Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar. projectnummer

Vergelijkbare documenten
Nader onderzoek huismus ter plaatse van: Oude Rijksweg 505 te Rouveen. projectnummer

Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Frankenthaler te Zuidland. projectnummer

Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Oude Rijksweg 505 te Rouveen. projectnummer

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Dekkersweg 33 Punthorst. projectnummer ve2

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Blokstegenweg te Azelo. projectnummer

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Notitie quickscan Flora en fauna

Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Hullenzandweg 19 Nieuw Balinge. projectnummer

Quickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Begripsbepalingen wet: Wet natuurbescherming. Hoofdstuk X. Vrijstelling soortenbescherming ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer

Quickscan natuurtoets Rietzangerstraat 1, Amersfoort. Beoordeling van effecten op wettelijk beschermde natuurwaarden. Lidl Nederland GmbH.

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Terneuzen. Quickscan Ecologie. Kanaalpolderweg 10 te Philipinne. I. Dekker MSc definitief Rho adviseurs voor leefruimte

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

HABITATSCAN BOMENRIJEN RIJKSSTRAATWEG WASSENAAR. Broedvogels & vleermuizen

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Middelburg. Quickscan Ecologie. Bestemmingsplan Mondzorgpraktijk. I. Dekker MSc definitief. Auteur datum: status:

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k

memo Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Verkennend natuuronderzoek woningbouw Zetten

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Activiteitenplan bij ontheffingsaanvraag: Kerkepad 2 te Garrelsweer. Projectnummer:

Notitie Quickscan flora en fauna

ontwerp bestemmingsplan Oude Oxersteeg 3 Bijlage 3 Nader onderzoek steenmarter en vleermuizen

Presentatie verschillen beleid Wnb bevoegde gezagen

Samenvatting quickscan natuurtoets

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

memo Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Nieuwe bedrijfslocaties

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Notitie flora en fauna

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

Gendt, Hegsestraat 11

Quickscan beschermde natuurwaarden (actualisatie) ter plaatse van: Emmelhage fase 2 Emmeloord. projectnummer

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

Verkennend natuuronderzoek locatie Abbing terrein Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Groene Wetering, Gouderak

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Ecologische Quickscan Beethoven 2de fase

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Onderzoek flora en fauna

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van :

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Activiteitenplan bij ontheffingsaanvraag: de Vlijt 8 te Bedum. Projectnummer:

Figuur 1 Ligging plangebied (rood omcirkeld) Centrumplan (ondergrond: Data by OpenStreetMap.org contributors under CC BY-SA 2.0 license).

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Briefrapport Flora en fauna

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

: Quickscan flora en fauna Salvador Allendelaan te Den Bosch

Natuurtoets LieflandPARK, Utrecht

: Notitie quickscan flora en fauna Stalbergweg

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

M. van den Burg Datum 18 augustus 2017 Projectnummer Quickscan flora en fauna Hoekenes Zwanenburg

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Transcriptie:

Quickscan Wet natuurbescherming ter plaatse van: Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar projectnummer 172160

VERANTWOORDING RAPPORT Type onderzoek : Locatie onderzoek : Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar Projectnummer : 172160 Versie rapportage : 1 Auteur Ecoloog : : T. Paerels J. Kamps MSc Controle en vrijgave : JR. Staal Paraaf vrijgave : Datum : 13 december 2017 OPDRACHTGEVER Naam : Dhr. H. Kluivers Dorus Rijkerskade 10 2315 WB Leiden UITGEVOERD DOOR KANTOOR ZUIDWOLDE KANTOOR APPINGEDAM KANTOOR ALMERE Industrieweg 20 Opwierderweg 160 Transistorstraat 91-34 7921 JP Zuidwolde Tel.: 0528-373982 9902 RH Appingedam Tel.: 0596 633355 1322 CL Almere Tel.: 036 8200376 Fax.: 0528-373907 Fax.: 0528-373907 Fax.: 0528-373907 info@ecoreest.nl www.ecoreest.nl DISCLAIMER Dit rapport is het resultaat van een quickscan Wet natuurbescherming die is uitgevoerd ter plaatse van Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar, in opdracht van Dhr. H. Kluivers. Ten behoeve van de juiste interpretatie van dit rapport is het noodzakelijk te beschikken over de gehele rapportage, inclusief bijlagen. Het rapport is ongeschikt voor toepassing in een juridische context indien: - de paginanummering van het rapport onjuist of onvolledig is - de bijlagen genoemd in de inhoudsopgave (deels) ontbreken - het projectnummer in het rapport en op de bijlage niet overeenkomt We stellen dit rapport alleen ter beschikking aan derden in geval van schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

Pagina 4 van 28 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 6 1.1 AANLEIDING EN DOELSTELLING... 6 1.2 SCOPE... 6 1.3 KWALITEITSBORGING... 6 1.4 LEESWIJZER... 7 2. ONDERZOEKSLOCATIE EN NABIJE OMGEVING 8 2.1 BESCHRIJVING ONDERZOEKSLOCATIE EN DIRECTE OMGEVING... 8 2.2 BESCHRIJVING TOEKOMSTIGE PLANNEN... 11 2.3 BESCHERMDE GEBIEDEN IN DE OMGEVING... 12 2.3.1 Natura 2000... 12 2.3.2 Natuurnetwerk Nederland... 13 3. NATUURWETGEVING 14 3.1 SOORTENBESCHERMING... 14 3.2 GEBIEDSBESCHERMING... 15 3.3 ZORGPLICHT... 16 4. METHODE 17 4.1 LITERATUURSTUDIE... 17 4.2 VELDBEZOEK... 18 5. RESULTATEN 19 5.1 VAATPLANTEN... 19 5.2 VOGELS... 19 5.3 GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN... 20 5.4 VLEERMUIZEN... 21 5.5 AMFIBIEËN EN REPTIELEN... 22 5.6 VISSEN... 22 5.7 OVERIGE SOORTEN... 22 6. SAMENVATTING EN CONCLUSIE 23 6.1 ALGEMEEN... 23 6.2 CONCLUSIE SOORTENBESCHERMING... 23 6.3 CONCLUSIE GEBIEDSBESCHERMING... 24 6.4 AANBEVELINGEN EN ADVIES... 24 6.5 VERANTWOORDING... 24 GERAADPLEEGDE BRONNEN 25 Bijlage 1 Overzicht vrijgestelden soorten Gelderland

Pagina 5 van 28 Onze rapportage is opgezet in kleur, om het u bij het lezen van het digitale document visueel aantrekkelijk te maken. Uiteraard kan het document ook op papier worden afgedrukt, waarbij we willen wijzen op de mogelijkheid om het document in zwart-wit af te drukken om kosten en toner te besparen.

Pagina 6 van 28 1. INLEIDING In opdracht van de heer H. Kluivers is door Eco Reest BV een quickscan Wet natuurbescherming uitgevoerd ter plaatse van Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar. 1.1 AANLEIDING EN DOELSTELLING Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen sloop en verbouwing van de opstallen ter plaatse van het onderzoeksterrein. Doel van de quickscan Wet natuurbescherming is een beeld te krijgen van de aanwezige habitats en de voorkomende beschermde dier- en plantensoorten ter plaatse van het onderzoeksterrein. 1.2 SCOPE In dit rapport is een quickscan Wet natuurbescherming beschreven. Hierin is onderzocht of er negatieve effecten te verwachten zijn op beschermde soorten en zo ja, of nader soortgericht onderzoek noodzakelijk is. Bij ruimtelijke ingrepen moet vooraf worden getoetst of schade op kan treden aan bestaande Natura 2000-gebieden. Indien er sprake is van verslechtering of significante verstoring of significante gevolgen op een Natura 2000-gebied is een vergunning nodig. De aard van de voorgenomen plannen, de afstand tussen de onderzoekslocatie tot het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied (Stelkampsveld op 7,4 km) en de aard van het tussenliggende gebied maken het niet noodzakelijk dat onderzocht wordt of de ontwikkeling negatieve invloeden heeft op dit natuurgebied. Een onderzoek in het kader van gebiedsbescherming binnen de Wet natuurbescherming maakt daarom geen deel uit van onderhavig onderzoek. 1.3 KWALITEITSBORGING Eco Reest streeft naar een zo hoog mogelijk kwaliteit van onderzoek te leveren. Eco Reest Holding is gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001:2008, voor het geven van milieukundig advies in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen, gebouwen en managementondersteuning, met inbegrip van de uitvoering van gerelateerde onderzoeksactiviteiten. Eco Reest is lid van het Netwerk Groene Bureaus (NGB). Als aangesloten adviesbureau zorgen we samen met de andere leden voor een betere borging van kwaliteit in de uitvoering van ecologisch onderzoek. Naast kwaliteit is onafhankelijkheid van groot belang om onze opdrachtgever van dienst te zijn met het beste advies voor zijn vraagstuk. Wij merken dan ook op dat er geen functionele relatie bestaat tussen opdrachtgever en Eco Reest BV, hetgeen betekent dat het advies van Eco Reest onafhankelijk is van de belangen van de opdrachtgever en derden. Eco Reest BV is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus en maakt gebruik van een overkoepelende ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 9 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het vangen, bemachtigen en met het oog daarop opsporen van beschermde inheemse soorten (ontheffing ff/75a/2014/061, geldig tot 16 maart 2020).

Pagina 7 van 28 Conform de eisen uit onze ethische code behandelt Eco Reest BV alle gegevens vertrouwelijk, waarvan wij kennisnemen als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden, behoudens in geval van wettelijke verplichtingen. 1.4 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 worden de locatie, omgeving en het ontwikkelingsplan beschreven. In dit hoofdstuk wordt tevens aangegeven welke beschermde gebieden in de directe omgeving aanwezig zijn. Hoofdstuk 3 bevat een samenvatting van de regelgeving uit de Wet natuurbescherming die hier relevant is. In hoofdstuk 4 worden de gebruikte onderzoeksmethoden beschreven. De resultaten van de toets aan de Wet natuurbescherming worden beschreven in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 worden conclusies weergegeven en aanbevelingen gedaan. Besloten wordt met een overzicht van geraadpleegde bronnen.

Pagina 8 van 28 2. ONDERZOEKSLOCATIE EN NABIJE OMGEVING In dit hoofdstuk wordt de huidige en toekomstige situatie van de onderzoekslocatie beschreven en wordt een overzicht gegeven van de beschermde gebieden in de omgeving van de onderzoekslocatie. 2.1 BESCHRIJVING ONDERZOEKSLOCATIE EN DIRECTE OMGEVING De onderzoekslocatie is gelegen buiten de bebouwde kom van Gelselaar aan de Kanaaldijk 3 en 3a. De locatie bestaat uit een half open schuur en een woonboerderij. De omgeving rondom het onderzoeksterrein bestaat voornamelijk uit agrarische percelen. Aan weerszijden van de oprit staan een aantal knotwilgen. De knotwilgen zijn allen in slechte conditie. Zo vertonen de wilgen verschillende scheuren en gaten en zijn de wilgen grotendeels rot van binnen. Verder staan er nog een aantal andere boomsoorten her en der verspreid op het erf (o.a. zomereik eik) Daarnaast bevindt er zich nog een dichtbegroeide vijver aan de noordoostelijke kant van het plangebied. De rest van de omgeving bestaat voornamelijk uit gras. Ten behoeve van de sloop en renovatie worden er geen bestaande groenelementen verwijderd. In onderstaande figuur 2.1 is de onderzoekslocatie aangegeven. In figuur 2.2 t/m 2.6 zijn overzicht foto s opgenomen van het plangebied. Figuur 2.1. Plangebied, rood omlijnd (bron achtergrondkaart: ArcGIS).

Pagina 9 van 28 Figuur 2.2 Noordzijde woonboerderij aan de Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar. Figuur 2.3 Oostzijde woonboerderij. Figuur 2.4 Westzijde woonboerderij.

Pagina 10 van 28 Figuur 2.5 Zuidzijde woonboerderij. Figuur 2.6 Westzijde half open schuur.

Pagina 11 van 28 2.2 BESCHRIJVING TOEKOMSTIGE PLANNEN De opdrachtgever is voornemens om de half open schuur ter plaatse van het onderzoeksterrein te demonteren en te verplaatsen. Daarnaast zal de woonboerderij verbouwd worden (zowel in- als uitpandig). In onderstaande afbeeldingen worden de huidige en nieuwe situatie van de buitenzijde van de woonboerderij weergegeven. Ten behoeve van de werkzaamheden wordt er geen groen verwijderd. Figuur 2.7 Bestaande situatie woonboerderij (bron: opdrachtgever) Figuur 2.8 Nieuwe situatie woonboerderij (bron: opdrachtgever)

Pagina 12 van 28 2.3 BESCHERMDE GEBIEDEN IN DE OMGEVING 2.3.1 Natura 2000 De onderzoekslocatie is gelegen ten noordoosten van het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied, Stelkampsveld (zie figuur 2.9). De afstand tussen de onderzoekslocatie en het Natura 2000-gebied bedraagt ca. 7,4 kilometer. Gelet op de afstand tot het gebied, de kernopgave van het gebied en de aard van de geplande ingreep wordt er geen onderzoek in het kader van gebiedsbescherming binnen de Wet natuurbescherming uitgevoerd (zie ook paragraaf 1.2 scope). Figuur 2.9 De afstand tussen de onderzoekslocatie en het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Bron: Rijksoverheid)

Pagina 13 van 28 2.3.2 Natuurnetwerk Nederland Op de kaart in figuur 2.10 is te zien dat in de directe omgeving van het plangebied geen sprake is vaneen gebied uit de het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Het dichtstbijzijnde beschermde gebied betreft een groene ontwikkelingszone op ca. 880 meter ten westen van het onderzoeksgebied. De beheertypen van het gebied bestaan uit zoete plas (N04.02) en kruiden- en faunarijk grasland (N12.02) Daar er geen sprake is van externe toetsing van invloeden op het NNN is verder onderzoek naar invloeden op het NNN niet van toepassing. Figuur 2.10 Ligging onderzoekslocatie ten opzichte van het NNN (Bron : Provincie Gelderland)

Pagina 14 van 28 3. NATUURWETGEVING In Nederland was de bescherming van soorten en gebieden tot 2017 geregeld in de Flora- en faunawet en de natuurbeschermingswet 1998. Deze twee wetten zijn per 1 januari 2017 samen met de Boswet, vervangen door Wet natuurbescherming. De provincie is in de meest gevallen bevoegd gezag. 3.1 SOORTENBESCHERMING De Wet natuurbescherming gaat uit van het nee, tenzij -principe. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van dit verbod kan onder voorwaarden worden afgeweken met een ontheffing of een vrijstelling. Binnen de Wet natuurbescherming wordt bij ruimtelijke ingrepen onderscheid gemaakt tussen Europees beschermde soorten (artikel 3.5 soorten) en nationaal beschermde soorten (artikel 3.10 soorten). De lijst Europees beschermde soorten bestaat uit soorten die genoemd zijn in: Habitat Richtlijn bijlage IV onderdeel a Bijlage 2 verdrag van Bern Bijlage 1 verdrag van Bonn Vogels Ten aanzien van vogels is in artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming het volgende opgenomen: Het is verboden opzettelijk van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te doden of te vangen. Het is verboden opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren van vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen. Het is verboden eieren van vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te rapen en deze onder zich te hebben. Het is verboden vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn opzettelijk te storen. Verstoren mag wel indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort. Bovenstaande houdt in dat de nesten van alle inheemse soorten tijdens het broedseizoen zijn beschermd. Voor het verstoren van broedende vogels is een ontheffing nodig. Net als onder de Flora- en faunawet, zijn nestplaatsen van een aantal vogelsoorten jaarrond beschermd (mits niet definitief verlaten). Het betreft nesten van de boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, oehoe, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief en zwarte wouw. Overige soorten Voor overige Europees beschermde soorten (uit bijlage IV, onderdeel a van de Habitatrichtlijn) is artikel 3.5 van toepassing. Volgens dit artikel is het verboden Europees beschermde soorten: opzettelijk te doden of te vangen; opzettelijk te verstoren; eieren opzettelijk te vernielen of te rapen; voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen; planten opzettelijk te plukken, te verzamelen, af te snijden, ontwortelen of te vernielen.

Pagina 15 van 28 In de Wet natuurbescherming is een lijst met nationaal beschermde soorten opgenomen. Hierop is artikel 3.10 van deze wet van toepassing. Artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming houdt in dat het verboden is nationaal beschermde soorten: opzettelijk te doden of te vangen; voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen; planten opzettelijk te plukken, verzamelen, af te snijden, ontwortelen of te vernielen. Provincies beslissen zelf voor welke soorten van deze lijst een vrijstelling geldt. 3.2 GEBIEDSBESCHERMING Natura 2000 Met de Wet natuurbescherming is de gebiedsbescherming van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De beschermde gebieden uit de beide richtlijnen worden aangeduid als Natura 2000 gebieden. In het aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied zijn zowel de te beschermen waarden van het Vogelrichtlijn- als het Habitatrichtlijngebied opgenomen. Dit zijn habitattypen of soorten die typerend zijn voor een bepaald gebied. Deze kwalificerende habitattypen en soorten zijn in het aanwijzingsbesluit opgenomen als zogenaamde instandhoudingsdoelen. Elk gebied is specifiek voor een of meer van deze instandhoudingsdoelen aangewezen. Met deze nationale deelverplichtingen wordt bijgedragen aan de Europese verplichting die beoogt het goede voortbestaan van deze natuurwaarden zeker te stellen. Indien er sprake is van verslechtering of significante verstoring of significante gevolgen op een Natura 2000-gebied is een vergunning nodig. Deze wordt aangevraagd bij de provincie waar de ingreep plaatsvindt. De effecten op de beschermde waarden kunnen zowel direct als indirect (externe werking) zijn. Extern betekent zowel dat instandhoudingsdoelen beschermd moeten zijn tegen invloed van buiten het gebied als dat soorten die een levensfunctie buiten het gebied hebben, daar ook volledige bescherming genieten. Bij het bepalen of de ontwikkeling negatieve gevolgen kan hebben, moet ook rekening gehouden worden met de overige ontwikkelingen in de omgeving van het beschermde gebied. Door een combinatie (cumulatie) van activiteiten kunnen namelijk ook negatieve effecten optreden. Hierbij wordt als richtlijn gehanteerd dat alleen plannen en projecten, waarover een definitief besluit is genomen, bij deze beoordeling worden betrokken. Sinds 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden, waarin het beleid voor stikstofgevoelige natuurgebieden is geregeld. De PAS heeft betrekking op Natura 2000- gebieden waar stikstofgevoelige natuur aanwezig is. Als onderdeel van de PAS wordt met het rekenprogramma AERIUS bepaald of de stikstofdepositie door de voorgenomen plannen zodanig verandert dat een melding of vergunningsaanvraag bij de provincie nodig is.

Pagina 16 van 28 Natuurnetwerk Nederland Het Natuurnetwerk Nederland NNN is een samenhangend netwerk van gebieden met veel natuurwaarden. Het NNN moet voorkomen dat planten en dieren door isolatie van gebieden uitsterven en dat de Nederlandse biodiversiteit afneemt. In het NNN is zijn opgenomen: Natura 2000-gebieden, bestaande natuurgebieden, reservaten en natuurontwikkelingsgebieden en (robuuste) verbindingen; Landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheersgebieden); Grote wateren. Voor het NNN geldt het toetsingskader van het Structuurschema Groene Ruimte 1995 (SGR). Dit is overgenomen in de Nota Ruimte. Deze nota stelt dat ruimtelijke ingrepen moeten worden getoetst op mogelijk negatieve effecten voor de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Voor het hele NNN geldt een nee, tenzij beginsel. Op grond hiervan dient directe of indirecte aantasting van bosen natuurgebied waar mogelijk te worden voorkomen. Er is vrijwel altijd een compensatieverplichting is het provinciaal beleid opgenomen. 3.3 ZORGPLICHT In artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming is een zorgplicht opgenomen. Deze geldt voor zowel soorten als gebieden. Dit houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor Natura 2000- gebieden, bijzondere nationale natuurgebieden en voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. In artikel 1.11 is het als volgt verwoord: De zorg houdt in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kunnen worden veroorzaakt ( ); a. dergelijke handelingen achterwege laat, dan wel, b. indien dat achterwege laten redelijkerwijs niet kan worden gevergd, de noodzakelijke maatregelen treft om die gevolgen te voorkomen, of c. voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zo veel mogelijk beperkt of ongedaan gemaakt. Deze zorg geldt voor alle individuen van in Nederland voorkomende soorten planten en dieren, ongeacht of deze soort beschermd is en ongeacht of ontheffing of vrijstelling is verleend.

Pagina 17 van 28 4. METHODE 4.1 LITERATUURSTUDIE Voorafgaand aan het veldbezoek is gestart met een bureaustudie naar het voorkomen van flora en fauna ter plaatse van het onderzoeksterrein en de nabije omgeving. Deze bureaustudie heeft bestaan uit het opvragen van gegevens van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) van de afgelopen tien jaar. Hierin is een overzicht gegeven van de strikt beschermde soorten van de Wet natuurbescherming binnen een straal van ongeveer een kilometer rond het plangebied. Deze staan weergegeven in onderstaande tabel (4.1). Tabel 4.1 Beschermde soorten binnen een kilometer van het onderzoeksgebied Soort Bescherming Gewone dwergvleermuis HR IV Laatvlieger Bern II, HR IV Steenmarter Wnb art. 3.10, Bijlage A Eekhoorn Wnb art. 3.10, Bijlage A Blauwe reiger** Categorie 5 Bonte vliegenvanger** Bern II, Categorie 5 Boomkruiper** Bern II, Categorie 5 Boompieper Bern II Bosrietzanger Bern II Fitis Bern II Geelgors Bern II Gekraagde roodstaart** Bern II, Categorie 5 Graspieper Bern II Groene specht** Bern II, Categorie 5 Kleine karekiet Bern II Koolmees** Bern II, Categorie 5 Roodborst Bern II Tjiftjaf Bern II Wielewaal Bern II Winterkoning Bern II Zwarte mees** Bern II, Categorie 5 Zwartkop Bern II Poelkikker HR IV Boomkikker Bern II, HR IV Levendbarende hagedis Wnb art. 3.10, Bijlage A *Vogels die behoren tot categorie 1 t/m 4 zijn jaarrond beschermd. **Soorten die vallen onder categorie 5 zijn beschermd als er onvoldoende alternatieven zijn in omgeving. Verder is gebruik gemaakt van bestaande literatuur (verspreidingsatlassen e.d.). Er zijn geen gegevens aangekocht van bijvoorbeeld PGO s (Particuliere Gegevensbeherende Organisaties).

Pagina 18 van 28 4.2 VELDBEZOEK De uitvoering van het veldbezoek heeft plaatsgevonden op 1 december 2017 en is uitgevoerd door mevrouw T. Paerels van Eco Reest BV. Het veldbezoek heeft overdag plaatsgevonden. Tijdens de inventarisatie waren de weersomstandigheden als volgt: droog, bewolkt, windkracht 1 Bft, temperatuur 3 graden Celsius. Het bezoek is gericht om te beoordelen of de onderzoekslocatie geschikte biotopen bevat voor beschermde dier- en plantensoorten. Hiervoor zijn de onderzoekslocatie en de nabije omgeving onderzocht op potentiële leef- en groeiplaatsen van beschermde dier- en plantensoorten.

Pagina 19 van 28 5. RESULTATEN Onderstaand zijn de resultaten van zowel het literatuuronderzoek als het veldbezoek weergegeven. 5.1 VAATPLANTEN De NDFF maakt geen melding van beschermde vaatplanten binnen een straal van een kilometer rond het plangebied. Daarnaast zijn er ook geen beschermde soorten waargenomen tijdens het veldbezoek. Gelet op het gebruik van de locatie (woning met goed onderhouden tuin) worden dergelijke soorten ook niet verwacht ter plaatse. 5.2 VOGELS In de omgeving van het onderzoeksterrein zijn geen broedvogels met jaarrond beschermde nesten bekend bij de NDFF. In een van de knotwilgen langs de oprit zit een nestkast. De eigenaar van het terrein heeft aangegeven dat de nestkast enige tijd werd gebruikt door de steenuil (categorie 1, jaarrond beschermd) en in 2012 is geplunderd door een steenmarter. Vervolgens is de nestkast klaargemaakt door een werkgroep voor uilen en is er geen toegang meer voor de steenmarter. De nestkast is nu opnieuw in gebruik door een steenuil. Gezien de ruime afstand tussen de nestlocatie en plangebied zal er geen verstoring voor de steenuil plaatsvinden. Daarnaast zullen er geen kapwerkzaamheden plaatsvinden waardoor de nestlocatie van de steenuil niet verloren zal gaan. In de omgeving van het plangebied zijn gedurende het veldbezoek enkele vogelsoorten aangetroffen. Het betreffen onder andere de merel, koolmees, pimpelmees en roodborst. Naast de jaarrond beschermde nestlocatie van de steenuil zijn er meerdere nesten waargenomen op het erf. De nesten zijn waargenomen in een zomereik eik, knotwilg en onder de boomhut naast de half open schuur. Het gaat vermoedelijk om een eksternest, tortelduifnest en een nest van een merel.

Pagina 20 van 28 Figuur 5.2 Nest in knotwilg Figuur 5.1 Nest in Europese eik Figuur 5.3 Nest onder boomhut Alle in gebruik zijnde nesten zijn binnen het broedseizoen beschermd. Indien er geen kapwerkzaamheden plaatsvinden binnen het broedseizoen (globaal 1 maart t/m 1 september), of starten voor het broedseizoen en tot in het broedseizoen doorgaan, wordt er geen overtreding van de Wet natuurbescherming verwacht wat betreft nestlocaties voor vogels. Indien de werkzaamheden binnen het broedseizoen starten moet voorafgaand hieraan de locatie worden vrijgegeven door een ervaren ecoloog. Indien bij de controle nesten van vogels, of in aanbouw zijnde nesten worden aangetroffen moeten de werkzaamheden worden uitgesteld tot het nest niet meer in gebruik is. 5.3 GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN Tijdens het veldbezoek zijn er meerdere molshopen waargenomen verspreid over het plangebied. Ondanks dat er niet meerdere sporen zijn aangetroffen van grondgebonden zoogdieren, wordt hierbij opgemerkt dat sporen van kleine zoogdieren in vegetatie lastig zichtbaar zijn. Gelet op het habitattype zou het onderzoeksterrein en directe omgeving, onderdeel kunnen uitmaken van het leefgebied van diverse algemene muizensoorten. De bovengenoemde en verwachte diersoorten zijn aangemerkt als vrijgestelde soorten of soorten die alleen onder de zorgplicht vallen waarvoor in het kader van bestendig beheer, bestendig gebruik, onderhoud aan infrastructuur of ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling geldt. Dit houdt in dat in het kader van de Wet natuurbescherming geen ontheffing noodzakelijk is voor het uitvoeren van de voorgenomen werkzaamheden. Daarnaast worden populaties van bovengenoemde soorten niet in gevaar gebracht. Het zal voornamelijk gaan om verstoring van individuen. De NDFF maakt melding van de eekhoorn en steenmarter binnen een straal van een kilometer rond het plangebied. Van deze soorten worden geen verblijfplaatsen binnen het plangebied verwacht. Eekhoorns zijn voornamelijk in dichtbeboste omgevingen te vinden. Vanwege de afhankelijkheid van rijpe boomzaden is de leeftijd van het bos (minimaal 20 jaar) belangrijker dan de samenstelling Zowel binnen het plangebied als de directe omgeving is te weinig dichte begroeiing aanwezig voor een

Pagina 21 van 28 eekhoorn om zich hier te vestigen. Daarnaast zijn de waarnemingen uit de NDFF allen waargenomen bij buitenplaats de Dennehoek (natuur-/vakantiepark) ten zuidwesten van het plangebied De eigenaar van het terrein heeft melding gemaakt van een steenmarter binnen het plangebied. De steenmarter is een cultuurvolger met een uitstekend aanpassingsvermogen die in veel gebieden voor kan komen. Gezien de omgeving van het plangebied is er genoeg voedselaanbod te verwachten voor de steenmarter. De steenmarter maakt gebruik van bestaande schuilplekken zoals boomholtes, dichte struwelen, zolders, spouwmuren, ruimte onder daken etc. Tijdens het veldbezoek zijn geen openingen waargenomen die groot genoeg zijn voor een steenmarter om toegang te krijgen tot de woonboerderij. De steenmarter zou tijdens het foerageren tijdelijk kunnen verblijven in de half open schuur. Het ontbreekt in de schuur echter aan geschikte schuilmogelijkheden om te dienen als vaste verblijfplaats. 5.4 VLEERMUIZEN In de omgeving van het onderzoeksterrein zijn de volgende vleermuizen bekend uit de NDFF: gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Verblijfplaatsen Tijdens het veldbezoek bleek dat er in de schoorstenen van de woonboerderij open stootvoegen aanwezig zijn. Tevens bieden de gevelpannen en de nokpannen toegang tot het dak. Daarnaast zijn er diverse losse loodflappen waargenomen waar de dieren kunnen verblijven. Hiermee biedt de woonboerderij potentieel geschikte verblijfplaatsen voor gebouw bewonende soorten vleermuizen, zoals de in de directe omgeving bekende gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Onderstaande afbeeldingen geven een voorbeeld van potentiele invliegopeningen voor vleermuizen. Figuur 5.4 Stootvoegen bij schoorsteen Figuur 5.5 Losse loodflap en ruimte onder dakpannen (zuidzijde woning) De knotwilgen langs de oprit vertonen veel scheuren, gaten en loszittend schors. Echter worden er geen vleermuizen in de bomen verwacht aangezien de valruimte te laag is (min. 3m) en met slecht weer de bomen niet genoeg beschutting bieden (water loopt naar binnen, niet windstil etc.). Vliegroute De bosschages in de omgeving vormen lijnvormige elementen die als vliegroute kunnen worden gebruikt door vleermuizen. De aanwezigheid van vliegroutes kan niet worden uitgesloten. Echter gezien de aanwezigheid van alternatieven in de directe omgeving zal het hier niet gaan om essentiële vliegroutes. Bovendien zullen bij de werkzaamheden geen vliegroutes worden aangetast.

Pagina 22 van 28 Foerageergebied Mogelijk maakt het onderzoeksterrein deel uit van het foerageergebied van in de omgeving voorkomende soorten vleermuizen. Daar de geplande ontwikkelingswerkzaamheden overdag plaatsvinden en de locatie en omgeving na ontwikkeling voldoende geschikt zullen blijven als foerageergebied is verder onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen niet noodzakelijk. 5.5 AMFIBIEËN EN REPTIELEN Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën of reptielen waargenomen ter plaatse van het onderzoeksterrein. Gelet op de aard van het plangebied wordt het voorkomen van reptielen ter plaatse van het plangebied uitgesloten. Mogelijk is er in rondom de dichtbegroeide, te handhaven, vijver sprake van incidentele verblijfplaatsen van algemeen voorkomende amfibieën (bijvoorbeeld bruine kikker, gewone pad, kleine water salamander). De bovengenoemde en verwachte diersoorten zijn aangemerkt als vrijgestelde soorten waarvoor in het kader van bestendig beheer, bestendig gebruik, onderhoud aan infrastructuur of ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling geldt. Dit houdt in dat in het kader van de Wet natuurbescherming geen ontheffing noodzakelijk is voor het uitvoeren van de voorgenomen werkzaamheden. Daarnaast worden populaties van bovengenoemde soorten niet in gevaar gebracht. Het zal voornamelijk gaan om verstoring van individuen. 5.6 VISSEN Binnen het onderzoeksterrein is aan de noordoost kant een vijver gelegen. De vijver is echter zeer dichtbegroeid en niet aangesloten met andere watergangen. De kans dat er beschermde vissoorten aanwezig zijn is erg klein. Daarnaast wordt de vijver niet aangetast als gevolg van de werkzaamheden. 5.7 OVERIGE SOORTEN Door het ontbreken van sleutelfactoren zoals waardplanten speelt onderhavig onderzoeksterrein geen cruciale rol voor plaatselijke vlinderpopulaties. Gezien de aanwezigheid van een vijver binnen de onderzoekslocatie kan de aanwezigheid van libellen niet worden uitgesloten. Tijdens het veldbezoek zijn geen algemene diersoorten uit de overige soortgroepen aangetroffen. Zeldzame, beschermde of Rode Lijstsoorten zijn niet aangetroffen tijdens het veldbezoek. Belangrijke reden hiervoor is dat ter plaatse geen geschikt habitat aanwezig is voor deze soorten. De overige in de Wet natuurbescherming opgenomen (strikt beschermde) soorten zijn dusdanig zeldzaam en grotendeels gebonden aan specifieke biotopen zoals heide, hoogveen, laagveen en beken, dat het onwaarschijnlijk is dat de onderzoekslocatie voor deze soorten een functie vervult.

Pagina 23 van 28 6. SAMENVATTING EN CONCLUSIE 6.1 ALGEMEEN In opdracht van de heer H. Kluivers is door Eco Reest BV een quickscan Wet natuurbescherming uitgevoerd ter plaatse van en Kanaaldijk 3 en 3a te Gelselaar. Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen sloop en verbouwing van de opstallen ter plaatse van het onderzoeksterrein. Doel van de quickscan Wet natuurbescherming is een beeld te krijgen van de aanwezige habitats en de voorkomende beschermde dier- en plantensoorten ter plaatse van het onderzoeksterrein. 6.2 CONCLUSIE SOORTENBESCHERMING Binnen het plangebied is een jaarrond beschermd nest als beschreven in de Wet natuurbescherming aangetroffen. Het gaat om een nestkast in een van de knotwilgen langs de oprit die gebruikt wordt door de steenuil (jaarrond beschermd). Gezien de afstand tussen het plangebied en de nestkast zal er geen verstoring plaatsvinden. Daarnaast zullen er geen kapwerkzaamheden plaatsvinden waardoor de nestlocatie niet verloren zal gaan. Er kunnen zich verblijfplaatsen van vleermuizen bevinden onder de daken of in de spouwmuur van de woonboerderij. Voor het verstoren of wegnemen van verblijfplaatsen van vleermuizen is een ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig. Daarnaast kan de directe omgeving onderdeel uitmaken van een foerageergebied of vliegroutes van vleermuizen. Het is bekend dat er een steenmarter in omgeving aanwezig is (gemeld door eigenaar terrein). Tijdens het veldbezoek zijn geen openingen waargenomen die groot genoeg zijn voor een steenmarter om toegang te krijgen tot de woonboerderij. De steenmarter zou tijdens het foerageren tijdelijk kunnen verblijven in de half open schuur. Het ontbreekt in de schuur echter aan geschikte schuilmogelijkheden om te dienen als vaste verblijfplaats. De overige te verwachte diersoorten zijn aangemerkt als vrijgestelde soorten of soorten die alleen onder de zorgplicht vallen waarvoor in het kader van bestendig beheer, bestendig gebruik, onderhoud aan infrastructuur of ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling geldt. Dit houdt in dat in het kader van de Wet natuurbescherming geen ontheffing noodzakelijk is voor het uitvoeren van de voorgenomen werkzaamheden. Daarnaast worden populaties van bovengenoemde soorten niet in gevaar gebracht. Het zal voornamelijk gaan om verstoring van individuen. Er zijn drie vogelnesten waargenomen tijdens het veldbezoek (in een Europese eik, knotwilg en onder de boomhut). Daarnaast is het mogelijk dat in de aanwezige bomen andere algemene vogelsoorten tot broeden kunnen komen. Alle vogelnesten zijn in het broedseizoen beschermd. Voor het broedseizoen wordt geen standaard periode gehanteerd, van belang is of er een broedgeval aanwezig is. Globaal loopt het broedseizoen van vogels van 1 maart tot 1 september. Dit is afhankelijk van de soort en van de klimatologische omstandigheden.

Pagina 24 van 28 6.3 CONCLUSIE GEBIEDSBESCHERMING De onderzoekslocatie is gelegen ten noordoosten van het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied Stelkampsveld. De afstand tussen de onderzoekslocatie en het Natura 2000-gebied bedraagt ca. 7,4 kilometer. Gelet op de afstand tot het gebied, de kernopgave van het gebied en de aard van de geplande ingreep is er geen onderzoek in het kader van gebiedsbescherming binnen de Wet natuurbescherming uitgevoerd. Daarnaast is de locatie gelegen buiten het Natuur Netwerk Nederland. Daar het NNN geen externe werking kent is verder onderzoek in het kader hiervan niet noodzakelijk. 6.4 AANBEVELINGEN EN ADVIES Op voorhand kan niet worden uitgesloten dat er verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn in de woonboerderij. Deze potentiële verblijfplaatsen worden mogelijk verstoord of beschadigd bij werkzaamheden aan het dak. Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn beschermd middels de Wet natuurbescherming. Voor het wegnemen of verstoren van verblijfplaatsen is wettelijk gezien een ontheffing nodig. Om vast te stellen of er daadwerkelijk verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn is nader onderzoek nodig. Daarom wordt geadviseerd om nader onderzoek naar vleermuizen uit te voeren. Opgemerkt wordt dat de locatie in het broedseizoen geschikt is als broedlocatie voor diverse (niet jaarrond beschermde) vogelsoorten. Indien er geen kapwerkzaamheden of werkzaamheden aan het rieten dak plaatsvinden binnen het broedseizoen (globaal 1 maart t/m 1 september), of indien er wordt gestart voor het broedseizoen waarbij de werkzaamheden doorlopen tot in het broedseizoen, wordt er geen overtreding van de Wet natuurbescherming verwacht wat betreft nestlocaties voor vogels. Indien binnen het broedseizoen werkzaamheden worden opgestart moet voorafgaand hieraan de locatie worden vrijgegeven door een ervaren ecoloog. Indien bij de controle nesten van vogels, of in aanbouw zijnde nesten worden aangetroffen moeten de werkzaamheden worden uitgesteld tot het nest niet meer in gebruik is. Wij merken op dat te allen tijde de zorgplicht blijft gelden. Deze zorgplicht houdt in dat nadelige gevolgen voor flora en fauna zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Deze zorg geldt voor alle individuen van in Nederland voorkomende soorten planten en dieren, ongeacht of deze soort beschermd is en ongeacht of ontheffing of vrijstelling is verleend. 6.5 VERANTWOORDING De initiatiefnemer of opdrachtgever is verantwoordelijk voor het gebruik van de rapportage. Eco Reest BV aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor de inhoud, interpretaties of conclusies indien gebruik wordt gemaakt van deelaspecten van deze rapportage, zonder verwijzing naar de volledige rapportage. Bovendien aanvaardt Eco Reest BV geen aansprakelijkheid voor kosten en vertraging die optreden als gevolg van het voorkomen van beschermde flora en fauna. Eco Reest BV T. Paerels

Pagina 25 van 28 GERAADPLEEGDE BRONNEN Broekhuizen, S., Spoelstra, K., Thissen, J.B.M., Canters, K.J. & Buys, J.C. (2016). Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Natuur van Nederland 12. Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden. Leiden Bij12, Kennisdocument Gierzwaluw Apus apus, versie 1.0, juli 2017. Bij12, Kennisdocument Huismus Passer domesticus, versie 1.0, juli 2017. Bij12, Kennisdocument Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus, versie 1.0, juli 2017. Bij12, Kennisdocument Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii, versie 1.0, juli 2017. Dietz, C.O., von Helversen & D. Nill (2011). Vleermuizen, alle soorten van Europa en Noordwest- Afrika. De Fontein / Tirion Uitgevers B.V., Utrecht. Libellennet.nl ndff.nl RAVON.nl SOVON.nl Synbiosiys.alterra.nl Vleermuis.net Vleermuizenindestad.nl Vlindernet.nl

Bijlage 1 Overzicht vrijgestelde soorten provincie Gelderland Vrijgestelde soorten (artikel 3.10 eerste lid, onderdeel c) Provincie Gelderland Zoogdieren Aardmuis (Microtus agrestis) Bosmuis* (Apodemus sylvaticus) Bunzing (Mustela putorius) Dwergmuis (Micromys minutus) Dwergspitsmuis (Sorex minutus) Egel (Erinaceus europaeus) Gewone bosspitsmuis (Sorex araneus) Haas (Lepus europeus) Hermelijn (Mustela erminea) Huisspitsmuis* (Crocidura russula) Konijn (Oryctolagus cuniculus) Ondergrondse woelmuis (Pitymys subterraneus) Ree (Capreolus capreolus) Rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus) Tweekleurige bosspitsmuis (Sorex coronatus) Veldmuis* (Microtus arvalis) Vos (Vulpes vulpes) Wezel (Mustela nivalis) Woelrat (Arvicola terrestris) Amfibieën Bruine kikker (Rana temporaria) Gewone pad (Bufo bufo) Kleine watersalamander (Triturus vulgaris) Meerkikker Pelophylax ridibundus (Rana ridibunda) Middelste groene kikker / Bastaardkikker (Pelophylax klepton esculentus Rana esculenta)