Aannemingsmaatschappij Van Gelder BV Weespertrekvaart t.h.v. H.J.E. Wenckebachweg 43D in Amsterdam Datum 30 mei 2016 Kenmerk 16.051393/W-16.01424 Ontheffing Binnenvaartpolitiereglement en Verkeersbesluit Vaarwegen AGV-1 Voor het ligplaatsnemen in de vaarweg van de Weespertrekvaart Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370 1090 GJ Amsterdam T 0900 93 94 F 020 608 39 00 KvK 41216593 www.waternet.nl Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam
Inhoud Samenvatting 4 1 Besluit 5 2 Voorschriften 6 2.1 Algemeen 6 3 Aanleiding 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Aangevraagde handelingen 8 3.3 Waterstaatkundige informatie 8 4 Overwegingen 9 4.1 Toetsingskader 9 5 Procedure 12 5.1 Aanvraag en aanvullingen 12 5.2 Procedure 12 6 Mededelingen 13 Bijlage 1. Begrippen 14 Bijlage 2. Onderdelen van de ontheffing 15 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 3/15
Samenvatting Op 14 april 2016 ontving Waternet een aanvraag voor een ontheffing (op grond van de Scheepvaartverkeerswet (SVW), het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en het verkeersbesluit Vaarwegen AGV-1) van Aannemingsmaatschappij Van Gelder BV, Schillingweg 10, 2133 PL Nieuw Vennep. Wij behandelen deze aanvraag namens het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). We hebben de aanvraag geregistreerd onder onze casecode W-16.01424. De aanvraag betreft het ligplaats nemen met het kraanschip Emeraldis en met het kraanschip Goad in de vaarweg van de Weespertrekvaart, voor de oeverconstructie in het project Kop Weespertrekvaart, ter hoogte van de Duivendrechtsekade in Amsterdam. Conclusie Op grond van de overwegingen in samenhang met de vereisten die voortvloeien uit de scheepvaartwetgeving wordt de gevraagde toestemming verleend. De voorschriften in de toestemming zorgen ervoor dat de doelen en belangen van de Scheepvaartverkeerswet beschermd worden (SVW artikel 3). 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 4/15
1 Besluit Het dagelijks bestuur van AGV besluit als volgt: Bij het beoordelen van een aanvraag voor een ontheffing moet het dagelijks bestuur van AGV rekening houden met de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Verkeersbesluit Vaarwegen AGV-1 en de Algemene wet bestuursrecht. Gelet hierop, én gelet op de overwegingen in het hoofdstuk Overwegingen, besluit het dagelijks bestuur van AGV als volgt: I. De gevraagde ontheffing te verlenen aan Aannemingsmaatschappij Van Gelder BV, Schillingweg 10, 2133 PL Nieuw Vennep, voor het tijdelijk ligplaats nemen met: het kraanschip Emeraldis met een maximale breedte van 6.6 meter, een maximale lengte van 50 meter en een maximale diepgang bij de grootste inzinking van 2.30 meter; het kraanschip Goad met een maximale breedte van 6.4 meter, een maximale lengte van 45 meter en een maximale diepgang bij de grootste inzinking van 2.1 meter; in de vaarweg van de Weespertrekvaart, voor de oeverconstructie in het project Kop Weespertrekvaart, ter hoogte van de Duivendrechtsekade in Amsterdam. II. De volgende stukken maken deel uit van deze ontheffing: memo omschrijving van de werkzaamheden met kenmerk 16.049714; overzichtstekening werkgebied met kenmerk 16.049715; nautische voorwaarden met kenmerk 16.051057. III. De ontheffing uitsluitend te verlenen gedurende de periode van 11 mei 2016 tot en met 20 mei 2016. IV. Aan dit besluit de in hoofdstuk 4 opgenomen voorschriften te verbinden met het oog op de in artikel 3, lid 1 van de scheepvaartverkeerswet genoemde doelstellingen en belangen. Namens het dagelijks bestuur van AGV, mevr. T.M. van Rijswijk teamleider Vergunningen Wij hebben de gemeente Amsterdam geïnformeerd over dit besluit. Ook hebben wij een afschrift gestuurd naar: Waternet, de heer J. van Amstel (per mail). 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 5/15
2 Voorschriften 2.1 Algemeen voorschrift 1 Beheer en onderhoud 1.1 De houder mag tijdelijke hulpconstructies en hulpwerken die nodig zijn om het werk te realiseren, alleen toepassen na goedkeuring vooraf door Waternet (afdeling Toezicht en Handhaving). 1.2 De werken die op grond van deze ontheffing aanwezig zijn, moeten: a. zo functioneren, worden onderhouden en bediend, dat ze aan hun functie (blijven) voldoen; b. zijn uitgevoerd in voor de functie geschikt materiaal. 1.3 Direct nadat de werken voltooid zijn, moet de houder ervoor zorgen dat gebruikte werktuigen, materialen, hulpwerken en resterende (niet-gebruikte) materialen, afval en drijfvuil worden opgeruimd en afgevoerd. voorschrift 2 Contactpersonen aanwijzen 2.1 De houder moet een of meer personen aanwijzen die erop toezien dat de ontheffingsvoorschriften worden nageleefd, waarmee in spoedgevallen, ook buiten kantooruren, overleg kan worden gevoerd. voorschrift 3 Start en einde werk melden 3.1 De houder moet de start van de werkzaamheden of activiteiten minimaal 5 werkdagen tevoren melden bij Waternet (afdeling Toezicht en Handhaving), en de beëindiging binnen twee dagen na afloop. Dit kan via een mailbericht naar handhaving@waternet.nl, met vermelding van de casecode W-16.01424. voorschrift 4 Gebruik vaarweg en calamiteiten 4.1 De houder is verplicht deze ontheffing of een kopie daarvan op het werk of aan boord van de schepen aanwezig te hebben en deze op verzoek te tonen aan Toezicht en Handhaving. 4.2 De aanwijzingen van Toezicht en Handhaving en/of de dienstdoende brug- en sluiswachters moeten stipt worden opgevolgd. 4.3 In geval van een calamiteit moet de houder van dit besluit Toezicht en Handhaving onmiddellijk op de hoogte brengen via telefoonnummer 0900 9394 (20 cent per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten). 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 6/15
voorschrift 5 Scheepvaartborden BPR 5.1 Ingevolge het BPR moeten borden worden geplaatst die informatie geven aan het overige scheepvaartverkeer op de Weespertrekvaart. 5.2 Ter plaatse van het werk moet op een afstand van 500 meter ter weerzijde van het werkterrein, het bord B8, met onderbord werkzaamheden van de bijlage II van het BPR worden geplaatst. Bij eventuele verplaatsing van het werkterrein moeten ook deze borden worden verplaatst. 5.3 De tekstborden moeten, tenminste 2 weken, voor aanvang van de werkzaamheden worden geplaatst. 5.4 De tekstborden moeten direct na afloop van de werkzaamheden worden verwijderd. voorschrift 6 Monitoring waterbodem Weespertrekvaart 6.1 Voor aanvang van de werkzaamheden moet de diepte van de waterbodem van de Weespertrekvaart ter plaatse kade constructie worden ingemeten. 6.2 Ter controle of er tijdens de werkzaamheden verondiepingen in de vaarweg zijn ontstaan moet na beëindiging van het werk een uitpeiling op de zelfde locaties worden uitgevoerd. 6.3 Bedoelde in- en uitpeilingen moeten door de houder worden uitgevoerd en in dwarsprofielen over de gehele vaarwegbreedte worden vastgelegd. 6.4 De meetgegevens moeten aan Toezicht en Handhaving worden overlegd. voorschrift 7 Ligplaats nemen tijdens het werk in de minimaal vrij te houden vaarstrook 7.1 Het langszij afmeren van motorschepen op deze locatie is niet toegestaan. 7.2 Het is verboden om tijdens de werkzaamheden het scheepvaartverkeer geheel te stremmen. 7.3 De beide schepen moet dagmerken voeren zoals bepaald in Artikel 3.25 lid 1 onder a en b. van het binnenvaartpolitiereglement. 7.4 Omdat tijdens de werkzaamheden in de minimaal vrij te houden vaarstrook wordt afgemeerd, moet voor passage van scheepvaartverkeer, indien nodig, de vaarweg per direct worden vrij gemaakt. voorschrift 8 Ligplaats nemen buiten werktijd 8.1 Buiten werktijd mag er geen schip op de werklocatie in de vaarweg van de Weespertrekvaart worden afgemeerd. 8.2 De schepen kunnen buiten werktijd worden afgemeerd op de daarvoor aangewezen locatie bij de loswal aan de Amstel, ter hoogte Amsteldijk 843. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 7/15
3 Aanleiding 3.1 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft welke handelingen in de aanvraag staan en welke wet- en regelgeving van toepassing is. Ook wordt beoordeeld welke handelingen niet in dit besluit zijn opgenomen, omdat ze meldingplichtig zijn. Omschrijving Voor de constructie van de kade in het project Kop Weespertrekvaart worden langs de gehele oever, ter hoogte van de Duivendrechtsekade, zinkstukken aangebracht en verzwaard met stortsteen. De werkzaamheden worden voor een deel uitgevoerd vanaf het water. De zinkstukken worden met een kraanschip op hun plaats gebracht. Met een beunschip wordt stortsteen aangevoerd dat door het kraanschip wordt overgeslagen in de Amstel en met het kraanschip naar de Weespertrekvaart vervoerd. Met een 2 e kraanschip (de Goad) worden damwanden aangebracht. Het schip zal naast de plek gaan liggen waar de damwanden worden aangebracht. Tijdens deze werkzaamheden wordt afgemeerd in de minimaal vrij te houden vaarstrook. De ontheffing voor de kade constructie is afgegeven onder kenmerk W-15.03439. 3.2 Aangevraagde handelingen De aanvraag betreft het verlenen van ontheffing voor het inzetten en ligplaats nemen met: het kraanschip Emeraldis met een maximale breedte van 6.6 meter, een maximale lengte van 50 meter en een maximale diepgang bij de grootste inzinking van 2.30 meter; het kraanschip Goad met een maximale breedte van 6.4 meter, een maximale lengte van 45 meter en een maximale diepgang bij de grootste inzinking van 2.1 meter; voor de periode van 18 april 2016 tot en met 20 mei 2016, in de Weespertrekvaart, ter hoogte van de Duivendrechtsekade in Amsterdam. Voor deze handelingen is op grond van de volgende regelgeving een ontheffing nodig: Artikel 2 van het Verkeersbesluit vaarwegen AGV 1; Artikel 3 van het Verkeersbesluit vaarwegen AGV 2; Artikel 7.02 van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). 3.3 Waterstaatkundige informatie De werkzaamheden vinden plaats in de Weespertrekvaart. De Weespertrekvaart is een Cemt II klasse vaarweg en gecombineerd gebruikt door beroeps- en recreatievaart. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 8/15
4 Overwegingen 4.1 Toetsingskader Bij het toetsen van vergunningaanvragen beoordelen wij of die aanvragen verenigbaar zijn met de volgende doelstellingen voor het waterbeheer (Waterwet, artikel 2.1). a. Overstromingen, wateroverlast en waterschaarste moeten worden voorkomen en waar nodig worden beperkt. b. De chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen moet worden beschermd en zo mogelijk verbeterd. c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen; d. De zuiveringstechnische werken moeten doelmatig werken. Als de belangen van het waterbeheer niet voldoende worden beschermd door voorschriften of beperkingen aan de ontheffing te verbinden, dan moet de ontheffing worden geweigerd. De doelstellingen zijn uitgewerkt in normen en beleid voor veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en de maatschappelijke functie van watersystemen. Deze normen en dit beleid zijn vastgelegd in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in water- en beheerplannen op grond van de Waterwet en in beleidsregels, zoals de Keur AGV 2011 en de bijbehorende Beleidsregels Keurvergunningen. AGV gebruikt het bovengenoemde toetsingskader voor toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer. 4.2 Scheepvaartverkeerswet De Scheepvaartverkeerswet omschrijft in artikel 3, lid 1, sub a, b en c het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. In dit artikel staan de hieronder omschreven algemene doelstellingen, die richtinggevend zijn bij de uitvoering van het nautisch bevoegd gezag vaarwegbeheer. a. het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer; b. het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan; c. het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen; d. het voorkomen of beperken van externe veiligheidsrisico s in verband met schepen; e. het voorkomen of beperken van verontreiniging door schepen. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 9/15
4.3 Binnenvaartpolitiereglement (BPR) Op grond van artikel 1.06 van het BPR is het verboden met een schip of een samenstel aan de scheepvaart deel te nemen, indien de lengte, breedte, de hoogte boven water, de diepgang, de manoeuvreerbaarheid en de snelheid van dit schip of dit samenstel niet verenigbaar zijn met de karakteristiek en met de afmetingen van de kunstwerken en de vaarweg en waar bij algemene regeling dan wel krachtens een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken het bevaren is verboden Het Verkeersbesluit Vaarwegen AGV-1 ziet op de bescherming van de in artikel 3, lid 1, sub a, b en c van de scheepvaartverkeerswet omschreven doelstellingen. Artikel 2 Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1 Het is verboden zonder ontheffing van het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht af te wijken van de in dit besluit aangegeven maximale vaartuigafmetingen. Artikel 3, sub 2 Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1 Het is verboden zonder ontheffing van het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht ligplaats te nemen, te meren of te ankeren met een schip, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting op een afstand van meer dan 6 m uit de waterkant van vaarwegen en vaarwateren. Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij de ontheffing verlening. Een ontheffing moet worden geweigerd als de gevraagde handeling niet verenigbaar is met deze doelstellingen en het niet mogelijk is om de belangen van het vaarwegbeheer voldoende te beschermen door in de ontheffing voorschriften of beperkingen op te nemen. AGV gebruikt het bovengenoemde toetsingskader voor toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het vaarwegbeheer. Door eisen te stellen in deze ontheffing worden de negatieve gevolgen van de hierboven genoemde doelstellingen beperkt of uitgesloten. 4.4 Nautische overwegingen De werkzaamheden worden uitgevoerd in verband met de constructie van de kade in het project Kop Weespertrekvaart. De hiervoor genoemde werkzaamheden hebben geen nadelig effect op het watersysteem ter plaatse. In het Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1 zijn de maximaal toegestane vaartuigafmetingen en vrij te houden vaarstrook voor dit gedeelte van de Weespertrekvaart vastgesteld. Het bevaren van dit gedeelte van de Weespertrekvaart met schepen met een maximale lengte van 52 m, een breedte van 7.50 m en een diepgang van ten hoogste 2.10 m is zonder ontheffing toegestaan. Voor schepen met grotere afmetingen kan onder voorschriften ontheffing worden verleend. In principe wordt voor de overschrijding van de maximaal toegestane diepgang geen ontheffing verleend. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 10/15
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om te varen met materieel met een diepgang van ten hoogste 2.30 m. Omdat er uitsluitend op dit gedeelte van de Weespertrekvaart wordt gevaren en de vaarweg ter plaatse voldoende waterdiepte heeft kan ontheffing worden verleend voor de geringe overschrijding van de maximale diepgang. Op basis van artikel 3 van het Verkeersbesluit Vaarwegen AGV-1 is het verboden om ligplaats te nemen, te meren of te ankeren met een schip, drijvend voorwerp of een drijvende inrichting op een afstand van meer dan zes (6) m uit de waterkant van vaarwegen en vaarwateren. Omdat de Weespertrekvaart voldoende breed is voor passerende schepen kan van de bovenstaande regel worden afgeweken, mits aan alle veiligheidsvoorschriften wordt voldaan. 4.5 Toetsing vaarwegen Het effect van het gebruik van de vaarweg met de in dit besluit vermelde schepen is getoetst op een vlot, doelmatig, veilig en ongehinderd scheepvaartverkeer. Het ligplaats nemen in de Weespertrekvaart heeft geen nadelige consequenties voor de hiervoor genoemde criteria. Uit de bovenstaande toetsing blijkt dat dit besluit kan worden verleend omdat uit de beschikbaar gekomen informatie blijkt dat voldaan kan worden aan alle in de beleidsregels genoemde voorwaarden. Conclusie Het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van een ontheffing is afgewogen tegen de doelstellingen en belangen zoals die in de Scheepvaartverkeerswet en het Verkeersbesluit Vaarwegen AGV-1 worden beschermd en die hiervoor aan de orde zijn gekomen. Uit deze belangenafweging blijkt dat bij inwilliging van de aanvraag, de zorg voor de nautische belangen van de Weespertrekvaart voldoende worden gewaarborgd, mits aan de voorschriften wordt voldaan die aan dit besluit verbonden zijn. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 11/15
5 Procedure 5.1 Aanvraag en aanvullingen De aanvraag is op 14 april bij Waternet ingediend. Waternet heeft burgemeester en wethouders van gemeente Amsterdam van de aanvraag in kennis gesteld (Wtw artikel 6.15). De aanvraag omvat de volgende stukken: aanvraagformulier met kenmerk 16.049712; memo omschrijving van de werkzaamheden met kenmerk 16.049714; overzichtstekening werkgebied met kenmerk 16.049715; nautische voorwaarden met kenmerk 16.051057; meetbrief Emeraldis met kenmerk 16.05173; meetbrief Goad 1 met kenmerk 16.051764; meetbrief Goad 2 met kenmerk 16.051765. 5.2 Procedure De voorbereiding van de ontheffing op grond van de Scheepvaartverkeerswet heeft plaatsgevonden volgens Awb (afdeling 4.1.2). 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 12/15
6 Mededelingen Belanghebbenden kunnen, met ingang van de dag na de dag dat de ontheffing ter inzage is gelegd, gedurende zes weken een bezwaarschrift indienen tegen deze ontheffing (op grond van de Awb). Bezwaarschriften stuurt u (samen met een afschrift van deze ontheffing) naar: Waternet Afdeling Juridische Zaken Postbus 94370 1090 GJ Amsterdam. U moet het bezwaarschrift ondertekenen en het bevat ten minste: de naam en het adres van de indiener van het bezwaarschrift; een dagtekening (datum); een omschrijving van de beschikking, waartegen het bezwaar is gericht; de gronden (motivering) van het bezwaar. Behandeling van het bezwaar is kosteloos. De ontheffing treedt in werking de dag na bekendmaking. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet (Awb artikel 6:16). Als u tijdig beroep instelt, kunt u (tegen kosten) ook een verzoek indienen om een voorlopige voorziening. Dit verzoek moet u richten aan de Voorzieningenrechter van de sector Bestuursrecht van de rechtbank Amsterdam. Ook dit kan digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx (DigiD nodig; zie de site voor de voorwaarden). Overige mededelingen AGV kan de houder verplichten de activiteiten waarvoor ontheffing is verleend, te wijzigen of verwijderen. Dit kan gebeuren in verband met werken die AGV zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Blijkt dat de houder hierdoor schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet (geheel) voor zijn rekening behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op een andere wijze is verzekerd? Dan kan het bestuur van AGV hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding in geld of op andere wijze toekennen. De houder moet er rekening mee houden dat er naast deze ontheffing, voor de handelingen waarop de ontheffing betrekking heeft, ook een vergunning- en een meldingsplicht kan zijn op grond van andere wetten, verordeningen en algemene regels. Het hebben van deze ontheffing ontslaat de houder niet van de verplichting om de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen om te voorkomen dat derden of AGV schade lijden als gevolg van het gebruik van de ontheffing. De ontheffing geldt voor de houder en diens rechtsopvolgers. Deze moeten de overgang binnen vier weken na rechtsopvolging schriftelijk melden bij Waternet (afdeling Toezicht en Handhaving). Als er nadelige gevolgen of schade ontstaan voor derden door de werkzaamheden, kan AGV onmiddellijk aanvullende voorwaarden voorschrijven voor het nemen van compenserende maatregelen. De houder is verplicht bij nadelige gevolgen of schade voor derden door de werkzaamheden, maatregelen te nemen om deze op te heffen of te compenseren. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 13/15
Bijlage 1. Begrippen Algemeen 1. Aanvrager: Aannemingsmaatschappij Van Gelder BV. 2. AGV: Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 3. Het bestuur: het dagelijks bestuur van AGV. 4. Waternet: uitvoerende dienst van AGV en gemeente Amsterdam. 5. Keur AGV 2011: de waterschap verordening voor de waterstaat- en waterhuishoudkundige taken van AGV, vastgesteld in 2011. 6. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 7. OLO: Omgevingsloket online, het digitale loket voor de omgevingsvergunning en de watervergunning. 8. Binnenvaartpolitiereglement: Reglement met bepalingen ter voorkoming van aanvaring of aandrijving op de openbare wateren in het Rijk, die voor het scheepvaartverkeer openstaan. 9. Oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, evenals de bijbehorende waterbodem, oevers en, evenals flora en fauna. 10. Beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften krachtens de Keur van toepassing zijn. 11. Vaarwegen: voor het openbaar verkeer met motorvaartuigen openstaande wateren, rivieren, kanalen en vaarten. 12. Schip: elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water. 13. Motorschip: schip dat gebruik maakt van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, met uitzondering van een schip waarvan de motor slechts wordt gebruikt ter verbetering van zijn bestuurbaarheid, wanneer het wordt gesleept of geduwd; 14. Werk/werken: alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte objecten, constructies of inrichtingen, die met de ondergrond verbonden zijn, inclusief palen, hekken, bouwwerken, en restanten daarvan. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 14/15
Bijlage 2. Onderdelen van de ontheffing In deze bijlage staan de onderdelen van de aanvraag die deel uitmaken van deze ontheffing. Deze onderdelen zijn vermeld in hoofdstuk 1 (Besluit) van deze ontheffing. memo omschrijving van de werkzaamheden met kenmerk 16.049714; overzichtstekening werkgebied met kenmerk 16.049715; nautische voorwaarden met kenmerk 16.051057. 30 mei 2016-16.051393/W-16.01424 15/15