Praktijkmededeling. Bescherming van leliebollen tegen Penicillium-aantasting tijdens de bewaring. Praktijkmededeling nr. 36,sept. '71. J.

Vergelijkbare documenten
Praktijkmededeling. Bestrijding van Pénicillium bij hyacinten tijdens de koeling bij 9 C. Praktijkmededelingnr. 30,juli '69

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Praktijkmededeling. Vermeerdering van Lelies door middel van bolschubben. Praktijkmededelingnr. 24,okt. '67. J. Boontjes

Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen?

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

\9«5 Sr T]^z ONTSMETTING VAN LELIE (SCHUBBEN, PLANTGOED EN LEVERBAAR) Rapport

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

PRAKTIJKMEDEDELlROo. If

PRAKTIJKMEDEDELING No. 11 va. hei. Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

In dit document zijn de belangrijkste ziekten en plagen opgenomen, die een risico kunnen vormen voor de productie van bollen van goede kwaliteit

Het voorkomen van schade door de warmwaterbehandeling tegen stengelaaltjes bij hyacint

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Plantgoedmonitoring. Telen met toekomst, november

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Onkruidbestrijding in Nerine

Bolontsmetting lelie

Droogrotbestrijding in gladiolen

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Bossigheid in Zantedeschia

Haalbaarheid bulkbewaring leliebollen boven nul in MAP. Henk Gude en Marga Dijkema

Warmwaterbehandeling lelie

Voorwaarden voor droge koeling bij grond- en waterbroei van snijhyacinten

Burkholderia in gladiolen

Verslag Switch proef najaar 2009

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur (GA) voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gebruik ECA water in de lelieteelt. Innoventis, 22 december 2015, Casper Slootweg

Praktijkmededeling. Symptomen en bestrijding van aantasting door de narcismijt. Praktijkmededelingnr. 33,juli 70. Dr. J. J. Beijer en Dr.B.H.H.

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van slechte kieming en schimmelrot bij de broei van Anemone blanda

u DATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Bewaring lelie. Diverse aspecten tijdens de bewaring van leliebollen. Hans Kok en Hans van Aanholt

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003

Zwarte spruiten in lelie

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268

Praktijkmededelii. Houdbaarheid van tulpebloemen op water. Praktijkmededelingnr. 20,sept. '66. Ir. G. Hekstra

Verspreiding van zuur vanuit plantgoed en vanuit de grond

Vitaal plantgoed door optimale bewaring

Bestrijding bollenmijt in hol- en snijbollen hyacint

Verbeterde warmwaterbehandeling in lelie

Optimaliseren van de Nerineteelt

Vervanging voorweken door langer koken ter bestrijding van stengelaaltjes

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Koken en bolontsmetting narcis zonder formaline. Peter Vreeburg en André Korsuize

Ziekten en plagen ERWINIA. Veroorzaakt door: Bacterie.

ù i é ï- INSTITUüT VOOR PHYTOPATHOLOGIE LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLEN- ONDERZOEK TE LISSE PREPARATIE VAN NARCISSEN VOOR HET ZUIDELIJK HALFROND

Bolontsmetting Tulp 10/20/2011. Onderwerpen. Waarom bolontsmetting? Basis voor bolontsmetting plantgoed tulp. Welke middelen in ontsmettingsbad?

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Californische trips in lelie

Perspectief van reinigingsmiddelen bij de warmwaterbehandeling en de bolontsmetting

Teelt de grond uit. Leliedag 13 februari 2013, Casper Slootweg

Inhoudsopgave. Resultaten na oogst onderzoek inwendige gebreken bij paprika P8 bestuur 4 juli Opzet proef 2 inzet vrijdag 14 juni 2013

Zachtrot in iris. E.A.C. Vlaming-Kroon. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen oktober 2005 PPO nr

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

Hasten Spint komkommer

De werking van Contans tegen sclerotievormende schimmels

Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943

Het Nederlands Lelie Rapport Met Micosat mycorrhizae, schimmel en bacteriën

Heetstook van Zantedeschia

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Naar een oplossing voor onbekend wortelrot in lelie

Demo waterteelt van Iris

Mycosphaerella. 2 e teelt Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Sint-Katelijne-Waver

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

Onderzoek naar de bestrijding van de bacterieziekte Burkholderia gladioli in gladiool. Hans Kok en Hans van Aanholt

E 38 GRONDBEDEKKINGSPROEF BIJ IJSSLA (VOORJAAR 1976) door : H.G.A. veen Esch. Naaldwijk, oktober 1976 No. 743/11/ J2-1 no?

Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie

Stengelrot bij lelie door de schimmel Rhizopus

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

De temperatuurbehandeling van hyacinten, die gebruikt worden voor huis broei in december en januari

Emissieloos ontsmetten op de plantmachine

Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van narcis

Galmijtbestrijding in tulp

Enkele overwegingen bij het stekken in de boomkwekerij: waar en waarin?

10 L Mirage is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Breed werkend fungicide

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Teeltwisseling en komkommerbontvirus

Jonge planten lijken op paardebloem.

DE BESTRIJDING VAN DROOGROT IN GLADIOLEN

Bestrijding van trips in gladiool

Haagsteeg 6, Wageningen Tel.:

Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van narcis in de bloementeelt

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

Transcriptie:

STICHTING LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLENONOERZQEK POSTBUS«216QAB «SSE i. Praktijkmededeling Bescherming van leliebollen tegen Penicillium-aantasting tijdens de bewaring J. Boontjes Praktijkmededeling nr. 36,sept. '71

BESCHERMING VAN LELIEBOLLEN TEGEN PENICILLIUM-AANTASTING TIJDENS DE BEWARING Samenvatting + Leliebollen kunnen tijdens een langdurige bewaring bij lage temperatuur (2 of V2 0 C) worden aangetast door schimmels van het geslacht Pénicillium. Deze veroorzaken het zogenaamde Penicillium-rot * Van de onderzochte bestrijdingsmiddelen gaf benomyl (merknaam: Benlate) de beste bescherming tegen deze ziekte. * Er wordt geadviseerd de bollen gedurende 30 minuten te dompelen in een oplossing van 0,2% benomyl (200 gram Benlate op 100 I water). * De bollen moeten tijdig worden ontsmet, bij voorkeur binnen 14 dagen na het rooien en verwerken van de oogst. * De bollen moeten na het ontsmetten zorgvuldig worden 'teruggedroogd' en mogen daarna pas worden verpakt. Alb. 7 Penicillium-aanfasfing op bo//en van de cv. 'Fire King' na 3 maanden bewaring in houtmot. 1 '5M 333

Inleiding Omdat een leliebol niet omgeven is door een beschermende huid, kunnen de schubben bij het rooien en verwerken van de oogst gemakkelijk worden beschadigd. Na het verrichten van de genoemde werkzaamheden worden de bollen meestal met droge houtmot of turfmolm in fust verpakt en tot de gewenste plantdatum bij 2 of V2 0 C bewaard. De duur van deze bewaring kan soms wel 10-11 maanden zijn. Tijdens de bewaring kunnen Penici///'um-schimmels de bolschubben op de beschadigde plaatsen binnendringen en daar rotte plekken veroorzaken. Naarmate de bewaring langer duurt worden deze plekken groter. Soms kunnen gehele schubben rot worden. In het ergste geval dringt de schimmel door tot in de bolbodem; dan moeten de bollen als verloren worden beschouwd. Typisch voor deze schimmels is, dat een lage temperatuur geen belemmering voor hun activiteit vormt. Zelfs bij V2 0 C kunnen de schubben nog geheel wegrotten. In partijen die langer dan 3 tot 4 maanden zijn bewaard, is bijna altijd Pen/ci'l/ium-rot aanwezig. Dit houdt in dat er dan meestal veel arbeidsuren nodig zijn om de aangetaste schubben van de bollen van zulke partijen te verwijderen. Vanaf 1967 is gezocht naar een middel waarmee de bollen ontsmet kunnen worden voordat ze in bewaarfust worden verpakt om zodoende de uitval te voorkomen en arbeid te kunnen besparen. Hierbij werden proeven genomen met de hieronder genoemde middelen. fenolderivaat furidazol quintozeen (PCNB) thiram (TMTD) formaline captafol bcnomyl merknaam AAglitan, Lirosan, Cerenol geen AAfuma, Brassicol, e.a. AApirol, Pomarsol, e.a. Handelsformaline 40% Ortho-Difolatan Bcnlate Van deze middelen voldeed benomyl het best; daarom zijn hiermee later op uitgebreide schaal proeven genomen om na te gaan hoe de bescherming tegen Penic/7//'um-rot was bij de verschillende soorten en cultivars. Ook is nagegaan wat de invloed was van een ontsmetting met benomyl op de groei van het gewas in de kas. Bescherming tegen het optreden van Penicillium-rot Zoals gezegd treedt het Penic;7//um-rot vooral op als de bewaarperiode langer duurt dan 3 à 4 maanden. Na een ontsmetting van de bollen is het mogelijk een partij bij een temperatuur van V2 0 C bijna een jaar te bewaren zonder dat noemenswaardige uitval optreedt. De bollen moeten dan echter wel zorgvuldig worden verpakt. Zonder een ontsmetting zouden de bollen

van de meeste soorten niet langer dan 5 à 6 maanden kunnen worden bewaard. Uit de volgende tabellen blijkt het gunstige effect van een ontsmetting tegen het Pen/c////um-rot heel duidelijk. De bollen, die in deze proeven werden gebruikt, zijn na het ontsmetten teruggedroogd en daarna met houtmot in kisten verpakt. De bewaring vond plaats bij een temperatuur van 1 à 2 C. Tabel 1 Vergelijking van het percentage Penicillium-rof, in wel en niet met benomyl ontsmette partijen van 4 leliesoorten na een bewaring van ca. 7 maanden. De bollen zijn ontsmet op 22/11 en werden beoordeeld op 1316. behandeling % bollen met Penic/Z/ium-rot L. Regale L. maxwill 'Fire King' 'Golden Splendour' niet ontsmet 70 68 82 benomyl 0,2% 2 0 1 0 30 minuten Tabel 2 Vergelijking van het percentage Penicillium-rof, in wel en niet met benomyl ontsmette partijen van 3 leliesoorten, na een bewaring van ruim 9 maanden. De bollen werden 31/10 ontsmet en op 917 beoordeeld. behandeling /o bollen met Pen;'c////um-rot 'Golden Splendour' 'Citronella' L.tigrinum splendens niet ontsmet 96 22 benomyl 0,2% 4 0 0 15 minuten Uit deze tabellen blijkt duidelijk dat, tijdens een langdurige bewaring, bij de meeste onderzochte leliesoorten en cultivars een hoog percentage Penicillium-rot optreedt als de bollen niet zijn ontsmet. L tigrinum splendens vormt hierop een gunstige uitzondering met een aantastingspercentage van 22%; het hoogste percentage werd gevonden bij 'Golden Splendour' (96%). Door een ontsmetting gedurende een half uur of een kwartier in benomyl 0,2% kan het optreden van Pen;ci//ium-rot geheel of bijna geheel worden voorkomen; zo was het aantastingspercentage bij 'Golden Splendour' na ontsmetting nog maar 4%. Tijdstip van de ontsmetting De schimmel dringt de schubben via de wonden binnen; hiervoor is een bepaalde tijd nodig. Algemeen wordt aangenomen dat met benomyl alleen oppervlakkige aantastingen kunnen worden bestreden. Daarom werd verondersteld dat de behandeling slechts een gunstig effect zou hebben als niet te lang gewacht werd met de ontsmetting. Deze veronderstelling werd bevestigd in een proef, waarvan de resultaten in tabel 3 worden vermeld.

De bollen van de verschillende behandelingen werden in aparte plastic zakjes bewaard bij 2 C tot de dag van de ontsmetting. Na de ontsmetting werden zij bij 9 C bewaard (tot 28-1-1970), zodat eventuele symptomen zich snel zouden kunnen ontwikkelen. De gebruikte bolmaat was 12-14. Tabel 3 Invloed van het ontsmettingstijdstip op het percentage Penicilliumrof bij Lilium 'F/re King'. Aanvang van de proef: 14-10-1969. De beoordeling vond plaats op 28-1-1970. Tijdstip van de ontsmetting % door Pénicillium aangetaste bollen 4 8 16 42 72 102 2 dagen na het rooien // a H a H a H H H H H H 4 6 4 2 24 38 De resultaten geven de aanwijzing dat de veronderstelling juist was: het percentage door Pénicillium aangetaste bollen was hoger naarmate het tijdstip van de ontsmetting later viel. Van partijen die 2-16 dagen na het rooien werden ontsmet, was 2-6% van de bollen aangetast; na een ontsmetting die 102 dagen na het rooien plaatsvond, %. Hieruit blijkt dus dat men de schimmel niet de tijd moet geven om het weefsel binnen te dringen. Is de schimmel eenmaal in de bol, dan kan de aantasting ook met benomyl niet meer worden bestreden. De ontsmetting moet dus zo spoedig mogelijk, bij voorkeur binnen 14 dagen na het rooien en verwerken van de oogst, worden uitgevoerd. Effect van de bolontsmetting met benomyl op de groei van het gewas in de kas Gewoonlijk worden de ontsmette bollen bewaard bij V2 0 of 2 C. Bij deze temperatuur blijven zij opgeslagen tot het planten, meestal voor de teelt van snijbloemen. Dank zij de ontsmetting zijn de meeste bollen, zelfs na een lange bewaarperiode, nog volkomen gezond. Het spreekt vanzelf dat de ontsmetting geen nadelige gevolgen mag hebben op de kwaliteit van het gewas. In tabel 4 worden de resultaten van enkele kasproeven met ontsmette bollen vermeld. Tabel 4 Invloed van een ontsmetting van leliebollen met benomyl op stengellengte, aantal bloemen per tak en trekdvur. Ontsmettingsdata cv. '' en L speciosum rubrum 'Brabander 1 25/11; 'Golden Splendour' 4/11. De bollen werden na de ontsmetting goed teruggedroogd en daarna met droge houtmot in een met polyethyleenfolie (0.05 mm dikte) beklede kist verpakt. Daardoor werd uitdroging van de bollen bijna geheel voorkomen. De bollen die op 7/4 werden geplant, waren na de ontsmetting bij 2 C bewaard; voor de latere plantdata, bij y 2 C.

plantdatum cultivar maat lengte stengel bloemen per tak trekduur in dagen in cm benomyl benomyl benomyl niet 0,2% niet 0,2 /o niet 0,2 /0 ontsmet 30 min. ontsmet 30 min. ontsmet 30 min. 7/4 7/4 7/4 Golden Splendour Brabander 20/- 11-13 18-20 112 56 99 122 92 4,1 5,8 4,4 4,5 5,8 4,6 75 63 111 77 58 113 Golden Splendour Brabander 20/- 11-13 13-15 18-20 110 57 72 113 66 84 3,0 4,7 7,2 3,5 4,2 5,5 7,1 4,0 68 54 51 115 68 54 50 no 17/7 17/7 17/7 Golden Splendour Brabander 20/- 13-15 18-20 112 66 91 115 68 96 2,8* 6,1 3,2 3,1 6,3 3,4 69 50 141 71 48 141 * Door Penici//ium-rot aan de bolbodem waren 25 van de 50 bollen uitgevallen. Hierdoor zijn van de 50 geplante bollen eigenlijk maar 1,4 bloemen per tak geoogst. Uit de resultaten blijkt dat de ontsmetting geen ongunstige invloed heeft gehad op de groei van het gewas in de kas, integendeel. In vergelijking met die van planten van niet ontsmette bollen, was zowel de gemiddelde stengellengte als het aantal bloemen per tak van de planten van in benomyl ontsmette bollen in de meeste gevallen gunstiger. Wat de trekduur betreft, kon geen verschil worden geconstateerd. Ontsmetting van plantgoed Hoewel in de proeven steeds leverbare bollen zijn gebruikt, kan Penicilliumrot tijdens de bewaring ook in plantgoed ontstaan. Ter bestrijding van schubrot en bolrot wordt het plantgoed al ontsmet in benomyl. In Praktijkmededeling Nr. 32 van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek (J. Boontjes - Bestrijding van schubrot en bolrot), wordt aanbevolen om deze ontsmetting kort voor het planten uit te voeren. In later onderzoek is echter vastgesteld, dat een ontsmetting aan het begin van de bewaarperiode een even goede bestrijding van de genoemde ziekten geeft als een ontsmetting kort voor het planten. De bollen van soorten die in het voorjaar worden geplant, kunnen daarom het best vóór de bewaring worden ontsmet. Hierdoor kan het optreden van Penic////um-rot in plantgoed tijdens de bewaring ook tot een minimum worden beperkt.

Slotopmerking De Commissie voor Fytofarmacie heeft inmiddels toelating verleend voor het ontsmetten van leverbare leliebollen met benomyl. Eerder was al toelating verkregen voor de ontsmetting van plantgoed met dit middel ter bestrijding van schubrot en bolrot. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst andere middelen op de markt zullen komen, die op dezelfde basis werkzaam zijn als benomyl. Praktijkadvies Het ontstaan van PenicilHum-roi tijdens de bewaring kan bijna geheel worden voorkomen door de bollen te ontsmetten in benomyl (merknaam: Benlate). De aanbevolen concentratie is 0.2% (200 gram Benlate op 100 liter water). Het middel is moeilijk oplosbaar en heeft de neiging te bezinken; daarom moet de vloeistof tijdens de behandeling in beweging worden gehouden. De aanbevolen duur van de behandeling is 30 minuten. De bollen moeten zo spoedig mogelijk na het rooien en verwerken van de oogst worden ontsmet. Indien men langer dan 14 dagen wacht, kan het resultaat tegenvallen. Na de behandeling moeten de bollen zeer zorgvuldig worden 'teruggedroogd'. Indien de bollen van te voren schoon gespoeld zijn, kan het bad voor acht dompelingen worden gebruikt. Vul het bad na elke dompeling bij met een ontsmettingsvloeistof van een dubbele concentratie (0,4% in plaats van 0,2%). Zorg ervoor dat de temperatuur van het water niet te laag is (10-20 C). Gebruik geen roestige dompelbakken. Laat de gebruikte vloeistof niet in een sloot of greppel weglopen, maar in een kuil gevuld met organisch materiaal, b.v. turfmolm of tuinturf.