1) Hieronder staan twee beweringen: I. Het conceptueel model wordt neergelegd in het functioneel-ontwerprapport. II. Tijdens de informatieplanning worden de bedrijfsprocessen in kaart gebracht. 2) Hieronder zie je een DFD. Welke naamgeving is de juiste? a. een: verkoopafdeling b. twee: uitvoer c. drie: verkoopprocedure d. geen van bovenstaande 3) Hieronder staan twee beweringen: I. Een DFD geeft de samenhang tussen processen weer. II. Aan de hand van het DFD worden de systeemeisen vastgesteld. 4) Wat is de beste naam voor onderstaand diagram? a. contextdiagram b. gecombineerd DFD c. Entity Relationship Diagram d. CASE-diagram 5) De eigenschappen van een object zijn de a. entiteiten b. relaties c. attributen d. typen 1
6) Hieronder staan twee beweringen: I. Zowel ERD als DFD is een modelleertechniek. II. Een ERD geeft de samenhang tussen entiteiten weer. 7) Welke uitspraak hoort niet bij onderstaand ERD? a. Een Man bijt maximaal één Hond. b. Een Hond kan door meerdere Mannen gebeten worden. c. Het is voor een Man niet verplicht een Hond te bijten. d. Een Hond hoeft niet te worden gebeten. De vragen 8 en 9 gaan over onderstaand ERD. 8) Hieronder staan twee beweringen: I. Elke docent geeft minstens één vak. II. Elke leerling volgt minstens één vak. 9) Hieronder staan twee beweringen: I. Bij elk vak hoort minstens één docent. II. Bij een vak kunnen meerdere toetsen horen. 2
Vraag 10 heeft betrekking op onderstaande beschrijving van de database van sportschool LenS (Lenig en Sterk). De database van sportschool LenS is als volgt beschreven: Sporter(lidnummer,naam,adres,postcode,woonplaats,telefoon) Sport(sport-id,naam,contributie) Beoefent(<lidnummer>, <sport-id>, datum,<graad-id>) Graad(graad-id,omschrijving) 10) Hieronder staan twee beweringen: I. lidnummer is een primaire sleutel bij Sporter. II. graad-id is een vreemde sleutel bij Beoefent. Casus de leerlingbespreking Aan het eind van het schooljaar worden alle leerlingen besproken in de leerlingbesprekingen. Het proces van leerlingbesprekingen gaat als volgt: 1. De mentor formuleert op basis van een overzicht met resultaten en leerlinggegevens uit het leerlingvolgsysteem een voorstel: laat deze leerling overgaan of laat deze leerling doubleren. 2. Dit voorstel vormt de basis voor de leerlingbespreking waaraan alle vakdocenten van die leerling deelnemen. Nadat elke docent iets heeft kunnen inbrengen, beslist de vergadering of de leerling overgaat of blijft zitten. 3. Het resultaat van die vergadering wordt bekend gemaakt aan de leerling. Daarnaast wordt het resultaat ook opgenomen in het leerlingvolgsysteem. 4. Indien het resultaat ``doubleren'' is, nodigt de mentor de ouders uit voor een oudergesprek. Opdracht: 11) Maak een contextdiagram van bovenstaande casus. Een bibliotheek Beschrijving: Boeken. De bibliotheek heeft van verscheidene boeken meer dan één exemplaar in huis. Men heeft derhalve aan elke titel een titelcode toegekend, en aan het fysieke boek (= het exemplaar) een boekcode. Verder legt men van elk boek vast: o auteur(s) o titel o plaats van uitgave o jaar van uitgave o serie (indien van toepassing) o uitgever o aantal delen o druk (1e, 2e, 3e etc.) 3
Exemplaren. Per exemplaar worden naast de boekcode de depotlocatie van het boek en de aanschafdatum vastgelegd. Wanneer een werk uit meerdere delen bestaat, wordt dit tot uitdrukking gebracht in de boekcode (bijvoorbeeld door toevoeging van '-1', '-2' etc.). Als er geen exemplaren zijn, is er ook geen bijbehorend record in Boeken. Categorieën. Elk boek wordt in één of meer categorieën ondergebracht. Elke categorie heeft een naam en een categoriecode. Uitgever. Van elke uitgever wordt genoteerd: uitgever_id, naam, adres, plaats, postcode, telefoon, fax, e-mail. Ga ervan uit, dat elk boek slechts bij één uitgever hoort (dit integenstelling tot de soms ingewikkelde uitgeversconglomeraten in de academische wereld). Lener. Leners worden geadministreerd via een lener_id, naam, adres, woonplaats, postcode en telefoon. Elke lener kan verscheidene uitleningen op zijn/haar naam hebben staan. Uitlening. Op het moment van uitlening worden lener en exemplaar aan elkaar gekoppeld. Daarbij worden de uitleendatum en de retourdatum ingevuld. Tenslotte is er ruimte om een verschuldigde boete te administreren. Wanneer een boek wordt teruggebracht, wordt het desbetreffende record uit Uitlening verwijderd. Een eventuele boete moet tegelijk met het overhandigen van het boek worden afgerekend. Opdracht: 12) Maak een ER-diagram van de bibliotheek. 13) Zet het volgende ERD om in een relationeel model. DOCENT 1, n geeft les aan 0, n 1, n is mentor van 1, 1 KLAS Tekstuele beschrijving: Entitytype Docent Identifier docentcode Description docentcode naam adres geslacht Entitytype Klas Identifier klascode Description klascode afdeling 4
1a 2a 3b 4a 5c 6c 7c 8b 9c 10a Uitwerking opgave 11: contextdiagram 9 Punten 5
9 Punten 6
13. 6 punten. (voor pijl1, les en pijl2 elk 1pt. Voor de rode beschrijving totaal 3pt.) LES DOCENT KLAS Entitytype Docent Identifier docentcode Description docentcode naam adres geslacht Entitytype Les Identifier <klascode>, <docentcode> Description klascode docentcode aantal lesuren Entitytype Klas Identifier klascode Description klascode afdeling <docentcode> 7