Concerten in de Kandelaar

Vergelijkbare documenten
1. Praeludium und Fuge in e moll BWV 533 J.S. Bach ( )

20.15 uur organist Oud-katholieke Kathedrale Kerk, Utrecht

10. Flötenuhrstücke 1792, no. 11, 12 en 9!!! J. Haydn! 11. Wer nur den lieben Gott lässt walten BWV 647! J.S. Bach!

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

20.15 uur organist St. Lambertuskerk Helmond m.m.v. Ina Boersma, mezzosopraan uur organist Grote of St. Laurenskerk Rotterdam

Eerstvolgende concerten:

5. Ontstaansgeschiedenis

Protestantse Gemeente Edam

Avondgebeden. PK De Swaen Maandag 15 april -woensdag 17 april 2019

die Meldung bestätigen nicht jetzt

Ontmoetingskerk Laren - 26 mei Johannes 3: 16

Cantatedienst. PKN gemeente, Bennekom zondag 12 november uur

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Protestantse Gemeente Noordwijk zondag 20 november 2016 laatste zondag van het kerkelijk jaar. Oude Jeroenskerk Noordwijk.

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017

6. Élévation!!!!!!! C.Franck

Bram Brandemann

Hartelijk welkom in de Oude Jeroenskerk op zondag 7 april 2019 Vijfde zondag veertigdagentijd Zondag Judica (Doe mij recht ps.

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

DIENSTBOEK. Protestantse Gemeente Brielle Sint-Catharijnekerk. voor de vieringen van WITTE DONDERDAG GOEDE VRIJDAG PAASWAKE

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Protestantse Gemeente Heerhugowaard. orde van dienst voor de tweede dienst van. 29 november eerste zondag van de advent

Eindexamen havo muziek 2013-I

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

L ES TIMBRES o.l.v. JUL IEN WOLFS

Evangelisch Lutherse Kerk - Den Haag Ton Koopman, orgel Aart Bergwerff, orgel

Eerstvolgende concerten:

Zondag 12 mei 2013 Duinzichtkerk

Cantatedienst Schmucke dich, o liebe Seele - BWV 180

Doelstelling Bach in Monnickendam Activiteiten 2018 PA dam & Friends

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

Muziek. Elke tijd heeft zijn eigen vormen

7. Troisième choral!!!!!! C. Franck ( )!

Stille Week Datum: 26 maart (maandag) Thema: De Grote Verzoendag

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine

TWAALFDE ZONDAG VAN DE ZOMER gezamenlijke startzondag HG en GK Heino 4 september 2011

7. Praeludium und Fuge in a-moll BWV 543

Willkommen und Abschied: 1J 2D 3E 4I 5C 6M 7R 8O 9Q 10B 11H 12K 13L 14A 15N 16P 17F 18G

voor zondag 3 juli 2016 Oecumenische dienst Thema: Verwondering verbeeld(t)... M.m.v. het parochiekoor o.l.v. Tom Suters

De term barok wordt gebruikt voor kunst die gemaakt werd tussen 1600 en 1750.

Eindexamen muziek havo 2005-I

Eindexamen muziek vwo 2006-I

voor zondag 20 december 2015 Vierde zondag van Advent Thema: Kinderen van het licht (4)

Hartelijk Welkom bij

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

Eindexamen muziek vwo 2007-I

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

Kyrie, Gott Vater in Ewigkeit BWV Christe, aller Welt Trost BWV J.S. Bach

Persoonlijke correspondentie Brief

De concerten worden financieel mogelijk gemaakt door:

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie.

Advent. poëzie liederen muziek. Maartenskerk. zondag 7 december uur

PROTESTANTSE GEMEENTE ELST

Eindexamen muziek vwo I

Zondag 16 december Cantatedienst

Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht God, laat mij voor uw aangezicht geheel van U vervuld en rein naar lijf en ziel herboren zijn

Orgelspel Erbarm Dich mein o Herre Gott BWV 721 J.S. Bach ( )

JOHANN SEBASTIAN BACH MEIN HERZE SCHWIMMT IM BLUT

ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN

Personalia Annelies Willemse

Orgelspel "Aus tiefer Not schrei ich zu dir" a6 In Organo pleno con Pedale doppio BWV 686 J.S. Bach

Eerstvolgende concerten: De concerten worden financieel mogelijk gemaakt door:

8. Toccata, fuga en hymne over! Ave maris stella opus 28 (1933)!!!! F. Peeters ( )!

Protestantse Gemeente te Hoofddorp de Lichtkring Viering van de laatste zondag van het kerkelijk jaar Christus Koning Zondag 22 november 2015

6. Anitra s Tanz E. Grieg ( ) (uit Peer Gynt-Suite opus 46)

Bijeenkomst 1-4 Een link naar een (willekeurige) uitvoering van de gezongen stukken tijdens Zing en Beleef Kerst

Jan Hage: Programma. Hoofdsponsor. Gemeente Terneuzen. Sponsors

Orde van dienst voor Eerste Kerstdag :30 uur

Bach Complete Organ Works on modern organs Eric Koevoets. Volume 1 CD I. 1-2 Praeludium et Fuga in G BWV 541 (live)

Cantatedienst Es ist euch gut, dass ich hingehe BWV 108 J.S. Bach

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Goede Vrijdag 14 april :30 uur Lezing van het lijdensverhaal

Deze week is het thema: Wil je opstaan en mij volgen?

Top 100 Duitse woorden

Samenvatting Duits Grammatica

Protestantse gemeente te Haaksbergen Buurse

20.15 uur organist Grote of St. Laurenskerk Rotterdam

Orde van dienst voor Goede Vrijdag

Toegang tot de hemel

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 31 mei uur

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN

Cantatedienst in Adventtijd. Eerste zondag van Advent. 2 december uur Hervormde kerk Ommen Voorganger: ds. Coby de Haan

Voorwoord: Enkele opmerkingen over de muziek en de wijze van uitvoering:

ORDE VAN DIENST DE OPEN HOF SOEST

Ben ik het? Drie dagen op weg naar Pasen

Remonstranten en Vrijzinnige Protestanten zondag 1 juni ontmoeting partnergemeenten dienst thema Wie waagt, die wint

Mensen rondom de Mensenzoon

Eerstvolgend concert: zondag 13 oktober: Theo Visser uur organist Hooglandse Kerk, Leiden

Avondgebed Stille Week 2019

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief

Zingen: Zehntausend Gründe / redenen (opw. 733

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

Kapitel 8 Nervenkitzel

focus op Duitsland 2014

STICHTING INTERNATIONALE ZOMERORGELCONCERTEN HULST NIEUWSBRIEF NUMMER 9

PROTESTANTSE GEMEENTE VOORSCHOTEN ISRAËLZONDAG

Transcriptie:

Concerten in de Kandelaar Marjon Strijk - sopraan & Kees van Houten orgel vrijdag 29 juni, 20:00 21:15 De Kandelaar in Amersfoort toegang vrij, na afloop collecte zie voor meer info: www.kandelaar-amersfoort.nl

Programma 1. Toccata und Fuge in F-dur, BuxWV 157 D. Buxtehude (1637-1707) 2. Klaglied, BuxWV 76 D. Buxtehude Muss der Tod denn auch entbinden 3. Recitatief en Lamento uit Dido and Aeneas H. Purcell (1659-1695) When I am laid in earth 4. Elf Choralvorspiele für die orgel opus 122 J. Brahms (1833-1897) Mein Jesu, der du mich Herzliebster Jesu O Welt, ich muss dich lassen Herzlich tut mich erfreuen Schmücke dich, o liebe Seele O wie selig seid ihr doch ihr Frommen O Gott, du frommer Gott Es ist ein Ros entsprungen Herzlich tut mich verlangen Herzlich tut mich verlangen O Welt, ich muss dich lassen 5. Magna res est amor H. Andriessen (1892-1981) 6. Praeludium und Fuge in C-dur, BWV 545 J.S. Bach (1685-1750)

De sopraan Marjon Strijk studeerde solozang bij Jeanne Companjen en Eugenie Dietewig. Momenteel wordt zij gecoached door Elena Vink. Zij volgde masterclasses o.a. bij Michael Chance en Ulrich Eisenlohr. Als soliste wordt zij veelvuldig gevraagd en haar repertoire omvat vele stijlperioden. Onlangs zong zij de indrukwekkende cyclus van H. Andriessen voor sopraan en orkest: Miroir de Peine en maakte zij indruk met haar rol als Anne Frank in het oratorium Annelies van James Witbourn. Marjon werkte met vele dirigenten, o.a. Jos van Veldhoven, Peter Dijkstra, Harry van der Kamp en Klaas Stok. Naast haar solo-optredens zingt Marjon Strijk als freelancer in verscheidene professionele ensembles. Sinds 2008 is zij vast verbonden aan het vermaarde solistenensemble Quink. Marjon werkte mee aan verschillende Cd opnamen, zowel solistisch als met het genoemde ensemble Quink en het Brabants Muzyk Collegie. Ook in het Theater heeft zij haar sporen nagelaten o.a. met een productie van Theater Sonnevanck o.l.v. regisseur Flora Verbrugge. Haar meest recente Cd is een POP cd. Deze cd bevat 16 popsongs uit de jaren 70 tot heden, in prachtige bewerkingen voor orgel en sopraan. Samen met Henk Veldman (die ook de bewerkingen maakte) toert ze op dit moment door Nederland met 24 concerten. Ten slotte richt Marjon zich graag op de liedkunst en werkt met verschillende organisten en pianisten. Voor meer informatie: www.marjonstrijk.nl Kees van Houten werd in 1940 geboren te Helmond. Na een gymnasiumopleiding studeerde hij aan het Brabants Conservatorium te Tilburg de hoofdvakken piano en orgel bij respectievelijk Paul Niessing en Hub Houet. In 1963 behaalde hij de onderwijsakte B piano en in 1965 het solodiploma orgel. Hij won prijzen bij improvisatie-concoursen te Bolsward en St. Albans (Engeland). Kees van Houten was sinds 1957 organist van de St. Lambertuskerk te Helmond, waar hij meer dan vijftig jaar het historische Robustelly-orgel uit 1772 bespeelde. Van 1971 tot 1992 was hij hoofdvakdocent orgel aan de Hogeschool voor de Kunsten, Faculteit Muziek, te Utrecht. Samen met Marinus Kasbergen schreef hij het boek Bach en het getal (1985) en Bach, die Kunst der Fuge en het getal (1989). In de serie Van Taal tot Klank publiceerde hij muziekpsychologische beschouwingen o.a. over Bachs belangrijkste koraalbewerkingen voor orgel. Deze uitgaven werden gecompleteerd met Cd-opnamen op het Robustelly-orgel te Helmond. In dezelfde serie verschenen daarna boeken o.a. over de Kruisvorm in de Matthäus-Passion, de Hohe Messe, het Weihnachts-Oratorium, de Kunst der Fuge en de Goldberg Variaties. Als concerterend organist treedt Kees van Houten op in binnenen buitenland. Daarnaast geeft hij zowel voor vakmensen als voor amateurs en leken lezingen, workshops en interpretatiecursussen in Nederland over de muziek van Bach.

1. Toccata und Fuge in F-dur, BuxWV 157 D. Buxtehude (1637-1707) Dietrich Buxtehude, organist te Lübeck, was een der grootsten uit de Noordduitse barokschool. Hij componeerde talrijke orgelwerken en cantates. De jonge J. S. Bach maakte een voetreis van driehonderd kilometer om de muziek van zijn grote voorganger te leren kennen. De Toccata is extravert, uitgelaten en losbandig van karakter, een typisch voorbeeld van de stylus phantasticus. De Fuga is gebouwd op een vastberaden thema met veel repeterende tonen die een markante, signaal-achtige uitwerking hebben. 2. Klaglied, BuxWV 76 D. Buxtehude Buxtehude componeerde deze aangrijpende klaagzang naar aanleiding van de dood van zijn vader in 1674. Muss der Tod denn auch entbinden, was kein Fall entbinden kann? Muss sich er mir auch entwinden, der mir klebt dem Herzen an? Ach! der Vater trübes Scheiden machet gar zu herbes Leiden, wenn man unsre Brust entherzt, solches mehr als tödlich schmerzt. Schlafe wohl, du Hochgeliebter, lebe wohl, du seelge Seel; ich, dein Sohn, nun Hochbetrübter, schreib auf deines Grabes Höhl: "Allhie liegt, des Spielens Gaben selbsten Gott erfreuet haben: darum ist sein Geist beglückt zu des Himmels-Chor gerückt. 3. Recitatief en Lamento uit Dido and Aeneas H. Purcell (1659-1695) De Engelse componist Henry Purcell werd vooral bekend door zijn kameropera Dido and Aeneas (1689). De sterfscène van Dido met de aria When I am laid in earth is een klassieke aria uit het barokrepertoire. Purcell maakt hierbij gebruik van een zich voortdurend herhalende chromatisch dalende baslijn (passacaglia) die de gang naar de dood symboliseert. Thy hand, Belinda, darkness shades me on thy bosom let me rest. More I would, but Death invades me; Death is now a welcome guest When I am laid in earth, may my wrongs create no trouble in thy breast. Remember me, but ah! forget my fate. Uw hand, Belinda, duisternis omhult mij; laat mij rusten op uw schoot. Meer zou ik willen, maar de dood komt de dood is nu een welkome gast. Wanneer ik neerdaal in de aarde, Laat mijn ellende geen onrust geven in uw borst. Herinner mij, maar ach! Vergeet mijn lot. 4. Elf Choralvorspiele für die orgel opus 122 J. Brahms (1833-1897) De bundel Elf Choralvorspiele bevat de laatste composities van Johannes Brahms, bewerkingen van melodieën met merendeels teksten over passie en dood. Brahms componeerde deze diep bewogen stukken in mei-juni 1896, vlak na het overlijden van zijn dierbare vriendin Clara Schumann. In hoeverre hij toen reeds zijn eigen levenseinde voelde naderen, is niet met zekerheid aan te geven, maar het is veelbetekenend dat de symfoniker Brahms zich na veertig jaar opnieuw tot het orgel wendde om eeuwenoude melodieën als Herzlich tut mich verlangen en O Welt, ich muss dich lassen opnieuw tot leven te brengen.

Hij werd hierbij in hoge mate geïnspireerd door de compositietechnieken van de koraalbewerkingen van Bach. 1. Mein Jesu, der du mich zum Lustspiel ewiglich dir hast erwählet, sieh wie dein Eigentum des grossen Bräutgams Ruhm so gern erzählet. In deze groots opgezette bewerking (de langste van de elf) past Brahms een strenge contrapuntische techniek toe die in de baroktijd veelvuldig werd aangewend door Johann Pachelbel, Johann Gottfried Walther en Johann Sebastian Bach. Hierbij verschijnen de verschillende frasen van de koraalmelodie, over het gehele stuk verdeeld en door tussenruimten van elkaar gescheiden, in lange noten als cantus firmus. In de tegenstemmen wordt elke frase apart behandeld door middel van uitgebreide vóórimitaties. In Brahms openingsstuk ligt de melodie als cantus firmus in de bas en is vanuit de tekst in zes parten verdeeld. Op geniale wijze weet de componist (met Bach als voorbeeld) in ieder segment de inhoud van de tekst op treffende wijze te karakteriseren. Men lette bijv. op de toename van de ritmische beweging in het tweede en derde segment, als uitdrukking van het woord Lustspiel. Prachtig is de tegenstelling tussen het naar binnen gekeerde vierde segment (de nietigheid van de mens als Gods Eigentum ) en het koninklijke, majestueuze vijfde (de roem van God). De vastberaden cadans van het grootse slotdeel, met zijn elkaar snel opvolgende imitaties, laat horen hoe standvastig en gerne de mens gewag maakt van de grootsheid van de schepper. 2. Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, dass man ein solch scharf Urteil hat gesprochen? Was ist die Schuld? In was für Missetaten bist du geraten? Brahms muzikale uitwerking van de bekende passietekst wordt gedragen door een diep bewogen medeleven met de ter dood veroordeelde Christus. De cantus firmus (koraalmelodie) start geheel alleen in de bovenstem en symboliseert treffend diens eenzaamheid. Het meer dan een halve maat ontbreken van iedere harmonische ondersteuning, in een langzame adagiobeweging, roept een sfeer op van grote verlatenheid. Wanneer de eerste tegenstemmen daadwerkelijk hun intrede doen blijken ze een wankele, onbestemde basis te hebben. De vele dissonante accoorden en het voortdurend aanwezige interval van de overmatige kwart en verminderde kwint (in de baroktijd bekend als saltus duriusculus, de gevaarlijke sprong) symboliseren de moeizame, tragische gang naar het kruis en geven het stuk een grote uitzichtloosheid. 3. O Welt, ich muss dich lassen, ich fahr dahin mein Strassen ins ewig Vaterland. Mein Geist will ich aufgeben, dazu mein Leib und Leben befehln in Gottes gnädge Hand. Dalende suspiratio -figuren ( zucht -figuren) ondersteunen op indringende wijze de in de bovenstem liggende melodie van dit stervenslied van de mens. Ook hier overheerst smart en gelaten berusting bij het aanvaarden van de laatste gang naar de dood en naar het ewig Vaterland. De smart is echter meer extravert bewogen dan in het vorige stuk en heeft een ondergrond van innerlijke strijd en angst. 4. Herzlich tut mich erfreuen die liebe Sommerzeit, wann Gott wird schön verneuen alles zur Ewigkeit. Den Himmel und die Erden wird Gott neu schaffen gar, all Kreatur soll werden ganz herrlich, hübsch und klar. Dit geestelijke zomerlied is de enige meer opgewekte bewerking in deze reeks koraalvoorspelen, een soort nostalgische herinnering aan gelukkiger dagen. De structurele opzet van het werk is even uniek als eenvoudig. Elke melodie- frase manifesteert zich op twee verschillende niveau s. Eerst verschijnt een lage ligging in de onderdominant G-dur, in een mf dolce - klank. Hierbij

worden de melodienoten op harpachtige wijze omspeeld met drieklankbrekingen. Daarna volgt een doorbraak omhoog en klinkt de cantus firmus in volle glorie (forte) een kwint hoger, in de hoofdtoonsoort D-dur. Het pedaal legt onder elke melodienoot een stevig fundament en zo ontstaat een rijke vierstemmige koraalzetting, waarbij de twee middenstemmen de in gang gezette beweging met gebroken accoorden voortzetten en zó het gevoel van erfreuen alle ruimte geven. De voortdurend terugkerende overgang van de lage, vrij donkere, gesloten onderdominant-klank naar de stralend hoge en wijd liggende tonica-zetting geeft op fraaie wijze symbolisch uiting aan de inhoud van de tekst, waarin vol vreugde gejubeld wordt over de doorbraak en vernieuwing, welke in de zomer plaats vindt in het leven en de natuur. 5. Schmücke dich, o liebe Seele, lass die dunkle Sündenhöhle; komm ans helle Licht gegangen, fange herrlich an zu prangen. Denn der Herr voll Heil und Gnaden will dich jetzt zu Gaste laden; der den Himmel kann verwalten, will jetzt Herberg in dir halten. In dit intieme, milde en sierlijke werk wordt de melodie (in sopraanligging) van het avondmaalslied iets uitkomend gespeeld met de voeten (tweevoets-register). De twee manuaalstemmen zorgen voor een ragfijn kantwerk van op en neer gaande lijnen, waarin voortdurend de eerste regel van de melodie als schmücken -motief in dubbel verkorte notenwaarden (verkleining) wordt uitgetekend. De menselijke ziel moet zich mooi maken en opsieren vóór hij waardig aan het avondmaal kan deelnemen. 6. O wie selig seid ihr doch ihr Frommen, die ihr durch den Tod zu Gott gekommen! Ihr seid entgangen aller Not, die uns noch hält gefangen. Dit korte stervenslied klinkt als een lichte sicilienne met rustig doorlopende figuraties. De melodie ligt zonder onderbreking in de bovenstem, terwijl in de begeleidende stemmen een kort vloeiend motief van zes noten wordt uitgewerkt, dat is afgeleid van de eerste koraalfrase. Dit motief stroomt continu door en karakteriseert in zijn vaak voorkomende dubbele vorm van parallelle tertsen- en sexten-gangen op fraaie wijze het woord selig en de lichte, vredige gang naar het hemelse paradijs. Bijzonder fraai is de slotformule, waarbij het pedaal onder de slotnoot van de melodie een veilige grondtoon d neerlegt, tijdens welke de knellende banden zich openwringen naar een vredig, rustgevend slotaccoord in D dur. 7. O Gott, du frommer Gott, du Brunnquell aller Gaben, ohn den nichts ist was ist, von dem wir alles haben.gesunden Leib gib mir und das in solchen Leib ein unverletzter Seel und rein Gewissen bleib. O Gott, du frommer Gott is een romantisch orgelpoëem van de eerste rang, vol kleur en rijk aan fraaie harmonieën. In twee klankpaletten, die een boeiende dialoog met elkaar voeren, worden als maar repeterende seufzer-figuren als een soort smeekbede geëxponeerd, nu eens hoog, dan weer in de diepte. Door dit warmbloedige motievenspel heen verschijnen in het zachte palet de verschillende frasen van de melodie een voor een in lange noten als een glinsterende ster. De motiefbouw wordt gekenmerkt door een zekere kortademigheid en het voortdurend herhalen van dezelfde kleine formules, symbool van de Brunnquell, de bron, van waaruit alle goede dingen tevoorschijn komen. Het geheel werkt toe naar een ongekend dramatische inzet van de laatste sectie. In nòg intensere herhalingen en felle dissonanten schreeuwt de innerlijk verscheurde mens God toe om hem een rein Gewissen te geven. De herhalingen op het tweede manuaal zetten deze wanhopige aanroep voort, maar een gevoel van machteloosheid doet de felheid afnemen en in twee vertwijfelde onderbrekingen lijken de laatste krachten weg te ebben. Maar dan breekt de laatste regel van de melodie in volle openheid door, voor het eerst op het hoofdklavier. In een

groots geconcipieerde zesstemmige zetting, nu met pedaal, richt de mens zich nog één keer op en smeekt God om de echte zuiverheid van ziel en geweten. De talrijke beknellende verminderde septime-accoorden vinden uiteindelijk hun oplossing in een bevrijdende A-durklank. 8. Es ist ein Ros entsprungen aus einer Wurzel zart, wie uns die Alten sungen von Jesse war die Art, und hat ein Blümlein bracht mitten im kalten Winter wohl zu der halben Nacht. Het is niet helemaal duidelijk waarom Brahms in zijn reeks koraalvoorspelen, met merendeels teksten over lijden en dood, een bewerking heeft ingevoegd van het oude kerstlied van Praetorius. De keuze kan samenhangen met een dierbare herinnering aan de tijd met Clara Schumann; wellicht had Clara een speciale voorliefde voor deze melodie. Een tedere, ranke bloem; een betere omschrijving is niet te geven voor dit verstilde klankstuk van poëzie. De oorspronkelijke gedaante van de oude kerstmelodie is door Brahms via kleine geraffineerde omspelingen bijna onherkenbaar getransformeerd tot een expressief curvenpatroon, dat beurtelings in de boven- en middenstem ligt. 9. Herzlich tut mich verlangen nach einem selgen End, weil ich hier bin umfangen mit Trübsal und Elend.Ich hab Lust abzuscheiden von dieser argen Welt, sehn mich nach ewgen Freuden; o Jesu, komm nur bald! De melodie van het lied (dezelfde als van O Haupt voll Blut und Wunden ) klinkt zonder onderbreking in de bovenstem. Het doodsverlangen heeft hier een heftig en bewogen karakter door de drukke stijgende en dalende zestienden-beweging in de begeleidende middenstemmen. Het pedaal ondersteunt voortdurend met twee korte, striemende steunpunten. Chromatiek en felle dissonanten geven aan de compositie een immense spanning en geladenheid. Bij Ich hab Lust abzuscheiden is even een terugval in klank en intensiteit te bespeuren, maar de slotformule schreeuwt het verlangen naar de verlossing uit het lijden en naar Jesu uit in een wanhopig geëmotioneerde conclusio ex abrupto. 10. Herzlich tut mich verlangen nach einem selgen End (tekst zie no. 9) Totaal anders van karakter is de tweede bewerking van het stervenslied. In dit intieme klankjuweel wordt de doodsangst uitgezongen op een meer introverte en naar binnen gekeerde wijze. De melodie ligt in lange noten in het pedaal (tenorligging) en is volgens barokke principes in vier parten verdeeld. De bovenstemmen laten een golvende beweging horen van op en neer gaande, zich voortdurend herhalende motieven met drieklankbrekingen. Ze klinken als kleine opwellende emoties van een intens verlangen naar de ewgen Freuden. Ook hier treedt een wondermooie terugval in klank op bij Ich hab Lust abzuscheiden. Wanneer de melodie zijn laatste lijn laat horen, op de tekst sehn mich nach ewgen Freuden, o Jesu, komm nur bald, daalt de golfbeweging gelaten en vol overgave in een langzaam vertragend tempo neer, heft zich bij het woord Jesu voor een laatste maal op tot de hoge a, en bereikt tenslotte via twee vredig dalende ladders in een verheven adagio de donkere a- moll drieklank. 11. O Welt, ich muss dich lassen (tekst zie no. 3) De laatste koraalbewerking in de reeks kan gezien worden als de zwanenzang, het geestelijke testament van Brahms. Het is een ontroerend kleinood door zijn eenvoud en zijn bijzondere harmonische en contrapuntische klankensfeer. Alles is hier naar binnen gekeerd. In een dolce - klank verheffen de melodiefrasen zich in een simpele vijfstemmige zetting een voor een in de bovenstem vol overgave en berusting. De slotnoten van iedere frase worden tweemaal

herhaald, steeds zachter, als een wegebbende dubbele echo, symbool van het langzaam wegvloeien van de levenskrachten en het opgaan in de eeuwigheid. In de middenstemmen ontspint zich voortdurend een chromatische tegenstem als uiting van naar binnen gekeerde smart en weemoed bij een afscheid. 5. Magna res est amor H. Andriessen (1892-1981) Hendrik Andriessen is een Nederlandse componist, organist en essayist. Hij was o.a. organist in Haarlem en Utrecht en directeur van de Conservatoria in Utrecht en Den Haag. Hij componeerde een groot aantal Missen, liederen en orkestwerken. Het lied Magna res est amor werd gecomponeerd in 1919. Magna res est amor, magnum omnino bonum, quod solum leve facit omne onerosum, et fert aequaliter omne inaequale. Nihil dulcius est amore, nihil fortius, Nihil altius, nihil latius, nihil jocundius, Nihil plenius nec melius in coelo et in terra. Quia amor ex Deo natus est, nec potest, Nisi in Deo, super omnia creata quiescere De liefde is groot, een heel groot goed, dat als enige iedere last verlicht en al het ongelijke gelijk maakt. Niets is zoeter dan de liefde, niets sterker, niets hoger, breder, aangenamer, rijker, beter in de hemel en op aarde. Omdat de liefde uit God is, en alleen in God kan rusten boven alles. 6. Praeludium und Fuge in C-dur BWV 545 J.S. Bach (1685-1750) Dit feestelijke, vitale werk wordt gekenmerkt door een grote spontaniteit en openheid. In het beknopte Praeludium voeren levendige motieven in pedaal en manuaal een bewogen dialoog met elkaar. Het fugathema ademt een grote doelgerichtheid en vastberadenheid. In een prachtig volgehouden ritmische cadans werkt dit oergegeven zich door de meest belangrijke majeur- en mineurtoonsoorten heen naar een magistrale afsluiting in C-dur. toelichting Kees van Houten Wilt u op de hoogte gehouden worden van de Kandelaarconcerten? Stuur een mail naar harry@harryvanwijk.nl en vraag naar de nieuwsbrief. Volgende concerten in de Kandelaar: 14 september Anthem Programma met Engelse kerkmuziek 9 november Toonkunst Plus Amersfoort De Orgelmis van J.S. Bach