422 K mer land 7 7 18 17 18 165 21 22 182 46 47 186 NN 9 9 157 2 2 153 18 22 156 49 52 159 ISS 9-15 (matig tot zwaar gewond) Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde RAV N N N N Groot A dam 9 1 58 23 24 495 14 16 466 5 53 586 K mer land 6 7 141 2 21 115 21 24 141 48 49 142 NN 8 9 134 19 2 126 18 21 131 47 51 134 ISS 16+ (ernstig gewond) Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde RAV N N N N Groot A dam 6 7 16 21 22 19 9 1 18 38 4 165 K mer land 6 7 43 21 25 1 33 35 43 41 43 46 NN 8 8 63 25 26 56 2 25 63 54 57 67 De langere behandeltijd van ernstig gewonde patiënten valt te verwachten. De gemiddeld langere vervoertijd van deze patiëntengroep naar het ziekenhuis is natuurlijk ongewenst. Een mogelijke verklaring is het feit dat multitrauma patiënten doorgaans naar level 1 ziekenhuizen worden gebracht, wat niet altijd het dichtstbijzijnde ziekenhuis is. Daarnaast wordt vervoertijd bepaald a.d.h.v. data van de ambulancedienst alsook het EPD van het ziekenhuis. Deze combinatie maakt deze variabele mogelijk minder betrouwbaar. 11 12

Verwijzer traumapatiënten naar SE (213-217) 8 7 6 5 4 3 2 1 Jaartal 213 214 215 216 217 Sinds 215 daalt het aantal traumapatiënten dat werd verwezen door de AP/huisarts. Verwijzer 112 (Amb./MMT) Ander ziekenhuis Eigen initiatief AP/huisarts Onbekend Overig Specialist In bovenstaand figuur is te zien dat trauma patiënten steeds vaker direct contact opnemen met 112. Deze stijging gaat samen met een daling in verwijzingen van de AP/huisarts. Patiënten die zich voordoen bij de AP/huisarts en alsnog doorverwezen worden naar de Spoed Eisende ulp maken in gelijke mate gebruik van ambulance en eigen vervoer. Logischerwijs hebben patiënten die gebruik maken van de ambulance gemiddeld een hogere ISS score dan patiënten die met eigen vervoer de SE bereiken. Aantal patiënten Transport patiënten met als verwijzer AP/huisarts Ambulance Eigen vervoer Traumahelikopter Onbekend NAZNW 35 3 25 2 15 1 5 N (%) ISS 41 (43) 6.4 426 (46) 4. 1 (.1) 4. 12 (1) 5. 93 (1) 5.2 In 217 werd het MMT ingezet bij 3,79% van de geïncludeerde trauma ongevallen. Inzet MMT bij traumapatienten (214-217) 214 215 216 217 Ziekenhuis Overige NWZ-Alk RKZ VUmc Jaartal Volgens landelijke richtlijnen moet 9% van multitraumapatiënten zich direct in het regionale traumacentrum presenteren. Zoals te verwachten worden patiënten die door het Mobiel Medisch Team (MMT) worden gezien doorgaans naar het VUmc gebracht. et aantal patiënten dat daadwerkelijk per traumahelikopter naar het ziekenhuis werd gebracht is wel toegenomen van 2 traumapatiënten in 214 naar 13 in 217. et RKZ (8 patiënten) is los weergeven vanwege het brandwondencentrum. et MMT bracht in totaal 6 patiënten naar de overige ziekenhuizen. 13 14

8. Spoedeisende ulp (SE) Verschillende tijden worden geregistreerd bij een bezoek aan de SE. Niet alleen is bekend op welk tijdstip de traumapatiënt op de SE aankomt, maar ook de ontslag datum/tijd naar een andere afdeling of ziekenhuis is bekend. Onderstaand figuur geeft van alle traumapatiënten weer op welk moment van de week zij zich presenteerden op de SE. Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 217 Aantal patiënten 1 8 6 4 2 4 8 12 16 2 4 8 12 16 2 4 8 12 16 2 4 8 12 16 2 4 8 12 16 2 4 8 12 16 2 4 8 12 16 2 Maandag Dagen Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Dag en dagdeel van aankomst op de SE 217 1% 8% 6% 4% 2% % Dagen Maandag Vrijdag Donderdag Woensdag Dinsdag Zondag Zaterdag Dagdeel : - 6: 6: - 12: 12: - 18: 18: - : De minste traumapatiënten presenteren zich op woensdag op de SE (13.2%). Zondag is de drukste dag (15.6%). De SE wordt relatief weinig bezocht tussen 5: en 6: uur (1%). et meest bezochte uur bij de SE is tussen 16: en 17: uur (7%). De verdeling geeft weer hoe het aantal traumapatiënten dat zich voordoet op de SE fluctueert in een week. De verschillen per dag zijn relatief klein; waarbij de meeste traumapatiënten zich presenteren op zondag. Woensdag is de rustigste dag. De piek op zondag is vooral toe te dragen aan een relatief drukke periode tussen : en 6: uur en de vroegere piek qua drukte overdag. Mediane verblijfsduur SE (in min) per ziekenhuis (213-217) 3 25 2 15 1 5 Jaartal 213 214 215 216 217 Ziekenhuis 15 16

Gemiddeld genomen voor alle ziekenhuizen is er een trend zichtbaar, waarbij de ligduur op de SE toeneemt. Opmerkelijk zijn de zeer lage verblijfsduren bij het SG aarlem in eerdere jaren en sterk toegenomen ligduren bij het VUmc in de laatste twee jaar. Beide dragen sterk bij aan de eerder genoemde trend. De SE ontslaggegevens van het MCS ontbreken van recente jaren. 9. Letsels Datamanagers en registratiemedewerkers kennen AIS-codes toe aan traumapatiënten. ierbij wordt gebruik gemaakt van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). AIS-codes beschrijven het letsel, de letsel ernst en de lichaamsregio waar het letsel zich bevindt. Bestemming na SE per ziekenhuis 217 Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 217 1% 9% 8% Bestemming na SE Ander ziekenhuis Overleden op SE OK IC/C/MC Algemene verpleegafdeling 3 25 2 15 1 Man Vrouw 7% 6% 5% Aantal 5 Letsel Ziekenhuis De bestemming na de SE is in veruit de meeste gevallen Algemene verpleegafdeling, wat heeft doen besluiten de grafiek te starten bij 5%. OK als bestemming na de SE komt relatief veel voor bij het regionaal traumacentrum (12%). Ook de IC/MC komt veel voor (12%). Dit is een groot verschil met het andere level 1 ziekenhuis in de regio. Bij het NWZ Alkmaar is dit 3% en 4% respectievelijk. et hoofd is de meest voorkomende lichaamsregio voor letsel bij mannen (243 patiënten). Bij vrouwen is dit de onderste extremiteiten (2457 patiënten). 17 18

ISS score Voor de berekening van de ISS score wordt het lichaam ingedeeld in zes regio s. De drie meest ernstige AIS-codes uit drie afzonderlijke regio s worden vervolgens gekwadrateerd en opgeteld. iervoor wordt het laatste getal van de AIS-code gebruikt, de zogenaamde ernstscore. Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 217 1% 8% 6% ISS 1-3 4-8 9-15 16+ MCS NWZ-Alk NWZ-D RKZ SG-aZN SG-o VUmc ZA ZMC NAZNW 213 214 215 216 217 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 4 (1) 17 (21) 13 (3) 43 (9) 23 (5) 18 (4) 272 (54) 8 (2) 15 (3) 53 (1) () 149 (28) 16 (3) 48 (9) 26 (5) 9 (2) 27 (51) 2 () 8 (2) 528 (1) () 11 (29) 6 (2) 15 (4) 1 () 1 () 236 (63) () 4 (1) 373 (1) 5 (1) 9 (25) 3 (1) 24 (7) 4 (1) 1 () 228 (63) 1 () 4 (1) 5 (1) 99 (24) 6 (1) 25 (6) 5 (1) 1 () 265 (64) 1 () 6 (1) 36 (1) 413 (1) 4% 2% % Ziekenhuis Ernstig verwonde patiënten (ISS 16+) worden in de regel naar hoger level ziekenhuizen gebracht. In de regio NAZ NW zijn dit het VUmc en NWZ Alkmaar. Percentueel gezien behandelt het Spaarne Gasthuis Noord/Zuid de meeste traumapatiënten met een ISS score 1-3. Absoluut gezien is dit het NWZ Alkmaar met 667 traumapatiënten. et regionaal traumacentrum ontving in 217 265 multitraumapatiënten (ISS 16+). 19 2

1. Opname Aantal traumapatiënten Aantal CTscans Aantal opnames met IC verblijf (%) Min - Max (dagen) Mediaan MCS NWZ-Alk NWZ-D RKZ SG-a SG-o Vumc ZA ZMC N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 298 2168 646 898 1294 645 1457 45 774 22 1 (3,4%) 1-76 7 919 14 (4,8%) 1-92 3 278 15 (2,3%) 1-42 3 159 34 (3,8%) 1-74 Tijdsduur aankomst SE tot eerste CT-scan 217-1 1-2 2-3 3-4 4-5 3 114 6 (,5%) 1-61 3 14 1 (,2%) 1-31 581 137 (9,4%) 1-116 4 3 35 5 (1,1%) 1-15 3 239 25 (3,2%) 1-56 2 Opnameduur per ziekenhuis 217 1% 8% 6% 4% 2% % Ziekenhuis Dagen >=14 1-13 7-1 4-6 1-3 Onbekend Tijd (uren) 5-6 >6 1 2 3 4 5 CT tijden komen uit het EPD van ziekenhuizen. Er bestaat variatie in het soort tijdstip dat wordt meegegeven in het EPD. 22,1% van de traumapatiënten krijgt binnen 3 minuten na aankomst op de SE een CT scan 21 22

11. Uitkomst van traumazorg Ontslagbestemming na opname 217 Ontslagbestemming Eigen woonomgeving Ander ziekenhuis Verpleeghuis Revalidatiecentrum Andere instelling In instelling overleden Overig/onbekend 71% van de traumapatiënten uit de regio worden uiteindelijk ontslagen naar de eigen woonomgeving. et verpleeghuis is de bestemming voor 15% van de patiënten. Bij 4% van de traumapatiënten is het nodig naar een ander ziekenhuis te gaan na opname. Een groot aantal patiënten (261) werd in 217 vanuit het VUmc ontslagen naar een ander ziekenhuis. In de regio Noordwest zijn in 217 213 patiënten overleden. Dit komt neer op 2.5% van de trauma patiënten in de regio (.3% stijging t.o.v. vorig jaar). Overleden na ontslag wordt gedefinieerd als overleden binnen 3 dagen. Dit is in de meeste gevallen alleen bekend als de patiënt zich na ontslag voordoet bij hetzelfde ziekenhuis en komt te overlijden. ierdoor is dit percentage zeer waarschijnlijk een onderschatting. et aantal patiënten dat komt te overlijden is significant hoger in level 1 ziekenhuizen. Tezamen zijn de level 1 ziekenhuizen in de regio (NWZ Alkmaar en VUmc) verantwoordelijk voor 42% van alle patiënten uit de regio Noordwest. Met andere woorden, het verschil is niet de verklaren door de verdeling van patiënten over de ziekenhuizen. N % Man Gem. leeftijd ISS Op SE Tijdens opname Na ontslag 15 75 57 27 198 6 75 14 6 53 83 8 23 24

28 NetwerkAcuteZorgNoordWest September 218

Jaarrapport Traumaregistratie 213 217 De traumapatiënt door de keten heen SpoedZorgNet September 218

1. Voorwoord 2. Inleiding Jaarrapport Voor u ligt de gezamenlijke rapportage Traumaregistratie over het jaar 217 van Netwerk Acute Zorg Noordwest (NAZ NW) en SpoedZorgNet AMC (SZN AMC). Speciale dank is verschuldigd voor de inspanningen van de ziekenhuizen en Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV s) in beide regio s die hiervoor hun data beschikbaar hebben gesteld. Ook in 217 hebben de ziekenhuizen uit de regio zich ingezet om zoveel mogelijk data aan te leveren voor de traumaregistratie. Binnen het proces traumaregistratie is de inclusie van traumapatiënten de eerste stap die wordt gezet, waarbij veelal baliemedewerkers/doktersassistenten betrokken zijn en op de SE bij inschrijving van de patiënt beoordelen of er sprake is van een trauma. 217 was het jaar van verdergaande samenwerking en lateralisatie op medisch en logistiek terrein in een continue veranderend zorglandschap, met als gevolg verandering van patiëntenstromen binnen beide regio s. Ook de gewenste landelijke verandering naar primaire presentatie van 9% van multitraumapatiënten direct in de regionale traumacentra geeft een verdere verschuiving in patiëntenstromen. Door de groeiende samenwerking in het kader van de alliantie tussen de traumacentra van VUMC en AMC, zal in de nabije toekomst het grootste traumacentrum ontstaan in Amsterdam. Geplande centralisatie van de zwaar gewonde kinderen in een centra vereist daarbij extra inspanningen en verschuivingen binnen de alliantie. Inclusiecriteria/definitie traumapatiënt In de traumaregistratie worden traumapatiënten opgenomen die binnen 48 uur na een ongeval voor hun letsel zijn gezien op de SE en naar aanleiding daarvan direct zijn opgenomen in het ziekenhuis, zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of zijn overleden op de SE (met uitzondering van death on arrival). Waar in dit rapport traumapatiënt staat, worden de traumapatiënten bedoeld die aan de inclusiecriteria van de LTR voldoen. et toenemend gebruik van de traumaregistratie gegevens voor onderzoek, verbetering van zorg en visitaties in beide regio s door de partners is belangwekkend. De strategie, waarin de traumaregistraties van regio NAZ NW en SZN AMC zich richten op hun rol als verbinder van patiëntenzorg en wetenschap, zal ook in de komende jaren worden voortgezet. Op termijn zullen beide traumaregistraties worden omgevormd tot een geheel, waarbij kwaliteit en volledigheid van de registratie voorop staan en de benutting van de data nog verder kan worden uitgebouwd. Na inclusie wordt data zoveel mogelijk geautomatiseerd uit het Ziekenhuis Informatie Systeem gehaald en door datamanagers in dienst van Netwerk Acute Zorg Noordwest en SpoedZorgNet AMC gecomplementeerd en ingevoerd in de Landelijke Trauma Registratie (LTR). Daarnaast wordt door de RAV s uit de regio prehospitale data aangeleverd, zoals rittijden en vitale parameters. Net als voorgaande jaren is het rapport opgebouwd aan de hand van de Utstein dataset. Deze uniforme manier van rapportage representeert de gehele keten van traumazorg en omvat de volgende categorieën: Ook in 218 blijft onze missie: iedere traumapatiënt telt samen werken aan het optimaliseren van de zorg voor traumapatiënten in regio NAZ NW en regio SZN AMC. Wietse Zuidema, MD Traumachirurg Vincent de Jong Traumachirurg Patiëntkarakteristieken Prehospitaal SE-bezoek Letsels Opnamegegevens Uitkomst van traumazorg Rapportage van deze gegevens geeft goede aanknopingspunten voor analyse, reflectie en om op regionaal niveau van elkaar te leren. Maar zoals de omslag doet vermoeden is er meer: in het kader van de vorderende alliantie tussen de traumacentra VUmc en AMC is er dit jaar voor gekozen om geanonimiseerde data van de regio s SZN AMC en NAZNW te bundelen. ierdoor is het mogelijk meer inzicht te krijgen in de traumapatiënten over de zogenaamde grenzen van de regio s heen. De gecombineerde data kunt u vinden in het middenstuk van dit rapport. Wij wensen u veel leesplezier. Anne de Boer & Marloes Wessel SpoedZorgNet AMC Matthijs Mazereeuw, Marion Commandeur & Annelies Toor Netwerk Acute Zorg Noordwest 1 2

3. Overzicht van de regio Onderstaande kaart geeft een overzicht van de ziekenhuizen die onder deze twee regio s vallen. In het groen staan de ziekenhuizen van SpoedZorgNet gemarkeerd, roze gemarkeerde ziekenhuizen vallen onder Netwerk Acute Zorg Noordwest. Daarnaast zijn ook de Regionale Ambulance Voorzieningen weergeven in blauw. SpoedZorgNet Den elder Schagen Ziekenhuis Afkorting Level Plaats Academisch Medisch Centrum AMC 1 Amsterdam BovenIJ ziekenhuis BovenIJ 3 Amsterdam Flevoziekenhuis Flevo 3 Almere MC Zuiderzee MC ZZ 3 Lelystad OLVG Oost OLVG O 2 Amsterdam OLVG West OLVG W 2 Amsterdam Tergooi Blaricum Tergooi B 3 Blaricum Tergooi ilversum Tergooi 3 ilversum Westfriesgasthuis WFG 2 oorn Waterlandziekenhuis WLZ 3 Purmerend eerhugowaard A Alkmaar Medemblik oorn Enkhuizen Ambulancedienst Afkorting Plaats Ambulance Amsterdam AA Amsterdam RAV Flevoland Flevo Lelystad RAV Gooi en Vecht G&V ilversum RAV Noord-olland Noord NN Alkmaar NetwerkAcuteZorgNoordwest Ziekenhuis Afkorting Level Plaats Beverwijk A aarlem Purmerend Zaandam A Amstelveen Amsterdam Almere Blaricum Lelystad A MC Slotervaart MCS 3 Amsterdam NWZ Alkmaar NWZ Alk 1 Alkmaar NWZ Den elder NWZ D 3 Den elder Rode Kruis Ziekenhuis RKZ 2 Beverwijk Spaarne Gasthuis aarlem Noord/ Zuid SG a 2 aarlem Spaarne Gasthuis oofddorp SG o 3 oofddorp VU medisch centrum VUmc 1 Amsterdam Zaans Medisch Centrum ZMC 2 Zaandam Ziekenhuis Amstelland ZA 3 Amstelveen Ambulancedienst Afkorting RAV Noord-olland Noord NN Alkmaar RAV Kennemerland K merland oofddorp RAV Zaanstreek-Waterland Groot A dam Zaandam RAV Amsterdam-Amstelland Groot A dam Amsterdam A ilversum 3 4

Inhoudsopgave 1. Voorwoord 1 2. Inleiding Jaarrapport 2 3. Overzicht van de regio 4 4. Trauma algemeen 6 Aantal traumapatiënten per ziekenhuis (213-217) 6 5. Patiëntkarakteristieken 7 Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 217 7 6. Prehospitaal: oorzaak ongeval 9 Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 217 9 Oorzaak ongeval verder uitgesplitst (215-217) 1 7. Prehospitaal: vervoer en verwijzing 11 Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 217 11 Prehospitale tijden per RAV uitgesplitst naar ISS 217 12 Verwijzer traumapatiënten naar SE (213-217) 14 8. Spoedeisende ulp (SE) 15 Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 217 15 Dag en dagdeel van aankomst op de SE 217 15 Mediane verblijfsduur SE (in min) per ziekenhuis (213-217) 16 Bestemming na SE per ziekenhuis 217 17 9. Letsels 18 Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 217 18 Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 217 19 1. Opname 21 Opnamegegevens per ziekenhuis 217 21 Tijd binnenkomst SE tot eerste CT-scan 217 22 Mediane opnameduur per ziekenhuis (215-217) 23 Ontslagbestemming na opname 217 24 11. Uitkomst van traumazorg 25 Mortaliteit 217 25 4. Trauma algemeen In de figuur en tabel hieronder wordt de ontwikkeling in aantal geïncludeerde traumapatiënten getoond per ziekenhuis over de periode 213-217. et totaal aantal geïncludeerde traumapatiënten is met 1,5 % gestegen (n=96) ten opzichte van 216. Aantal traumapatienten per ziekenhuis (213-217) Aantal 15 1 5 Ziekenhuis AMC BovenIJ Flevo MC ZZ OLVG O OLVG W Tergooi B Tergooi WFG WLZ SpoedZorgNet AMC Ziekenhuis BovenIJ Flevo MC ZZ OLVG O OLVG W Tergooi B Tergooi WFG WLZ 213 214 215 216 217 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 1.14 (17,7) 1.75 (16,2) 1.85 (16,6) 955 (15,3) 1.28 (16,2) 625 (1,) 668 (1,1) 549 (8,4) 57 (8,1) 568 (9,) 632 (1,1) 642 (9,7) 68 (1,4) 614 (9,8) 429 (6,8) 458 (7,3) 536 (8,1) 458 (7,) 456 (7,3) 53 (7,9) 755 (12,1) 972 (14,7) 951 (14,6) 96 (14,5) 583 (9,2) 813 (13,) 856 (12,9) 844 (12,9) 678 (1,8) 74 (11,1) 119 (1,9) 11 (1,7) 111 (1,7) 211 (3,4) 351 (5,5) 462 (7,4) 496 (7,5) 46 (7,) 719 (11,5) 846 (13,3) 866 (13,9) 842 (12,7) 858 (13,1) 783 (12,5) 846 (13,3) 45 (6,5) 427 (6,4) 54 (8,3) 42 (6,7) 487 (7,7) 6.239 (1) 6.624 (1) 6.536 (1) 6.249 (1) 6.345 (1) 213 214 215 216 217 5 6

5. Patiëntkarakteristieken Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 217-15 jaar 15-3 jaar 3-45 jaar 45-6 jaar 6-75 jaar 75 jaar 8 6 Leeftijd -15 15-3 3-45 45-6 6-75 >=75 Ziekenhuis AMC BovenIJ Flevo MC ZZ OLVG O OLVG W N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 28(2,2) 191(18,6) 126 (12,3) 171(16,6) 174(16,9) 158(15,4) 89(15,7) 33(5,8) 48(8,5) 57(1,) 1(17,6) 241(42,2) 95(22,1) 37(8,6) 27(6,3) 55(12,8) 14(24,2) 111(25,9) 85(16,9) 45(8,9) 49(9,7) 75(14,9) 99(19,7) 15(29,8) 175(3,) 86(14,8) 45(7,7) 82(14,1) 88(15,1) 17(18,4) 227(32,2) 54(7,7) 48(6,8) 78(11,1) 97(13,8) 2(28,4) Tergooi B 152(43,3) 24(6,8) 13(3,7) 25(7,1) 51(14,5) 86(24,5) Tergooi 16(1,9) 34(4,) 52(6,1) 18(12,8) 158(18,7) 478(56,5) 4 WFG 169(2,) 62(7,3) 49(5,8) 92(1,9) 173(2,4) 31(35,6) WLZ 68(14,) 35(7,2) 25(5,1) 63(12,9) 89(18,3) 27(42,5) 2 WFG Tergooi Tergooi B OLVG W OLVG O MC ZZ Flevo BovenIJ AMC WLZ Ziekenhuis In bovenstaande figuur is de leeftijdsverdeling per ziekenhuis weergegeven. In Tergooi ilversum, BovenIJ, WFG en WLZ is het aandeel traumapatiënten vanaf 75 jaar het grootst. In het OLVG (beide locaties) en Tergooi Blaricum is het aandeel jongeren van -15 jaar het grootst. De tabel op de volgende pagina geeft de exacte aantallen weer. 217 Level 1: totaal 1.28 patiënten Mediane leeftijd 43 jaar. 217 Level 2/3: totaal 5.321 patiënten Mediane leeftijd 63 jaar. 7 8

6. Prehospitaal: oorzaak ongeval Binnen de traumaregistratie wordt de oorzaak van het ongeval vastgesteld. Onderstaande figuur geeft een overzicht weer van het aandeel traumapatiënten per oorzaak ongeval voor 217. In de tabellen worden de exacte aantallen weergegeven en worden de oorzaakcategorieën verder gespecificeerd. Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 217 1 8 6 4 2-15 jaar Leeftijd 15-3 jaar 3-45 jaar 45-6 jaar 6-75 jaar >=75 jaar Oorzaak ongeval Onbekend Anders Bedrijf TS/ Zelfmutilatie Geweld Sport Verkeer Privé Met uitzondering van de leeftijdsgroep -15 jaar is het aandeel privé ongevallen groter naarmate patiënten ouder zijn. Onder privé ongevallen wordt verstaan alle ongevallen in de privésfeer waardoor letsel is opgelopen. Een voorbeeld is wanneer een patiënt thuis van de trap valt of zichzelf per ongeluk verwondt. et aandeel verkeersongevallen is kleiner naarmate patiënten ouder zijn. In de tabel hieronder zijn de exacte aantallen weergegeven. -15 jaar 15-3 jaar 3-45 jaar 45-6 jaar 6-75 jaar N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 75 jaar N (%) Privé 992 (77,3) 154 (25,6) 156 (32,4) 356 (44,2) 764 (67,6) 183 (88,6) Verkeer 133(1,4) 258 (42,9) 157 (32,6) 289 (35,9) 28 (24,8) 198 (9,7) Sport 133 (1,4) 65(1,8) 44(9,1) 45 (5,6) 29 (2,6) 3(,1) Geweld 9 (,7) 7 (11,6) 64 (13,3) 3 (3,7) 9 (,8) 1 (,5) TS/Zelfmutilatie 1 (,1) 19 (3,2) 13 (2,7) 19 (2,4) 8 (,7) 2 (,1) Bedrijfsongeval 1 (,1) 26 (4,3) 4 (8,3) 55 (6,8) 3 (2,7) 4 (,2) Anders / onbekend 14 (1,1) 9 (1,5) 8 (1,7) 12 (1,5) 11 (1,) 16 (,8) Oorzaak ongeval - verder uitgesplitst (215-217) Laag energetische val Verkeersongeval: fiets oog energetische val* Verkeersongeval brommer/scooter/snorfiets Verkeersongeval: gemotoriseerd Verkeersongeval: voetganger Steekincident Geslagen met stomp object Thermisch (brand) ongeval Verkeersongeval: motorfiets Verkeersongeval: anders Schietincident Verdrinking Asfyxie Explosie Anders Onbekend 215 216 217 N(%) N(%) N(%) N(%) 3.918 (6,) 3.815 (61,1) 3.957 (62,7) 764 (11,7) 646 (1,3) 683 (1,8) 297 (4,5) 371 (5,9) 313 (5,) 231 (3,8) 232 (3,7) 222 (3,5) 189 (2,9) 23 (3,7) 214 (3,4) 248 (3,8) 129 (2,1) 18 (1,7) 9 (1,4) 92 (1,5) 89 (1,4) 134 (2,1) 97 (1,6) 88 (1,4) 58 (,9) 47 (,8) 6 (1,) 74 (1,1) 84 (1,3) 52 (,8) 35 (,5) 27 (,4) 26 (,4) 19 (,3) 15 (,2) 22 (,3) 11 (,2) 8 (,1) 11 (,2) 8 (,1) 2 (,) 6 (,1) 9 (,1) 1 (,) 3 (,) 387 (5,9) 439 (7,) 41 (6,4) 62 (,9) 12 (,2) 57 (,9) * Onder een hoog energetische val wordt verstaan een val van een hoogte die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer Verreweg de meeste ongevallen (63%) betreft een laag energetische val in 217 (val op zelfde niveau). et aantal verkeersongevallen onder voetgangers is over de afgelopen drie jaar gedaald. In de categorie Anders worden oorzaken genoemd die niet in de andere categorieën kunnen worden ingedeeld, zoals: tegen iets aanlopen, beklemming of een verkeerde beweging. 217 Van de privéongevallen onder -15 jarigen was bij 78% sprake van een laag energetische val. 217 111 schiet en steekincidenten. - Waarvan 87% ouder dan 18 jaar. - Waarvan 23% letsel abdominale regio. 9 1

7. Prehospitaal: vervoer en verwijzing In 217 zijn er 4.17 traumapatiënten per ambulance naar de SE s in regio SpoedZorgNet AMC vervoerd (gebaseerd op de beschikbare prehospitale data binnen de traumaregistratie). De gegevens die door de vier RAV s uit de regio bij ons zijn aangeleverd, zijn gekoppeld aan de hospitale data. Deze koppeling is gelukt voor circa 65% van de traumapatiënten die met de ambulance zijn vervoerd. et is mogelijk dat de overige 35% door een RAV van buiten onze regio zijn vervoerd. Prehospitale tijdsregistratie In de traumaregistratie worden vier verschillende prehospitale tijden vastgelegd: Meldkamertijd (MKT): datum en tijd van melding bij meldkamer Vertrektijd (VT): vertrek ambulance richting plaats ongeval Aankomsttijd (APT): aankomst ambulance bij patiënt Wegrijdtijd (VPT): vertrek ambulance met patiënt naar SE Op basis van deze tijden kunnen de volgen fasen in het prehospitale traject worden berekend: Aanrijtijd = APT VT Behandeltijd = VPT APT Vervoertijd = Aankomst SE VPT Totale prehospitale tijd = Aankomst SE - MKT Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 217 RAV AA Flevo G&V NN* Onbekend /overig Totaal SpoedZorgNet Ziekenhuis N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) AMC 469 61 71 12 189 82 BovenIJ 215 16 375 Flevo 125 2 155 282 MC ZZ 241 57 298 OLVG O 287 1 42 33 OLVG W 35 12 47 Tergooi B 112 37 149 Tergooi 484 18 592 WFG 14 1 43 155 573 WLZ 237 125 362 SpoedZorgNet 1.527 428 67 415 1.13 4.17 *De data van RAV NN is gebaseerd op prehospitale data van Q1 t/m Q3 217. De volgende tabellen geven de prehospitale tijden weer per RAV uitgesplitst naar ISS categorie (Injury Severity Score) voor de regio SpoedZorgNet AMC, waarvan datum en tijd volledig geregistreerd zijn. De ISS geeft de totale letselernst van een traumapatiënt aan. Een uitgebreide toelichting op de ISS is te vinden in het onderdeel Letsels. ISS 1-3 (licht gewond) RAV Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan Gemiddelde N N N NN* 9 1 11 15 16 99 22 21 96 48 57 96 AA 7 8 25 19 2 251 12 14 245 41 42 236 G&V 8 9 14 16 17 14 15 15 14 43 45 13 Flevo 7 7 62 18 2 61 16 17 61 45 45 61 ISS 4-8 (matig gewond) RAV Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde NN* 1 12 125 16 18 123 22 24 118 57 6 118 AA 8 9 38 2 21 381 14 15 373 43 46 36 G&V 8 9 28 17 19 27 16 17 26 49 52 25 Flevo 7 8 124 17 18 124 19 2 124 45 47 124 ISS 9-15 (matig tot zwaar gewond) RAV Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde NN* 11 13 178 17 19 175 23 24 174 6 67 174 AA 8 1 511 21 23 58 15 17 498 47 49 472 G&V 9 1 296 16 18 295 16 17 292 49 54 288 Flevo 7 8 127 19 2 127 14 16 127 44 44 127 ISS 16+ (ernstig gewond) RAV Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde N Mediaan Gemiddelde NN* 6 7 1 2 22 1 24 25 1 53 55 1 AA 7 7 69 2 22 69 8 9 66 35 36 65 G&V 7 7 31 22 24 31 12 14 31 46 44 31 Flevo 6 7 25 21 22 25 15 16 25 38 42 25 De kolom N in bovenstaande tabellen geeft het aantal geregistreerde rittijden weer per RAV en per fase in het prehospitale traject. Onderling kunnen de aantallen per fase verschillen. Een verschil betekent dat niet alle rittijden gedurende het prehospitale traject zijn vastgelegd in de traumaregistratie. Voor alle RAV s in regio SpoedZorgNet AMC geldt dat de gemiddelde aanrijtijden lager zijn voor multitraumapatiënten (ISS 16) dan voor niet multitraumapatiënten. De gemiddelde behandeltijden liggen voor wat betreft deze categorie hoger. Met uitzondering van RAV NN is de vervoertijd van een multitraumapatiënt naar de SE locatie gemiddeld korter. Voor sommige RAV s geldt dat de vervoertijd van traumapatiënten naar een level-1 traumacentrum relatief langer is dan de vervoertijd naar ziekenhuizen in hun eigen verzorgingsgebied. iermee dient rekening te worden gehouden bij het interpreteren van de prehospitale tijden in bovenstaande tabellen. N N N N 11 12

Verwijzer traumapatiënten naar SE (213-217) 6 5 Verwijzer 112 Ander ziekenhuis Eigen initiatief uisarts 4 217 Van de 4.17 ambulanceritten binnen de traumaregistratie is bij 43% prehospitaal een ademfrequentie en bij 19% prehospitaal een systolische tensie bekend. 3 2 1 213 214 215 216 217 Jaartal 217 Binnen regio SpoedZorgNet AMC bedraagt de aanrijtijd gemiddeld 9 minuten tot aan ongevalslocatie. Net als voorgaande jaren wordt het grootste deel van de traumapatiënten door 112 verwezen naar de SE. De tabel hieronder toont de exacte aantallen. 112 2.484 (48,2) Ander ziekenhuis 119 (2,3) Zelfverwijzer 1.225 (23,8) uisarts 1.143 (,7) Polikliniek 13 (,3) Overig 3 (,6) Onbekend 5 (,1) 213 214 215 216 217 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 3.61 (54,4) 156 (2,4) 1.25 (18,9) 1.54 (23,3) 36 (,5) 25 (,4) 12 (,2) 3.66 (47,1) 141 (2,2) 1.552 (23.9) 1.356 (2,8) 16 (,2) 24 (,4) 349 (5,4) 3.66 (57,8) 111(1,8) 94 (15,1) 1.367 (21,9) 28 (,4) 43 (,7) 149 (2,4) 3.128 (49,4) 173 (2,7) 1.28 (16,2) 1.169 (18,5) 34 (,5) 139 (2,2) 664 (1,5) 217 Van de traumapatiënten door de huisarts verwezen werd bij 424 (36%) een ambulance ingezet. 13 14

8. Spoedeisende ulp (SE) Wanneer traumapatiënten arriveren op de Spoedeisende ulp wordt onder andere datum en tijd van aankomst SE vastgelegd, maar ook verblijfsduur op de SE en de overplaatsbestemming van de patiënt vanaf de SE. In de volgende overzichten wordt deze informatie overzichtelijk gepresenteerd. Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 217 1 217 In regio SpoedZorgNet AMC kwam 69% van de traumapatiënten tussen 8. 2. uur en 31% tussen 2. 8. uur aan op de SE. Aantal patiënten 8 6 4 2 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Dagen Mediane verblijfsduur SE (in min) per ziekenhuis (213-217) 3 25 213 214 215 216 217 Bovenstaande verdeling geeft inzicht in hoe het gemiddeld aantal SE presentaties van traumapatiënten fluctueert in een week in 217. De verschillen per dag zijn klein. 2 Op zaterdagmiddag tussen 16. 17. uur is een piek zichtbaar, waarbij gemiddeld 86 patiënten op de SE zijn gepresenteerd. Dag en dagdeel van aankomst op de SE 217 15 1 Dagdeel Ochtend (6.-12. uur) Middag (12.-18. uur Avond (18.-: uur) Nacht (:-6: uur) Verblijfsduur SE (mim) 15 1 5 AMC Flevo BovenIJ OLVG O MC ZZ Tergooi B OLVG W WFG Tergooi WLZ 5 Dinsdag Vrijdag Zondag Ziekenhuis Deze figuur toont de mediane verblijfsduur op de SE en de bijhorende interkwartielafstand. De interkwartielafstand geeft inzicht in de mate van spreiding door de range van waarden weer te geven die 25% onder en 75% boven de mediaan liggen. oe kleiner de afstand tot de mediaan, hoe kleiner de spreiding. Andersom geldt ook: hoe groter de afstand tot de mediaan, hoe groter de spreiding. Dagen Maandag Woensdag Donderdag Zaterdag In voorgaande grafiek is nogmaals te zien dat de meeste traumapatiënten op zaterdag zijn gepresenteerd op de SE. Op maandag en woensdag worden relatief het minst aantal patiënten gezien op de SE. Over het algemeen is de middag het drukste dagdeel op de SE. In de nacht is het doorgaans rustiger, met uitzondering van de nacht van zaterdag op zondag. In regio SpoedZorgNet is de mediane verblijfsduur op de SE over de afgelopen drie jaar met 9 minuten gestegen. 215: 166 minuten 216: 174 minuten 217: 175 minuten 15 16

9. Letsels Bestemming na SE per ziekenhuis 217 1 9 8 Bestemming na SE Ander ziekenhuis Overleden op SE OK IC/C/MC Algemene verpleegafdeling In het onderdeel Letsels wordt specifiek ingegaan op het type en de totale ernst van het letsel van traumapatiënten. Ernst van het letsel wordt uitgedrukt in ISS. AIS Letselcodering Van iedere patiënt worden alle letsels gecodeerd aan de hand van de Abbreviated Injury Scale (AIS), versie 28. In dit internationale coderingssysteem worden de letsels ondergebracht in negen lichaamsregio s (hoofd, gezicht, nek, thorax, abdomen, wervelkolom, bovenste extremiteiten, onderste extremiteiten en extern/overig). AIS codes bestaan uit zeven cijfers waarbij de eerste zes cijfers het letsel omschrijven en het cijfer na de punt de ernst van het letsel aangeeft, lopend van 1 (zeer licht letsel) tot 6 (bijna) dodelijk). De AIS-codes worden toegekend door registratiemedewerkers in dienst van bureau SpoedZorgNet AMC op basis van alle beschikbare, relevante informatie in het patiëntendossier. 8 7 6 5 Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 217 14 12 1 Man Vrouw Ziekenhuis 6 WLZ WFG Tergooi Tergooi B OLVG W OLVG O MC ZZ Flevo BovenIJ AMC Binnen het level-1 traumacentrum (AMC) wordt in vergelijking met de regionale ziekenhuizen een kleiner deel (6%) van de traumapatiënten vanaf de SE overgeplaatst naar de algemene verpleegafdeling. Daarentegen wordt relatief een groter deel binnen het traumacentrum direct vanaf de SE overgeplaatst naar de OK (1%, n=13) of IC/C/MC afdeling (15%, n=15). Aantal 4 2 oofd Thorax uid en overig Onderste extrem. 217 87% van de traumapatiënten (n=5.512) is na de SE overgeplaatst naar een verpleegafdeling. 7% (n=435) is vanaf de SE overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Letsel Aangezicht Nek/hals Abdomen Bovenste extrem. Wervelkolom 1.433 vrouwen (61%) en 914 mannen (39%) hebben letsel aan de onderste extremiteiten. 17 18 217 eupfractuur: 94% (ISS 15) wordt behandeld in level 2/3 ziekenhuis. Totaal aantal AIS8-codes toegekend: 12.89. - 764 keer proximal femoral neck fracture. - 762 keer cerebral concussion not further specified.

Injury Severity Score De totale letselernst van een traumapatiënt wordt weergegeven door middel van de Injury Severity Score (ISS). Deze wordt berekend op basis van de toegekende AIS-codes. iertoe wordt het aantal lichaamsregio s van negen terug gebracht naar zes. Vervolgens worden de hoogste AIS ernstscores uit drie verschillende ISS lichaamsregio s gekwadrateerd en opgeteld. De ISS betreft een getal tussen 1 en 75. oe hoger de score, hoe ernstiger de verwondingen. ISS-categorieën: 1 3: licht gewond 4 8: matig gewond 9 15: matig tot zwaar gewond 16+: ernstig gewond (multitrauma) Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 217 1 8 253 168 97 14 248 288 134 15 274 135 ISS 1-3 4-8 9-15 16+ AMC BovenIJ Flevo MC ZZ OLVG O 24 (5,9) OLVG W 18 (4,4) Tergooi B 6 (1,5) Tergooi 8 (2,) WFG 4 (9,8) WLZ 1 (2,4) SpoedZorgNet 41 (1) 213 214 215 216 217 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 246 (6,) 7 (1,7) 26 (6,3) 25 (6,1) 216 (52,2) 3 (,7) 24 (5,8) 25 (6,) 47 (11,4) 26 (6,3) 6 (1,4) 1 (2,4) 44 (1,6) 13 (3,1) 414 (1) 184 (72,7) 2 (,8) 7 (2,8) 7 (2,8) 18 (7,1) 12 (4,7) 2 (,8) 7 (2,8) 9 (3,6) 5 (2,) 253 (1) 171 (79,7) 1 (,5) 2 (,9) 2 (,9) 11 (5,1) 6 (2,8) 3 (1,4) 6 (2,8) 1 (4,7) 2 (,9) 187 (74,2) 3 (1,2) 3 (1,2) 3 (3,6) 1 (4,) 8 (3,2) 8 (3,2) 6 (2,4) 11 (4,4) 7 (2,8) 214 (1) 252 (1) et totaal aantal multitraumapatiënten is in 217 substantieel gestegen ten opzichte van 216. oe specifieker letsel wordt beschreven in de informatie in het patiëntendossier, hoe nauwkeuriger de multitrauma classificatie kan worden gemaakt. 291 6 4 2 298 173 143 27 189 249 189 191 154 29 444 22 156 165 37 188 219 134 187 55 3 3 9 1 8 8 6 11 7 AMC BovenIJ Flevo MC ZZ OLVG O OLVG W Tergooi B Tergooi WFG WLZ Ziekenhuis In totaal zijn er in regio SpoedZorgNet 252 multitraumapatiënten geïncludeerd in de traumaregistratie. De mediane SE verblijfsduur van multitraumapatiënten is 121 minuten, dat is 56 minuten korter dan niet-multitraumapatiënten. 29% van de multitrauma s had letsel ten gevolge van een laag-energetische val. 19 2

1. Opname Na verblijf op de SE wordt een deel van de traumapatiënten opgenomen in het ziekenhuis. In de overzichten hieronder wordt inzicht gegeven in onder andere opnameduur, tijdsduur tot CT-scan en ontslagbestemming na opname. Tijdsduur aankomst SE tot eerste CT-scan 217 6 Extra notificaties: De opnameduur wordt berekend door het verschil tussen ontslagdatum-/tijd uit het ziekenhuis en SE vertrekdatum-/tijd te berekenen. Secundaire opnames worden niet meegenomen in de LTR. De hieronder beschreven CT-scans hebben betrekking tot diagnostiek voor het ongevalsletsel (excl. scans voor extremiteiten, inclusief wervelkolom en bekken). Alleen de CT-scans waarvan de tijdsduur tot de eerste CT-scan na binnenkomst SE is geregistreerd, zijn meegenomen in de analyse. 4 Aantal dagen op de IC betreft een optelsom van IC, C en MC dagen. AMC BovenIJ Flevo MC ZZ OLVG O OLVG W Tergooi B Tergooi WFG WLZ 2 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) Aantal traumapatiënten 1.28 568 429 53 583 74 351 846 846 487-1 uur 1-2 uur 2-3 uur 3-4 uur 4-5 uur 5-6 uur > 6 uur Aantal CTscans 655 49 59 159 27 211 161 21 313 165 Tijd Aantal opnames 872 541 418 463 54 68 322 815 783 465 In regio SpoedZorgNet kreeg 62% van alle traumapatiënten binnen een uur een CT-scan. Aantal opnames met IC verblijf (%) Min - Max (dagen) Mediaan 19 (21,8%) 1 9 6,9 96 (17,7%) 64 5,6 8 (1,9%) 1 23 4,7 1 (2,5%) 1 39 9,3 8 (1,5%) 1 29 5,9 12 (1,5%) 1 62 6,6 4 (1,2%) 1 5 2, 7 26 (3,2%) 1 32 6,4 28 (3,6%) 1 22 5,6 12 (2,6%) 1 22 5,9 217 38% (n=85) van de traumapatiënten die een CT-scan kregen, zijn binnen 3 minuten na binnenkomst op de SE gescand. ierbij was 18% (n=157) multitrauma. 21 22

Mediane opnameduur per ziekenhuis (215-217) Ontslagbestemming na opname 217 Opnameduur (dagen) 1 8 6 4 2 AMC Flevo BovenIJ OLVG O MC ZZ WFG Tergooi Tergooi B OLVG W 215 216 217 Ontslagbestemming Eigen woonomgeving Verpleeg- /Verzorgingshuis Revalidatiecentrum Ander ziekenhuis Andere instelling In instelling overleden Overig/onbekend 71% van alle traumapatiënten wordt na opname in het ziekenhuis direct naar de eigen woonomgeving ontslagen. Van alle traumapatiënten moet 27% na ziekenhuisopname nog intramuraal verblijven elders wegens verpleging en/of revalidatie. Dit is een toename van 4% ten opzichte van 216. WLZ Ziekenhuis De bovenstaande figuur toont een overzicht van de mediane opnameduur en interkwartielafstand per ziekenhuis over de afgelopen 3 jaar. 217 46% van de traumapatiënten wordt na de SE maximaal 2 dagen opgenomen. 217 35% wordt 3 7 dagen opgenomen. 23 24

11. Uitkomst van traumazorg Mortaliteit Mortaliteit wordt binnen de LTR geregistreerd tot en met 3 dagen na aankomst op de SE. Zolang er nog geen koppeling mogelijk is tussen de traumaregistratie en de gemeentelijke basisadministratie kan er bij dit item sprake zijn van een onderschatting. N Man Vrouw Gem. leeftijd ISS Op SE Tijdens opname Na ontslag 5 1,, 34 22 119 49,6 5,4 76 14 34 26,5 73,5 86 8 In 217 zijn er in regio SpoedZorgNet AMC in totaal 124 traumapatiënten overleden waarvan 5 op de SE en 119 tijdens opname in het ziekenhuis. Daarmee ligt de ziekenhuismortaliteit in de regio op 1,95%. Er zijn 34 patiënten na ontslag uit het ziekenhuis alsnog binnen 3 dagen na aankomst op de SE ten gevolge van het opgelopen letsel overleden. Met een gemiddelde leeftijd van 86 jaar gaat het hierbij vooral om de oudste ouderen. 217 Van de traumapatiënten overleden op de SE of tijdens opname in het ziekenhuis zijn 45 (36%) patiënten ernstig gewond (ISS 16). 25

28 SpoedZorgNet September 218

De beide regio s in één oogopslag Traumaregistratie NAZNW & SZN 24

De beide regio s in één oogopslag Voor dit overzicht zijn de databases traumaregistratie van regio Netwerk Acute Zorg Noordwest en Spoed- ZorgNet AMC samengevoegd. De focus ligt hierbij op de opvang van multitraumapatiënten in de traumacentra VUmc en AMC. Procentuele verdeling (multi)traumapatiënten UAMC (213-217) Verdeling aantal multitraumapatiënten UAMC (213-217) 5 8 6 4 Multitrauma Nee Ja 4 3 2 1 2 213 214 215 216 217 Aantal Jaartal 213 214 215 216 217 Jaartal Na een daling van het aandeel multitraumapatiënten tot en met 215, is vanaf 216 weer een lichte stijging zichtbaar. et aandeel multitraumapatiënten is gestegen van 15,6% in 215 naar 18,2% in 217. Multitrauma Nee Ja Totaal 213 214 215 216 217 N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) 2.57 (79,1) 2.19 (81,3) 2.274 (84,4) 1.979 (83,3) 2.25 (81,8) 542 (2,9) 485 (18,7) 421 (15,6) 398 (16,7) 451 (18,2) 2.599 (1) 2.594 (1) 2.695 (1) 2.377 (1) 2.476 (1) In 217 zijn er 451 patiënten geclassificeerd als multitrauma. Dit betekent een stijging van 53 multitraumapatiënten ten opzichte van 216. Voor het eerst sinds afgelopen vijf jaar is weer een toename van het aantal multitraumapatiënten zichtbaar. Zorginstituut Nederland heeft een kwaliteitsindicator Multitraumazorg opgenomen in de Transparantiekalender die stelt dat minimaal 9% van alle multitraumapatiënten in de regio primair in een level-1 traumacentrum moet worden gepresenteerd. In 217 is deze indicator voor SpoedZorgNet vastgesteld op 72,4% en voor NAZNW op 64,3 % (88,3% inclusief NWZ Alkmaar). 1 2

Oorzaak ongeval multitraumapatiënten AUMC 217 5 Multitraumapatiënten zijn met name slachtoffer van verkeersongevallen (43%) en privéongevallen (35%). In onderstaande tabel worden de oorzaken nader gespecificeerd. Val van hoger niveau houdt in een val die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer. N (%) 4 3 2 1 Verkeer Privé Bedrijf TS/ Geweld Zelfmutilatie Sport Anders oog energetische val (val van hoger niveau) Laag energetische val (val op zelfde niveau) Verkeersongeval: fiets Verkeersongeval: gemotoriseerd (excl. motor/bromfiets) Verkeersongeval: voetganger Verkeersongeval brommer/scooter/snorfiets Anders Verdrinking Verkeersongeval: ongeval motorfiets Steekincident met mes/zwaard/dolk/ander scherp object Schietincident met geweer/pistool/wapen Asfyxie Geslagen met stomp object Thermisch (brand) ongeval Totaal N(%) 1 (22,4) 83 (18,6) 6 (13,5) 41 (9,2) 37 (8,3) 34 (7,6) 21 (4,7) 19 (4,3) 16 (3,6) 1 (2,2) 9 (2,) 7 (1,6) 5 (1,1) 4 (,9) 446 (1) Jaartal 3 4

Percentage multitraumapatiënten op SE AUMC 217 per dag(deel) Procentuele leeftijdsverdeling multitraumapatiënten <18 AUMC 217 2 15 1 5 7 2 22 1 16 3 21 21 18 3 23 14 17 22 4 6 6 8 5 9 Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 8 25 23 11 Zaterdag 13 21 2 2 Zondag Dagdeel aankomst SE Ochtend (6.-12. uur) Middag (12.-18. uur) Avond (18.-: uur) Nacht (:-6: uur) 3 2 1 9-3 jaar 12 4-7 jaar 5 8-12 jaar 6 13-15 jaar 8 16-17 jaar Bovenstaande figuur toont de verdeling (percentage en aantal) van multitraumapatiënten over een week. Multitraumapatiënten presenteren zich op donderdag en zondag gemiddeld iets vaker op de SE. De meeste multitraumapatiënten worden in middag en avond op de SE gezien. In de nacht van zaterdag op zondag is het aantal ongevallen onder multitraumapatiënten groter in vergelijking met de andere nachten. Leeftijd In totaal zijn er 4 multitraumapatiënten jonger dan 18 jaar, waarvan de meesten (n=12) een leeftijd hebben tussen 4 en 7 jaar oud. 5 6 27