HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2008 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992

Vergelijkbare documenten
HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2009 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992: KENNISGEVING

Voorwoord. Ik hoop dat dit naslagwerk met personeelsstatistieken een geschikt hulpmiddel zal zijn bij al uw opzoekingen. B. Van Camp Voorzitter

Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. telling 1 februari 2007

VLIR VLIR VLIR. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. Vlaamse Interuniversitaire Raad

Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. telling 1 februari 2011

Interuniversitaire Raad. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. VLIR Vlaamse. telling 1 februari 2014

1,7. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten 0, , , , ,45 220,45 0,023 0,5

105 43, , , ,45 220,45 0,023 0,5 25,02 5,39. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten

1,7. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten 0,001 7,00 3,1 9, ,25 0,023 10,50 4, ,5 25,02 5,39

Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit

Katholieke Universiteit Brussel

Katholieke Universiteit Brussel. Katholieke Universiteit Leuven

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS

Deel 4 PERSONEEL. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Hogescholenonderwijs

Personeel. Deel 4. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Hogescholenonderwijs

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Universiteitsbreed OO Coaching en Diversiteit is probleemloos op te nemen met een diplomacontract (= binnen het curriculum) in volgende opleidingen:

PhD's per Faculteit. Enkele Onderzoeksindicatoren Versie Jan Cornelis, Nadine Rons

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Vrouwen in de academische wereld.

PERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS

V R IJ E U N I V E R S I T E I T B R U S S E L VOORBEREIDINGSPROGRAMMA S VUB

UNIVERSITAIR ONDERWIJS

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

De Campus Cup Vlaamse Hogescholen en Universiteiten erkend door het Vlaams Ministerie van Onderwijs

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Universitair onderwijs

Indeling van opleidingsclusters in het hoger onderwijs naar ISCED-gebieden. Omschrijvingen

Indeling van studierichtingen in het hoger onderwijs naar ISCED gebieden

Cultuur en Maatschappij CM

UGent academiejaar

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

Verder studeren in het hoger onderwijs

UGENT opleidingen op de Verderstudeerbeurs

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Toelatingsvoorwaarden tot de masters ACADEMIEJAAR

Toelatingsvoorwaarden academiejaar niet-rechtstreekse instroom tot de master-opleidingen.

Geef je opleiding een STEM

Toelatingsvoorwaarden Academiejaar Rechtstreekse instroom tot de master-opleidingen

VSNU - overzichtlijst bacheloropleidingen concept

Vooropleidingseisen WO

WO-BACHELOR - studentaantallen Economie en Recht

Vooropleidingseisen van vwo naar wo

Studie & Werk Tabellen WO

Nadere vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs, bij de profielen in het voortgezet onderwijs geldig tot 1 augustus 2007.

BIJLAGE A NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN VOOR OPLEIDINGEN VAN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

UNIVERSITEITEN IN VLAANDEREN

* * * wia of wib Bedrijfskunde 8. B Business Studies * * * wia of wib 9. B Econometrics * wib wib wib 10. B Econometrics and Operations

Vooropleidingseisen WO per 1 oktober 2008

LIJST VAN DE TOELATINGSVOORWAARDEN TOT DE BRUGPROGRAMMA S (HORIZONTALE INSTROOM)

Vraag nr. 746 van 9 augustus 2013 van PAUL DELVA

Eisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs, bij de VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden aangeboden

Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs

Vooropleidingseisen van VWO naar WO

Master of Science in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie Master of Science in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen

TOELATINGSVOORWAARDEN 'WAT NA JE DIPLOMA'

Alle WO studies NT NG EM CM

REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS April 2012

VR DOC.0438/3

B Milieu-maatschappij-wetenschappen. B Molecular Science and Technology. B Oude Culturen van de Mediterrane Wereld

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Amsterdam, juni 2015 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2015

JAARVERSLAG VLIR Vlaamse Interuniversitaire Raad

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Vooropleidingseisen WO

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Rapportage Toplijsten havo 4/5 en vwo 5/6

Bijlage A behorende bij artikel 2, eerste lid, van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007

Status februari 2016

Studie & Werk Tabellen WO

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Amsterdam, juni 2016 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2016

Pieter Duisenberg Voorzitter Vereniging van Universiteiten

Bijlage C. ak: aardrijkskunde bi: biologie gr: Grieks. la: Latijn na: natuurkunde nl&t: natuur, leven en technologie

Eisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs, bij de VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden aangeboden

Vooropleidingseisen wetenschappelijk onderwijs: van vwo naar wo

Van VWO naar WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS

Studiegebied Gezondheidszorg Studiegebied Onderwijs Campus Nieuwland Nieuwland 198, 1000 Brussel T , F

Vooropleidingseisen Van vwo naar wo

Wat na je bacheloropleiding aan Hogeschool PXL?

Tweede semester 2012: lessen van bachelorstudenten

VWO WO doorstroomeisen

Bijlage C behorende bij artikel 2, tweede lid, van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007

wisa of wisb en Engelse taal wisa of wisb en Engelse taal Engelse taal B Economie * * * wisa of wisb B Economie en Bedrijfseconomie

Italiaanse taal en cultuur Talen en Cult. ZO Az+Oceanie (Indonesië) Landschapsarch. en ruimtel. planning

Bijlage C behorende bij artikel 2, tweede lid, van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007

Vooropleidingseisen wetenschappelijk onderwijs: van vwo naar wo

Bijlage A. Nadere vooropleidingseisen in het Wetenschappelijk Onderwijs

Amsterdam, juni 2010 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & werk Hbo ers en academici van studiejaar 2007/2008 op de arbeidsmarkt

Amsterdam, juni 2013 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2010/2011 op de arbeidsmarkt

Hartelijk welkom. Ouderavond profielkeuze klas 3 8 november 2016

Amsterdam, juni 2012 In opdracht van Elsevier Thema. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2009/2010 op de arbeidsmarkt

Amsterdam, juni 2014 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk Hbo ers en academici van studiejaar 2011/2012 op de arbeidsmarkt

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging:

Genderverhouding in de Faculteit Ingenieurswetenschappen (FirW): academiejaren en

TOELATINGSVOORWAARDEN Specifieke LerarenOpleiding (SLO)

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Transcriptie:

HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2008 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992 In oktober 2008 is het jaarlijkse overzicht Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten (telling 01-02-2008) verspreid. De universiteiten willen daarmee inzicht geven in de opbouw en de evolutie van hun personeelsbestand volgens categorie, wetenschappelijke discipline, geslacht, leeftijd, nationaliteit en anciënniteit. De verzameling van de gegevens is tot stand gekomen door een intensieve samenwerking tussen het VLIR-secretariaat en alle Vlaamse universiteiten, de dienst Statistiek van de Universiteit Hasselt en de volgende onderzoeksinstellingen: het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO-Vlaanderen), het Instituut voor de aanmoediging van innovatie door Wetenschap & Technologie (IWT), het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (IMEC), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Instituut voor Breedbandtechnologie (IBBT). Hierna volgen enkele tabellen over het personeelsbestand aan de Vlaamse universiteiten op 1 februari 2008 en de personeelsevolutie over de periode 1992-2008. Het betreft gegevens van het personeel bezoldigd met de werkingsuitkeringen: het zelfstandig academisch personeel (ZAP), het assisterend academisch personeel (AAP), het administratief en technisch personeel (ATPwu); en van het personeel bezoldigd ten laste van andere financieringsbronnen: het wetenschappelijk personeel (WP) en het administratief en technisch personeel (ATPbwu). De gegevens mogen enkel verspreid en gebruikt worden mits bronvermelding. VLIR I. Dambre oktober 2008 1

Effectieven Grafiek 1: Bezetting van het universitair personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Personeelsbezetting aan de Vlaamse universiteiten 1992-2008 23000 18000 13000 17.234,6 18.542,6 15.416,5 16.170,3 11.888,0 12.639,9 19.272,0 8000 1992 1996 2000 2002 2004 2007 2008 Tabel 1: Bezetting van het universitair personeel in voltijdse eenheden naar universiteit en personeelscategorie Personeels- Personeelsbezetting per 1.2.2008 categorie ZAP AAP ATP wu WP ATP bwu totaal K.U.Leuven 992,1 469,6 1.509,2 3.783,4 1.042,2 7.796,4 UGent 715,8 724,0 1.265,4 2.485,6 854,6 6.045,2 Vrije Universiteit Brussel 316,5 215,4 451,2 898,0 318,7 2.199,9 Universiteit Antwerpen 396,5 242,3 537,8 937,5 411,0 2.525,1 UHasselt 105,7 62,8 107,3 252,0 87,9 615,7 K.U.Brussel 30,2 16,1 17,0 18,4 8,0 89,7 totaal 2.556,6 1.730,1 3.887,9 8.374,9 2.722,4 19.272,0 Tabel 2: Bezetting van het universitair personeel in voltijdse eenheden naar personeelscategorie sinds 1992 Jaar Personeelsbezetting ZAP % AAP % ATPwu % WP % ATP bwu % totaal 1992 2.452,4 20,6% 1.591,3 13,4% 3.886,7 32,7% 2.191,6 18,4% 1.766,0 14,9% 11.888,0 1996 2.347,1 18,6% 1.687,5 13,4% 3.533,1 28,0% 2.909,1 23,0% 2.163,1 17,1% 12.639,9 2000 2.360,5 15,3% 1.755,9 11,4% 3.707,6 24,0% 5.162,7 33,5% 2.429,8 15,8% 15.416,5 2002 2.532,4 15,7% 1.808,0 11,2% 3.809,1 23,6% 5.471,4 33,7% 2.549,5 15,8% 16.170,3 2004 2.516,6 14,6% 1.815,6 10,5% 3.894,1 22,6% 6.465,1 37,5% 2.543,2 14,8% 17.234,6 2007 2.542,1 13,7% 1.788,5 9,6% 3.863,3 20,8% 7.721,9 41,6% 2.626,9 14,8% 18.542,6 2008 2.556,6 13,3% 1.730,1 9,0% 3.887,9 20,2% 8.374,9 43,5% 2.722,4 14,8% 19.272,0 VLIR I. Dambre oktober 2008 2

Tabel 3: Bezetting van het zelfstandig academisch personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting van het zelfstandig academisch personeel (vte) 1992-2008 1992 1996 2000 2002 2004 2007 2008 92-08 07-08 K.U.Leuven 961,3 913,8 907,4 974,3 952,5 982,8 992,1 3,2% 0,9% UGent 625,0 580,3 626,2 679,9 699,0 699,1 715,8 14,5% 2,4% Vrije Universiteit Brussel 359,4 330,4 324,1 341,1 326,1 325,4 316,5-11,9% -2,7% Universiteit Antwerpen 399,7 379,3 362,6 397,2 397,8 396,1 396,5-0,8% 0,1% UIA 145,3 142,4 143,1 160,6 - - - - - RUCA 111,0 101,1 94,6 106,9 - - - - - UFSIA 143,4 135,8 124,9 129,8 - - - - - UHasselt 71,8 108,9 105,6 109,8 110,8 103,6 105,7 47,1% 2,0% K.U.Brussel 35,2 34,4 34,8 30,2 30,5 35,2 30,2-14,3% -14,2% totaal 2.452,4 2.347,1 2.360,5 2.532,5 2.516,6 2.542,2 2.556,6 4,2% 0,6% Tabel 4: Bezetting van het assisterend academisch personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting van het assisterend academisch personeel (vte) 1992-2008 1992 1996 2000 2002 2004 2007 2008 92-08 07-08 K.U.Leuven 738,3 733,1 616,1 603,7 585,6 517,7 469,6-36,4% -9,3% UGent 347,6 398,8 575,7 629,7 673,7 700,5 724,0 108,3% 3,3% Vrije Universiteit Brussel 244,3 238,7 232,5 232,5 208,5 221,5 215,4-11,8% -2,7% Universiteit Antwerpen 203,1 223,0 254,7 261,2 266,7 260,0 242,3 19,3% -6,8% UIA 65,2 78,6 89,9 89,1 - - - - - RUCA 36,5 52,6 66,6 70,5 - - - - - UFSIA 101,4 91,8 98,3 101,7 - - - - - UHasselt 42,6 77,6 60,9 65,4 65,0 67,0 62,8 47,5% -6,3% K.U.Brussel 15,5 16,4 16,1 15,6 16,2 21,8 16,1 3,9% -26,1% totaal 1.591,3 1.687,5 1.755,9 1.808,1 1.815,6 1.788,5 1.730,1 8,7% -3,3% VLIR I. Dambre oktober 2008 3

Tabel 5: Bezetting van het administratief en technisch personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting administratief en technisch personeel (vte) 1992-2008 1992 1996 2000 2002 2004 2007 2008 92-08 07-08 K.U.Leuven 1.505,1 1.368,5 1.368,6 1.433,3 1.436,7 1.498,1 1.509,2 0,3% 0,7% UGent 1.229,5 1.068,0 1.240,6 1.308,5 1.303,7 1.246,3 1.265,4 2,9% 1,5% Vrije Universiteit Brussel 498,0 487,5 479,0 451,1 463,1 438,2 451,2-9,4% 3,0% Universiteit Antwerpen 563,7 483,2 495,2 499,7 574,0 556,1 537,8-4,6% -3,3% UIA 222,1 199,8 204,6 196,9 - - - - - RUCA 208,5 176,5 206,4 219,8 - - - - - UFSIA 133,1 106,9 84,3 83,0 - - - - - UHasselt 64,4 99,9 100,1 97,7 97,9 105,6 107,3 66,6% 1,6% K.U.Brussel 26,0 26,0 24,0 18,8 18,8 19,1 17,0-34,6% -11,0% totaal 3.886,7 3.533,1 3.707,6 3.809,1 3.894,1 3.863,4 3.887,9 0,0% 0,6% Tabel 6: Bezetting van het wetenschappelijk personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting wetenschappelijk personeel (vte) 1992-2008 1992 1996 2000 2002 2004 2007 2008 92-08 07-08 K.U.Leuven 956,6 1.330,3 2.400,2 2.384,5 2.805,1 3.526,0 3.783,4 295,5% 7,3% UGent 628,6 780,1 1.452,9 1.633,7 1.974,0 2.257,9 2.485,6 295,4% 10,1% Vrije Universiteit Brussel 282,6 339,7 542,4 592,5 735,7 832,5 898,0 217,7% 7,9% Universiteit Antwerpen 258,5 364,5 611,1 693,1 753,7 837,5 937,5 262,7% 11,9% UIA 163,9 277,1 389,4 415,4 - - - - - RUCA 47,5 40,0 123,7 144,8 - - - - - UFSIA 47,1 47,4 98,0 133,0 - - - - - UHasselt 57,8 85,9 143,3 151,4 186,0 245,2 252,0 336,0% 2,8% K.U.Brussel 7,5 8,7 12,9 16,2 10,5 22,8 18,4 145,3% -19,3% totaal 2.191,6 2.909,1 5.162,7 5.471,4 6.465,0 7.721,9 8.374,9 282,1% 8,5% VLIR I. Dambre oktober 2008 4

Tabel 7: Bezetting van het administratief en technisch personeel buiten de werkingstoelage in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting administratief en technisch personeel bwu (vte) 1992-2008 1992 1996 2000 2002 2004 2007 2008 92-08 07-08 K.U.Leuven 684,7 768,7 821,5 904,1 929,6 999,6 1.042,2 52,2% 4,3% UGent 456,0 684,3 740,1 744,8 761,8 791,3 854,6 87,4% 8,0% Vrije Universiteit Brussel 284,9 275,0 386,2 358,2 355,0 331,3 318,7 11,9% -3,8% Universiteit Antwerpen 283,3 351,9 373,5 441,2 386,4 408,2 411,0 45,1% 0,7% UIA 179,9 183,3 173,5 219,9 - - - - - RUCA 63,0 59,0 51,9 51,0 - - - - - UFSIA 40,4 109,7 148,1 170,4 - - - - - UHasselt 49,9 69,2 93,8 85,3 95,5 84,6 87,9 76,3% 3,9% K.U.Brussel 7,3 14,1 14,8 15,8 15,1 11,9 8,0 9,6% -32,8% totaal 1.766,0 2.163,1 2.429,8 2.549,4 2.543,2 2.626,9 2.722,4 54,2% 3,6% VLIR I. Dambre oktober 2008 5

Wetenschappelijke discipline Tabel 8: Bezetting van het academisch en wetenschappelijk personeel in voltijdse eenheden naar wetenschappelijke discipline op 1 februari 2008 Discipline ZAP AAP WP Humane Wetenschappen 1.083,27 879,08 2.178,13 Historische wetenschappen 58,10 21,65 127,60 Kunstwetenschappen (incl. Archeologie) 25,00 9,75 57,35 Letteren (incl. informatie-, documentatie-, 241,60 177,10 405,23 bibliotheek- en archiefwetenschappen) 0,00 Theologie, bijbel- en godsdienstwetenschappen 22,75 3,50 80,28 Wijsbegeerte (incl. moraalwetenschappen) 60,40 23,35 138,80 Rechtswetenschappen (incl. notariaat) 144,35 146,15 178,70 Criminologie 22,05 35,85 40,70 Economie en toegepaste economie 212,72 144,76 352,99 Psychologie 90,90 104,80 204,92 Pedagogische wetenschappen en didactiek 48,40 58,53 130,11 Politieke en sociale wetenschappen 115,90 124,84 386,32 Sociale gezondheidswetenschappen 41,10 28,80 75,13 Exacte en toegepaste wetenschappen 856,65 427,70 4.092,00 Biologie 92,50 58,60 681,59 Scheikunde (incl. biochemie) 94,45 46,10 470,65 Natuurkunde (incl. sterrenkunde) 104,00 30,15 418,73 Wiskunde 69,95 48,90 195,95 Aardwetenschappen en aardrijkskunde 45,00 23,40 145,60 Bouwkunde 31,60 16,55 112,40 Elektronica en elektrotechniek 78,80 27,70 587,66 Werktuigkunde 39,95 15,60 154,85 Materiaaltechnologie 23,40 11,20 141,51 Informatica (incl. toegepaste informatica) 87,35 45,35 346,17 Informatie- en communicatietechnologie 24,70 11,00 199,80 Technische en toegepaste scheikunde 29,95 18,95 119,30 Toegepaste biologische wetenschappen 101,00 50,00 446,79 Architectuur, ruimtelijke ordening en stedenbouw 28,25 20,60 47,40 Overige technische wetenschappen 5,75 3,60 23,60 Medische wetenschappen 591,30 398,15 2.033,73 Geneeskunde 264,85 132,75 866,87 Tandheelkunde 21,50 38,70 21,00 Biomedische wetenschappen (incl. biochemie) 139,10 51,65 819,62 Diergeneeskunde 32,60 48,50 93,35 Farmacie 69,70 56,80 144,78 Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie 63,55 69,75 88,11 Algemene en logistieke diensten 20,90 4,50 70,29 Totaal 2.556,62 1.729,98 8.374,20 VLIR I. Dambre oktober 2008 6

Nationaliteit van het personeel Tabel 9: Nationaliteit van het personeel per personeelscategorie in 2004 en 2008 2004 2008 Aantal Belgen % Andere EU % Niet EU % Aantal Belgen % Andere EU % Niet EU % ZAP 3617 95,0% 170 4,4% 21 0,6% 3790 93,4% 243 6,0% 24 0,6% AAP 2524 95,6% 80 3,0% 37 1,4% 2568 95,5% 86 3,2% 36 1,3% ATP 7491 98,2% 90 1,2% 47 0,6% 7759 97,7% 117 1,5% 68 0,9% WP Doctoraal 4946 88,3% 308 5,5% 347 6,2% 5392 80,0% 668 10,0% 675 10,0% WP Postdoctoraal 1139 75,3% 157 10,4% 217 14,3% 1760 72,6% 381 15,7% 285 11,7% Leeftijd van het personeel Tabel 10: Leeftijdsstructuur van het zelfstandig academisch personeel in voltijdse eenheden naar personeelscategorie sinds 1992 1992 cum % 1996 cum % 2000 cum % 2002 cum % 2004 cum % 2007 cum % 2008 cum % <30 15 0,4 15 0,5 13 0,36 33 0,88 22 0,58 18 0,45 29 0,71 30-34 201 6,3 174 5,8 177 5,31 227 6,93 195 5,70 216 5,88 250 6,88 35-39 389 17,6 381 17,4 424 17,17 526 20,95 489 18,54 485 18,07 527 19,87 40-44 559 33,9 451 31,2 575 33,26 616 37,38 602 34,35 678 35,11 675 36,50 45-49 803 57,2 652 51,1 536 48,25 564 52,41 640 51,16 707 52,88 694 53,61 50-54 660 76,4 677 71,7 733 68,76 723 71,69 583 66,47 628 68,66 633 69,21 55-59 478 90,3 592 89,8 659 87,19 669 89,52 757 86,34 634 84,59 637 84,91 60-64 323 99,7 327 99,8 445 99,64 390 99,92 498 99,42 584 99,27 588 99,41 65 en + 10 100,0 7 100,0 13 100,00 3 100,00 22 100,00 29 100,00 24 100,00 Tabel 11A: Leeftijdsstructuur van het assisterend academisch personeel 1992 cum % 1996 cum% 2000 cum% 2002 cum% 2004 cum% 2007 cum% 2008 cum% < 24 307 15,9 362 15,9 419 16,77 583 22,63 301 11,40 300 10,97 291 10,82 25-29 1.000 67,7 1.043 61,7 1.013 57,33 925 58,54 1.017 49,91 975 46,62 965 46,69 30-34 378 87,3 445 81,3 428 74,46 411 74,50 563 71,22 589 68,15 576 68,10 35 en + 246 100,0 426 100,0 638 100,00 657 100,00 760 100,00 871 100,00 858 100,00 VLIR I. Dambre oktober 2008 7

Tabel 11B: Leeftijdsstructuur van het assisterend academisch personeel sinds 2000 met de leeftijdscategorieën ouder dan 35 inbegrepen 2000 cum % 2004 cum % 2007 cum % 2008 cum % < 24 419 16,8 301 11,4 300 11,0 291 10,8 25-29 1.013 57,3 1.017 49,9 975 46,6 965 46,7 30-34 428 74,5 563 71,2 589 68,2 576 68,1 35-39 232 83,7 245 80,5 279 78,4 261 77,8 40-44 163 90,3 187 87,6 171 84,6 168 84,1 45-49 133 95,6 158 93,6 173 90,9 171 90,4 50-54 72 98,5 107 97,6 135 95,5 137 95,5 55-59 28 99,6 50 99,5 89 99,1 91 98,9 60-64 10 100,0 13 100,0 22 99,2 29 100,0 65 en + - 100,0-100,0 2 100,0 1 100,0 Tabel 12: Leeftijdsstructuur van het administratief en technisch personeel 1992 cum % 1996 cum % 2000 cum % 2002 cum % 2004 cum % 2007 cum % 2008 cum % < 24 92 2,3 25 0,7 120 2,90 191 4,42 118 2,66 82 1,84 88 1,95 25-29 234 8,1 162 5,1 274 9,51 326 11,95 335 10,23 393 10,64 381 10,37 30-34 340 16,6 295 13,1 373 18,51 447 22,28 425 19,82 486 21,52 499 21,41 35-39 564 30,6 346 22,5 436 29,03 504 33,93 538 31,96 568 34,24 588 34,42 40-44 940 54,0 655 40,2 484 40,71 497 45,42 559 44,58 629 48,32 643 48,64 45-49 844 75,0 928 65,4 801 60,04 751 62,78 581 57,70 606 61,89 649 62,99 50-54 585 89,6 733 85,2 965 83,33 940 84,51 868 77,29 696 77,47 653 77,44 55-59 362 98,6 506 99,0 607 97,97 598 98,34 877 97,09 819 95,81 803 95,20 60-64 56 100,0 38 100,0 84 100,00 72 100,00 129 100,00 187 100,00 217 100,00 65 en + - - - - - - - Tabel 13: Leeftijdsstructuur van het wetenschappelijk personeel 2000 cum % 2004 cum % 2007 cum % 2008 cum % <30 3508 61,99 4.693 66,0 5.573 65,52 5.910 64,51 30-34 969 79,11 1.193 82,7 1.575 84,03 1.791 84,06 35-39 538 88,62 559 90,6 631 91,45 697 91,67 40-44 296 93,85 301 94,8 322 95,24 331 95,28 45-49 166 96,78 171 97,2 194 97,52 192 97,38 50-54 104 98,62 103 98,7 87 98,54 106 98,54 55-59 49 99,49 56 99,5 81 99,49 90 99,52 60-64 24 99,91 30 99,9 33 99,88 36 99,91 65 en + 5 100,00 8 100,0 10 100,00 8 100,00 VLIR I. Dambre oktober 2008 8

Tabel 14: Leeftijdsstructuur van het administratief en technisch personeel ten laste van andere bronnen 2000 cum % 2004 cum % 2007 cum % 2008 cum % < 24 380 12,61 343 10,7 341 10,30 356 10,40 25-29 613 32,95 593 29,3 634 29,45 635 28,95 30-34 520 50,20 531 45,9 496 44,43 505 43,70 35-39 482 66,19 476 60,8 473 58,71 499 58,28 40-44 374 78,60 455 75,0 457 72,52 443 71,22 45-49 282 87,96 338 85,6 379 83,96 407 83,11 50-54 217 95,16 258 93,6 279 92,39 308 92,11 55-59 123 99,24 153 98,4 187 98,04 193 97,75 60-64 20 99,90 48 99,9 60 99,85 68 99,74 65 en + 3 100,00 3 100,0 5 100,00 9 100,00 Vrouwen aan de universiteit Tabel 15: Bezetting van het zelfstandig academisch personeel in voltijdse eenheden naar graad en geslacht sinds 1994 bezetting ZAP in 1994 bezetting ZAP in 1996 man % vrouw % Man % vrouw % (buiten)gewoon hoogleraar 744,9 95,3% 36,4 4,7% 716,3 94,9% 38,9 5,1% hoogleraar 362,7 93,8% 23,9 6,2% 398,9 92,0% 34,7 8,0% hoofddocent 493,5 88,7% 63,1 11,3% 496,8 87,6% 70,2 12,4% docent 412,7 79,7% 105,0 20,3% 387,7 77,7% 111,3 22,3% bezetting ZAP in 2000 bezetting ZAP in 2004 man % vrouw % Man % vrouw % buitengewoon hoogleraar 30,9 95,4% 1,5 4,6% 32,8 96,6% 1,2 3,4% gewoon hoogleraar 674,7 93,7% 45,0 6,3% 730,3 92,5% 59,2 7,5% hoogleraar 440,9 89,9% 49,3 10,1% 450,4 87,4% 64,7 12,6% hoofddocent 479,6 85,0% 84,5 15,0% 539,4 82,0% 118,3 18,0% docent 379,9 77,3% 111,3 22,7% 350,6 73,4% 127,4 26,6% vroeger vast wetenschappelijk personeel 37,7 59,7% 25,5 40,3% 23,9 55,9% 18,8 44,1% bezetting ZAP in 2007 bezetting ZAP in 2008 man % vrouw % Man % vrouw % buitengewoon hoogleraar 42,4 92,6% 3,4 7,4% 43,9 89,4% 5,2 10,6% gewoon hoogleraar 738,6 91,0% 73,1 9,0% 728,8 90,3% 78,5 9,7% hoogleraar 439,7 85,0% 77,4 15,0% 434,3 85,2% 75,6 14,8% hoofddocent 486,1 79,3% 127,1 20,7% 486,2 77,0% 145,4 23,0% docent 366,0 69,7% 158,8 30,3% 364,3 68,4% 168,2 31,6% vroeger vast wetenschappelijk personeel 13,2 44,4% 16,5 55,6% 10,8 79,9% 15,5 20,1% VLIR I. Dambre oktober 2008 9

Tabel 16: Bezetting van het assisterend academisch personeel in voltijdse eenheden naar graad en geslacht sinds 1994 bezetting AAP in 1994 bezetting AAP in 1996 man % vrouw % man % vrouw % assistent (uitgezonderd praktijkassistent) 818,0 58,5% 580,4 41,5% 783,7 55,4% 631,8 44,6% praktijkassistent 45,6 65,0% 24,5 35,0% 64,4 61,9% 39,6 38,1% doctor-assistent 57,9 76,0% 18,3 24,0% 75,6 73,6% 27,1 26,4% bezetting AAP in 2000 bezetting AAP in 2004 man % vrouw % man % vrouw % assistent (uitgezonderd praktijkassistent) 719,8 54,5% 600,9 45,5% 621,0 52,9% 553,6 47,1% praktijkassistent 114,2 51,3% 108,6 48,7% 179,8 49,4% 184,2 50,6% doctor-assistent 68,9 70,6% 28,7 29,4% 121,9 62,9% 72,1 37,1% tijdelijk pedagogisch en 56,9 49,5% 58,1 50,5% 40,6 49,0% 42,6 51,0% wetenschappelijk medewerker bezetting AAP in 2007 bezetting AAP in 2008 man % vrouw % man % vrouw % assistent (uitgezonderd praktijkassistent) 508,05 48,5% 539,6 51,5% 493,7 48,6% 521,3 51,4% praktijkassistent 187,09 42,9% 248,5 57,1% 187,69 41,9% 259,8 58,1% doctor-assistent 146,8 61,5% 91,9 38,5% 127,15 56,4% 98,4 43,6% tijdelijk pedagogisch en 32,75 49,2% 33,8 50,8% 23 54,9% 18,9 45,1% wetenschappelijk medewerker Tabel 17: Bezetting van het administratief en technisch personeel in voltijdse eenheden naar graad en geslacht sinds 2000 bezetting ATP in 2000 bezetting ATP in 2004 man % vrouw % man % vrouw % beheerder 3,0 100,0% - 0,0% 2,0 100,0% - 0,0% graden 17,16,15,13,12,11,10 102,9 80,9% 24,3 19,1% 101,5 74,8% 34,2 25,2% graden 14,9,8,7 397,2 72,4% 151,3 27,6% 447,7 65,3% 237,6 34,7% graden 6,5 401,3 50,1% 399,6 49,9% 479,1 46,0% 561,7 54,0% graad 4 556,8 46,5% 639,7 53,5% 467,5 39,9% 704,7 60,1% graad 3 370,4 47,8% 404,8 52,2% 312,2 47,9% 339,8 52,1% graad 2 130,6 58,3% 93,4 41,7% 119,0 62,6% 71,2 37,4% graad 1 14,5 40,4% 21,4 59,6% 2,5 15,6% 13,6 84,4% bezetting ATP in 2007 bezetting ATP in 2008 man % vrouw % man % vrouw % beheerder 2,0 66,7% 1,0 33,3% 2 66,7% 1,0 33,3% graden 17,16,15,13,12,11,10 95,95 72,1% 37,1 27,9% 98,45 71,3% 39,7 28,7% graden 14,9,8,7 450,06 59,7% 304,1 40,3% 470,87 57,1% 354,2 42,9% graden 6,5 447,47 44,5% 557,0 55,5% 440,57 44,1% 559,1 55,9% graad 4 423,45 36,6% 734,4 63,4% 427 36,0% 760,7 64,0% graad 3 321,8 49,9% 322,7 50,1% 298,3 51,0% 287,0 49,0% graad 2 101,6 61,8% 62,8 38,2% 96,2 64,5% 52,9 35,5% graad 1 1,0 50,0% 1,0 50,0% 0 0,0% 0 0,0% VLIR I. Dambre oktober 2008 10

Tabel 18: Verhouding man/vrouw in voltijdse eenheden naar personeelscategorie sinds 1992 man 1992 1996 2000 % vrouw % man % vrouw % man % vrouw % ZAP 2.190,9 89,3% 261,5 10,7% 2.056,1 87,6% 291,1 12,4% 2.058,4 86,4% 322,7 13,6% AAP 965,7 60,7% 625,6 39,3% 960,2 56,9% 727,2 43,1% 959,7 54,7% 796,2 45,3% ATP 2.240,1 57,6% 1.646,6 42,4% 2.004,3 56,7% 1.528,8 43,3% 1.976,8 53,3% 1.730,8 46,7% WP 1.452,2 66,3% 739,5 33,7% 1.864,2 64,1% 1.044,9 35,9% 3.214,0 62,3% 1.948,7 37,7% ATP bwu 694,9 39,3% 1.071,1 60,7% 783,9 36,2% 1.379,2 63,8% 845,1 34,8% 1.584,8 65,2% totaal 7.543,8 63,5% 4.344,3 36,5% 7.668,7 60,7% 4.971,2 39,3% 9.054,0 58,7% 6.383,0 41,3% man 2004 2007 2008 % vrouw % man % vrouw % man % vrouw % ZAP 2.127,2 84,5% 389,4 15,5% 2.085,9 82,1% 456,3 17,9% 2.068,2 80,9% 488,4 19,1% AAP 963,2 53,1% 852,4 46,9% 874,7 48,9% 913,7 51,1% 831,5 48,1% 898,4 51,9% ATP 1.931,5 49,6% 1.962,6 50,4% 1.843,3 47,7% 2.020,2 52,3% 1.833,4 47,2% 2.054,6 52,8% WP 3.731,4 57,7% 2.733,6 42,3% 4.364,9 56,5% 3.357,0 43,5% 4.655,8 55,6% 3.718,8 44,4% ATP bwu 848,9 33,4% 1.694,3 66,6% 848,7 32,3% 1.778,3 67,7% 853,6 31,4% 1.868,9 68,6% totaal 9.602,3 55,7% 7.632,3 44,3% 10.017,4 54,0% 8.525,4 46,0% 10.242,5 53,1% 9.029,1 46,9% VLIR I. Dambre oktober 2008 11