b. Opdrachtverlening zakencollege 5 oktober maart 2018

Vergelijkbare documenten
Zaaknummer : Datum : 27 maart 2017

Na het advies van de commissie onderzoek geloofsbrieven wethouders gehoord te hebben, stel ik u voor te besluiten:

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Invulling vacature wethouder en instelling commissie onderzoek geloofsbrieven

Wettelijk kader integriteit

Voorwaarden waaraan de commissie toetst

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

GESTRUCTUREERDE VRAGENLIJST BEWUSTWORDINGSGESPREK KANDIDAAT DB-LEDEN

Gedragscode. voor de leden van de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam- Voorburg

De Provinciewet en de Rekenkamer

Overzicht van regelgeving die samenhangt met de integriteit van wethouders en de burgemeester

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

Integriteitsverklaring kandidaat-leden van het dagelijks bestuur

Themabijeenkomst Politieke Integriteit. Gemeente Heerhugowaard 25 september 2018

Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Gilze en Rijen 2004

2. Indien de raad een rekenkamer instelt, zijn de navolgende artikelen van dit hoofdstuk alsmede hoofdstuk XIa van toepassing.

Raadsvoorstel blad : 1 van 7

Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van LTO Noord dd. 8 juni 2015

Gedragscode politiek ambtsdragers

Gemeentewet Wettekstenbundel voor het openbaar bestuur INKIJKEXEMPLAAR

integriteit Tatenhove-Meesen

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel

Bijlage 3: Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers gemeente Heerde, december 2015, versie 4.0.

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011

Verordening klachtenbehandeling gemeente Enschede

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Wet van 14 februari 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenten

Gemeente n Eergen op Zoom

besluit van de gemeenteraad

Riedsbeslút. De raad van de gemeente Achtkarspelen; gelezen het voorstel van het presidium van 28 november 2014;

G R I F F I E raadsgriffie@woerden.nl

De raad dient een besluit te nemen ten aanzien van de invulling van de wethoudersvacatures.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Notitie van de Werkgroep werkwijze raad: Procedure benoeming wethouders (en raadsleden)

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

ARTIKEL I Het Kiesreglement voor het waterschap Vallei en Eem in te trekken met ingang van 31 maart 2008.

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE WASSENAAR, VOORSCHOTEN EN OEGSTGEEST

Raadsvoorstel agendapunt

In een glazen huis. Gedragscode politiek ambtsdragers gemeente Brummen

Vaststelling verordening vertrouwenscommissie gemeente IJsselstein 2015

Wet van 10 september 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder:

integriteit Kandidaat-wethouder Jheronymus Heuvelink

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Montferland 2018

Wet van 14 februari 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenten

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

Nevenfuncties lokale volksvertegenwoordigers en bestuurders = een handreiking voor D66-bestuurders =

Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie Gemert-Bakel en Laarbeek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

PROVINCIEWET (PW) Tekst zoals deze geldt op 19 januari WET van 10 september 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Modelgedragscode voor de gemeenteraad en deelraden van de Gemeente Amsterdam

GEWIJZIGD. A. In artikel 13, tweede lid wordt gewijzigd zodat het komt te luiden als volgt:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Modelgedragscode voor de wethouders en leden van dagelijkse besturen van de Gemeente Amsterdam

Gedragscode gemeenteraad. (Schijn van) belangenverstrengeling. (Schijn van) corruptie. Deze gedragscode geldt voor raadsleden en fractie-assistenten.

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

Toelichting Gedragscode integriteit 2017 Gemeente Best

Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2010

DORDRECHT. Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT; gezien het voorstel 24 november 2009 inzake Regeling Sportraad;

15 oktober n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

waterschap Hollandse Delta

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Verordening op de rekenkamercommissie Leidschendam-Voorburg, Oegstgeest, Voorschoten en Wassenaar.

provinciaal blad BESLUITEN, IEDER VOOR ZOVER HET HUN BEVOEGDHEID BETREFT:

Raadsvoorstel agendapunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor bestuurders van de gemeente Tholen

Aan de Raad der gemeente Haarlem

Raadsvoorstel. Nr Houten, 17 september Onderwerp: Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging tijdelijk benoemde raadsleden.

Verordening op de controle commissie en de commissie van voorbereiding van Provinciale Staten

Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014

PROVINCIAAL BLAD. van de Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2014.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Besluit vast te stellen de:

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking;

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 21 augustus 2007, VERORDENING VOOR DE REKENINGCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE MOERDIJK

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL, DRENTHE EN GELDERLAND

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 december Agendapunt : 18 : Besluitvormend Programma : (1) Algemeen Bestuur. Aan de Raad.

HOOFDSTUK I Algemene bepaling Art. 6 In elke provincie zijn er provinciale staten, gedeputeerde staten en een commissaris van de Koning.

Voorstel om te besluiten Artikel 13 van de verordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2017 als volgt te wijzigen:

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Portefeuillehouder : Volgnummer : Onderwerp Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Federatie NVVS FOSS SH-Jong, Huishoudelijk reglement (definitief) d.d

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015

Onderwerp Aanwijzing (plaatsvervangend) vertegenwoordigers in gemeenschappelijke regelingen.

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

Verordening Gemeentelijke Rekenkamercommissie Haarlemmermeer

wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Algemene wet bestuursrecht - BWBROOO... pagina 1 van 1

gelet op de wenselijkheid over te gaan tot instelling van een Adviescommissie Bezwaar en Beroep;

Statuten en Huishoudelijk reglement der Bachelor Students of International Studies

GEMEENTEBLAD VAN VENLO

Transcriptie:

Raadsvoorstel agendapunt 5 Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer Programma Cluster Portefeuillehouder: Informatie bij E-mail/tel.nr. 487317 Bestuur en organisatie Bestuur dhr. mr. P.J.M. van Domburg A.J.O. van Kooij / F. Beugelsdijk a.v.kooij@ijsselstein.nl /1797 Datum : 2 oktober 2017 Blad : 1 van 11 Onderwerp a. Benoeming wethouders, onderzoek geloofsbrieven, aanvaarding benoeming en beëdiging. Raadsvoorstel op basis van nog uit te brengen advies van de commissie van onderzoek van de geloofsbrieven tot benoeming en vervolgens beëdiging van drie wethouders. b. Opdrachtverlening zakencollege 5 oktober 2017-21 maart 2018 Samenvatting Na het terugtreden van de wethouder Van den Berg (31 augustus jl) alsmede wethouders Van Beukering, Baerveldt en Lappee op donderdag 21 september jl. dient de raad een besluit te nemen over de ontstane vacatures in het college. De fracties LDIJ, VVD, CDA, en PvdA dragen de volgende kandidaten aan als nieuwe wethouders van het zakencollege: Mevrouw drs. I.C.J. Nieuwenhuizen De heer mr. N.L.P.M. Doesburg De heer drs. A.M. de Regt Gelet op de situatie in IJsselstein is een zakencollege in de ogen van de formerende partijen de beste keuze waarbij de drie wethouders niet namens een partij worden voorgedragen. Dat is mede reden dat niet alle partijen deel uitmaken van het team met kandidaat-wethouders. De partijen hebben een aanvullende opdracht aan het college geformuleerd dat onderdeel is van dit raadsvoorstel. Na het advies van de commissie onderzoek geloofsbrieven wethouders gehoord te hebben, stellen wij u voor te besluiten: Met ingang van 5 oktober 2017 te benoemen tot wethouders van de gemeente IJsselstein: a. Mevrouw drs. I.C.J. Nieuwenhuizen (1fte) b. De heer mr. N.L.P.M. Doesburg (1fte) c. De heer drs. A.M. de Regt (0,9 fte) Inleiding Na het terugtreden van de wethouder Van den Berg (31 augustus jl) alsmede wethouders Van Beukering, Baerveldt en Lappee op donderdag 21 september jl. zijn er vacatures voor wethouders ontstaan in het college van burgemeester en wethouders. De fracties die een zakenkabinet willen vormen hebben aangegeven de vacatures te willen opvullen.

Raadsvoorstel Pagina 2 van 11 Argumenten benoeming wethouders Wettelijke grondslag Een wethouder wordt benoemd door de raad volgens de daarvoor geldende procedure in de Gemeentewet (art. 35 en volgende). De raad geeft bij het benoemingsbesluit tevens de tijdsbestedingsnorm aan (art. 36, vierde lid, Gemeentewet). De benoeming van een nieuwe wethouder vindt zo spoedig mogelijk plaats (art. 39 Gemeentewet). De fracties LDIJ, WD, CDA, en PvdA hebben in totaal drie kandidaten voorgedragen als nieuwe wethouders. De voorzitter van de gemeenteraad en de leden van de gemeenteraad zijn geïnformeerd over de voordracht. Eerdere besluitvorming De raad heeft op 9 maart 2017 vier wethouders benoemd, te weten mevrouw Van Beukering, de heer Baerveldt, de heer Van den Berg en de heer Lappee. Deze wethouders hebben zoals eerder aangegeven ontslag genomen. Alternatieven De vacatures van wethouders niet vervullen. Zolang er geen wethouders zijn benoemd door de raad, treedt de burgemeester in de plaats van het college totdat dit wel het geval is (artikel 42 Gemeentewet). Dit is geen wenselijke situatie vanwege de hoeveelheid aan dossiers / portefeuilles. Risico s Integriteit Voordat de raad overgaat tot benoeming van wethouders vindt er een risico analyse met de kandidaten plaats. Dit onderzoek is gedaan door de commissie onderzoek geloofsbrieven wethouders. Conform de bepaling in het Reglement van Orde voor de raad vindt een onderzoek naar de geloofsbrieven plaats. De commissie onderzoek geloofsbrieven bestaat uit de raadsleden de heer R. Koehorst, mevrouw J. de Neijs en de heer P. Bekker. De commissie rapporteert in de vergadering over haar bevindingen en brengt advies uit over de benoembaarheid op grond van de vereisten uit de Gemeentewet en het Reglement van Orde van de gemeenteraad. Nadat de commissie onderzoek geloofsbrieven van de wethouders haar advies heeft uitgesproken, zal stemming plaatsvinden over de voorgedragen kandidaten. Aangezien het een stemming over personen betreft, vindt over het voorstel schriftelijke stemming plaats (artikel 31 Gemeentewet en artikel 32 RvO). Vanuit de raad dient een stembureau te worden ingesteld. De voorzitter benoemt drie leden tot stembureau. Voorgesteld wordt om het stembureau te laten bestaan uit de leden van de commissie onderzoek geloofsbrieven. Wat willen we bereiken? Vervullen van de vacatures binnen het college van burgemeester en wethouders en het vaststellen van de opdracht voor het zakencollege. OPDRACHT AAN HET ZAKENCOLLEGE Aanleiding Nadat de resterende wethouders in de raadsvergadering van 21 september jl. hun besluit kenbaar hebben gemaakt om per direct hun portefeuille ter beschikking te stellen, heeft D66 de ruimte aan de tweede grootste partij gegeven om te formeren (LDIJ). De fracties LDIJ, WD, CDA en PvdA hebben het initiatief genomen om op zeer korte termijn tot een politiek kleurloos zakencollege te komen. Alle partijen zijn uitdrukkelijk uitgenodigd om in dit proces te participeren. Het zakencollege dat in de vergadering van 5 oktober 2017 geïnstalleerd wordt dient de hieronder geformuleerde opdracht uit te voeren. Gezien de zeer ernstige situatie waarin IJsselstein op dit moment verkeert, is het de uitdrukkelijke wens van de initiatiefnemers om tot een zo breed mogelijk draagvlak te komen onder de raadsleden voor deze opdracht. Deze opdracht betreft de periode van 5 oktober 2017 tot aan het moment dat het nieuwe college van B&W geïnstalleerd is na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018

Raadsvoorstel Pagina 3 van 11 Doel en opdracht De urgentie om nog in 2017 tot een definitief besluit te komen ten aanzien van de toekomst van UW Samenwerking wordt gevoeld en onderschreven. De gemeente Montfoort, de medewerkers van UW Samenwerking als ook de inwoners, bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld hebben het recht om op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid te verkrijgen. Om tot een zorgvuldige besluitvorming hieromtrent te kunnen komen is het noodzakelijk dat de geschetste aanvullende randvoorwaarden ten behoeve van de samenwerking (variant Doorpakken uit het benchmarkonderzoek) zo spoedig mogelijk op haalbaarheid en realiteitszin onderzocht wordt. De resultaten hiervan, in combinatie met de drie onderzoeksrapporten, t.w. raadsonderzoek, bestuurskrachtmeting en benchmarkonderzoek alsmede de door het college in december 2016 gehouden strategische oriëntatie, moeten uiteindelijk is een definitief besluit vertaald worden. De uitdrukkelijk opdracht aan het zakencollege is om dit raadsbesluit voor te bereiden waarbij aan de raad zelf de keuze wordt voorgelegd ten aanzien van doorpakken of doorknippen van de samenwerking. Besluitvorming in de raad dient nog in 2017 plaats te vinden. Gezien de resultaten van de bestuurskrachtmeting is het noodzakelijk dat IJsselstein een keuze maakt in de regionale oriëntatie. Dit betekent feitelijk een keuze tussen oostelijke of westelijke oriëntatie. De raad is echter van mening dat het scheppen van duidelijkheid en het creëren van rust prefereert boven de oriëntatiekeuze. Derhalve krijgt het zakencollege de uitdrukkelijke opdracht om eerst een besluit te nemen ten aanzien van de toekomst van UW Samenwerking alvorens de besluitvorming met betrekking tot de oriëntatie voor te bereiden. Financiën Het zakencollege krijgt de opdracht om met de hoogste prioriteit oplossingen aan te dragen met betrekking tot de financiële positie van de gemeente. De directe koppeling met de begroting van UW Samenwerking dient in ogenschouw genomen te worden als ook het lopende onderzoek naar de verdeelsleutelsystematiek. Het is evident dat de financiële positie van IJsselstein op orde gebracht moet worden. Het zakencollege wordt opgeroepen creatieve oplossingen aan te dragen en in deze tijd geen verregaande maatregelen te nemen die niet passend zijn bij de situatie waarin verkeerd wordt. In het verlengde hiervan dient op een correcte wijze invulling gegeven te worden aan het inbedden van de financiële functie binnen UW Samenwerking. Governance-structuur (top-structuur) binnen UW Samenwerking Het zakencollege krijgt de opdracht om samen met de gemeentesecretaris / algemeen directeur het voortouw te nemen om binnen AB-verband te komen tot een adequate beschrijving (en vaststelling) van de topstructuur van UW Samenwerking. Hieronder valt de beschrijving van de rollen van eigenaar, opdrachtgever, directie afgezet tegen de rollen van college, portefeuillehouders en gemeentesecretarissen. Aansluiting wordt gezocht bij hetgeen gepresenteerd is door de algemeen directeur op 19 september jl. Besluitvorming wordt nog in 2017 verwacht. Het zakencollege dient uitdrukkelijk samen met de burgemeester als team te opereren. Dit uit zich ook in het al dan niet actief faciliteren, ondersteunen en adviseren van de voorzitter van het college in de rol als vice voorzitter van het AB/DB van UW Samenwerking (2017) als ook in de rol van voorzitter van het AB/DB per 1 januari 2018. Regionale profilering Uit de bestuurskrachtmeting blijkt dat IJsselstein niet sterk genoeg staat in de regio. Samenwerking in de regio en het onderhouden van goede bestuurlijke relaties in de regio is van essentieel belang. Van het zakencollege wordt verwacht dat actief geopereerd en geparticipeerd wordt in regionale netwerkverbanden, zoals bijvoorbeeld binnen U10-verband. Ook dient actief geïnvesteerd te worden in de bestuurlijke relaties met de direct omliggende gemeenten. Beleidsdossiers Noodzakelijk is dat het zakencollege daadkracht en slagkracht toont. Dit betekent dat vele dossiers doorgang blijven vinden en tot besluitvorming gebracht worden voor zover besluitvorming noodzakelijk is. Het zakencollege bereidt een voorstel aan de raad voor met betrekking tot prioritering van de beleidsdossiers.

Raadsvoorstel Pagina 4 van 11 Geheel nieuwe beleidsinitiatieven zijn in deze periode niet aan de orde. De geëigende weg is hiervoor het kadernotaproces. Niet in de lijst opgenomen zijn de volgende onderwerpen die wél doorlopen: Nakomen van eerder gedane toezeggingen door het college aan de raad; Reeds ingediende artikel 35 vragen en/of schriftelijke vragen; Lopende voorbereidingen van toekomstige wetgeving (omgevingswet) Het reguliere subsidieproces P&C-cycli GR-stukken Going concern zaken (zie overzichtslijst dossiers, laatste pagina, bijlage 1) Bewaking capaciteitsinzet Capaciteit is nodig om de komende maanden de noodzakelijke verbeteringen door te kunnen voeren binnen de ambtelijke organisatie. Daarnaast is capaciteit nodig om de reguliere werkvoorraad voor de beide gemeenten uit te voeren. Het zakencollege wordt opgeroepen om in samenspraak met de algemeen directeur / gemeentesecretaris te bewaken dat de capaciteitsinzet in alle redelijkheid en conform afspraak verdeeld wordt over de beide gemeenten. Aandacht en zorg wordt gevraagd voor de medewerkers van UW Samenwerking. De portefeuillehouder bedrijfsvoering / personeel krijgt de uitdrukkelijke opdracht mee hier aandacht aan te besteden. Periodieke terugkoppeling voortgang opdracht Het zakencollege zal in de reguliere vergaderingen van de commissie Bestuur bij het agendapunt Voortgang en controle de commissieleden bijpraten over de voortgang van deze opdracht. Ondersteuning Geconstateerd hebbende dat IJsselstein een gemeentesecretaris heeft die tevens invulling geeft aan het algemeen directeurschap van UW Samenwerking en de in dit voorstel geformuleerde opdracht aan het zakencollege fors is, wordt voor ambtelijke ondersteuning voor 0,5 fte ingezet. Het betreft ambtelijke ondersteuning gedurende de gehele periode van dit zakencollege. Begeleiding, advisering en het voorbereiden van de besluitvorming rondom de toekomst van UW Samenwerking alsmede advisering en ondersteuning aan het college met betrekking tot de regionale profilering valt onder de werkzaamheden. Wat gaat het kosten? De wethouders ontvangen voor hun taakuitoefening een bezoldiging volgens de Rechtspositieregeling wethouders. In de begroting zullen deze kosten structureel opgenomen worden. Eventuele extra kosten voor de uitvoering van de opdracht aan het zakencollege (ambtelijke ondersteuning) worden verwerkt in de reguliere P&C rapportages. Communicatie Dit voorstel wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Voorstel Wij stellen u voor te besluiten: 1. Met ingang van 5 oktober 2017 te benoemen tot wethouders van de gemeente IJsselstein: a. Mevrouw drs. I.C.J. Nieuwenhuizen (1fte) b. De heer mr. N.L.P.M. Doesburg (1fte) c. De heer drs. A.M. de Regt (0,9 fte) Nadat de raad de nieuwe wethouders heeft benoemd en de nieuwe wethouders zijn/haar benoeming ter plekke aanvaard hebben, kunnen zij de eed of de verklaring en belofte afleggen die vereist is voor het functioneren als wethouder (art. 40 en 41a Gemeentewet). Afleggen eed/ verklaring en belofte

Raadsvoorstel Pagina 5 van 11 Alvorens de wethouders hun functie kunnen uitoefenen leggen zij in de vergadering van uw raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af. Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen ofte laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. (Dat verklaar en beloof ik). Tevens stellen wij u voor 2. de volgende opdracht aan het zakencollege mee te geven. a. Een raadsbesluit voor te bereiden waarbij aan de raad zelf de keuze wordt voorgelegd ten aanzien van de toekomst van UW Samenwerking. Besluitvorming in de raad dient in 2017 plaats te vinden. b. Een realistisch voorstel voor te bereiden om de financiële positie van IJsselstein meerjarig gezond te krijgen. c. Uitdrukkelijk samen met de burgemeester als team te opereren. d. Samen met de gemeentesecretaris / algemeen directeur het voortouw te nemen om binnen AB-verband te komen tot een adequate beschrijving (en vaststelling) van de topstructuur van UW Samenwerking. e. Actief te opereren in regionale netwerkverbanden. Ook actief te investeren in de bestuurlijke relaties met de direct omliggende gemeenten. f. Daadkracht en slagkracht te tonen door een raadsvoorstel voor te bereiden met betrekking tot de prioritering van de lopende beleidsdossiers. g. In samenspraak met de algemeen directeur / gemeentesecretaris te bewaken dat de capaciteitsinzet in alle redelijkheid en conform afspraak verdeeld wordt over de beide gemeenten h. Mondeling te rapporteren over de voortgang van deze opdracht in de reguliere vergaderingen van de commissie Bestuur bij het agendapunt Voortgang en controle. i. Ambtelijke ondersteuning van 0,5 fte ter beschikking te stellen gedurende de gehele periode van dit zakencollege en eventuele gevolgen te verwerken in de jaarrekening / voorjaarsrapportage.

Raadsvoorstel Pagina 6 van 11 Hoogachtend, PRESIDIUM VAN DE GEMEENTERAAD IJSSELSTEIN, De griffier, de burgemeester, A.J.O. van Kooij P.J.M. van Domburg

Raadsbesluit blad 7 van 11 De raad van de gemeente IJsselstein; Gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 2 oktober 2017, zaaknr. 487317 Gehoord het advies van de commissie onderzoek geloofsbrieven wethouders BESLUIT: 1. Onder voorbehoud van het kunnen overleggen van een geldige VOG per 5 oktober 2017 te benoemen tot wethouders van de gemeente IJsselstein: a. Mevrouw drs. I.C.J. Nieuwenhuizen (1 fte) b. De heer mr. N.P.L..M. Doesburg (1fte) c. De heer drs. A.M. de Regt (0,9 fte) 2. Wethouders Nieuwenhuizen en De Regt conform artikel 36a lid 2 Gemeentewet ontheffing te verlenen van het de vereiste van ingezetenschap. 3. De volgende opdracht aan het zakencollege mee te geven. a. Een raadsbesluit voor te bereiden waarbij aan de raad zelf de keuze wordt voorgelegd ten aanzien van de toekomst van UW Samenwerking. Besluitvorming in de raad dient in 2017 plaats te vinden. b. Een realistisch voorstel voor te bereiden om de financiële positie van IJsselstein meerjarig gezond te krijgen. c. Uitdrukkelijk samen met de burgemeester als team te opereren. d. Samen met de gemeentesecretaris / algemeen directeur het voortouw te nemen om binnen AB-verband te komen tot een adequate beschrijving (en vaststelling) van de topstructuur van UW Samenwerking. e. Actief te opereren in regionale netwerkverbanden. Ook actief te investeren in de bestuurlijke relaties met de direct omliggende gemeenten. f. Daadkracht en slagkracht te tonen door een raadsvoorstel voor te bereiden met betrekking tot de prioritering van de lopende beleidsdossiers. g. In samenspraak met de algemeen directeur / gemeentesecretaris te bewaken dat de capaciteitsinzet in alle redelijkheid en conform afspraak verdeeld wordt over de beide gemeenten h. Mondeling te rapporteren over de voortgang van deze opdracht in de reguliere vergaderingen van de commissie Bestuur bij het agendapunt Voortgang en controle. i. Ambtelijke ondersteuning van 0,5 fte ter beschikking te stellen gedurende de gehele periode van dit zakencollege en eventuele gevolgen te verwerken in de jaarrekening / voorjaarsrapportage. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 5 oktober 2017

Raadsbesluit blad 8 van 11 Bijlage I: wettelijke grondslagen behorende bij zaaknr 487317 De relevante bepalingen in de Gemeentewet en het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad. Artikel 35 Gemeenteraad benoemt wethouders 1. De raad benoemt de wethouders. Artikel 36 Aantal wethouders 1. Het aantal wethouders bedraagt ten hoogste twintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat er niet minder dan twee wethouders zullen zijn. 2. De raad kan besluiten dat het wethouderschap in deeltijd wordt uitgeoefend. 3. Indien het tweede lid toepassing vindt bedraagt, in afwijking van het eerste lid, het aantal wethouders ten hoogste vijfentwintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk ten hoogste tien procent meer bedraagt dan de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk zou hebben bedragen indien het tweede lid geen toepassing had gevonden. 4. De raad stelt bij de benoeming van de wethouders de tijdsbestedingsnorm van elke wethouder vast. 5. Bij de berekening van het maximale aantal wethouders, bedoeld in het eerste en het derde lid, wordt afgerond tot het dichtstbijgelegen gehele getal. Artikel 36aVereisten voor het wethouderschap 1. Voor het wethouderschap gelden de vereisten voor het lidmaatschap van de raad, bedoeld in artikel 10, met dien verstande dat in artikel 10, tweede lid, onder b, voor «de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelating als lid tot de gemeenteraad» gelezen wordt: de dag waarop zij tot wethouder worden benoemd. 2. De raad kan voor de duur van een jaar ontheffing verlenen van het vereiste van ingezetenschap. De ontheffing kan in bijzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd. 3. Dezelfde persoon kan niet in meer dan één gemeente wethouder zijn. Artikel 10 Gemeentewet 1. Voor het lidmaatschap van de raad is vereist dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht. 2. Zij die geen onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie zijn, dienen tevens te voldoen aan de vereisten dat: a. zij rechtmatig in Nederland verblijven op grond van artikel 8, onder a, b, d, e of I, van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een overeenkomst tussen een internationale organisatie en de Staat der Nederlanden inzake de zetel van deze organisatie in Nederland, en b. zij onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelating als lid tot de gemeenteraad gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijfjaren ingezetene van Nederland waren en beschikten over een verblijfsrecht als bedoeld onder a, dan wel rechtmatig in Nederland verbleven op grond van artikel 8, onder c, van de Vreemdelingenwet 2000.

Raadsbesluit blad 9 van 11 3. Geen lid van de raad kunnen zijn zij die geen Nederlander zijn, en als door andere staten uitgezonden leden van diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen, in Nederland werkzaam zijn, alsmede hun niet-nederlandse echtgenoten, geregistreerde partners of levensgezellen en kinderen, voor zover dezen met hen een gemeenschappelijke huishouding voeren. Artikel 36b Beperking werkzaamheden wethouder 1. Een wethouder is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c. lid van de Raad van State; d. lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationale ombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; g. commissaris van de Koning; h. gedeputeerde; i. secretaris van de provincie; j. griffier van de provincie; k. lid van de rekenkamer van de provincie waarin de gemeente waar hij wethouder is, is gelegen; l. lid van de raad van een gemeente; m. burgemeester; n. lid van de rekenkamer; o. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81 p, eerste lid; p. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt; q. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente; r. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het gemeentebestuur van advies dient. 2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder I, kan een wethouder tevens lid zijn van de raad van de gemeente waar hij wethouder is gedurende het tijdvak dat: a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van de raad en eindigt op het tijdstip waarop de wethouders ingevolge artikel 42, eerste lid, aftreden, of b. aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot wethouder en eindigt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van de raad onherroepelijk is geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als lid van de raad met ingang van het tijdstip waarop hij zijn benoeming tot wethouder aanvaardt. Artikel X 6 van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing. 3. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder p, kan een wethouder tevens zijn: a. ambtenaar van de burgerlijke stand; b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht; c. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs. Artikel 39 Plaats die tussentijds openvalt De benoeming ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, geschiedt zo spoedig mogelijk, tenzij de raad besluit het aantal wethouders te verminderen. Artikel 40 Benoemde deelt mee of hij benoeming aanneemt De benoemde wethouder deelt de raad uiterlijk op de tiende dag na de kennisgeving van zijn benoeming mee of hij de benoeming aanneemt. Indien deze termijn verstrijkt zonder mededeling, wordt de benoemde wethouder geacht de benoeming niet aan te nemen. Artikel 41 b Wethouder vervult geen nevenfuncties 1. Een wethouder vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op

Raadsbesluit blad 10 van 11 een goede vervulling van zijn wethouderschap. 2. Een wethouder meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad. 3. Een wethouder maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis. 4. Een wethouder die zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten. 5. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet. Artikel 41c Werking artikel 15 1. Artikel 15, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de wethouders. 2. De raad stelt voor de wethouders een gedragscode vast. Artikel 15 Gemeentewet 1. Een lid van de raad mag niet: a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van: 1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1e. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente; 2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente; 3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente; 4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente; 5e. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente; 6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente. 2. Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen. 3. De raad stelt voor zijn leden een gedragscode vast. Artikel 44 Wethouders genieten een bezoldiging 1. De wethouders genieten ten laste van de gemeente een bezoldiging, die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt geregeld. 2. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld betreffende tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en betreffende andere financiële voorzieningen die verband houden met de vervulling van het wethoudersambt. 3. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van de gemeente.

Raadsbesluit blad 11 van 11 4. De wethouders genieten geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het wethoudersambt ongeacht of die vergoedingen ten laste van de gemeente komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de gemeentekas. 5. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten, onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de wethouder neerlegt bij beëindiging van het ambt. 6. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer. 7. Ten aanzien van de wethouders die hun ambt in deeltijd vervullen, vindt onverminderd het vierde lid geen verrekening plaats van de inkomsten, bedoeld in het zesde lid. 8. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop de wethouder gegevens over de inkomsten, bedoeld in het zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze gegevens. Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders 1. De raad heeft een commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven bestaande uit drie leden van de van de raad welke in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, voor vier jaar worden benoemd. 2. Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad onderzoekt de commissie de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces-verbaal van het (centraal )stem bu reau. 3. De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt. 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen. 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen. 6. Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.