Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten



Vergelijkbare documenten
ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2003

COMMUNIQUE. De economische groei zou 1,4 % bedragen in 2005 en 2,2 % in Kwartaalverloop van het Belgische bbp tegen constante prijzen

COMMUNIQUE. De wereldeconomie klimt langzaam uit het dal waarin het vorig jaar verzeild was geraakt.

De economische groei zou 1,6 % bedragen in 2008 en 1,2 % in 2009

Persbericht. Datum: Economische groei in 2001 en 2002 sterk naar beneden herzien

Consumptieve bestedingen van de particulieren Consumptieve bestedingen van de overheid Bruto vaste kapitaalvorming

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

Perscommuniqué van het Federaal Planbureau

plan.be Economische begroting 2009 (begrotingscontrole)

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld

Regionale economische vooruitzichten

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau actualiseert zijn economische vooruitzichten voor de periode

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel

ECONOMISCHE BEGROTING. Instituut voor de Nationale Rekeningen. Economische vooruitzichten 2004

Regionale economische vooruitzichten

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau actualiseert zijn economische vooruitzichten voor de periode

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

1. Synthese. Het herstel van de wereldeconomie zou bescheiden zijn in 2015, maar zou vervolgens verstevigen...

INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN. Economische vooruitzichten 2002 FEBRUARI 2002 E CONOMISCHE BEGROTING F EDERAAL PLANBUREAU

Economische vooruitzichten 2006 ECONOMISCHE BEGROTING. Federaal Planbureau. Instituut voor de Nationale Rekeningen

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Economische vooruitzichten

Economische vooruitzichten 2008 ECONOMISCHE BEGROTING. Federaal Planbureau. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Economische vooruitzichten 2004 ECONOMISCHE BEGROTING. Federaal Planbureau. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Economische vooruitzichten 2015 ECONOMISCHE BEGROTING. Federaal Planbureau. Instituut voor de Nationale Rekeningen. Februari 2015

Een scenario van krachtige groei van de economische activiteit en vooral van de werkgelegenheid in België

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Studiedienst van de Vlaamse Regering Regionale economische vooruitzichten

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Conjunctuurbeoordeling van de bouwsector

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Centraal Economisch Plan 2019

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Perscommuniqué. De evolutie van de Belgische economie tegen 2006, bestudeerd door het Federaal Planbureau

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Nederlandse economie in zicht

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Economische vooruitzichten

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Economische vooruitzichten ECONOMISCHE BEGROTING. Federaal Planbureau. Instituut voor de Nationale Rekeningen.

EWI ANALYSE VLAAMSE CONJUNCTUURANALYSE OKTOBER

Regionale economische vooruitzichten

E conomische Begroting 2002

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

EWI ANALYSE VLAAMSE CONJUNCTUURANALYSE APRIL

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE

Economische visie op 2015

Economische vooruitzichten getekend door de financiële crisis

Macro-economische Ontwikkelingen

E conomische Begroting 2000

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

2. Macro-economische evoluties

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Evaluatie van de effecten van bepaalde regeringsmaatregelen op de economische groei en de werkgelegenheid

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Macro-economische Ontwikkelingen

E conomische Begroting 2000

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

EWI ANALYSE VLAAMSE CONJUNCTUURANALYSE NOVEMBER

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Economische vooruitzichten

evolutie op middellange termijn van de Belgische arbeidsmarkt

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Economische vooruitzichten 2014 ECONOMISCHE BEGROTING. Federaal Planbureau. Instituut voor de Nationale Rekeningen. Februari 2014

2003/10A. Conjunctuur: recent verloop en verwachtingen* 7 e jaar. Door Economische Analyses, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie

Nederlandse economie in zicht

CPB Notitie. Economierapportage september De wereldeconomie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

E conomische Begroting 2001

Regionale arbeidsmarktvooruitzichten

ECONOMISCHE BEGROTING. Instituut voor de Nationale Rekeningen. Economische vooruitzichten 2003

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Economische vooruitzichten

E conomische Begroting 2001

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken

verslag CRB

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Macro-economische Ontwikkelingen

E conomische Begroting 1999

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Transcriptie:

INSTITUT DES COMPTES NATIONAUX INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN BUREAU FÉDÉRAL DU PLAN FEDERAAL PLANBUREAU Communiqué 20.06.2003 Economische Begroting 2004 Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de cijfers van de Economische Begroting 2004 meegedeeld aan de Minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten dienen als basis voor de begrotingscontrole 2003 en de opmaak van de federale ontvangsten- en uitgavenbegrotingen voor het jaar 2004. De geopolitieke onzekerheid die de wereldeconomie sinds de nazomer van vorig jaar in zijn greep heeft gehouden, is sinds het beëindigen van de militaire operaties in Irak beduidend afgenomen. Dat ging onder meer gepaard met dalende olieprijzen en een stabilisering van de aandelenkoersen wereldwijd, na een neerwaartse koerscorrectie die ruim twee jaar heeft geduurd. Intussen zette de euro zijn waardestijging tegenover de Amerikaanse dollar onverdroten verder en vielen de korte- en langetermijninterestvoeten terug tot niveaus lager dan het vorige dieptepunt van begin 1999. In die context zouden de groei van de wereldeconomie en de internationale handel in de tweede jaarhelft van 2003 licht opleven, gevolgd door een iets dynamischer herstel volgend jaar. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat zowel de VS als het merendeel van de economieën in Azië, Latijns-Amerika en Midden-Europa volgend jaar een sterkere economische groei zullen kennen dan dit jaar. De economische activiteit in de eurozone kende een weinig bemoedigend verloop tijdens de eerste maanden van dit jaar als gevolg van de geopolitieke spanningen en de zwakte van de Duitse economie. De eerste schattingen geven zelfs aan dat het bbp in de eurozone stagneerde tijdens het eerste kwartaal van 2003. Ook al lijkt het dieptepunt bereikt te zijn, de meest recente enquêtegegevens laten slechts een matige herneming van de economische groei uitschijnen in de loop van het tweede halfjaar van 2003. De huidige consensusvooruitzichten voor de eurozone gaan in de richting van een groei van ongeveer 0,75% dit jaar en een kleine 2% volgend jaar. In vergelijking met de internationale hypothesen waarvan het Federaal Planbureau in zijn economische vooruitzichten van april 2003 uitging, impliceert de huidige consensus een beduidende neerwaartse herziening van de groei in de eurozone. Verloop van de Belgische uitvoermarkten 1.6 1.5 1.4 1.3 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Belgische uitvoermarkten (goederen en diensten, volume index, 1995=1) Trend van de Belgische uitvoermarkten 1

De risico s waarmee de hypothesen met betrekking tot de herleving van de wereldeconomie omgeven zijn, kunnen als vrij symmetrisch worden bestempeld. Enerzijds zijn de indicatoren die een heropleving aankondigen momenteel nog niet echt robuust en zou de positieve kentering dus nog iets langer dan voorzien op zich kunnen laten wachten. Anderzijds wordt in de voorliggende vooruitzichten een al bij al vrij gematigd wereldwijd herstel vooropgesteld. Illustratief hiervoor is dat tot eind 2004 onze buitenlandse afzetmarkten nauwelijks sneller zouden groeien dan hun trendmatige groei en derhalve aan het eind van de projectieperiode nog steeds onder hun langetermijntrend noteren. De Belgische economie in 2003 en 2004 Ook de Belgische economie had het gedurende de eerste maanden van dit jaar niet echt onder de markt. Illustratief was dat zowel het ondernemersvertrouwen in de verwerkende nijverheid als het consumentenvertrouwen zich aan het begin van de lente op hun laagste peil van de voorbije 12 tot 15 maanden bevonden. De voorlopige flash-raming geeft aan dat het Belgische bbp tijdens het eerste kwartaal van dit jaar een bescheiden groei gekend heeft (0,2% kwartaal-op-kwartaal). Pas tijdens het tweede halfjaar zou de groei van het bbp wat aantrekken (met 0,3% tijdens het derde en 0,4% tijdens het vierde kwartaal, na een nulgroei tijdens het tweede kwartaal). Rekening houdend met die opleving van de economische activiteit tijdens de tweede jaarhelft, zou de bbp-groei over het volledige jaar 2003 1,0% bedragen. Met kwartaal-op-kwartaalgroeivoeten van 0,5% in de loop van 2004, een tempo dat minder dynamisch is dan tijdens de vorige conjuncturele heroplevingen van 1996-97 en 1999, zou de jaargemiddelde groei van het bbp volgend jaar op 1,8% uitkomen. Zowel de binnenlandse bestedingen als de uitvoer zouden volgend jaar een sterkere groei kennen dan dit jaar. De binnenlandse bestedingen zouden in 2004 met 1,9% toenemen (tegenover 1,3% dit jaar), terwijl de uitvoer een groei van 4,3% zou laten optekenen (tegenover 1,4% dit jaar). 0.75 Kwartaalverloop van het bbp kwartaal-op-kwartaalgroei, data gecorrigeerd voor seizoeninvloeden en kalendereffecten 0.50 0.25 0.00-0.25-0.50-0.75 2003 2004 Bbp Binnenlandse vraag (excl. voorraadwijzigingen) Netto-uitvoer Voorraadwijzigingen Als gevolg van de duurdere euro zou de Belgische uitvoer dit en volgend jaar niet ten volle kunnen profiteren van de verwachte herneming van de wereldhandel. Daar staat evenwel tegenover dat de appreciatie van de euro de ingevoerde producten beduidend goedkoper maakt. Bovendien zouden een verdere beheerste loonontwikkeling (in het kader van de afgesproken loonnorm voor de jaren 2003-04) en een versnelling van de productiviteitsgroei leiden tot zeer matige stijgingen van de nominale loonkosten per eenheid product (minder dan 1% in 2003 en 2004, tegenover ruim 3% gemiddeld over de voorbije twee jaar). Dat alles heeft 2

voor gevolg dat de ondernemingen, ondanks een daling van de inflatie, er dit en volgend jaar zouden in slagen hun winstmarges per eenheid product terug op peil te brengen, wat een belangrijke impuls kan geven aan de economische heropleving. Het reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen zou in 2003 en 2004 met 1,9% toenemen. De koopkracht van de gezinnen wordt dit en volgend jaar in belangrijke mate gevoed door de verlaging van de tarieven van de personenbelasting. De consumptieve bestedingen van de particulieren zouden in 2004 in reële termen met 1,6% toenemen, tegenover 1% dit jaar. Dit betekent dat de spaarquote in 2004 voor het derde opeenvolgende jaar zou toenemen (tot 16,6%, een toename met 0,3 procentpunt tegenover 2003 en meer dan 1,5 procentpunt hoger dan het vorige dieptepunt van 2000-01). Als reactie op de lichte verbetering van de arbeidsmarktsituatie in de loop van 2004 en in afwezigheid van verdere dalingen op de aandelenbeurzen zou de spaarneiging van de gezinnen pas tegen eind 2004 beginnen afnemen. De investeringen in woongebouwen door de gezinnen zouden in 2004 opnieuw aanknopen met een positieve groei (1,9%), na twee jaren van negatieve groei (2001-02) en een nulgroei dit jaar. 19 Spaarquote en werkloosheidsgraad 18 17 16 15 14 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Spaarquote (in % van beschikbaar inkomen) Werkloosheidsgraad (in % van beroepsbevolking, FPB definitie) (rechter schaal) Onzekere vraagvooruitzichten, overtollig productievermogen in de verwerkende nijverheid, een afbrokkelende bedrijfsrendabiliteit en de beursmalaise hebben vorig jaar geleid tot een forse terugloop van de bedrijfsinvesteringen (-4,5%). Ook dit jaar zouden een aantal van die ongunstige factoren nog een rem zetten op de investeringsgroei (amper 1%). Voor een echte herneming van de bedrijfsinvesteringen is het wachten tot volgend jaar. Dan zouden de investeringen van de ondernemingen met 3,4% toenemen, onder meer onder invloed van gunstiger vraagvooruitzichten en een stijging van de winstgevendheid per product, die reeds dit jaar wordt ingezet. Aan de sedert de tweede helft van de jaren 90 bijna onafgebroken toename van de binnenlandse werkgelegenheid kwam abrupt een einde tijdens het laatste kwartaal van 2001. Eind 2002 lag de binnenlandse werkgelegenheid in seizoengezuiverde termen 19000 personen lager dan het hoogste peil dat vijf kwartalen eerder was bereikt. De achteruitgang van de binnenlandse werkgelegenheid zou zich in 2003 verderzetten. In jaargemiddelde zou de binnenlandse werkgelegenheid in 2003 ongeveer 5000 personen lager uitvallen dan vorig jaar (na een daling met ruim 8000 in 2002). Pas vanaf het laatste kwartaal van 2003 zou opnieuw een geleidelijke toename worden opgetekend, waardoor de werkgelegenheid in 2004 gemiddeld 16500 personen hoger zou liggen dan in 2003. De werkgelegenheidsgraad (verhouding tussen totale werkzame bevol- 3

king en bevolking op arbeidsleeftijd) zou dit jaar voor het tweede jaar op rij terugvallen, om volgend jaar licht toe te nemen. Na een beduidende toename van de werkloosheidsgraad dit jaar, zou die ook in 2004 in jaargemiddelde een verdere, weliswaar geringe, stijging te zien geven. 30 Werkgelegenheid en werkgelegenheidsgraad 20 10 0-10 -20 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Binnenlandse werkgelegenheid (kwartaal-op-kwartaalverandering, in duizenden personen) Werkgelegenheidsgraad (in % van bevolking op arbeidsleeftijd) (rechter schaal) De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, zou volgend jaar met 1,1% toenemen, na 1,3% dit jaar. Die lichte daling zou zich voordoen ondanks het feit dat volgend jaar het neerwaartse effect van de afschaffing/vermindering (naargelang van het gewest) van het kijk- en luistergeld zo goed als uitdooft. Debet aan de verwachte daling van de inflatie is in hoofdzaak de verdere terugval van de onderliggende inflatie (die houdt zich momenteel nog steeds op in de buurt van 2%), die op zijn beurt wordt ingegeven door de voorbije appreciatie van de euro en de matige ontwikkeling van de loonkosten per eenheid product. De spilindex in de publieke sector werd in mei 2003 overschreden. Als gevolg daarvan worden de sociale uitkeringen in juni en de wedden van het overheidspersoneel in juli met 2% aangepast aan de toegenomen levensduurte. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de volgende overschrijding van de spilindex -die momenteel 113,87 bedraagt- niet plaatsvinden vóór eind 2004. 4

Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld 2001 2002 2003 2004 Consumptieve bestedingen van de particulieren 0.9 0.6 1.0 1.6 Consumptieve bestedingen van de overheid 2.2 1.8 2.0 1.6 Bruto vaste kapitaalvorming 0.5-3.2 0.8 3.3 Totaal van de nationale bestedingen 0.5 1.0 1.3 1.9 Uitvoer van goederen en diensten 1.1-0.4 1.4 4.3 Invoer van goederen en diensten 0.8-0.1 1.9 4.6 Netto-uitvoer (bijdrage tot de groei van het bbp) 0.3-0.3-0.2 0.0 Bruto binnenlands product 0.8 0.7 1.0 1.8 Nationaal indexcijfer der consumptieprijzen 2.5 1.6 1.3 1.1 Gezondheidsindex 2.7 1.8 1.3 1.2 Reëel beschikbaar inkomen van de particulieren 0.5 1.4 1.9 1.9 Spaarquote van de particulieren (in % van het beschikbaar inkomen) 14.9 15.6 16.3 16.6 Binnenlandse werkgelegenheid (jaargemiddelde verandering, in duizendtallen) 58.4-8.2-5.0 16.5 Werkloosheidsgraad (Eurostat standaard, jaargemiddelde) 6.7 7.3 8.0 8.2 Saldo lopende rekening (betalingsbalans, in % van het bbp) 4.0 4.7 5.2 5.3 Wisselkoers van de euro in dollar (aantal dollars voor 100 euro) 89.5 94.1 112.8 114.6 Korte rente (interbancair tarief, 3 maand) (%) 4.2 3.3 2.3 2.1 Lange rente (OLO,10 jaar) (%) 5.1 5.0 3.9 3.8 5