INHOUD. Bestuurs" en IVIanagementstatuut SWV Utrecht PO. Deze versie van dit statuut is door het bestuur vastgesteld op 5 juli 2018.

Vergelijkbare documenten
Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2

Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02

Managementstatuut swv Passend Primair Onderwijs Noord- Kennemerland

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2

Vaststellingsdatum managementstatuut. Artikel 4 Taken en bevoegdheden directeur 4

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van de mandaatregeling 3. Artikel 3 Taken en bevoegdheden bestuur 3

Managementstatuut Samenwerkingsverband 25.04

Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Artikel 1 Definitiebepaling 2

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06

Managementstatuut SWV Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Lelystad-Dronten

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND VOOR PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS EINDHOVEN EN KEMPENLAND

Samenvatting Governance binnen SWV VO 30 06

Managementstatuut voor de directeur van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer 28-07

Mei 2015 MANAGEMENTSTATUUT

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING SAMEN TUSSEN AMSTEL EN IJ.

Managementstatuut. Stichting Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

Managementstatuut (AB-DB model)

De scholen die onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het stichtingsbestuur staan

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

MANAGEMENTSTATUUT TABIJN

MANAGEMENTSTATUUT. Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Bestuurs- en directiestatuut

Scheiding intern toezicht bestuur en het managementstatuut

MANAGEMENTSTATUUT VAN. VERENIGING voor GEREFORMEERD PRIMAIR ONDERWIJS NOORDOOST - NEDERLAND. December 2012

Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur

Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging. versie 14 mei 2018

Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het reglement 2. Artikel 3 Inrichting en samenstelling 2

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Bestuurs- en managementstatuut

Stichting Atrium. Managementstatuut Stichting Atrium

Bestuursstatuut...4. Begripsbepalingen...4 Artikel 1...4

Bijlage 4. Voorbeeld reglement onderdeel bestuur. en organisatie

BESTUURSREGLEMENT STICHTING SWV Artikel 2: Werving en selectie leden algemeen bestuur

Managementstatuut STICHTING VOOR PROT.CHR.SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ON- DERWIJS IN OMMEN EN OMSTREKEN

Managementstatuut Stichting PRIMO-Opsterland Openbaar primair onderwijs in Opsterland.

BESTUURSREGLEMENT VAN DE STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem

Betreft: Voorstel tijdelijke aanpassing managementstatuut d.d

Managementstatuut SKOM

Reglement Auditcommissie van de Raad van Toezicht Esprit Scholen

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Dagelijks Bestuurs- en directiestatuut. Stichting Samenwerkingsverband. PO De Kempen

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Remuneratiecommissie Onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toezichtkader SWV PO3002

Statuut van de algemene directie van de stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in t Gooi

Managementstatuut Stichting Werkplaats Kindergemeenschap

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Reglement voor de Raad van Toezicht van IRIS

Directiestatuut. Directeur bestuurder Samenwerkingsverband VO Zuid Kennemerland

Artikel 2. Vaststelling en wijzigingen van het managementstatuut

Directiestatuut voor Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden.

Directiestatuut. Preambule. Begripsbepaling

Reglement Raad van toezicht

MANAGEMENTSTATUUT p. 1

Managementstatuut. t Baken De Horn De Werkschuit De Toermalijn Piet de Springer.

Door middel van het voorliggende managementstatuut wordt door het bestuur alsnog uitvoering gegeven aan de wettelijke en statutaire verplichtingen.

Statuten Stichting Lucas Onderwijs

Reglement Raad van Toezicht

Reglement voor het college van bestuur van de Stichting V.O. Amsterdam-Zuid. a) stichting de Stichting V.O. Amsterdam-Zuid;

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs

Bestuursreglement Zadkine

Reglement Raad van Toezicht Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam Noord

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

MANAGEMENTSTATUUT. het bestuur van de vereniging Het Amsterdams Lyceum; als bedoeld in art. 14 lid 2 van de statuten;

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Dit reglement is vastgesteld door de Raad van Toezicht van stichting Bibliotheek Kerkrade e.o. en treedt in de plaats van alle voorgaande reglementen.

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN SCHIEDAM

Document waarin de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze van de RvT zijn uitgewerkt en vastgelegd

Managementstatuut van de Stichting Het Baarnsch Lyceum, Scholengemeenschap voor vwo en havo

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT ROC RIVOR

van de vereniging voor PC onderwijs te Ureterp Managementstatuut CBS De Opdracht

: REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. Handboeknummer : Datum : 15 juli 2011 Auteur : Verantwoordelijk : CvB/RvT

Toezichtkader samenwerkingsverband passend onderwijs De Kempen (PO 30-09) definitief

Bestuursreglement tevens managementstatuut

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs

Managementstatuut MOVARE

Statuten Stichting PCPO Westland

Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs (versie 2012)

BESTUURSREGLEMENT NOC*NSF. 1.1 In dit Reglement van het Bestuur van NOC*NSF worden de volgende definities gehanteerd:

MANAGEMENTSTATUUT. het bestuur van de vereniging Het Amsterdams Lyceum; als bedoeld in art. 14 lid 2 van de statuten;

Reglement raad van toezicht stichting Roobol

Grondslag Artikel 2: De grondslag van de stichting is de Bijbel als Gods Woord.

DIRECTIESTATUUT (versie september 2016)

Managementstatuut MEI 2016 VASTGESTELD DOOR CVB PIETER ZANDT SCHOLENGEMEENSCHAP

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT

Managementstatuut van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi

Managementstatuut Versie

Reglement Raad van Toezicht

Code Goed Bestuur in het primair onderwijs

REGLEMENT STICHTING GREENPEACE NEDERLAND

SAMENWERKINGSVERBAND VO HOOFDLIJNENNOTITIE

Geloof in ontwikkeling. Artikel 2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Reglement voor de Raad van Toezicht van GPO-WN

Code Goed Bestuur. in het Primair Onderwijs

Reglement voor de Raad van Toezicht van de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Veenendaal

Reglement College van Bestuur IJsselgroep

Bijlage 1: Toelichting & Overzicht/matrix taken en bevoegdheden

Transcriptie:

SWV Utrecht PO Bestuurs" en IVIanagementstatuut SWV Utrecht PO Deze versie van dit statuut is door het bestuur vastgesteld op 5 juli 2018. INHOUD Algemene bepalingen voor het bestuurs- en managementstatuut Bepalingen Bestuursstatuut Bepalingen Managementstatuut Slotbepalingen voor het bestuurs- en managementstatuut Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018)

SWV Utrecht PO l. Algemene bepalingen voor het bestuurs- en managementstatuut Artikel 1 Definitiebepaling In dit bestuurs- en managementstatuut wordt verstaan onder: Bestuur DGO het bestuur van het samenwerkingsverband Utrecht PO het georganiseerd overleg met de vakorganisaties zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs Directeur de directeur van het samenwerkingsverband, krachtens mandaat belast met o.a. de dagelijkse gang van zaken binnen het samenwerkingsverband Mandaat de machtiging door het bestuur waarbij een bevoegdheid wordt gegeven aan een ander tot het in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitoefenen van taken en bevoegdheden Medezeggenschapsraad de medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband Ondermandaat de machtiging door de directeur waarbij een bevoegdheid wordt gegeven aan een ander (derde) tot het in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitoefenen van taken en bevoegdheden Ondersteuningsplanraad de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het bestuurs- en managementstatuut Het bestuur stelt het bestuurs- en managementstatuut, alsmede wijzigingen daarin, vast. Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018)

SWV Utrecht Pu i:: -: vnoi iilkiiar II. Bepalingen Besfuursstatuut Artikel 3 Taken en bevoegdheden bestuur 1. Het bestuur heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van het samenwerkingsverband, voor het realiseren van een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen tussen en binnen de scholen en voor de kwaliteit daarvan, voor de verdeling, besteding en toewijzing van de ondersteuningsmiddelen en -voorzieningen alsmede voor (het nastreven van) de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en voor de daarmee samenhangende bedrijfsvoering. 2. Het bestuur oefent zijn taken uit op basis van een toeziend bestuursconcept en fungeert ais intern toezichthouder. In dat kader ziet het bestuur toe op de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden welke krachtens dit statuut aan de directeur zijn toebedeeld alsmede op de naleving van de code goed bestuur. 3. Het bestuur stelt een toezichtkader vast waarin in elk geval de beoogde resultaten (doelen) van het samenwerkingsverband en de handelingsruimte voor de directeur worden aangegeven. Het toezichtkader is ieidend voor de inhoud van de verantwoordingsrapportage door de directeur aan het bestuur. 4. Krachtens de statuten is voorbehouden aan het bestuur besluitvorming strekkende tot: a. het aangaan of wijzigen van aansluitingsovereenkomsten met bevoegde gezagsorganen; b. benoeming van bestuursleden alsmede benoeming van de voorzitter en vice-voorzitter van het bestuur; c. vaststelling van het bestuursstatuut; d. vaststelling en wijziging van het ondersteuningsplan e. vaststelling en wijziging van de (meerjaren)begroting van de stichting; f. vaststelling van de jaarrekening en hetjaarverslag van de stichting; g. benoeming, schorsing, ontslag en vaststelling of wijziging van de arbeidsvoorwaarden van de directeur van het samenwerkingsverband; h, vaststelling van het managementstatuut alsmede vaststelling van eventuele kaders voor de directeur; i. vaststelling van het toezichtkader; j. benoeming van de registeraccountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; k. vaststelling van het medezeggenschapsstatuut en van het reglement voor de ondersteuningsplanraad; l. vaststelling van het reglement voor de bezwaaradviescommissie; m. toezicht op de naleving van de wettelijke verplichtingen en op de naleving van de vigerende code voor goed bestuur en de afwijkingen van die code; n. toezicht op de rechtmatige verwerving en doelmatige besteding en aanwending van de middelen van het samenwerkingsverband verkregen op grond van de Wet op het primair onderwijs; o. aanvraag van faillissement van de stichting en van surséance van betaling; p. wijziging van de statuten, tot fusie of splitsing van de stichting en ontbinding van de stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo. Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018)

SWV Utrecht PO jü-.l ï>ior e!k.!i>r 5. Het bestuur legt jaarlijks in het jaarverslag verantwoording af over de uitvoering van zijn taak als intern toezichthouder met betrekking tot de uitvoering van de bestuurlijke taken en bevoegdheden door de directeur ten aanzien van de aangesloten schoolbesturen van het samenwerkingsverband. Artikel 4 Toezichtkader 1. Het bestuur stelt een toezichtkader vast. 2, Het vigerende toezichtkader wordt als bijlage aan dit reglement toegevoegd. 3. Indien en voor zover het toezichtkader onverhoopt strijdig is met het gestelde in de statuten of dit bestuurs- en managementstatuut, prevaleren de statuten. Artikel 5 Commissies 1. Het bestuur kent twee commissies: a. de remuneratiecornmissie ter voorbereiding en uitvoering van de bestuurlijke taken en bevoegdheden als werkgever van de directeur; b. de auditcommissie ter voorbereiding en uitvoering van de bestuurlijke taken en bevoegdheden ten aanzien van financiële aangelegenheden. 2. Een commissie bestaat uit ten minste twee leden, door het bestuur uit zijn midden te benoemen. Het bestuur stelt ook het aantal leden van de commissie vast. 3. Het bestuur benoemt één van de leden van de commissie tot voorzitter. De functie van commissievoorzitter is onverenigbaar met de functie van voorzitter van het bestuur indien sprake is van een onafhankelijk voorzitter als bedoeld in artikel 6 lid 4 van de statuten. 4. De leden van een commissie worden benoemd voor een termijn van vierjaar en zijn voor ten hoogste één termijn herbenoembaar. 5. Het lidmaatschap van een commissie eindigt op het moment dat betrokkene geen deel meer uitmaakt van het bestuur. 6. Een commissie kan een lid van het bestuur, iedere andere functionaris in dienst van de stichting uitnodigen of de externe accountant uitnodigen een vergadering bij te wonen, indien de aanwezigheid van betrokkene tijdens de vergadering door de commissie noodzakelijk wordt geacht. 7. De stichting stelt aan de commissie die voorzieningen beschikbaar die de commissie voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 8. Een commissie vergadert ten minste een maal per jaar en voorts zo vaak als de commissie dat nodig acht. 9. Van iedere vergadering van de commissie wordt van de beraadslagingen en bevindingen verslag gemaakt. Een afschrift van het verslag wordt aan de leden van de commissie en de directeur gezonden. 10. De commissies ste!len het bestuur regelmatig op de hoogte van hun werkzaamheden. Artikel 6 Remuneratiecommissie 1. De remuneratiecommissie adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd over zaken betreffende het werkgeverschap van de directeur, waarbij de commissie erop toeziet dat de arbeidsvoorwaarden binnen de kaders van het beleid en het betamelijke blijven. 2, In het kader van zijn taakstelling: a. voert de remuneratiecommissie de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de directeur; Bestuurs- en managementstatuut (versie 4-oktober 2018)

SWV Utrecht PO b. adviseert de remuner-atiecommissie het bestuur ten aanzien van toepassing van de arbeidsvoorwaarden van de directeur; c. adviseert de remuneratiecommissie het bestuur ten aanzien van benoeming en ontslag van de directeur. Artikel 7 Auditcommissie 1. De auditcommissie adviseert gevraagd en ongevraagd het bestuur over het financieel beleid, waarbij de commissie toeziet op de rechtmatigheid en doelmatigheid van het financieel beheer en financieel beleid van de stichting. Adviezen en beoordelingen van de auditcommissie worden schriftelijk aan het bestuur uitgebracht. 2. In het kader van zijn taakstelling: a. beoordeelt de auditcommissie het functioneren van het interne systeem van planning en control inclusief de opzet en effectiviteit van de interne verantwoording binnen de stichting; b. beoordeelt de auditcommissie de concept (meerjaren)begroting; c. adviseert de auditcommissie het bestuur over de aanwijzing van de externe accountant; d. beoordeelt de auditcommissie de conceptjaarrekening; e. bespreekt de auditcommissie de uitkomsten van de controle van dejaarrekening met de externe accountant; f. toetst de auditcommissie of de aanbevelingen van de externe accountant zijn uitgevoerd en nageleefd; g. beoordeelt de auditcommissie de tussentijdse financiële rapportages; h. beoordeelt de auditcommissie de risico s en de effectiviteit van het uitgevoerde treasurybeleid; i. voert de auditcommissie op verzoek van het bestuur andere toezichthoudende werkzaamheden uit. Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018)

ƒ7/ ^ SWV Utrecht PO ;:,.-: HDI Cl'-..131 III. Bepalingen Managementstatuut Artikel 8 Mandaat 1. Het bestuur verleent ten aanzien van alle taken en bevoegdheden die hem bij of krachtens de wet toekomen en die niet in artikel 3 dan wel de statuten zijn voorbehouden aan het bestuur, krachtens dit managementstatuut mandaat aan de directeur. Het bestuur kan de mandatering van taken en bevoegdheden te allen tijde ongedaan maken. 2. Het bestuur kan kaders stellen voor de uitoefening van het aan de directeur verleende mandaat. 3. Het bestuur onthoudt zich als regel van uitoefening van bestuurlijke bevoegdheden op gebieden die op basis van dit managementstatuut behoren tot de taak en bevoegdheid van de directeur. Indien het bestuur zich op enig moment genoodzaakt ziet op deze gebieden toch van de bestuurlijke bevoegdheden gebruikte maken, dan stelt het daarvan de directeur tevoren in kennis, bijzondere omstandigheden voorbehouden. Artikel 9 Taken en bevoegdheden directeur 1. De directeur is belast met de uitoefening van de taken en bevoegdheden die krachtens dit managementstatuut aan de directeur zijn gemandateerd. 2. Onverlet het in lid 1 gestelde, heeft de directeur in ieder geval de volgende taken en bevoegdheden: a. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van het samenwerkingsverband en met het verwerkelijken van de doelstellingen en wettelijke taken van de stichting, zoals verwoord in de statuten. b. De directeur vertegenwoordigt de stichting ten aanzien van de taken/bevoegdheden welke aan hem zijn gemandateerd. c. De directeur is in samenspraak met de beleidsgroep belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid en activiteiten van het samenwerkingsverband. d. De directeur is belast met het opstellen en uitvoeren van het ondersteuningsplan en het volgen van de bijbehorende totstandkomingsprocedure, waaronder het op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten. e. De directeur geeft leiding aan het personeel dat werkzaam is voor het samenwerkingsverband en draagt er zorg voor, dat met de individuele personeelsleden evaluatiegesprekken met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden worden gevoerd. f. Indien personeel in dienst is van het samenwerkingsverband benoemt, schorst en ontslaat de directeur deze personeelsleden binnen de vastgestelde kaders door het bestuur en bepaalt hun rechtspositie. g. De directeur voert het decentraal overleg met de vakbonden, het overleg met de medezeggenschapsraad en de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband en het op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten over het ondersteuningsplan, tenzij het bestuur heeft aangegeven hier zelf invulling aan te willen geven al dan niet samen met de directeur. h. De directeur geeft leiding aan de voorzieningen van het samenwerkingsverband, i. De directeur beheert de aan het samenwerkingsverband toegekende formatieve en financiële middelen en doet daartoe uitgaven voor zover deze binnen de goedgekeurde begroting en het vastgestelde beleid zijn toegestaan. j. De directeur neemt de besluiten ten aanzien van de toelaatbaarheid van leerlingen tot het speciaal onderwijs en vertegenwoordigt het samenwerkingsverband in bezwaar- en beroepsprocedures tegen deze besluiten. Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018}

SWV Utrecht PD 3. De directeur voert overigens alle taken en verantwoordelijkheden uit die in de functiebeschrijving zijn opgenomen. 4. De directeur woont als regel de bestuursvergadering bij en heeft daarin een adviserende stem. Artikel 10 Ondermandaat 1. De directeur kan aan derden die werkzaam zijn ten behoeve van het samenwerkingsverband mandaat verlenen ten aanzien van de taken en bevoegdheden zoals genoemd in artikel 9 van dit managementstatuut, 2. Een dergelijk ondermandaat laat de verantwoordelijkheid van de directeur onverlet. 3. De directeur stelt een regeling vast waarin het ondermandaat, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, beschreven wordt. Een dergelijke regeling voorziet er ten minste in dat de directeur besluiten en/of maatregelen van derden, die in naam van hem zijn genomen, bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk kan intrekken. 4. De directeur informeert het bestuur over een ondermandaatsregeling. Artikel 11 Beleidsgroep 1. De directeur richt een beseidsgroep in waarin elke aangeslotene het recht heeft om een persoon hierin af te vaardigen. De beleidsgroep brengt advies uit aan de directeur. De directeur zal geen beleidsvoorstellen doen aan het bestuur waaraan geen advisering door de beleidsgroep aan vooraf is gegaan. 2. De beleidsgroep heeft ten doel bij de scholen input op te halen en draagvlak te peilen en te bevorderen voor de ontwikkeling en uitvoering van het inhoudelijke beleid van de stichting. De activiteiten van de beleidsgroep zijn gericht op de ontwikkeling en uitvoering van het inhoudelijke beleid van de stichting. In dat kader stelt de directeur het voorstel van het ondersteuningsplan en de concept (meerjaren)begroting van de stichting in samenspraak met de beleidsgroep op. De beleidsgroep fungeert tevens als een ontmoetingsplaats voor wederzijdse informatie- en gedachtenuitwisseling, 3. De beleidsgroep heeft in concreto tot taak: a. het reflecteren op en/of doen van voorstellen voor de inhoud van het algemeen beleid, de (meerjaren)begroting en het ondersteuningsplan; b. het periodiek met de directeur bespreken van de voortgang van de uitvoering van het ondersteuningsplan; c. het op uitvoeringsniveau mede ideeën ontwikkelen voor het uitvoeren van het ondersteuningsplan: d. het verschaffen van informatie aan de directeur ten behoeve van het opstellen van managementrapportages over de voortgang en uitvoering van het ondersteuningsplan en de gang van zaken binnen het samenwerkingsverband. 4. De beleidsgroep bestaat uit medewerkers van de scholen van de aangeslotenen dan wel beleidsfunctionarissen van de aangeslotenen, Een bestuurslid kan niet tevens lid zijn van de beleidsgroep. 5. De beleidsgroep wordt minimaal twee keer per jaar door de directeur of op initiatief van de beleidsgroep bijeengeroepen. 6. De directeur en de beleidsgroep kunnen in samenspraak besluiten waar gewenst werkgroepen in te stellen ter uitvoering van de taken van de beleidsgroep. Bestuurs" en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018)

SWV Utrecht PO Artikel 12 Rapportage en informatie 1. De directeur informeert het bestuur ten minste vier maal per Jaar over de voortgang van het lopende beleid in relatie tot het ondersteuningsplan en eventuele jaarplannen. 2. De directeur legt halfjaarlijks een verantwoordingsrapportage ter goedkeuring voor aan het bestuur - op basis van het toezichtkader dat het bestuur vooraf heeft vastgesteld - over de beoogde resultaten (doelen) van het samenwerkingsverband en de handelingsruimte van de directeur (grenzen van het mandaat). 3. De directeur informeert de voorzitter en het bestuur tussentijds over ontwikkelingen die van belang zijn voor het samenwerkingsverband. In dit kader draagt de directeur er zorg voor dat het bestuur ten minste wordt geïnformeerd over de volgende aangelegenheden: a. op het samenwerkingsverband betrekking hebbende klachten alsmede de beslissing daarop; b. kwesties waarin de stichting in rechte wordt betrokken of zelf gerechtelijke stappen onderneemt (externe geschillen- en beroepsprocedures daaronder begrepen) alsmede de vonnissen daarin; c. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingsrelaties met andere rechtspersonen en/of instellingen; d. op het samenwerkingsverband betrekking hebbende interne en externe kwa l iteits rapportages (waaronder begrepen inspectierapportages); e. ontslag van personeel anders dan wegens budgetvermindering of natuurlijk verloop; f. managementletters en andere rapportages van externe accountants betreffende de stichting; Artikel 13 Schorsing en vernietiging van besluiten 1. Het bestuur kan besluiten van de directeur wegens strijd met enig geldende regeling en/of wegens mogelijke schade aan de belangen van het samenwerkingsverband en zijn aangesloten schoolbesturen bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk vernietigen. Het bestuur gaat niet tot vernietiging over dan na overleg met de directeur. 2. Het bestuur kan een besluit van de directeur schorsen, indien het besluit naar zijn oordeel voor vernietiging in aanmerking komt. Ziet het bestuur binnen vier weken, nadat het schorsingsbesluit is genomen, af van een vernietiging dan vervalt de schorsing. Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018}

^! SWV Utrecht PO C; 3-^ ^'[JOr Rlk33f IV. Slotbepalingen voor het bestuurs- en managementstatuut Artikel 14 Werkingsduur 1. Het bestuurs- en managementstatuut geldt met ingang van 5 juli 2018 voor drie jaar, onverlet de bevoegdheid van het bestuur tot wijziging of intrekking van dit statuut. 2. Tot wijziging van het managementstatuut wordt niet besloten dan na voorafgaande raadpleging van de directeur. 3. Bestuur en directeur evalueren ten minste eens per driejaar de werking van dit bestuurs- en managementstatuut. Artikel 15 Slotbepalingen in gevallen waarin dit bestuurs- en managementstatuut niet voorziet of bij interpretatieverschillen, beslist het bestuur. Alvorens vastgesteld en ondertekend namens het bestuur SWV Utrecht PO: mevrouw T. Meijer voorzitter bestuur Handtekening '' f " Bestuurs- en managementstatuut (versie 4 - oktober 2018)