STATUS : Definitief DATUM : juni 2016 ONDERWERP : tot Agrarisch Specialist in het Notariaat NUMMER : 20457789 Dit examenreglement is door het bestuur VASN vastgesteld op 7 juni 2016. 1
Het bestuur van de Vereniging voor Agrarisch Specialisten in het Notariaat (VASN), Overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen ten aanzien van de Beroepsopleiding tot Agrarisch Specialist in het Notariaat (hierna: de beroepsopleiding ) en de daarmee samenhangende afsluitende toets (hierna: examen ) van leden en aspirant leden van de VASN; Gelet op artikel 1 lid 2 van het Reglement Kwaliteitseisen VASN vastgesteld op 12 april 2016; Gelet op het feit dat de inrichting van het examen is gemandateerd aan het bestuur van de VASN; stelt het navolgende onderwijs- en examenreglement inzake de beroepsopleiding van de VASN vast: 1 Definitiebepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de opleiding: de beroepsopleiding als bedoeld in artikel 1 lid 2 van het Reglement Kwaliteitseisen VASN; b. de examencommissie: de examencommissie die door het bestuur van de VASN wordt benoemd; c. het bestuur: het orgaan van de VASN waaraan de organisatie van de beroepsopleiding en het examen is opgedragen; d. de docenten: de docenten die het bestuur heeft belast met het onderwijs van de beroepsopleiding en de examens; e. de onderwijscommissie: een commissie bestaande uit (bestuurs)leden van de VASN met als taak het (doen) organiseren van cursussen, de beroepsopleiding en andere educatieve instrumenten; f. klachtencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 8 Tussen de VASN en Atriumgroep te Gorinchem is overeengekomen dat Atriumgroep als cursuscoördinator van de beroepsopleiding fungeert. 2 De beroepsopleiding 2.1 Start van de beroepsopleiding De beroepsopleiding neemt elk kalenderjaar een aanvang in het geval er voldoende deelnemers zijn, dit uitsluitend ter beoordeling van het bestuur. De opleiding vindt bij voorkeur in de maanden september en oktober plaats en wordt voorafgegaan door een cursus Inleiding agrarisch recht bestaande uit twee dagdelen. De inhoud van de opleiding wordt door de onderwijscommissie van de VASN in overleg met de docenten bepaald. 2
2.2 Het onderwijsprogramma van de beroepsopleiding Van de cursisten wordt verwacht dat zij kennis nemen van het studiemateriaal zoals dat is opgenomen in bijlage I behorende bij dit document. Het onderwijsprogramma van de beroepsopleiding bestaat uit de onderdelen opgenomen in de eindtermen die zijn vermeld in bijlage II behorende bij dit reglement. 3 Afstemming van het examen Het examen wordt afgestemd op: a. de eisen van een goede agrarische notariële praktijkuitoefening; b. het studiemateriaal van de beroepsopleiding en de tijdens die bijeenkomsten behandelde stof; c. recente ontwikkelingen in de voor de notariële agrarische praktijk relevante wetgeving en rechtspraak. Voorafgaand aan de eerste cursusdag wordt een casus uitgereikt. Deze casus moet thuis worden uitgewerkt en voorafgaand ingeleverd worden bij het secretariaat van VASN. Tijdens de eerste cursusdag wordt de casus samen met de docent doorgenomen. De docent beoordeelt deze casus voldoende of onvoldoende. Bij een onvoldoende kan geen examen worden gedaan. De examencommissie kan besluiten om een casus met een ander onderwerp uit te reiken. Het examen vindt uiterlijk vier weken na het laatste onderdeel van de beroepsopleiding plaats. 4 Examencommissie 1. Er is een examencommissie Beroepsopleiding. 2. De examencommissie bestaat uit de door het bestuur te benoemen personen die niet q.q. lid van de VASN behoeven te zijn. De examencommissie kan ook bestaan uit een of meer leden van de onderwijscommissie. 3. Als voorzitter van de examencommissie fungeert de voorzitter van het bestuur of de voorzitter van de onderwijscommissie. Bij zijn afwezigheid kiezen de aanwezigen een voorzitter uit hun midden. 4. De examencommissie stelt vast wie bevoegd zijn de examens af te nemen. 3
5 Het examen; de beoordeling; de herkansing en de geldigheidsduur 5.1 Het examen a. Het examen wordt mondeling afgenomen door twee examinatoren en wordt gehouden in de vorm van een gesprek over een of meer van de onderdelen van de beroepsopleiding. Het examen vindt plaats op de tijd met inachtneming van de onder 3 vermelde termijn - en de plaats die door de examencommissie is vastgesteld en voordat de beroepsopleiding begint aan de cursisten schriftelijk is meegedeeld. Het examen kan op verschillende tijdstippen en op verschillende plaatsen plaatsvinden. De (laatste) examens moeten uiterlijk vier weken na de voltooiing van de beroepsopleiding hebben plaatsgevonden. b. De examinatoren moeten de indruk krijgen dat de geëxamineerde voldoende kennis heeft van het agrarisch recht in notarieel perspectief. c. Het examen wordt afgenomen door middel van het stellen van open vragen. d. Het examen duurt 30 minuten. 5.2 Beoordeling a. De examinatoren leggen na afloop van het examen schriftelijk vast voldoende of onvoldoende. b. Het examen wordt door beide examinatoren tezamen beoordeeld. De eindbeoordeling bestaat uit de waardering van de casus die voldoende moet zijn beoordeeld en het examenresultaat. c. Een examenkandidaat is geslaagd, indien de casus en het mondelinge examen tot de kwalificatie voldoende leiden. Alsdan ontvangt de kandidaat op een door het bestuur te bepalen wijze, plaats en tijdstip het certificaat. 5.3 Herkansing a. Een examenkandidaat, die als eindresultaat een onvoldoende heeft behaald, wordt in de gelegenheid gesteld om op een door de examencommissie te bepalen moment het examen opnieuw af te leggen. b. De herkansing van het examen vindt zo mogelijk plaats uiterlijk vier weken te rekenen vanaf het tijdstip van het examen. c. De examencommissie bepaalt of volstaan kan worden met een herkansing van het examen, dan wel dat tevens een of meer cursusonderdelen opnieuw dienen te worden gevolgd. d. Indien een examenkandidaat bij de herkansing een onvoldoende eindresultaat behaalt, beslist de examencommissie of de kandidaat alle cursusonderdelen van de beroepsopleiding, dan wel een bepaald deel daarvan, opnieuw dient te volgen. Aan de examenkandidaat wordt in dit geval het cursusgeld, respectievelijk een deel daarvan, in rekening gebracht. Indien een examenkandidaat bij de tweede herkansing opnieuw een onvoldoende eindresultaat behaalt, dient de kandidaat in elk geval alle cursusonderdelen van de beroepsopleiding opnieuw te volgen en opnieuw het cursusgeld te voldoen. 4
5.4 Geldigheidsduur a. Aansluitend op de afronding van beroepsopleiding moet het examen gedaan worden. Als de examenkandidaat door overmacht niet in staat is aan het examen deel te nemen, moet het examen alsnog binnen een periode van vier weken na de voltooiing van de beroepsopleiding worden gedaan. Gebeurt dit niet dan vervalt het recht op het examen en wordt het certificaat niet verkregen. Het is uitsluitend aan het bestuur te beoordelen of sprake is overmacht. b. Het bestuur kan de in artikel 5 lid 4 sub a vermelde termijn in bijzondere gevallen met ten hoogste zes maanden verlengen. 6 Bijzondere gevallen a. Indien het voor een kandidaat wegens bijzondere omstandigheden zeer bezwaarlijk is zich te onderwerpen aan de bepalingen inzake het afleggen van de examens, kan het bestuur in overleg met de examencommissie voor hem een afzonderlijke regeling vaststellen. b. De examencommissie draagt er zorg voor dat lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kandidaten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de examens af te leggen. 7 Toelating examen a. Tot het examen worden slechts toegelaten de examenkandidaten die alle onderdelen van de beroepsopleiding binnen de daarvoor gestelde tijd hebben voldaan. Zij die om welke reden ook een onderdeel niet hebben kunnen volgen of eerder voor de in de uitnodiging gestelde eindtijd het onderdeel van de beroepsopleiding hebben verlaten, kunnen niet aan het examen deelnemen. De betrokken docent moet op de presentielijst aantekenen dat de cursist de bijeenkomst voortijdig heeft verlaten. b. De in het eerste lid bedoelde verplichtingen hebben betrekking op het bijwonen van de bijeenkomsten van de cursusonderdelen en het ter beoordeling voorleggen van de casus. c. In uitzonderlijke gevallen kan het bestuur van bovengenoemde voorwaarden afwijken. 8 Klachten Indien er klachten zijn over het examen stelt het bestuur ad hoc een klachtencommissie in bestaande uit een door het bestuur te bepalen aantal leden. Leden van de examencommissie, of examinatoren maken geen deel uit van de klachtencommissie. Slotbepaling Dit reglement wordt aangehaald als Onderwijs en examenreglement Beroepsopleiding VASN. Het treedt in werking op een door het bestuur van de VASN vast te stellen tijdstip. 5