Eindhoven University of Technology MASTER PAST een hulpmiddel om de werkvoorbereider te voorzien van de benodigde informatie voor de bepaling van opslag van materiaal en materieel op de bouwplaats bij de uiitvoering van een hoogbouwproject Duerink, S.; de Vaan, P.A.A. Award date: 2006 Link to publication Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
Strukton Bouw & Vastgoed P A S T gebruikershandleiding Stefan Duerink Patrick de Vaan
Gebruikershandleiding P A S T Welkom bij het P A S T (Prototype Automatisch Systeem voor Terreinindeling) (ontwikkeld voor Strukton Bouw & Vastgoed, in het kader van het afstudeerproject voor het doctoraal examen bouwkundig ingenieur, afstudeerrichting Uitvoeringstechniek aan de Technische Universiteit Eindhoven) Doel programma Met PAST is het mogelijk om voor een hoogbouwproject voor iedere lopende week van de uitvoeringfase de opslag op de bouwplaats te berekenen. Met de overall-planning als basis voor het programma kan er vóór de start van het project worden getoond op welk tijdstip van de uitvoering knelpunten gaan optreden die te maken hebben met opslag van materiaal en materieel op de bouwplaats. Hierdoor is mogelijk om vooraf de verwachte knelpunten in te schatten en maatregelen te nemen zodat er daadwerkelijk minder knelpunten zich voordoen dan zonder de inschattingen van het programma. Resultaat programma Na het invullen van enkele projectgegevens en het doorlopen van het programma is het levert PAST het volgende resultaat: - per week van de uitvoeringstijd de tekorten of overschotten aan opslagoppervlakten van de verschillende materialen en materieel, uitgesplitst in opslag oppervlakten binnen kraanbereik, opslag buiten kraanbereik en opslag op de verdiepingsvloeren. (de zogenaamde knelpuntsignalering) - voor die weken waarvoor met behulp van het P A S T een bepaling van de opslagoppervlakten is gedaan een rapport met per materiaal of materieel de hoeveelheden die opslagen moeten worden, de grootte van de opslagplaats en de vorm die opslagplaats. Gebruikershandleiding P A S T - 1 -
1 Voor u start Het programma werkt met macro s om bepaalde bewerkingen uit te voeren. Hierdoor kan het voorkomen dat u foutmeldingen krijgt bij het opstarten van het programma. Hieronder staat uitgelegd hoe u daar mee om dient te gaan. Kies <no> Klik hier op <yes> om verder te gaan. Klik vervolgens op <Open> 1 Voor u start - 2 -
Om deze foutmeldingen voortaan te voorkomen dient u in Microsoft Access de volgende handelingen te verrichten. Kies uit de menubalk de optie <Tools>, vervolgens <Macro>, en daarna <Security>. Zie onder. Het onderstaande venster verschijnt. Stel Security Level in op Low, en klik op <OK>. U kunt nu het programma PAST openen. 1 Voor u start - 3 -
2 Invoer projectgegevens Bij de start van het programma wordt u gevraagd uw naam in te vullen. Hierdoor is het mogelijk om in een later stadium terug te kijken wie het rekenprogramma heeft ingevuld. U kunt vervolgens met het programma beginnen door op <start> te klikken. Vervolgens dient u projectgegevens in te voeren. Bij de invoer van het startjaar dienen er vier cijfers ingevuld te worden. De beschikbare opslagruimte op de bouwplaats is onderverdeeld in 3 typen gebieden. Allereerst de oppervlakte binnen kraanbereik. Hiermee wordt de oppervlakte bedoeld binnen het bereik van de kraan verminderd met de oppervlakte van het gebouw. Zie afbeelding en rekenvoorbeeld op de volgende pagina. 2 invoer projectgegevens - 4 -
Oppervlakte binnen kraanbereik: (π * r 2 ) - O g r = straal kraancirkel O g = oppervlakte gebouw blauw gearceerd is de ruimte binnen kraanbereik De oppervlakte buiten kraanbereik is de oppervlakte op het maaiveld dat gebruikt kan worden voor opslag van materiaal en materieel buiten het bereik van de kraan. De oppervlakte op de verdieping is de ruimte die beschikbaar is voor opslag van materiaal en materieel op één verdiepingsvloer. * houd rekening met looppaden, minimale afstanden tot gevel en dergelijke Vervolgens moeten er projectgegevens ingevoerd worden. Het programma gebruikt deze gegevens om een berekening te kunnen maken over de hoeveelheden materiaal en materieel dat gebruikt wordt in een bepaalde periode. Het aantal stempels en onderslagen is bijvoorbeeld afhankelijk van de vloeroppervlakte en de vloerdikte. De volgende stap is het aangeven van die activiteiten die plaatsvinden bij het project. Het programma geeft een overzicht van alle mogelijk uit te voeren activiteiten van een hoogbouwproject. Alleen die activiteiten 2 invoer projectgegevens - 5 -
zijn weergegeven waarvan het aandeel van opslag van materiaal en materieel een rol spelen bij de inrichting van het bouwterrein. Het uit- of aanvinken ziet er als volgt uit. Voor de knelpuntsignalering wat betreft opslag is het noodzakelijk de planning in te voeren. Deze moet rechtstreeks worden overgenomen uit de planning. Vul zoals hieronder wordt getoond de start- en eindtijden in weken en jaren in. Nu zijn de activiteiten bekend en ook wanneer deze worden uitgevoerd. Het is echter nog niet bekend welke varianten op de activiteiten worden uitgevoerd. De totale oppervlakte nodig aan opslag op de bouwplaats bij het traditioneel uitvoeren van betonnen kolommen is anders dan als deze kolommen prefab worden uitgevoerd. 2 invoer projectgegevens - 6 -
* de keuzes voor de varianten zijn verplicht, en alle varianten dienen doorlopen te worden In de volgende stap berekent het programma de hoeveelheden noodzakelijk voor de uitvoering van de activiteiten voor elke periode van één week. Het is nu de bedoeling om aan te geven hoeveel materiaal en materieel er aangevoerd wordt en dus opgeslagen moet worden. Dit zijn beslissingen die meegenomen worden voor het gehele project. Zo kan er dus projectmatig voor gekozen zijn dat gevelstenen per tien pallets op de bouwplaats aankomen in plaats van, zoals meer gebruikelijk per 20 pallets. De invoer is hieronder weergegeven. * door op de knop just-in-time te klikken zet je de opslaghoeveelheid op 0 Vervolgens is het mogelijk om de opslagoppervlaktes die zijn gereserveerd voor de neven- en onderaannemers aan te geven. In het programma worden waarden gegeven voor deze getallen. Deze waarden zijn gebaseerd op ervaringsgetallen en gemiddelde getallen uit vorige hoogbouwprojecten uitgevoerd door Strukton Bouw & Vastgoed. 2 invoer projectgegevens - 7 -
Alle gegevens zijn nu bekend. Door op <volgende> te klikken wordt voor alle weken van het project het totaal aan opslagoppervlakte berekend. Hiermee komen dus knelpunten aan het licht waarvoor een oplossing ontworpen kan worden. Wederom klikken op <volgende> levert de het resultaat van deze knelpuntsignalering. * het resultaat bestaat uit meerdere pagina s, klik op de zwarte pijl in de grijze balk voor de volgende pagina s Als er een overschot aan opslagruimte is zijn de getallen in het zwart weergegeven. Bij een tekort worden deze getallen rood gekleurd. Bij deze weken levert het totaal aan opslag van materiaal en materieel op de bouwplaats dus een probleem op vergeleken met de beschikbare opslagcapaciteit. 2 invoer projectgegevens - 8 -
3 Bepalen opslag specifieke week Dit gedeelte van de handleiding beschrijft het oplossen van een knelpunt voor een specifiek gekozen week van de uitvoering. Het gaat hier om een incidentele oplossing. Er kunnen voor een bepaalde week bijvoorbeeld afroephoeveelheden of opslagoppervlaktes worden veranderd. Veranderingen die gemaakt worden in dit traject hebben dus geen invloed op de beslissingen genomen in een eerder stadium, het invoeren van de projectgegevens, zoals dit beschreven is in 1 invoeren projectgegevens. Hier wordt beschreven hoe een knelpunt opgelost kan worden in de voorbereidende fase. (omcirkelde knop) Voer het week- en jaarnummer in waarvoor je een overzicht wilt krijgen van de opslag. Een keuze voor een tijdstip kan gemaakt worden aan de hand van de knelpuntsignalering. Deze is te allen tijde te tonen door op de bovenste knop in het menu te klikken. * kies bijvoorbeeld een week vanaf waar een knelpunt begint of duidelijk verergerd Er volgt nu een submenu waarin het mogelijk is om verschillende overzichten te bekijken. Rechts in beeld is het totaal aan overschot of tekort aan opslagruimte op de bouwplaats gedurende de gekozen week afgebeeld. 3 bepalen opslag specifieke week - 9 -
Door het klikken op de grijze knoppen toont het model detailoverzichten per opslaggebied. Een voorbeeld van deze detailoverzichten is hieronder weergegeven. * de overzichten zijn ook af te drukken, door naar bestand te gaan en dan afdrukken Door naar beneden te scrollen in het overzicht opslagoppervlakte binnen kraanbereik wordt onderstaand overzicht met beschikbare opslagoppervlakte en het overschot of tekort aan opslagruimte getoond. 3 bepalen opslag specifieke week - 10 -
Met deze informatie als basis kun je beslissingen maken om het tekort op de bouwplaats op te lossen. Klik op de toets <bepaling opslag voor week 30 van 2006> voor het oplossen van het knelpunt. 3 bepalen opslag specifieke week - 11 -
Er verschijnt nu een nieuw menu waarmee op verschillende manieren de opslagoppervlakten aangepast kunnen worden. Klik op de rode vierkanten voor de aanpassingen. Hieronder zie je het menu en verderop worden de verschillende opties uitgelegd. Met de wijziging van de opslagcapaciteit zijn veel knelpunten op te lossen. Het vergroten van de opslagcapaciteit binnen kraanbereik staat gelijk aan het inzetten van een kraan met een groter bereik of het inhuren van een mobiele kraan. Het bijkopen van grond van belendende erven is een optie om de opslagcapaciteit te verhogen buiten kraanbereik. * de eerste twee opslagcapaciteiten zijn afhankelijk van elkaar. bij het vergroten van de capaciteit binnen kraanbereik verklein je automatisch het gebied buiten het bereik van de kraan Het is op ieder moment mogelijk om het overschot of tekort te tonen. Klik hiervoor op de knop <check> knop. Het onderstaande overzicht wordt dan gegeven. 3 bepalen opslag specifieke week - 12 -
Door de opslagplaats van het materiaal te wijzigen is het mogelijk om bijvoorbeeld een tekort binnen kraanbereik op te lossen door dit materiaal op slaan buiten het bereik van de kraan. Er kan gekozen worden voor een andere afroep van de materialen. Zo kan er gekozen worden om bepaalde materialen twee keer per week te laten leveren in plaats van één keer per week. Bij deze keuze kan de benodigde opslagoppervlakte tot de helft worden gereduceerd. * bij de druk op de just-in-time knop wordt automatisch de waarde op 0 gezet.dit houdt in dat er geen (tussentijdse) opslag nodig is voor dit materiaal. Een andere optie is om voor een bepaalde week de opslagruimte voor de neven- en onderaannemers aan te passen. Ook na deze aanpassing is het mogelijk via de <check> om te controleren of er nu wel voldoende ruimte op de bouwplaats beschikbaar is. Zie afbeelding op pagina 12 3 bepalen opslag specifieke week - 13 -
Door werkzaamheden plaats te laten vinden op andere tijdstippen dan gepland is het mogelijk een andere bouwplaatsinrichting te krijgen en dus een knelpunt wat betreft opslag op te lossen. Deze aanpassing is echter wel de meest drastische optie. Doordat de planning in dit geval anders wordt is het absoluut noodzakelijk opnieuw de knelpunten te signaleren. Bij een dergelijk grote verandering is het wijselijk om de planning af te drukken. Via <bestand> en <afdrukken> is dit mogelijk. 3 bepalen opslag specifieke week - 14 -
4 Wijzigen projectgegevens Dit gedeelte van de handleiding beschrijft het oplossen van een structureel knelpunt in de uitvoering. Het wijzigen van de projectgegevens kan gedaan worden op het moment dat duidelijk wordt uit de knelpuntsignalering dat er tijdens de uitvoering grote tekorten ontstaan gedurende een langere periode. Klik op <wijzigen projectgegevens> om deze aanpak te kiezen. * door deze aanpak gaan wel ALLE gegevens die ooit eerder zijn ingevuld in het programma verloren. Het volgende submenu wordt getoond: 4 Wijzigen projectgegevens - 15 -
Door op de verschillende opties te klikken is het mogelijk om de projectgegevens aan te passen. Er verschijnen dan dezelfde opties die in hoofdstuk 3 Bepalen opslag specifieke week zijn besproken. Omdat de projectgegevens op dit moment veranderd zijn is het noodzakelijk om opnieuw een knelpuntsignalering uit te voeren. Klik op de knop <knelpunten signaleren> op de nieuwe situatie te bekijken. 4 Wijzigen projectgegevens - 16 -
5 Bepaling opslag tijdens uitvoering Dit gedeelte van de handleiding beschrijft hoe ook tijdens de uitvoering knelpunten wat betreft de opslag van materialen en materieel op de bouwplaats opgelost kan worden. Deze methode van het oplossen van een knelpunt is bijna geheel gelijk aan de methode zoals deze beschreven is hoofdstuk 3 Bepalen opslag specifieke week. Het grootste verschil met de methode uit hoofdstuk 3 zit in de basis van het oplossen van een knelpunt. Het programma geeft naar aanleiding van de planning de activiteiten die zich volgens de planning zouden afspelen in de gekozen week. De gebruiker kan door het aan- en afvinken van de verschillende activiteiten de planning aanpassen aan de huidige stand van het werk. Verder zijn alle opties gelijk aan die van de bepaling opslag voor een specifieke week. 5 Bepaling opslag tijdens uitvoering - 17 -
6 Beheren basisgegevens Het programma heeft als basis een aantal materiaalgegevens zoals afmetingen en stapelingshoogte. In het programma zijn al deze gegevens te beheren. klik op <beheer.> om deze functie te starten. De volgende gegevens zijn te beheren: de afmetingen van de materialen, de afroephoeveelheden, de stapelingsaantallen, de tussenafmeting, de oppervlakte die de onderaannemers nodig hebben voor hun opslag en het inpassingsverlies. * het inpassingsverlies is dat percentage nodig om alle materialen kwijt te kunnen op de bouwplaats. Door te rekenen met een inpassingspercentage kan voorkomen worden dat één soort materiaal gefragmenteerd, dus op meer dan één plaats, opgeslagen moet worden De tussenafmeting, afstand tussen verschillende stapels materialen, is nodig om de verschillende materiaalopslagplaatsen bereikbaar te houden. 6 Beheren basisgegevens - 18 -
Strukton Bouw & Vastgoed gebruikershandleiding Tijdens de uitvoering van een bouwproject ontstaan er knelpunten bij de opslag van materiaal en materieel op de bouwplaats. Een voorbeeld van deze knelpunten is het ontbreken van een plaats op het bouwterrein waar de opslag van materiaalmogelijk is. Deze knelpunten doen zich voor omdat passende informatie, in de vorm van tekeningen of andere documenten, vaak ontbreekt bij het organiseren van de opslag op de bouwplaats. Met de ontwikkeling van het rekenprogramma PAST (Prototype Automatisch Systeem voor Terreinindeling) is het mogelijk geworden om voor ieder moment van de uitvoering de opslagoppervlakten van de toegepaste materialen en het toegepaste materieel te tonen. De basis hiervoor is de door de werkvoorbereider ingevoerde planning. Met deze informatie kan de werkvoorbereider passende informatie, bijvoorbeeld in de vorm van een bouwplaatsinrichtingstekening, aan de uitvoering verschaffen.