Eco-innovatie in de praktijk



Vergelijkbare documenten
De juiste partners voor uw innovaties

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Today black, tomorrow green

Nascheiding kunststoffen. Het heldere alternatief van Attero

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

De toekomst is dichterbij dan je denkt

Nuon Helianthos. Een doorbraak in zonne-energie.

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Productontwikkeling 2.0

Materiaal keuzes. Globaal genomen zijn er 4 basis functies denkbaar waarom men het product wilt verpakken.

Ons nieuwe laboratoriuminrichtingssysteem

Omgekeerd afval inzamelen. Waar zijn we in Stichtse Vecht mee bezig?

De meest milieuvriendelijke PVC Vloer

Valorisatie reststromen met aquatische biomassa. Rommie van der Weide, Wim van Dijk, Sander Huurman, Hellen Elissen,...

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Het Innovatiekompas Inspiratie sessies Dr. Guy Bauwen

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

De toekomst is dichterbij dan je denkt

Eerder verschenen cases: Case opvragen? Eemnesserweg NB Laren +31 (0)

Inhoud presentatie Cohesiebeleid Situatie Uitdaging EU2020

Samen halen we alles eruit

van afvalinzamelaar naar grondstoffenleverancier 2 I

zomer 2012 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek Interview met wetenschapsechtpaar Karel Davids en Marjolein 't Hart

WONEN MET EEN GROEN WOONT ENERGIE NEUTRAAL COMFORTABEL WONEN EN TOCH GELD BESPAREN. Lodewijk Hoekstra NIEUW! DE ENERGIE-EXPERT Steeds meer

Duik eens in uw afval en ontdek de grond stoffen van de toekomst

Products & Solutions for professionals like you

revolutionair in hout Dé duurzame houtsoort voor nieuwbouw en renovatie

GREAT COFFEE MADE EASY

Industriebeleid vertalen naar MKB-metaal

Algen en Groen Gas Een duurzame en rendabele combinatie!

DIMAEN Brochure 2017 DIMAEN BV. 17 februari 2017 Rev.: 1.1. Page 1 of 5

Subsidies Biobased Economy

Innoveren = Marktgericht communiceren

zonweringsdoeken gemaakt van planten THE FIRST SUNSCREEN FABRIC IN THE WORLD WITH CRADLE TO CRADLE CERTIFIED GOLD

Voorbeeldanalyse ethisch dilemma volgens het stappenplan

Subsidiekansen.. SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog?

WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST

Natuurlijk comfortabel -Visie op de afvalwaterketen in de regio Vallei en Veluwe-

Green Deal Concreet 1.0

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

Connecting the energy

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Halo Green CupS DOING GOOD IS EASY

De ONBEKENDE KANT van PLASTIC. Waarom worden zoveel. producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt?

Wilt u uw producten en processen slimmer, veiliger en efficiënter maken?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Innoveren in de topsectoren chemie en energie. InnovatieLink biedt MKB ers praktische oplossingen en ondersteuning

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

Plant One Daar worden ideeën groter van. Karin Husmann

Lessenplan C2C, dé duurzame oplossing?

C-157 Green Deal Productie Bioplastics uit Groente-, Fruit-, en Tuinafval

1 VERPAKKEN IN EEN CIRCULAIRE Copyright 2017 ECONOMIE KIDV door de VNV en het KIDV

Kennis en innovatie; hoe pak je dat op? Van idee / knelpunt tot oplossing en business

De groenten van HAK, met het water van Brabant Water

Symposium Groene chemie in de delta

ERUTAN. Een nieuw business concept ontwerp voor tapijten van natuurlijke vezels met een 100% gesloten biologische cirkel

De toegevoegde waarde van een duurzame werkplek

De kritische consument

Laser codeersystemen. Veilig, flexibel, duurzaam

Report. Living Technology. nr.

Kracht door samenwerking. VDL Kunststoffen

Feeding the world with solar power.

VAN DE MEESTERS IN DRUKWERK

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

STAND VAN ZAKEN INZAMELING EN RECYCLING DRANKENKARTONS

Passie 2.0. Teamgeest helpt bij scoren. Inkt door de aderen. Concurrenten op afstand

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

MANIFEST Duurzaam Den Haag

Mest: de melkkoe voor de productie van grondstoffen. A. Visser Maart 2015

Nieuw: controllers van Syel Europe

100% groene energie. uit eigen land

Groentenvezels als basis voor biobased verpakkingen

25 jaar NIBE - Interview Mantijn van Leeuwen

Duurzaam van nature. bakstenen met een warm hart

Er gebeurt niets. Ze willen niet weg.

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben

De Budget Ster: omgaan met je schulden

SOCIAL RESPONSIBILITY

Hoe krijgen innovaties een kans?...

BIOnyx genomineerd voor. Wie is BIOnyx?

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

SUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS!

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon.

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

Kosteloos innovatie: Innoveren met subsidies.

14 BEDRIJFSLEVEN & LOGISTIEK TRANSPORT DE VARIABELEN

Laboratorium Medisan is er voor u.

De grootste specialist in industriële luchtzuivering. Luchtzuivering - Afzuiginstallaties - Filtertechnieken - Dampafzuiging - Transportsystemen

Dutch Coastline Challenge. Op weg naar 2 e Bijeenkomst 22 juni 2017

Transcriptie:

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Eco-innovatie in de praktijk Een doorkijkje naar 25 jaar groene groei met Milieu & Technologie >>Als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal

2 Eco-innovatie in de praktijk & Technologie Het programma Milieu & Technologie (M&T) stimuleerde tussen 1988 en 2012 de ontwikkeling en toepassing van innovatieve technologie met een milieuvoordeel in uiteenlopende sectoren. Het kon daarbij gaan om processen, producten en diensten. Bedrijven kregen ondersteuning voor projecten in of voor de industrie, van industriële haalbaarheid tot demonstratie. Niet alleen in de vorm van subsidie, maar ook met kennis en contacten. Sinds 2004 richtte M&T zich uitsluitend op het midden- en kleinbedrijf (mkb). Milieu Daarbij was het essentieel dat deze processen, producten en diensten het milieu substantieel minder belastten dan gangbare alternatieven. Dit levert een bedrijf vaak niet alleen milieuwinst op, maar ook voorsprong en economisch voordeel. Het ging om milieugerichte innovaties zoals water- en grondstofbesparing, het voorkomen van schadelijke emissies, het gebruiken van hernieuwbare of afbreekbare materialen en het recyclen en hoogwaardig hergebruiken van materialen. Markt Een innovatie kan technisch perfect zijn, maar toch niet doorbreken in de markt. Om gerichter naar een doorbraak toe te werken, ondersteunde M&T niet-technisch onderzoek voor het onderbouwen van een businessplan. Bijvoorbeeld het vaststellen van product-marktcombinaties, analyseren van de behoeften, wensen en eisen van potentiële gebruikers of analyse van wet- en regelgeving. Dit gebeurde onder de naam TeMa-project (Technologie in de Markt).

3 voorwoord Wat levert 25 jaar Milieu & Technologie onder aan de streep op? Een enthousiaste ondernemer met een goed idee. Dat is vaak het startpunt van duurzame innovatie. De mkb-ondernemers in dit boek bewijzen dat er aan goede ideeën in Nederland geen gebrek is. Zij zitten dicht bij de markt en zien als eerste mogelijkheden voor nieuwe producten, diensten en businessmodellen. Maar om de stap naar die markt te overbruggen, is ook budget, research, demonstratie én een lange adem nodig. Als langstlopende en betrouwbare aanjager van duurzame innovaties gaf Milieu & Technologie mkb ers de afgelopen 25 jaar het benodigde steuntje in de rug. Zoals u hierna kunt lezen leverde dit talrijke mooie, vernieuwende duurzame producten en milieuvriendelijke productiemethodes op. Soms zelfs prijswinnende. Zo kreeg Dyecoo de Herman Wijffelsprijs voor een ingenieuze waterloze textielverftechniek, waarin wereldspelers zoals Nike en Ikea nu investeren. De ondersteuning van Milieu & Technologie ging verder dan een zak met geld. Bij kansrijke ideeën hielpen we ondernemers hun plan aan te scherpen en brachten we partijen in de keten bij elkaar voor een grotere slaagkans. Ook startten we innoverende netwerken, met diverse spelers in de keten, zoals u leest op pagina 54. We streefden ernaar innoverende mkb ers in goede én moeilijke tijden te ondersteunen. Tijdens de crisisperiode hielpen we hun duurzame innovatieve projecten verder te brengen met door het kabinet extra toegekende subsidiemiddelen. In 2009 ondersteunden we zo 65 extra ondernemers. Andersom voedden de mkb ers ons als overheid: zij zien kansen maar ook belemmeringen vaak eerder dan wij. Zo konden we onze aanpak om hen terzijde te staan steeds bijstellen, kennis verspreiden en input geven aan beleid. Na 25 jaar zetten we een streep onder het programma. En als je ergens jarenlang in investeert, wil je weten wat dit onder aan de streep oplevert. Uit berekeningen van het CBS vorig jaar blijkt dat milieu-innovatiesubsidies een positief effect hebben op de werkgelegenheid in milieutechnologie. We kunnen voorzichtig stellen dat subsidies bedrijven het noodzakelijke duwtje in de rug geven. Dit laat ook ons eigen kwalitatieve onderzoek onder ondersteunde ondernemers zien: Milieuinnovatie door het MKB knelpunten en kansen. Duurzame innovaties leverden nieuwe bedrijvigheid op. Tweederde van de benaderde bedrijven bracht de innovatie inmiddels op de markt. Ruim de helft heeft nu meer omzet. Veertig procent heeft ook meer werknemers, 27 procent zelfs drie keer zoveel of meer personeel. Als de innovatie een commerciëel succes is, is die ook altijd op de buitenlandse markt gebracht. Bovendien leverde driekwart van de ondersteunde projecten bij toepassing het gewenste milieuvoordeel op. De vergroening van de economie staat inmiddels goed op de kaart. De overheid hoeft steeds minder te sturen, de samenleving komt vaker zelf met initiatieven. Al met al kunnen we concluderen dat het programma Milieu & Technologie impact heeft gehad. Op individuele ondernemers, op werkgelegenheid en op de aandacht voor duurzame innovatie. Daarop kan voortgebouwd worden. Wij zijn hier trots op en hebben er met veel plezier en enthousiasme aan gewerkt. Meer informatie en inspiratie vindt u op www.agentschapnl.nl/milieutechnologie, waar ook onze projectendatabase staat. Bart Tonnaer, Sectormanager Duurzaamheid en Samenleving Agentschap NL

4 Eco-innovatie in de praktijk 8 10 19 24 14 28 12 17 30 22 46 34 40 50 37 32 52 42 44

Eco-innovatie in de praktijk & 5 Inhoud 6 Milieu & Technologie 1988-2012: programma in vogelvlucht 8 Hoogwaardig carbon black uit oude autobanden 10 Mobiele trafo voor stille en schone stroomvoorziening 12 Interview Kees van Haastrecht, voormalig programmamanager 14 Algen kweken in 3D: duurzaam, controleerbaar en grootschalig 17 Energie en grondstoffen besparen bij kunststof producten: vier stuks tegelijk, mét een dunnere wand 19 Biologisch afbreekbare bodembedekker tegen onkruid 22 Interview ir. Just van Lidth de Jeude, coördinator vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 24 Dennenhout als duurzaam alternatief voor tropisch hardhout 27 MILIEU & TECHNOLOGIE - PROJECTEN IN DE PRIJZEN 28 Geuroverlast van styreen verleden tijd dankzij innovatief reinigingssysteem 30 Waardevolle grondstoffen uit de as van afvalverbranding 32 Interview Prof. dr. ir. Wim Rulkens, voorzitter programmacollege 34 Het gat dichten tussen innovatie en markt 37 Innovatieve luchtreinigers: schone lucht is gezonde lucht 40 Interview Herry Nijhuis, programmamanager 42 Slim beton breken voor hoogwaardige recycling 44 Superstil tapijt voor de weg: een deklaag van gerecycled rubber 46 Kunststof met natuurvezels, sterk alternatief voor hout 48 Milieu & Technologie in cijfers 50 Nieuwe druppeltechniek voor optimaal grondstofgebruik medicijnen 52 Technologie voor gewasbescherming: geen overdosis, maar slim en gericht spuiten 54 KENNISNETWERKEN

6 Eco-innovatie in de praktijk & Milieu & Technologie 1988-2012 1972 Eerste Wereldmilieuconferentie in Stockholm Spreker Barry Commoner (ecoloog en later politicus) geeft aan dat milieuvervuiling te voorkomen is door de technosfeer te integreren in de ecosfeer. Opzienbarend: in die tijd lag de nadruk op het opruimen van de rommel. 1987 Armoede, consumptie en productie Our common future verscheen, beter bekend als het Brundtland-rapport. Geschreven door de World Commission on Environment and Development (WCED). De populaire naam verwijst naar de voorzitster, de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland. De belangrijkste conclusie was dat de grootste mondiale milieuproblemen gevolg waren van de armoede in het ene deel van de wereld, en de niet-duurzame consumptie en productie van het andere deel. Het rapport riep voor het eerst op tot duurzame ontwikkeling. M &T 1988 Programma Milieutechnologie van start Pas eind jaren tachtig kwam er een brede omwenteling in het denken over milieu en het beleid hiervoor: van het opruimen van de rommel naar het aanpakken van de oorzaken. De integrale aanpak hiervoor kreeg gestalte in het eerste Nationaal Milieubeleidsplan Kiezen of verliezen. Daarbij hoorde ook het stimuleren van schonere productieprocessen. Een van de initiatieven die hieruit voortvloeiden was het programma Milieutechnologie, gestart door het Ministerie van VROM, uitgevoerd door Novem. M &T 1989 Milieuproblemen aanpakken bij de bron Het programma Milieutechnologie verstrekte de eerste subsidies, aan projecten van grote en kleine bedrijven en kennisinstellingen. In de beginjaren was het ingedeeld naar milieucompartimenten, in overeenstemming met het toenmalige overheidsbeleid. Zoals bodem, voor nieuwe technieken voor bodemsaneringen. Of water, voor projecten die de emissies naar water door vervuilde lozingen tegengingen. Projecten in het compartiment lucht pakten emissies aan van bijvoorbeeld zwavelhoudende gassen en stikstofoxiden naar de lucht. 1991 Van regels naleven naar geïntegreerde milieuaanpak De nota Technologie en Milieu, die dit jaar uitkwam, pakte een omslag in denken van de voorgaande jaren samen. Men was ervan overtuigd geraakt dat bij bedrijven de nadruk niet moest liggen op het naleven van regels, maar op de verinnerlijking ervan: zij moesten milieuvoorzieningen treffen op momenten die pasten in hun bedrijfsvoering. Met die gedachte sloot de overheid met verschillende sectoren convenanten af met emissiedoelstellingen. M &T 1992 Milieutechnologie kiest voor indeling in sectoren Ook het programma Milieutechnologie verdeelde de projecten naar industriële subsectoren. Aansluitend op de doelgroepenaanpak van de overheid: Doelgroepen Integrale Milieutaakstelling (IMT). Gericht op het oplossen van milieuproblemen waarvoor een aantal sectoren afspraken had gemaakt in convenanten. Zoals schadelijke componenten van verfstoffen voor textiel en van inkt voor drukkerijen. Of grondstoffen en emissies in de chemische industrie en rubber- en kunststofproductie.

Eco-innovatie in de praktijk & 7 Programma in vogelvlucht M &T 2000 Werken aan doorbraak in de markt Een innovatie kan technisch perfect zijn, maar toch niet doorbreken in de markt. Daarom ondersteunde Milieutechnologie (vanaf nu Milieu & Technologie genaamd) vanaf nu ook niet-technische projecten. Dit gebeurde met een TeMa-subsidie: Technologie in de Markt. Dergelijke projecten onderzochten de marktkansen en -belemmeringen voor milieu-innovaties. Zo konden bedrijven gerichter toewerken naar een doorbraak in de markt en voorkomen dat innovaties op de plank blijven liggen. 2002 Van wieg tot wieg William McDonough en Michael Braungart schreven Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things, een boek over duurzaam ontwerpen. Cradle to Cradle (C2C, van wieg tot wieg) is een nieuw concept. De gedachte erachter is dat alle gebruikte materialen na hun leven in het ene product weer opgenomen worden in de natuurlijke kringloop (ecosfeer), of technische kringloop (technosfeer). M &T 2001 Stap naar duurzaam produceren Vanaf 2001 verschoof de focus van M&T naar milieuinnovaties in de industrie in het algemeen. Naast het aanpakken van probleemgebieden richtte het programma zich toen ook op duurzaam produceren en sprongsgewijze milieuverbeteringen. M &T 2004 Focus op mkb Vanaf 2004 was het programma specifiek gericht op het industriële midden- en kleinbedrijf. Voorkeur hadden projecten waarbij verschillende delen van de productieketen waren betrokken, zoals grondstoffenleveranciers, producenten en eindgebruikers, zodat de kans op daadwerkelijke toepassing van een milieu-innovatie zo groot mogelijk was. 2011 De toekomst van milieugerichte innovatie Met een laatste ronde in 2011 stopt het programma M&T. De projecten zijn grotendeels klaar; enkele lopen nog tot 2014 door. De ontwikkelingen in milieu, technologie en innovatie gaan uiteraard verder, maar nu vooral ondersteund door fiscale instrumenten als WBSO en MIA\Vamil. De overheid kiest daarnaast voor nieuwe instrumenten zoals de Green Deals, waarin onder meer bedrijven en overheid afspreken hoe ze (niet-financiële) belemmeringen bij duurzame initiatieven kunnen wegnemen. Ook het topsectorenbeleid komt in de plaats van diverse subsidies: er worden M &T Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI s ) opgericht en mede betaald door het bedrijfsleven. Gericht op innovatie in het algemeen, zonder direct milieuaccent. Bedrijven buiten de topsectoren zijn aangewezen op Europese subsidieregelingen, eigen middelen, een bankkrediet of private investeerders. Door de crisis zijn bedrijven misschien voorzichtiger met het uitgeven van geld, maar de noodzaak om vooruit te denken, groener te produceren en te innoveren is voor veel van hen gelukkig vanzelfsprekender dan dertig jaar geleden.

8 Eco-innovatie in de praktijk & Hoogwaardig carbon black uit oude autobanden Een belangrijk ingrediënt van rubberproducten en kunststoffen is carbon black: een soort koolstof. Het is niet nieuw om olie en koolstof te winnen uit oude autobanden. Toch lukte het bedrijven niet hierop een succesvolle businesscase te bouwen. Black Bear Carbon kreeg dit wel voor elkaar, dankzij een gedegen marktverkenning. De techniek is vaak het probleem niet. Een heel mooi voorbeeld van ondernemerschap en het verbinden van economische en ecologische belangen. Men heeft het gedegen aangepakt. Ik hoop dat het lukt om een substantieel marktaandeel van de huidige, zwaar vervuilende carbon black af te snoepen. William Visser, M&T-adviseur Agentschap NL Het leeuwendeel van oude autobanden wordt nu nog verbrand in cementovens, een ander deel wordt verwerkt tot granulaat voor gebruik in bijvoorbeeld sportvelden. Een welkome groene toepassing in de recycling van autobanden is het terugwinnen van carbon black. Deze roetachtige stof is ingrediënt van rubber en kunststof en wordt traditioneel geproduceerd uit aardolie. Black Bear Carbon wint carbon black uit oude autobanden met pyrolyse: chemische ontleding door verhitting. Ronald Verberne, Christopher Twigg en Jan Jonkman (foto) zijn de mannen achter dit bedrijf. Pyrolyse van autobanden is niet nieuw, maar we concludeerden dat veel ondernemers

Eco-innovatie in de praktijk & rubber- en kunststoffen 9 Milieuvoordeel Voor het groene carbon black van Black Bear Carbon is geen primaire grondstof nodig in tegenstelling tot virgin carbon black, dat wordt geproduceerd uit aardolie. + technisch voordeel + economisch voordeel Het product van Black Bear Carbon is technologisch hoogwaardig, waardoor bepaalde dure additieven bij eindgebruikers niet meer nodig zijn. Dat scheelt in de kosten. met een verkeerd verdienmodel rekenden, zegt Verberne. Voor elke gebruikte autoband is een euro verwijderingsbijdrage betaald. Veel bedrijfjes rekenden dit als inkomsten en hielden geen rekening met wat de bestaande infrastructuur voor het inzamelen van autobanden hiervan opstreek. Eerdere projecten struikelden ook over de vaak lage kwaliteit van het gerecyclede carbon black. Bij de pyrolyse van autobanden ontstaat zo n 60 tot 65 procent olie, 35 tot 40 procent vast residu een soort cokes en gas. De meeste bedrijven gaat het om de teruggewonnen olie. De cokes, waaruit carbon black te winnen is, zijn voor hen een bijproduct: aan de kwaliteit daarvan besteden ze weinig aandacht. Dat ligt bij Black Bear Carbon anders. In ons recyclingproces kunnen we invloed uitoefenen op de verschillende stappen en zo zuiverheden produceren die vergelijkbaar zijn met carbon black zoals die uit olie wordt geproduceerd, vertelt een trotse Twigg. andere keer voor puur. Daartoe kwamen we via een gedegen marktverkenning. Hoe ziet de keten eruit? Wat is je afzetmarkt? Wat voor kwaliteit eisen gebruikers? Verberne en Jonkman voerden vele gesprekken met investeerders en eindgebruikers. De kunst is om je steeds te verplaatsen in de ander, meent Jonkman. Je bent immers zo sterk als je zwakste schakel. De subsidie van Milieu & Technologie daagde ons bovendien uit goed naar ons businessplan te kijken. Milieu & Technologie daagde ons uit goed naar het businessplan te kijken Investeerders over de streep Mede dankzij de subsidie kon Black Bear Carbon zijn technologie bewijzen in twee onafhankelijke laboratoria, wat investeerders verder over de streep trok. Het bedrijf produceert nu bescheiden volumes. Een aantal grote rubberproducenten probeerden het carbon black in hun productieproces. Hieruit blijkt dat er naast groene ook economische en technische voordelen zijn. Jonkman: Zij konden ons product zonder aanpassingen in hun proces toevoegen. En in de automobielindustrie blijkt ook dat ons carbon black producten oplevert met meer glans. Fantastisch. Ons specifieke productieproces zorgt bovendien voor bepaalde chemische substanties, waardoor een aantal dure toevoegingen niet meer nodig is. Dat scheelt in de portemonnee van de klant. Gemengd of puur? Maar met een goed product ben je er nog lang niet, zegt Verberne. De techniek is vaak het probleem niet, het zijn alle dingen eromheen. Om te kunnen starten heb je investeerders nodig. Die zijn kritisch in de huidige economie. Dat brengt allerlei overwegingen met zich mee. Ga je bijvoorbeeld zelf banden inzamelen? Koop je chips van versnipperde autobanden? Of toch liever rubbergranulaat, waarmee je hoogwaardiger carbon black bereikt? Wij kiezen, afhankelijk van de gevraagde kwaliteit, de ene keer voor een combinatie van chips en granulaat en de Over Black Bear Carbon Black Bear Carbon is opgericht in 2010. Het bedrijf produceert hoogwaardig carbon black uit oude autobanden. Meer weten? www.blackbearcarbon.com, 040 239 3030, jj@blackbearcarbon.com

10 Eco-innovatie in de praktijk Elektrotechniek Mobiele trafo voor stille en schone stroomvoorziening Doordat gemeenten bezuinigen is deze markt moeilijk aan te boren. Maar een schoon alternatief voor de huidige lawaaiige en stinkende dieselaggregaten zal er toch komen. Homan gelooft daar stellig in en is daarop voorbereid met haar mobiele trafo. William Visser, M&T-adviseur Agentschap NL Kermissen, braderieën, kerstmarkten en festivals. De economie draait er goed op. De net zo hard draaiende dieselaggregaten voor de benodigde stroom produceren echter veel fijnstof, NO x, CO 2 en geluid. Met een mobiele trafo vond Elektrotechnisch Bureau Homan BV uit Mijdrecht een stiller en schoner alternatief.

Eco-innovatie in de praktijk & luchtemissies 11 Homan BV verhuurt geluidgedempte dieselaggregaten en heeft een serviceteam dat 24/7 bereikbaar is. Als directeur Peter Homan het over zijn in 1937 opgerichte familiebedrijf en werk heeft, noemt hij zichzelf gekscherend een stroomboer die stopcontacten op wielen verhuurt. Onze dieselaggregaten behoren tot de stilste aggregaten, maar het blijft vreemd dat oude vrachtwagens in binnensteden geweerd worden terwijl dieselaggregaten de hele dag verbrandingsgassen uitstoten. Gebruiken wat er ligt Homans eerste zoektocht, naar alternatieve brandstoffen, leverde steeds praktische, veiligheids- of capaciteitsbezwaren op. Met het idee voor een verrijdbaar trafohuisje vond Homan uiteindelijk dé oplossing voor schonere en stillere stroomvoorziening in bevolkte gebieden. We zijn gaan kijken waar je in de bestaande stroomvoorzieningsketen kan aanhaken. Alle centra van steden en dorpen hebben een onderaards kabelnetwerk dat hoogspanning omzet naar midden- en uiteindelijk laagspanning. Die bekabeling ligt er nog, dus waarom niet gebruikmaken van bestaande infrastructuren? Innoveren moet je gewoon doen, onverwachte dingen kom je sowieso tegen Buiten de eigen keten Het idee van een mobiele trafo bleek niet alleen haalbaar, het is ook nog niet eerder gedaan. We hebben er nog literatuuronderzoek naar gedaan, maar nergens ter wereld kwamen we dit concept tegen, beaamt Homan. Hij houdt wel van een uitdaging en groen denken en doen zit bij de Homans in de genen. Je moet niet in problemen denken, maar in oplossingen, vindt hij. Innoveren moet je gewoon doen, onverwachte dingen kom je hoe dan ook tegen. Die los je wel op. Het bedrijf ontving subsidie vanuit Milieu & Technologie. Een aangenaam steuntje in de rug. Zonder hadden we het ook gedaan, maar dan had je door minder financiële armslag misschien andere keuzes gemaakt of bepaalde paden niet onderzocht. We konden nu verder buiten de eigen keten kijken. Techniek en veiligheid Tijdens de ontwikkeling kwamen diverse kinderziektes en verbeterpunten boven tafel. Zo bleek het eerste ontwerp topzwaar en werden voor- en nadelen van een droge en natte trafo gaandeweg steeds duidelijker. Bij een trafo zonder olie moet je geforceerd koelen. Anders raken de spoelen oververhit, legt Homan uit. Bij een met olie gevulde trafo zit je weer met een extra opvangbak. Naast technische specificaties moest nagedacht worden over de beveiliging van het systeem. Met minder onderdelen is het risico op storingen kleiner. En hoe minder onderdelen, hoe minder fout kan gaan bij het bedienen van de trafo. Geen uitstoot of onderhoud Vervolgens onderzocht Homan met een eerste prototype of het idee haalbare kaart was. Op een evenemententerrein in Den Haag werd een ruwe versie van de mobiele trafo ingezet om de werking te testen. Met succes: geen geluidsoverlast en uitstoot meer. Andere voordelen: gemeenten en andere terreinbeheerders hoeven niet meer permanent een transformatorhuisje te onderhouden of te huren. Ze betalen alleen voor die momenten dat ze gebruikmaken van de stroomvoorziening. Slechts een eenmalige investering is nodig om de aansluiting op de bekabeling in de grond te realiseren. Afhankelijk van het gebruik ligt de terugverdientijd tussen de vier en acht jaar. Klaar voor de markt Homan gaat de doorontwikkelde prototypen nog verder testen om het concept in de markt te kunnen zetten. Dat zal met de huidige crisis niet makkelijk worden, maar ik zie genoeg kansen, meent Homan. Onze mobiele trafo s passen perfect in het duurzaam inkopen -beleid van de overheid. Ook helpt het mee om in dichtbevolkte steden te voldoen aan de uitstootnormen en de trafo s veroorzaken navenant geen geluidsoverlast. Daar heeft iedereen baat bij. Over Homan Elektrotechniek Homan Elektrotechniek levert sinds 1937 professionele service voor tijdelijke stroom voorziening en decoratieve sfeerverlichting. Meer weten? www.homan.nl, 0297 28 21 21, info@homan.nl

12 INTERVIEW Eco-innovatie in de praktijk & Kees van Haastrecht, voormalig programmamanager Veel kleine stappen in het oplossen van grote milieuproblemen Als eerste uitvoerders van Milieu & Technologie waren we echte kwartiermakers, zegt Kees van Haastrecht. Hij was als medewerker betrokken bij de start van het programma in 1988. Tussen 1992 en 2000 was hij hoofd van de afdeling. Dit was een van de eerste uitvoeringsprogramma s op milieuvlak van Novem. Veel van wat we toen leerden, konden we later toepassen bij andere programma s.

Eco-innovatie in de praktijk & 13 Het mooie aan werken bij Milieu & Technologie? Dat was toch wel dat je praktische oplossingen voor milieuproblemen werkelijkheid ziet worden, aldus Van Haastrecht. Neem nutriënten in afvalwater, legt hij uit. In de begintijd van het programma was dat echt een probleem. Veel industrieën loosden voedselrijk water, waardoor de waterhuishouding ontregelde en er bijvoorbeeld veel algen kwamen. Met ondersteuning van M&T zijn daarvoor destijds verschillende technologieën ontwikkeld. Je ziet dat er zo concrete stappen worden gemaakt naar heel belangrijke oplossingen voor bedrijven. Om te voldoen aan regels, maar ook om economische kansen te benutten. Dat is de afgelopen jaren op allerlei vlakken gebeurd. Geleidelijke verzakelijking Na ongeveer vijf jaar werd Van Haastrecht hoofd van de afdeling. Door de jaren heen zag hij het programma veranderen en professionaliseren. Aanvankelijk was het gericht op milieuthema s als water, bodem, lucht en geluid. Deze indeling verdween geleidelijk en het programma richtte zich vervolgens op doelgroepen of specifieke problemen. Een andere wijze van uitvoeren, die beter paste bij het beleid van de overheid. Ook verving één overkoepelend programmacollege de aparte commissies per thema. Dit hoorde bij een geleidelijke verzakelijking. Het programmacollege had meer afstand tot de projecten en kon deze daardoor objectiever beoordelen. Belangrijk om die rollen zuiver te hebben. Initiatieven voor duurzame innovatie moeten van de bedrijven komen. Daar vind je de koplopers Pionieren Van Haastrecht was eind jaren tachtig een van de vier medewerkers die het programma opzetten dat toen nog Milieutechnologie heette. Het Ministerie van VROM verstrekte in de periode daarvoor zelf subsidies in het kader van het programma Schone Technologie. Dat was voor hen erg tijdrovend. Passend in een ontwikkeling van scheiding van beleid en uitvoering werden die taken overgedragen aan Novem. Het was voor ons echt pionieren. Als kwartiermakers bedachten we een formeel subsidiekader, want dat was er nog niet. We hadden wel ervaring met het uitvoeren van energiebeleid, maar milieutechnologie was toch een heel nieuw onderwerp. Milieu & Technologie was voor Novem een van de eerste uitvoeringsprogramma s op het gebied van milieu. Veel van wat we leerden en de contacten die we opdeden zijn later gebruikt bij het opzetten van allerlei andere milieuprogramma s. Het was als het ware een groeikern voor Novem. Hij vervolgt: Ik begon zelf met werken aan het thema water. Daarin heb ik me moeten verdiepen, want mijn achtergrond is meer bouwkundig. Bij M&T moest je snappen waarover projecten gaan, je kunnen verplaatsen in partijen, discussies kunnen volgen en een inschatting van de slaagkans kunnen maken. Dat hebben mijn collega s en ik ons in relatief korte tijd eigen weten te maken. Staan voor wat je doet Het bijna vijfentwintigjarige bestaan van M&T is lang, benadrukt van Haastrecht. Rigide was het programma zeker niet. We hebben constant ingespeeld op nieuwe behoeftes, waardoor bedrijven zich steeds door ons aangesproken voelden. Daarnaast hebben we in al die jaren bijzonder goed samengewerkt met VROM. Eerst als Novem, later als SenterNovem en Agentschap NL. We stonden samen voor wat we deden. Daardoor, én door de successen, was en bleef er draagvlak voor het programma bij de beleidsmakers. Het is een voorbeeld van consistent overheidsbeleid waarbij ingespeeld wordt op maatschappelijke veranderingen. Het veld in Milieu & Technologie heeft waarde gehad: we hebben met een breed programma veel kleine stappen vooruit gezet om allerlei milieu problemen op te lossen. Lessen uit M&T kunnen we meenemen bij programma s en regelingen in de toekomst. Dat gebeurt al, bijvoorbeeld bij de Topsectoren en Green Deals. Het belangrijkste is dat initiatieven voor duurzame innovatie van de bedrijven moeten komen. Daar vind je de koplopers met goede ideeën. Vaak hebben ze daarbij allerlei aanloopproblemen en kunnen ze een steuntje in de rug goed gebruiken. Als overheid moet je dus het veld in, je oren en ogen de kost geven. Dat lukt niet vanachter je bureau in Den Haag.

14 Eco-innovatie in de praktijk & Algen kweken in 3D: duurzaam, controleerbaar en grootschalig Algen telen voor bijvoorbeeld omega 3-vetzuren of biobrandstof: technisch is het mogelijk. Maar hierop een levensvatbare businesscase bouwen is nog niet zo eenvoudig. Algae-Tech koos voor een slimme strategie: dit innovatieve bedrijf werkte tegelijkertijd aan het identificeren van geschikte algen, het ontwikkelen van een duurzame teeltmethode én het vinden van potentiële klanten en partners.

Eco-innovatie in de praktijk & biobased economy 15 Dit project vond een goede manier om algen op grote schaal te kweken door middel van ledlicht, waarbij de algen worden gevoed met CO 2 in plaats van suiker. Hierdoor is er geen concurrentie met de voedselproductie. Dit project is mij bijgebleven omdat ze door de subsidie een heel gedegen inschatting konden maken van de mogelijkheden voor grootschalige algenteelt. Maaike Beld, M&T-adviseur Agentschap NL Om gericht aan de slag te gaan, zochten we samenwerking met potentiële afnemers honderdduizenden soorten algen. Je moet nauwkeurig weten welke ingrediënten uit welke soorten interessant zijn voor de industrie. 2010 Technologie in de Markt-steun. Algae-Tech heeft de wind mee. Zo is er een groeimarkt voor de vetzuren, Algen zijn Wij zijn niet de eersten die het lukt hoogwaardige ingrediënten uit algen te onttrekken, zegt David Krenbrink (foto), oprichter van Algae-Tech. Toch krijgen weinig bedrijven het voor elkaar hierop een interessante businesscase te bouwen. Belangrijke reden: men focust doorgaans alleen op technologie, kweekt de algen die makkelijk groeien, maar vindt vervolgens geen afnemer voor de ingrediënten. Om gericht aan de slag te gaan, moet je uitgaan van eindproducten. Er zijn namelijk Krenbrink vervolgt: Bedrijven vertellen natuurlijk niet zomaar waar ze hun ingrediënten vandaan halen en tegen welke prijs. We zijn daarom zelf gaan zoeken naar producten met omega 3-vetzuren die uit algen gewonnen kunnen worden. Daarbij zochten we vervolgens algensoorten en technologie. Ik sprak bedrijven aan en gaf ze samples van onze vetzuren. Dit leverde uiteindelijk een aantal bedrijven op die met ons wilden samenwerken. Zo kregen we informatie over de gevraagde specificaties, volumes en prijzen. Belangrijk voor het vinden van investeerders, want die willen zo concreet mogelijk weten hoeveel je wanneer gaat produceren en verdienen. Groeimarkt voor omega 3-vetzuren Voor deze marktanalyse en het opstellen van een businesscase kreeg Algae-Tech in Feiten & cijfers Algen zijn een duurzame bron van omega 3-vetzuren als DHA en EPA. Deze zijn op talloze manieren toepasbaar, in onder meer visvoer, babyvoeding, voedingssupplementen en geneesmiddelen. Er zijn honderdduizenden soorten algen. Ontdekken welke ingrediënten uit welke soorten interessant zijn voor de industrie is een intensief proces. Algae-Tech ontwikkelde de Algae-Sphere: een gesloten, driedimensionale vijver om gecontroleerd algen te kweken. Deze worden op innovatieve wijze gevoed met CO 2, dat wordt afgevangen uit bijvoorbeeld de industrie.

16 Eco-innovatie in de praktijk & biobased economy Wij kunnen restwarmte en uitstoot van industrie gebruiken en zo haar milieu-impact helpen verkleinen een duurzame bron van omega 3-vetzuren als DHA en EPA, legt Krenbrink uit. Nu is visolie daarvan de grootste leverancier, maar dat is steeds moeilijker verkrijgbaar. De vetzuren worden toegepast in babyvoeding, levensmiddelen en voedingssupplementen, maar ook in visvoer, vegetarische producten en in de vlees- en zuivelindustrie. We spraken met potentiële afnemers die honderden tonnen DHA en EPA per maand inkopen. Marktkansen genoeg dus. De technologie van Algae-Tech heet Algae-Sphere: een gesloten systeem om algen te kweken, waarbij deze gevoed worden met afgevangen CO 2. Bij de ontwikkeling van deze methode en het definiëren van interessante algensoorten werkt Algae-Tech nauw samen met TNO. De combinatie van een geoptimaliseerde algensoort, de Algae-Sphere-kweekreactor en de integratie met de innovatieve CO 2 -voedingstechnologie van TNO leidt tot aanzienlijk hogere algengroei en productopbrengst. Inmiddels heeft het bedrijf voor een aantal onderdelen patenten. De belangrijkste voordelen van Algae-Sphere zijn duurzaamheid, controleerbaarheid en schaalgrootte. Gangbare methoden werken met een open systeem, met als nadelen lage opbrengst en afhankelijkheid van het klimaat. Of met een gesloten systeem met fotobioreactoren, met als nadeel hoge kosten. Algae- Sphere is een gesloten, driedimensionale vijver, een factor zes dieper dan gebruikelijk. Kunstmatig licht zorgt dat de kweek 24 uur per dag doorgaat. Alle onderdelen zijn controleerbaar: belangrijk voor een stabiele oogst. Onze grootste concurrent is een systeem op basis van fermentatie met suikers als voedingsbron, zegt Kira Schipper, bioprocess engineer bij TNO. Nadeel: dit concurreert met de voedselproductie. Bovendien produceert deze methode CO 2, terwijl wij die juist af vangen. Daarnaast cultiveren wij de algen in zout water of afvalwater, waardoor het niet concurreert met de drinkwater voorziening. Uiteindelijk doel: biobrandstof Algae-Tech ontwerpt nu samen met TNO een commerciële pilot. Mogelijke locatie is de Canadese University of British Columbia, die een energiecentrale op basis van houtpellets bouwt. Krenbrink: Door samenwerking op dit soort productielocaties kunnen wij restwarmte en uitstoot van industrie gebruiken, en deze zo helpen de milieu-impact te verkleinen. Schipper vult aan: Vervolgens kunnen we stap voor stap opschalen. Met de winst van producten voor nichemarkten als de farmaceutische industrie kunnen we doorgroeien naar grotere volumes. Uiteindelijk doel is het produceren van biobrandstof, waarvoor enorme oppervlakken nodig zijn. Maar die heb je ook nodig, want CO 2 afvangen is alleen zinvol op grote schaal. Over AlgaeTech B.V. Algae-Tech Netherlands B.V. is opgericht in 2009 en een zuster van Algae-Tech UK Ltd., onder de moedermaatschappij Blue Innovations Global. Het bedrijf richt zich op duurzame, grootschalige algenproductie met een hoogwaardige toepassing voor de farmaceutische, chemische, cosmetische en levensmiddelenindustrie. Meer weten? www.blueinnovationsglobal.com, 06 47 27 77 54, david.krenbrink@algae-tech.com

Eco-innovatie in de praktijk & 17 Spuitgieten Spuitgieten is een techniek waarmee talloze producten worden gemaakt. Van speelgoed tot hightech onderdelen, zowel in kunststof als metaal. Het materiaal wordt gesmolten, in een mal gespoten en weer afgekoeld. Spuitgieten is een proces dat je goed kunt automatiseren en dat daarom geschikt is voor massaproductie. Waar Nederland over het algemeen erg moderne spuitgietmachines heeft, vind je in Oost-Europa en het Verre Oosten oudere machines. Marco de Bruin, director business development Momexx Energie en grondstoffen besparen bij kunststof producten Vier stuks tegelijk, mét een dunnere wand Met de techniek spuitgieten worden massa s kunststof producten gemaakt: van tandpastadopjes tot bloempotten, van boterkuipjes tot bekers. De Brabantse matrijzenmaker Momexx ontwikkelde niet alleen een techniek waarbij deze een dunnere wand krijgen, maar ook een mal voor vier producten in één keer. Zo kun je flink besparen op grondstoffen en energie.

18 Eco-innovatie in de praktijk & kunststoffen Met de viervoudige matrijs en C-fit samen kun je wel dertig procent besparen op grondstoffen en energie Een bakje van de afhaalchinees, een bloempot of een margarinekuipje. Op zichzelf geen technische hoogstandjes. De productie hiervan is echter wel high tech, want vanwege de gigantische aantallen die spuitgieterijen produceren telt alles: een iets dunner bakje betekent minder grondstofverbruik. Een seconde snellere productie kan op jaarbasis duizenden euro s opleveren. Ook moeten de producten aan allerlei eisen voldoen: ze moeten bijvoorbeeld sterk zijn, stapelbaar, in de vaatwasser kunnen enzovoort. Genoeg reden dus om het productieproces te verbeteren. Lichter, maar net zo functioneel Momexx ontwikkelt en maakt al tientallen jaren matrijzen, waarmee fabrikanten dergelijke kunststof producten kunnen maken. De afgelopen jaren ontwikkelde het C-fit: Controlled Flowmoulding Injection Technology. Die maakt het mogelijk de producten een dunnere wand te geven, waardoor minder grondstoffen nodig zijn. C-fit is bovendien sneller en energie- In dit project, waarbij een nieuwe matrijs in eigen beheer is ontwikkeld, kan sneller, beter en met minder grondstoffen en energie kunststof verpakkingsmateriaal gespuitgiet worden. Hierdoor loopt het bedrijf internationaal voorop. Mark Hoogbergen, M&T-adviseur Agentschap NL zuiniger dan gangbare technieken. Bij spuitgieten wordt de vloeibare kunststof met een enorme druk geïnjecteerd, direct afgekoeld en vervolgens verwijderd uit de matrijs. Bij een conventioneel spuitgietproces is voor het produceren van een doorsnee kunststof bakje een machine met een sluitkracht van 800 ton nodig om de druk op te vangen. Met de C-fittechnologie is 350 ton genoeg. Dat scheelt veel energie en je kunt toe met een kleinere machine. Ook een betere temperatuurhuishouding draagt bij aan energiebesparing. Manager Operations Theo van der Putten toont als voorbeeld een nasibakje : Gewoonlijk is de dikte 0,5 à 0,6 millimeter; wij gingen voor 0,4. Normaal weegt zo n bakje 22 tot 23 gram; wij komen tot 16 gram. Daarbij behouden deze producten, ondanks dat er minder materiaal in zit, wel hun functionaliteit. Wel dertig procent besparen Daarnaast ontwikkelde Momexx een nieuwe technologie voor een viervoudige matrijs, waarmee in één keer vier producten kunnen worden gemaakt. Voor dit project en het geschikt maken van de C-fittechnologie kreeg Momexx ondersteuning van Milieu & Technologie. Een uitdagend project, aldus van der Putten. Een enkelvoudige matrijs moet al perfect zijn om enorme aantallen producten van dezelfde kwaliteit te produceren, laat staan als het om vier stuks tegelijk gaat. Maar het is gelukt. Volgens Van der Putten is de kwaliteit die Momexx kan leveren beter dan wat gewoonlijk op de markt komt. Tegelijkertijd is er een behoorlijke milieubesparing mogelijk. Met de viervoudige matrijs en C-fit samen kun je wel dertig procent besparen op grondstoffen en energie, zegt hij. Voor mogelijk nog meer milieuvoordeel onderzocht Momexx ook het gebruik van biopolymeren: kunststof van natuurlijke grondstoffen in plaats van aardolie. Maar daaraan bleken nog wat haken en ogen te zitten. Het basismateriaal is duurder en het soortelijk gewicht hoger. En dat telt door in de kostprijs. Ook blijken gassen die vrijkomen bij het spuitgieten de matrijs aan te tasten. Op bestaande machines aansluiten Momexx testte de viervoudige matrijs en C-fit bij diverse spuitgietbedrijven. Samen met een machinebouwer ontwikkelde het een losse besturingsunit waarmee bedrijven de nieuwe techniek vrij eenvoudig kunnen aansluiten op hun bestaande machines. Deze besturingsunit werkt onafhankelijk van de machineleverancier, waardoor we de technologie breed kunnen verkopen. En hoewel de voordelen in grondstoffen- en energiebesparing al evident zijn, gaat Momexx de technologie nog efficiënter maken. Nu wordt gebruikgemaakt van hydrauliek om te persen, wij willen dat graag elektrificeren, omdat dat goedkoper is. Daarnaast willen we de snelheid nog meer opvoeren en aanvullende testen doen met andere materialen. Zo zorgen we voor nog meer energiebesparing en duurzaamheid. Over Momexx Momexx ontwikkelt en produceert matrijzen en spuitgiettechnieken voor kunststoffabrikanten. Met vestigingen in zowel Nederland als China speelt het een toonaangevende rol op de internationale markt. Meer weten? www.momexx.nl, 0416 56 09 35, info@momexx.nl

Eco-innovatie in de praktijk & land- en tuinbouw 19 Groene bodembedekker tegen onkruid Telers gebruiken doorgaans herbiciden of plastic folies Prachtig voorbeeld van hoe niet duurzame toepassingen die al jaren worden gebruikt, kunnen worden vervangen door wel duurzame. Waarbij ook nog eens minder handling door de gebruiker nodig is. De vele energie die de ondernemer in deze innovatie heeft gestoken is beslist de moeite waard. tegen onkruid. Deze remmen echter niet alleen de groei van onkruid, maar ook die van de gewassen. Bovendien vervuilen ze het milieu. Schmits Chemical Solutions en Goossens Flevoplant ontwikkelden een lichtdicht bodembedekkend laagje tegen onkruid dat milieuafbreekbaar is. Teun Bolder, M&T-adviseur Agentschap NL

20 Eco-innovatie in de praktijk & land- en tuinbouw Feiten & cijfers Nederland gebruikt jaarlijks miljoenen kilo s herbiciden. Als je die kunt vervangen is de milieuwinst groot. Greenprotect, ontwikkeld door Schmits en Goossens, is een mengsel van natuurlijke vezels en volledig biologisch afbreekbaar. Tel uit je winst als je in drie in plaats van vier jaar kunt oogsten Aardbeiplantenproducent Goossens Flevoplant klopte in 2009 aan bij Schmits Chemical Solutions. Goossens vroeg zich af of wij een milieuvriendelijk alternatief voor herbiciden konden maken, vertelt Miechel Zweers (kleine foto), directeur R&D bij Schmits. Telers en kwekers hebben hieraan grote behoefte. In Nederland alleen al worden jaarlijks miljoenen kilo s herbiciden gebruikt. Als je die kunt vervangen is de milieuwinst groot. Dergelijke producten zijn niet de core business van Schmits, dat vooral chemische mengsels voor reinigingsmiddelen en textielcoatings maakt. Maar we ontwikkelen ook maatwerkproducten: innovatie is ons niet vreemd. Met steun van Milieu & Technologie ontwikkelden Schmits Chemical Solutions en Goossens een milieuvriendelijk product tegen het ontkiemen van onkruid: Greenprotect. Een gewassenteler kan dit sproeiend aanbrengen. Na het drogen vormt zich een veerkrachtig, bodembedekkend laagje dat wel vocht doorlaat, maar geen licht, waardoor onkruid niet kan ontkiemen. Na de oogst kan de teler het omploegen. De voordelen zijn evident, zegt Zweers. Herbiciden zijn in meer of mindere mate giftig. Ze doden niet alleen onkruid, maar zijn ook slecht voor milieu en gewassen. Plastic folie laat naast licht ook geen vocht door en moet je na afloop weggooien. Greenprotect is niet alleen volledig biologisch afbreekbaar, maar zorgt ook nog eens dat gewassen zo n 25 procent beter groeien dan met herbiciden.

Eco-innovatie in de praktijk & land- en tuinbouw 21 Stevig, fijnmazig netwerk Schmits is gewend dunne, flexibele coatings te maken voor textiel. Zoiets wilden we nu ook ontwikkelen: een dunne, elastische laag, die geen licht doorlaat maar wel vocht. Van natuurlijk materiaal, dat je vloeibaar kunt aanbrengen en dat vervolgens een stevig, fijnmazig netwerk vormt. Met dit ruwe idee ging Schmits aan de slag. Eerst in het laboratorium, vervolgens in de buitenlucht. Hier moesten we rekening houden met talloze variabelen. Wat zijn de juiste omstandigheden voor het aanbrengen? Hoe lang moet het drogen? Welk mengsel is makkelijk te sproeien, maar waait of regent eenmaal gedroogd niet weg? Schmits deed testen bij telers van buxussen, laanbomen en rozenzaailingen, zowel in de volle grond als in plastic containers. Met een machinebouwer ontwikkelde het een rijdende spuitmachine met kappen, die het product precies tussen de gewassen krijgt. Zweers concludeert: Greenprotect werkt. We hebben nu een product dat een halfjaar tot een jaar blijft liggen. Het gaat het ontkiemen van onkruid tegen, maar bevordert juist de groei van de gewassen zelf. Een buxusteler merkte ook dat hij geen last meer had van opspattend zand en schimmelvorming op de onderkant van zijn gewassen. Telers kijken uiteraard niet alleen naar de voordelen, maar ook naar de prijs. Maar als je bedenkt dat gewassen met Greenprotect zo n 25 procent beter groeien dan met herbiciden, dan wegen eventuele hogere aanbrengkosten daartegen op. Tel uit je winst als je na drie jaar kunt oogsten in plaats van vier. Over de bedrijven Schmits Chemical Solutions mengt chemicaliën tot producten voor met name de textiel- en reinigingsindustrie. Het mkb-bedrijf werd in 1974 opgericht als leverancier voor de Twentse Textielindustrie. Meer weten? www.schmits.nl, 0546 57 40 60, info@schmits.nl Snel ontwikkelen is belangrijk bij innovatie: de markt is er nú rijp voor Goossens Flevoplant is een van de marktleiders in Nederland in het vermeerderen van aardbei - planten. Het bedrijf is in 1958 opgericht, heeft ook vestigingen in Polen en Oekraïne en heeft milieubewust telen hoog in het vaandel staan. Eindeloze toepassingsmogelijkheden Zweers vervolgt: Dankzij de steun van Milieu & Technologie konden we meer tijd stoppen in het project. Dat zorgde voor continuïteit, waardoor we relatief snel een product konden ontwikkelen. Belangrijk voor innovatie: de markt is er nu rijp voor. Als je te lang wacht, is er misschien al een andere oplossing en mis je de boot. Geweldig dat we nu een werkend eindproduct hebben. De gewassentelers waar we de proeven doen reageren zeer enthousiast en we zien allerlei andere toepassingsmogelijkheden, voor bijvoorbeeld containerteelt, plantsoenendiensten, begraafplaatsen of particulieren. In binnen- én buitenland. Meer weten? www.flevoplant.nl

INTERVIEW 22 Eco-innovatie in de praktijk & ir. Just van Lidth de Jeude Coördinator vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Bedrijven moeten zich gesteund voelen in hun pogingen duurzaam te zijn Uit ad-hoc-steun aan bedrijven door het ministerie van VROM ontstond in 1988 het programma Milieutechnologie. Tijdens het hele bestaan was Just van Lidth de Jeude coördinator vanuit het ministerie. We beseften dat het bedrijfsleven met zaken komt die je als overheid niet voorziet. Met een strak programma kun je daarvoor geen ruimte bieden. Onze flexibiliteit was dan ook een belangrijke kracht.

Eco-innovatie in de praktijk & 23 Waarom was een regeling voor milieutechnologie destijds nodig? Waar bedrijven eerder vooral als vervuilers werden gezien, wilde de overheid hen in de jaren tachtig meer betrekken bij het zoeken naar oplossingen. We begonnen bedrijven te beschouwen als partners met wie het milieubeleid moest worden uitgevoerd. Dat begon heel rudimentair en ad hoc. Als we een leuk project tegenkwamen, maakten we geld over. Dit aantal groeide en tegelijkertijd kwam de EU met regels rond subsidies. Toen kwam de noodzaak om de samenwerking in een net jasje te gieten. En het antwoord was dit programma? Ja, Milieutechnologie, zoals het aanvankelijk heette, is eigenlijk heel organisch tot stand gekomen en gegroeid. Novem nam de uitvoering over en we bedachten een formele regeling. In de beginperiode waren we daarbij als ministerie nauw betrokken, met drie of vier man. We zetten commissies op rond de verschillende milieuthema s bodem, lucht, geluid enzovoort. Hierin zaten inhoudelijke experts die de betreffende aanvragen beoordeelden. Toen het programma jaar na jaar groeide, was de structuur met commissies niet meer te handhaven. Om het meer te stroomlijnen kwam er in de jaren negentig één overkoepelende commissie. De uitvoering is geleidelijk helemaal overgegaan naar Novem, later SenterNovem en vervolgens Agentschap NL. Het programma is door de jaren heen dus vaak veranderd? Afhankelijk van het politieke tij kregen we steeds een iets andere smaak. Maar dat had vooral betrekking op de organisatie, niet zozeer op de projecten. Eerst lag de focus op milieucompartimenten, zoals water, lucht en bodem. Die hadden in de begintijd veel maatschappelijke aandacht. Daarna ging de overheid zich richten op doelgroepen en het programma veranderde mee. Nu zie je weer een focus op Topsectoren. Was het lastig om steeds te veranderen? Uiteraard, maar het hield ons ook scherp en jong doordat we steeds goed moesten nadenken hoe we het programma weer lijn konden geven. Het is succesvol geweest, want welk programma heeft nu zo lang bestaan? Een unicum! Dat een dergelijk programma zoveel activiteiten ontplooit is bijzonder Wat was de kracht van Milieu & Technologie? Doordat we zo lang bestonden waren we een continue factor richting bedrijven. Bovendien was het een breed programma dat zich niet beperkte tot één thema of milieuprobleem. We beseften terdege dat het bedrijfsleven met zaken komt die je als overheid niet voorziet. Daar moet je dan de ruimte voor bieden en dat lukt niet met een strak programma. Daarnaast was het belangrijk dat we ons op het mkb richtten en persoonlijk contact hadden met de bedrijven. Niet iedere onderneming is in staat om haar plan goed te formuleren of de juiste partners te vinden. Milieu & Technologie ondersteunde daarbij. De kennis van bedrijven droegen we breed uit én gebruikten we als input voor beleid En het programma deed meer dan subsidieverstrekken? Inderdaad. Ons doel was het bevorderen van schone technologie. De subsidies waren een instrument om toegang te krijgen tot informatie van het bedrijfsleven. De kennis die we hiermee opdeden droegen we breed uit én gebruikten we als input voor beleid. Bijvoorbeeld door het verzamelen en verspreiden van informatie per bedrijfstak. Maar ook met het opzetten van kennisnetwerken. Daarnaast hebben we getracht aansluiting te vinden bij programma s in omringende landen. Dat bleek lastig, omdat ieder land nog erg voor zichzelf bezig was. Maar we hebben er wel veel van geleerd. Dat een dergelijk programma zoveel activiteiten ontplooit is bijzonder, want de meeste subsidietrajecten doen niet veel meer dan geld verstrekken. Wat voor gevolgen heeft het dat M&T nu stopt? Dat is nog moeilijk te overzien, want het gaat vrij geruisloos. De bedrijven gaan door en er zijn andere overheidsprogramma s zoals de Topsectoren en de Green Deals. Pas over een aantal jaren kun je zien hoe het dan staat met milieuvriendelijke innovaties. Belangrijk is in elk geval dat de bedrijven zich gesteund voelen in hun pogingen om duurzaam bezig te zijn. Die lijn moeten we behouden.

24 Eco-innovatie in de praktijk & Dennenhout als duurzaam alternatief voor tropisch hardhout Bij Foreco, midden in de bossen bij Dalfsen, worden ladingen hout verwerkt en bewerkt tot meubels, gevels, bergingen en speeltoestellen. Daarnaast timmert het bedrijf behoorlijk aan de weg met innovatie en duurzaamheid. De nieuwste telg is NobelWood volledig biologisch behandeld dennenhout met de eigenschappen en uitstraling van teak.

Eco-innovatie in de praktijk & houtproductie 25 Bestaande materialen koppelen aan nieuwe technieken is al jaren dagelijkse praktijk bij Foreco. Op deze manier ontwikkelden ze al vele product(concept)en, die de duurzaamheid, hoogwaardigheid en veelzijdigheid van hout ten goede komen. Zoals bijvoorbeeld TwinWood voor damwanden met boven water hardhout, onder water vurenhout en het brandvertragende SafeWood. Mooi om te zien hoe op zeer praktische wijze heel taaie, technische problemen werden opgelost. Daaruit is een duurzaam product ontstaan, een soort hout+. Je ziet dat het hout is, met toch een heel eigen uiterlijk. Teun Bolder, M&T-adviseur Agentschap NL Wetenschappelijke basis Het idee dat aan de basis ligt van NobelWood, werd enkele jaren geleden geboren bij het Belgische bedrijf Trans Furans Chemicals (TFC). De Stichting HoutResearch legde het contact met Foreco. Peter Swager (foto), directeur Foreco: Op dat moment, midden in de crisis, stonden we eerlijk gezegd niet te springen om een nieuw experiment. Maar de techniek en de mogelijkheden klonken veelbelovend. Het had een wetenschappelijke basis, was goed onderbouwd en er waren ook al testen mee gedaan. Maar het allerbelangrijkste was de goede klik qua ondernemerszin, in het oriënterende gesprek met Wim van Rhijn en Hans Hoydonckx van TFC. Biomodificatie De bedachte techniek bestaat uit biomodificatie van dennenhout. Het hout wordt door en door geïmpregneerd met in water oplosbare biopolymeren, afkomstig van de afvalbiomassa van rietsuikerstengels. Na droging versterken en verduurzamen de polymeren de houtcelwanden. In het hout vindt een reactie plaats waardoor de kwaliteit en de eigenschappen van het hout sterk verbeteren. Kortom, van duurzaam verbouwd laagwaardig dennenhout wordt met biobased materiaal een hoogwaardige variant gecreëerd zonder dat daar verf, lak of chemicaliën zoals cresoot of wolmanzouten aan te pas komen. Andere milieuvoordelen zijn: geen verdere bedreiging van het tropisch regenwoud en duurzaam hout voor duurzaam bouwen. Levensduur van 50 jaar Swager: Dankzij subsidie van Agentschap NL konden we via een proefinstallatie experimenteren met impregneren en drogen. De techniek staat nu en het eindproduct is af. Met een complete impregneerinstallatie en droogkamer zijn we nu klaar om te gaan produceren. NobelWood voldoet aan duurzaamheidklasse 1 en ziet eruit en gedraagt zich als teak. Dat betekent een levensduur van 50 jaar in weer en wind en 25 jaar in contact met grond en water. Met het product won Foreco in 2009 de Nederlandse EEP-award. Voor het innovatieve project Brede School Fiep Westendorp in Amsterdam won het bedrijf in 2012 de FSC Keten Award. Tot 2 miljoen euro voor vervolgproject Voor de verdere marktverbreding van de NodelWoodtechniek ontvangt Foreco de komende drie jaar subsidie van het Eco-innovation-programma van de Europese Unie. Het nog definitief vast te stellen bedrag varieert van 0,5 tot 2 miljoen euro.