OBS De Springplank Poststraat 1 9628 AA Siddeburen Versie: 14-06-2018 1
Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1. Algemene gegevens van de school 4 2. Missie en Visie van de school 4 3. Basis- en extra ondersteuning binnen stichting OPOS 5 4. Welke ondersteuning kan de basisschool bieden? 7 4.1 Kernkwaliteiten samenwerkingsverband 20.01 7 4.2 Basisondersteuning binnen onze school 7 4.3 Wat biedt school aanvullend op de basisondersteuning? 9 4.4 Hoe ziet de actuele verscheidenheid eruit op de school? 10 5. Extra ondersteuning 10 6. Ambitie van de school Bijlagen A. Zorgkalender 2017-2018 OBS de Springplank B. Zorgpiramide OBS de Springplank 2018 C. IJkinstrument basisondersteuning OBS de Springplank D. Werkwijze consultatie, diagnostiek en arrangeren E. Verscheidenheidsindex OBS de Springplank 2
Inleiding In dit (SOP) geeft onze school aan hoe de ondersteuning en begeleiding op de school eruit ziet en welk aanbod van onderwijs gebaseerd op de formulering basisondersteuning, aanbod voor ondersteuning en extra ondersteuning die aan leerlingen bij ons op school geboden kan worden. Aangaande het SOP staat in het Ondersteuningsplan van het SWV PO 20.01 (april 2016) het volgende omschreven: Een omschrijving van de basis- en extra ondersteuning die een individuele school binnen een samenwerkingsverband kan bieden. Het geheel van ondersteuningsprofielen moet zorgen voor een dekkend aanbod van onderwijszorg binnen het samenwerkingsverband. Hiermee kunnen alle schoolbesturen binnen het samenwerkingsverband een passende plek vinden voor elke leerling en hun zorgplicht waarmaken. En in de omschrijving van basisondersteuning: De door het samenwerkingsverband vastgestelde omschrijving van de basisondersteuning en de eventueel extra ondersteuning die een individuele school eventueel met ketenpartners biedt. Kortom: in het SOP komt de stand van zaken rondom de basisondersteuning en de basiskwaliteit van de scholen (gebruik: checklist) en de extra ondersteuning die de school biedt (gebruik : index verscheidenheid). En wenselijk: de ambities van de school omtrent het bieden van extra ondersteuning Wettelijk kader Wettelijk is vastgesteld dat het schoolondersteuningsprofiel een document is, waarin de school de taken, de verantwoordelijkheden en de werkwijze ten aanzien van Passend Onderwijs vastlegt. In dit document beschrijft de school de basisondersteuning, de extra ondersteuning de school biedt of wil gaan bieden. Als slot beschrijft de school de ambities die er zijn rond Passend Onderwijs. Het schoolondersteuningsprofiel: is gerelateerd aan het schoolplan en de schoolgids is een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school wordt geschreven door de directie van de school wordt tenminste eenmaal per 4 jaar vastgesteld wordt ter advies voorgelegd aan de medezeggenschapsraad Samenwerkingsverband 20.01 Onze school maakt deel uit van het provinciaal samenwerkingsverband Passend Onderwijs (SWV 20.01). In dit regionaal samenwerkingsverband is een dekkend aanbod onderwijsondersteuning aanwezig. Alle informatie over het samenwerkingsverband 20.01 vindt u op de website: www.passendonderwijsgroningen.nl 3
1. Algemene gegevens van de school Naam van de school :OBS de Springplank Bezoekadres :Poststraat 1 Postcode :9628AA Plaats :Siddeburen Brinnummer : 11AO Directeur :mw. F. de Lang Intern Begeleider :mw. N. Schipper Samenwerkingsverband : 20.01 Aantal leerlingen oktober 2016 : 188 2. Missie & Visie van de school Een voorwaarde voor kinderen, om met plezier te kunnen leren is een onderwijsleeromgeving waarbinnen de kinderen een gevoel van veiligheid en geborgenheid ervaren en waarin ook aandacht wordt besteed aan het voorkomen en bestrijden van plagerijen en pesterijen. Een onderwijsleeromgeving waarin rust, orde, regelmaat en voorspelbaarheid een leidraad vormen bij de ontwikkeling van kinderen binnen een veilig en kindvriendelijk pedagogisch klimaat. Naast het scheppen van deze positieve voorwaarden betreffende de onderwijsleeromgeving en het onderwijsleerproces hechten wij ook zeer grote waarde aan het behalen van goede onderwijsresultaten. Wij willen als school dan ook een kwalitatief goede begeleiding geven aan alle kinderen, zodat op alle verschillende niveaus de kinderen hun individuele vaardigheden, kennis en competenties optimaal kunnen ontwikkelen. Een goed evenwicht tussen procesgericht en resultaatgericht werken heeft voortdurend onze volledige aandacht en maakt dat een hechte en stevige basis wordt gelegd voor de verdere ontwikkeling van de kinderen. 2.2.1. ONZE VISIE: Wij willen een school zijn, waarin de uitgangspunten en doelstellingen van het openbaar onderwijs de basis vormen voor het gehele onderwijsgebeuren. De algemene doelstellingen en de hiervan afgeleide kerndoelen, zoals genoemd in de wet op het Primair onderwijs, vormen daarbij het kader, waarbinnen wij aan ons onderwijs gestalte willen geven. Zo kunnen wij conform de doelstellingen van het openbaar onderwijs, een afspiegeling zijn van de totale maatschappij, waarin wij leven. Een maatschappij die democratisch is en waarin mensen voor hun mening mogen, kunnen en durven uitkomen en elkaars meningen en ideeën kunnen en willen respecteren. We willen anticiperen op de toekomst door de vaardigheden die de 21 e eeuw vraagt te integreren in onze lessen. U kunt dan denken aan: samenwerken, probleemoplossend vermogen; ICT geletterdheid, creativiteit, communiceren, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden. De openbare basisschool De Springplank is een school, die open staat voor kinderen uit alle geledingen en geloofsrichtingen uit onze maatschappij. Door samen te leren en samen te spelen in de school, leren de kinderen samen te leven en elkaars meningen en denkbeelden te respecteren. Ons motto is: NIET APART. MAAR SAMEN De wijze van lesgeven is conform de uitgangspunten van de adaptieve school. Hierin staan de basisbehoeften van het kind, met betrekking tot de relatie, de competentie en autonomie centraal. Het kind moet zich veilig voelen (RELATIE), moet vertrouwen hebben 4
in de eigen mogelijkheden (COMPETENTIE) en heeft een drang naar zelfstandigheid (AUTONOMIE). De school bewaakt de kwaliteit van deze werkwijze door een eigen Borgplan Adaptief Onderwijs Dit plan wordt On the move genoemd. De school is altijd in beweging. De gedifferentieerde instructie volgens het IGDI model (groep 0 t/m 8) biedt als werkvorm alle mogelijkheden om kinderen actief bij het leerproces te betrekken, en een uitdagende en motiverende leeromgeving te scheppen, waarbij niet alleen het leerproces, maar zeker ook de resultaten erg belangrijk zijn. Door middel van een schooleigen toetsingspakket worden de tussentijdse leerresultaten en eindresultaten gemeten en geëvalueerd. Dit pakket heeft niet alleen een evaluatiefunctie, maar vooral een signaleringsfunctie, om zo tijdig hiaten en achterstanden te kunnen constateren en op individueel niveau, op groepsniveau of op schoolniveau maatregelen te kunnen nemen. Als norm hierbij worden de normen van het CITO leerlingvolgsysteem gehanteerd, die zijn gerelateerd aan de in de wet beschreven kerndoelen Primair Onderwijs. Leerlingenbesprekingen en groepsbesprekingen zijn planmatig in de toetsingskalender opgenomen. Ook worden trendanalyses opgemaakt, die resultaatvergelijkingen van meerdere schooljaren mogelijk maken. 2.2.2.1. ONZE VISIE OP DE ONDERSTEUNING VAN DE LEERLINGEN: Leerlingen waarbij door middel van toetsing achterstanden of problemen worden gesignaleerd, krijgen gestructureerde en op de probleemsituatie toegespitste hulp en ondersteuning binnen de groep. De school heeft een eigen ondersteuningsplan. Er wordt gehandeld volgens het PDCA stappenplan (Plan, Do, Check, Act). Overeenkomstig de doelstellingen van het Passend Onderwijs beleid, streeft de school na, om door middel van een goede zorgverbreding de verwijzing van leerlingen naar scholen voor gespecialiseerd onderwijs te minimaliseren. We hebben een doeklas waar kinderen die op praktijkniveau zullen uitstromen 1x per week bij elkaar komen. Ze leren door te doen. U kunt denken aan koken, tuinonderhoud, schoonmaken, schilderen etc. Deze doeklas is toegankelijk voor de praktijkkinderen van St. Opos. Toelating moet aangevraagd worden bij de commissie BoOt. Zij bepalen op basis van het aangeleverd onderwijskundig rapport of een kind toegelaten kan worden. Ook voor meer begaafde en hoogbegaafde kinderen biedt onze school alle mogelijkheden voor een optimale ontwikkeling. Door middel van een goede begeleiding en aangepaste onderwijsleerpakketten, waaronder ook een zogenaamd pluspakket wordt de onderwijsleerstof versneld aangeboden of verkort aangeboden (compacting). Op deze wijze kunnen deze kinderen bijvoorbeeld naast de Nederlandse en Engelse taal ook al Spaans of Italiaans leren en wordt veel aandacht besteed aan het wiskundig rekenen en de basisvaardigheden voor het opzetten van werkstukken en leeropdrachten. Ook is naast het versneld doorwerken van het onderwijsleerprogramma het eventueel overslaan van een leerlingengroep absoluut bespreekbaar. Er wordt ongeveer een dagdeel per week aan de meer- en hoogbegaafde kinderen in onze school apart les gegeven in een zogenaamde plusklas. Deze plusklas zal structureel ingezet worden, mits de formatie voldoende ruimte biedt. Soms komen de plusklasleerlingen niet alleen van onze eigen school, maar ook van een andere school uit de naaste omgeving. 3. Basis- en extra ondersteuning binnen stichting OPOS Overeenkomstig het Referentiekader Passend Onderwijs omschrijven we basisondersteuning als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die de school binnen haar onderwijsstructuur planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel met samenwerkende ketenpartners, uitvoert. 5
In het ontwikkelperspectief van de leerling staat de onderwijsbehoefte van de leerling beschrijven. De onderwijsbehoefte geeft aan wat hij/zij nodig heeft om te leren en zich te kunnen ontwikkelen binnen onze school. Wij proberen aan deze onderwijsbehoeften tegemoet te komen en bieden daarvoor een bepaalde mate van ondersteuning. Wanneer een kind specifieke onderwijsbehoeften heeft waarin wij niet direct kunnen voorzien, kunnen wij ondersteuning vragen bij het Ondersteuningsteam (commissie BoOT). De geboden ondersteuning kan praktisch van aard zijn, maar ook intensieve vormen van begeleiding binnen onze school omvatten. Ook een verwijzing naar een andere school behoort tot de mogelijkheden. Binnen ons samenwerkingsverband Passend Onderwijs zijn afspraken gemaakt over de minimaal te bieden ondersteuning (basisondersteuning) en extra ondersteuning. Basisondersteuning binnen Passend Onderwijs Groningen: De basisondersteuning geeft aan welke mate van ondersteuning aan kinderen wordt geboden binnen de eigen school. De actuele afspraken over te bieden basisondersteuning zijn als bijlage opgenomen bij het Ondersteuningsplan 2015-2018. (www.passendonderwijsgroningen.nl). Extra ondersteuning binnen Passend Onderwijs Groningen De extra ondersteuning wordt binnen ons samenwerkingsverband vorm gegeven door middel van arrangementen en worden door de school aangevraagd bij het Ondersteuningsteam (commissie BoOT). De arrangementen worden ingezet binnen het regulier basisonderwijs. Arrangementen worden jaarlijks bijgesteld naar aanleiding van evaluatie en behoefte van de scholen. 6
4. Welke ondersteuning kan de basisschool bieden 4.1 Kernkwaliteiten Samenwerkingsverband 20.01 Hieronder het overzicht ten aanzien van de geboden basisondersteuning binnen de scholen waarover binnen het samenwerkingsverband de afspraken zijn gemaakt. Als algemene voorwaarde wordt gesteld dat de scholen over een basisarrangement van de inspectie beschikken. De vier aspecten Preventieve en licht curatieve interventies De onderwijs ondersteuningsstructuur Planmatig werken Kwaliteit van basisondersteuning 13 Kernkwaliteiten van basisondersteuning (samenwerkingsverband 20.01) 1. De leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving 2. Voor leerlingen die een eigen leerlijn nodig hebben voor rekenen en taal en extra ondersteuning krijgen uit het geld van het SWV is een ontwikkelingsperspectiefplan vastgesteld 3. De scholen hebben een effectieve interne onderwijs ondersteuningsstructuur 4. De leerkrachten, IB-ers en directeuren werken continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties 5. De scholen hebben een schoolondersteuningsteam gericht op de leerlingenondersteuning 6. De ouders en leerlingen zijn actief betrokken bij het onderwijs 7. De scholen hebben continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. 8. De scholen werken opbrengst- en handelingsgericht aan de ontwikkeling van leerlingen. 9. De scholen voeren beleid op het terrein van de leerling ondersteuning. 10. De scholen werken met effectieve methoden en aanpakken. 11. De scholen evalueren jaarlijks de effectiviteit van de leerling ondersteuning. 12. De scholen dragen leerlingen zorgvuldig over. 4.2 Basisondersteuning binnen onze school 4.2.1 Voldoen we aan de afspraken die gemaakt zijn? 13. De scholen hebben een ondersteuningsprofiel (SOP) vastgesteld. In deze paragraaf geven we aan in welke mate wij voldoen aan de basisondersteuning en hoe wij vorm geven aan de afspraken die gemaakt zijn binnen het samenwerkingsverband 20.01. Jaarlijks (uiterlijk 1 november) wordt de geboden basisondersteuning door ons geïnventariseerd middels het invullen van de checklist ijkinstrument basisondersteuning. In de bijlage vindt u de laatste bevindingen van onze school. 7
Als algemene voorwaarde is gesteld dat alle scholen voldoen aan het door de inspectie vastgestelde basisarrangement. Binnen dit arrangement vallen scholen waarvan de inspectie geen tekortkomingen heeft vastgesteld, die noodzaken tot verscherpt toezicht. Voldoet de school niet aan deze algemene voorwaarde, dan voldoet de school ook niet aan de basisondersteuning. A. Onze school voldoet wel / niet aan het door de inspectie vastgestelde basisarrangement. Laatste inspectiebezoek / audit : 2012 / 2016 Arrangement : basis Evt. opmerkingen : - Om de basiskwaliteit van basisondersteuning te kunnen vaststellen is criterium eveneens het toezichtskader van de inspectie, met als minimumnorm voor basiskwaliteit: de leerprestaties van de school zijn tenminste voldoende en daarnaast voldoen het Onderwijsleerproces of de Zorg en Begeleiding aan de gestelde norm. Leerprestaties zijn tenminste voldoende: Onderwijsleerproces voldoet aan gestelde norm: Zorg en Begeleiding voldoen aan gestelde norm: ja / nee ja / nee ja / nee 2012 (Inspectierapport) ja / nee 2016 (interne audit) De basiskwaliteit van onze school is wel / niet op orde. B. Onze school voldoet op basis van de checklist aan de vastgestelde basisondersteuning (voldoende is 80% op de uitgewerkte checklist) x Ja Nee Indien nee is ingevuld en bij nog verder te ontwikkelen kernkwaliteiten De volgende onderdelen zijn nog in ontwikkeling: Het volgende ontwikkeltraject wordt ingezet om te voldoen aan de basisondersteuning: 4.2.2 Schoolspecifieke uitwerking van de basisondersteuning In onderstaand overzicht beschrijven wij wat we boven de basisondersteuning aanvullend aanbieden én hoe we omgaan met arrangementen extra ondersteuning. In het kader van preventieve en licht curatieve interventies maken wij gebruik van: het CITO leerlingvolgsysteem een kleutervolgsysteem, te weten breed beredeneerd aanbod een handboek ondersteuning en begeleiding binnen het team: een zorgpiramide waarin staat beschreven hoe te handelen bij situaties die om vroegtijdig ingrijpen vragen 8
In het kader van aanbod ondersteuning hanteren wij de afspraken die staan in het: Schooleigen (Kiva) pestprotocol Schooleigen dyslexieprotocol Dyscalculieprotocol Protocol medische handelingen anders namelijk: borgingsdocumenten in On The Move Voor de sociaal emotionele ontwikkeling maken we gebruik van Signalering : Zien Methode : Soemo/Kiva Methodieken op de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen Technisch Lezen : VLL / Estafette Begrijpend Lezen : Nieuwsbegrip XL Spelling : Taalleesland / Spelling op Maat Rekenen en Wiskunde : Wereld in getallen Daarnaast maken wij gebruik van ICT als ondersteuning van het onderwijsleerproces, middels volgens de programma s: Wereld in getallen (digitaal), Spelling op Maat (digitaal), NieuwsbegripXL (digitaal), Bloon, Maatwerk 4.3 Wat biedt onze school aanvullend op de basisondersteuning? Naast de vaststaande afspraken zijn er scholen die aanvullend op de basisondersteuning iets extra s bieden. Onze school biedt ten aanzien van preventieve interventies, aanbod van ondersteuning, bekwaamheid van leerkrachten, ondersteuningsstructuur of handelingsgericht werken het volgende aanbod aanvullend op de basisondersteuning: Preventieve interventies: - Aanbod van ondersteuning: Plusklas voor meer- en hoogbegaafde leerlingen met een zorgvraag Doeklas voor leerlingen met een praktijk uitstroomprofiel Bekwaamheid van leerkrachten: Taalspecialist Rekenspecialist Hoogbegaafdheidsspecialist Ondersteuningsstructuur: - Handelingsgericht werken: - 9
4.4 Hoe ziet de actuele verscheidenheid eruit op de school? Op scholen bestaat een zekere verscheidenheid als het gaat om leerlingen die iets extra s vragen. Dat vraagt van de betreffende leerkrachten, maar ook van intern begeleiders een extra inspanning. De vraag is of deze extra inspanning kan en moet worden omgezet in extra ondersteuning. De verscheidenheid wordt in beeld gebracht met het instrument: Verscheidenheidsindex (VI, in de bijlagen). Op deze wijze heeft de school inzicht in de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen. 5. Extra Ondersteuning De definitie van Extra Ondersteuning is dat de onderwijsbehoeften van het kind dermate intensief en complex zijn, dat deze meer dan de (aanvullende) basisondersteuning op een school vragen. Onze school kan voor Extra Ondersteuning een beroep doen op het Ondersteuningsteam (Commissie BoOT). Het schoolbestuur biedt Extra Ondersteuning aan in de vorm van arrangementen. Deze worden ingezet binnen het regulier onderwijs. De arrangementen worden aangevraagd bij het Ondersteuningsteam (Commissie BoOT) en beoordeeld aan de hand van de onderwijsbehoeften van het kind of de groep. Het actuele aanbod van arrangementen is te vinden op (benoemen). Voor deze leerlingen heeft de school een OntwikkelingsPerspectiefPlan (OOP) opgesteld. Voor de onderstaande onderwijsbehoeften doen wij een beroep op de arrangementen extra ondersteuning om hierin een passend aanbod te bieden binnen de school: Behoefte aan praktijkgericht leren. Hierin wordt voorzien d.m.v. de doeklas. Een middag in de week werken leerlingen met een uitstroomprofiel PRO aan praktijkopdrachten. Indien sprake is van de volgende onderwijsbehoeften verwijzen wij naar een andere reguliere basisschool of school voor Speciaal (Basis) Onderwijs omdat wij niet in staat zijn om dit met extra ondersteuning binnen de school te bieden: -Individuele aandacht bij alle lessen -specifieke en/of 1-op-1 begeleiding i.v.m. gedragsproblematiek 6. Ambities van de school Naast de ondersteuning die we op dit moment bieden, heeft onze school ambities welke we de komende periode willen realiseren. Onze ambities ten aanzien van het bieden van aanvullende of extra ondersteuning zijn: Op dit moment vangen wij veel leerlingen op in onze school met uiteenlopende ondersteuningsbehoeften. Onze ambitie is dit te blijven doen. Het team heeft een open en onderzoekende houding. Bij een aanmelding van een kind zal altijd de vraag worden gesteld: Wat heeft dit kind nodig en kunnen we dit bieden? Bij alle leerkrachten is de bereidheid om zich voor deze leerlingen in te zetten. Onze ambities ten aanzien van het bieden van passende ondersteuning waarvoor we nu nog verwijzen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs zijn: Wij verwijzen niet vaak naar het s(ba)o. Onze ambitie is om dit zo te houden. Hierbij maken we de kanttekening, dat we steeds de afweging maken of de leerling genoeg geboden kan worden voor wat betreft zijn/haar ondersteuningsbehoeften. 10
Bijlagen ZORGKALENDER 2017-2018 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 04-09 (wk 36) 11-09 (wk 37) 18-09 (wk 38) 25-09 (wk 39) CITO voor Peuters + peilpunt 1 Pravoo afnemen als een ll. 8 weken op school zit 02-10 (wk 40) 09-10 (wk 41) BT/WB + start + start + start + start + start + start + start + start 16-10 (wk 42) 23-10 (wk 43) H E R F S T V A K A N T I E 30-10 (wk 44) 06-11 (wk 45) Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. 13-11 (wk 46) 20-11 (wk 47) 27-11 (wk 48) 04-12 (wk 49) 11-12 (wk 50) 11
18-12 (wk 51) 25-12 (wk 52) K E R S T V A K A N T I E 01-01 (wk 01) 08-01(wk 02) LWOO/PRO 15-01 (wk 03) CITO rekenen DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi CITO taal CITO Begr. Lezen CITO Begr. Lezen CITO Begr. Lezen CITO Begr. Lezen CITO Begr. Lezen LINN (1a t/m 1d ) TTR TTR TTR TTR TTR TTR 22-01 (wk 04) CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling SiDi3 SiDi3 CITO Rek. & wisk. SiDi3 CITO Rek. & Wisk. SiDi3 CITO Rek. & Wisk. SiDi3 CITO Rek. & Wisk. SiDi3 CITO Rek. & Wisk. SiDi3 CITO Rek. & Wisk. SiDi3 29-01 (wk 05) 05-02 (wk 06) 12-02 (wk 07) Start nieuwe gp Start nieuwe gp Start nieuwe hp/ gp Start nieuwe gp Start nieuwe gp Start nieuwe gp Start nieuwe gp Start nieuwe gp 19-02 (wk 08) Rapport mee Rapport mee Rapport mee Rapport mee Rapport mee Rapport mee 26-02 (wk 09) V O O R J A A R S V A K A N T I E 12
Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 05-03 (wk 10) 12-03 (wk 11) 19-03 (wk 12) Start invullen tussen- stappen SiDi3 o.l.v. HBC 26-03 (wk 13) 02-04 (wk 14) 09-04 (wk 15) 16-04 (wk 16) +evaluatie +evaluatie +evaluatie +evaluatie +evaluatie +evaluatie +evaluatie +evaluatie Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. Tussenevaluatie gp. 23-04 (wk 17) Afronden invullen tussen- stappen SiDi3 o.l.v. HBC CITO Eindtoets 30-04 (wk 18) M E I V A K A N T I E 07-05 (wk 19) 14-05 (wk 20) 21-05 (wk 21) 28-05 (wk 22) 04-06 (wk 23) CITO Taal DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi DMT / Avi CITO Rekenen TTR CITO begr. lezen TTR TTR TTR LINN 1a t/m 1d TTR 13
(alleen zorglln) 11-06 (wk 24) 18-06 (wk 25) CITO Rek.& wisk. CITO Rek. & wisk. CITO Rek. & wisk. CITO Rek. & wisk. CITO Rek. & wisk. CITO Spelling CITO Spelling CITO Spelling CITO Spelling CITO Spelling 25-06 (wk 26) 02-07 (wk 27) 09-07(wk 28) 09/07 Groepsoverdracht 09/07 Groepsoverdracht 09/07 Groepsoverdracht 09/07 Groepsoverdracht 09/07 Groepsoverdracht 09/07 Groepsoverdracht 09/07 Groepsoverdracht 16-07 (wk 29) Rapport mee Rapport mee Rapport mee Rapport mee Rapport mee Rapport mee 23-07 (wk 30) S T A R T Z O M E R V A K A N T I E 14
ONDERSTEUNINGS PIRAMIDE BIJLAGE B Ondersteuningsniveau 4 Aanmelden bij commissie Passend onderwijs(*) voor een arrangement en/of commissie v Advies voor plaatsing sbo/so Ondersteuningsniveau 3 De leerling krijgt een OPP: na het doorlopen van niveau 2 en onvoldoende resultaat op de methode-gebonden toetsen en een E-score op de CITO en een afbuigende leerlijn incl. evt. deelname doeklas Deelname aan de plusklas: Zie ondersteuningsniveau 2 Leerling komt uit Sidi 3 Gedragskenmerken (Sidi) vragen extra zorg. De leerling heeft in Parnassys een Ondersteuningsniveau 2 Na ca. 10 weken in ondersteuningsniveau 1 en onvoldoende resultaat op methodegebonden toetsen en / of CITO toetsen (in ieder geval D en E) wordt de leerling instructie afhankelijk Leerlingen die op alle vakgebieden een jaar voorsprong hebben, krijgen een volledig pakket Levelwerk aangeboden. Ze zitten voor de hoofdvakken in de instructieonafhankelijk groep. De basisstof wordt compact aangeboden. Kleuters met een duidelijke ontwikkelingsvoorsprong krijgen Levelspel Ondersteuningsniveau 1 Structureel extra zorg in de vorm van verlengde instructie, conform IGDI differentiatie model binnen de eigen leerlingengroep. De leerling wordt aangemerkt als instructiegevoelig. De resultaten van observaties, methode gebonden toetsen en / of Cito-toetsen zijn hierdoor voldoende. Ondersteuningsniveau 0 Leerlingen die goed met het gemiddelde niveau van de klas kunnen meekomen en dus geen extra ondersteuning krijgen. 15
UITLEG BIJ DE ONDERSTEUNINGSPIRAMIDE ALGEMEEN: In bovenstaand model wordt aangegeven welke ondersteuningsniveaus in onze school aanwezig zijn. Met rood wordt de ondersteuning omschreven voor leerlingen die uitvallen, met groen de zogenaamde plusondersteuning (de ondersteuning voor leerlingen die meer aankunnen dan het reguliere programma). In alle leerlingengroepen worden nen gemaakt. De IB-er kan in de computer nalezen welke leerlingen ingedeeld zijn als instructiegevoelig of instructieafhankelijk. Door middel van persoonlijke contacten en besprekingen met de leerkrachten, alsmede door middel van in de zorgkalender opgenomen ken en zorgvergaderingen houdt de IB-er de vorderingen en werkresultaten bij en geeft waar nodig advies en of begeleiding aan de leerkrachten. Vooral tijdens de zorgvergaderingen wordt het gehele zorgbeleid van onze school geëvalueerd en worden indien nodig wijzigingen en of vernieuwingen ingevoerd, om zo een actuele en adequate leerlingenzorg te kunnen bewerkstelligen. Punten van aandacht blijven voortdurend de volgende voorwaarden en werkomstandigheden: 1. De leerling moet zich binnen het ondersteuningstraject niet in een uitzonderingspositie geplaatst voelen en zich zowel binnen de groep als binnen de school veilig, gerespecteerd en prettig voelen. 2. De beschikbare tijd voor ondersteuning moet dusdanig bewaakt worden, dat deze in hoeveelheid en planning, niet ten koste gaat van andere leerlingen. 3. Het gedrag van de betrokken leerling mag niet dermate storend zijn, dat de taakgerichtheid of veiligheid van de andere leerlingen in de groep afneemt. 4. Het programma moet qua niveau en hoeveelheid steeds werkbaar blijven voor zowel de leerling als de leerkracht. 5. De leerling moet redelijk zelfstandig kunnen werken. Alle maatregelen in het kader van extra ondersteuning en begeleiding aan kinderen worden in overleg met ouders gedaan. Bij de opzet en verwerking van het ontwikkelingsperspectief worden de doelstelling, opzet en planning uitgebreid met de ouders van de betrokken leerling besproken en dienen de ouders alvorens het plan in de praktijksituatie wordt uitgevoerd door middel van een handtekening hun instemming te verlenen. Ook bij advisering tot het nemen van maatregelen zoals genoemd binnen ondersteuningsniveau 3 en 4 worden besluiten uitsluitend genomen na instemming van de ouders. ONDERSTEUNINGSNIVEAU 0 De leerlingen die goed met het gemiddelde niveau van de klas kunnen meekomen en geen extra ondersteuning nodig hebben. ONDERSTEUNINGSNIVEAU 1 Binnen dit niveau vallen de leerlingen die regelmatig of structureel extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben in de vorm van verlengde instructie, conform het IGDI differentiatie model. In de nen wordt aangegeven hoe er met deze instructiegevoelige leerlingen wordt omgegaan. Wanneer aangeboden stof niet meteen beheerst wordt, wordt er een aantekening gemaakt op het zorgformulier in het zorgmapje, dat aan de map planning en zorg gekoppeld is. Naar aanleiding van de methodetoetsen wordt geanalyseerd welke ondersteuning de leerlingen nodig hebben. Deze ondersteuning wordt voor rekenen in de herhalingsweek aangeboden. Bij begrijpend lezen wordt er, n.a.v. een strategietoets, een zorgoverzicht gemaakt waarmee tot aan de volgende evaluatie van het gewerkt wordt. In dit 16
zorgoverzicht wordt bijgehouden welke instructie de leerling gehad heeft, welk effect dit had en welke actie de leerkracht daarop laat volgen. Ook voor de vakken taal en spelling vindt na de toets een herhalingsmoment plaats. Deze ondersteuning wordt ook bijgewerkt in de map planning en zorg. Na een blok van ca. tien weken (zie zorgkalender) wordt geëvalueerd en wordt vastgesteld of de betrokken leerling voldoende begeleiding en ondersteuning heeft gekregen om de nagestreefde leerdoelen en leerresultaten te bereiken. Daarvoor wordt gekeken naar de uitkomsten van observaties, methodegebonden toetsen en/of uitslagen van CITO-toetsen binnen het leerlingvolgsysteem. Indien de resultaten met deze vorm van begeleiding en ondersteuning voldoende blijven, is het dus mogelijk dat een leerling voor een langere periode en zelfs gedurende het gehele schooljaar ondersteuning en begeleiding krijgt conform ondersteuningsniveau 1 en ingedeeld blijft bij de instructiegevoelige leerlingen. Leerlingen die op een bepaald vakgebied een voorsprong hebben van een jaar krijgen, in overleg met de intern begeleider, extra uitdaging. Dit kan bestaan uit verdieping en/of verrijking (m.b.v. materialen uit Levelspel of werk) en eventueel het compacten van reguliere stof. ONDERSTEUNINGSNIVEAU 2 Indien na tien weken blijkt, dat de resultaten van de leerling geen stijgende lijn laten zien, dan wordt de leerling in ondersteuningsniveau 2 geplaatst. De leerling schuift binnen het door naar de instructieafhankelijke groep. De IB-er wordt hiervan op de hoogte gebracht tijdens de ken. Indien de leerkracht een hulpvraag heeft waarop hij of zij zelf geen adequate oplossing heeft, wordt deze, indien mogelijk, in het opgelost. Anders kan de hulpvraag in een volgende vergadering (agendapunt leerlingbespreking) aan de orde worden gesteld. De intern begeleider kan er ook voor kiezen overleg te plegen met de onderwijsbegeleidingsdienst (mevr. Ten Raa of mevr. Hermans). In het geval van dyslexie kan het dyslexieprotocol geraadpleegd worden. De leerkracht voert het zelf uit binnen de leerlingengroep en kan voor praktische ondersteuning en extra begeleiding in het leerproces een beroep doen op de interne begeleider. Ook voor deze leerlingen wordt naar aanleiding van de methodetoetsen geanalyseerd welke aanvullende ondersteuning nodig is. (zie ondersteuningsniveau 1) De leerkracht blijft verantwoordelijk voor de zorgbegeleiding. Indien na genoemd zorgproces de resultaten niet op het nagestreefde niveau scoren, dan kan een verlenging of zittenblijven worden overwogen. Hierbij zal dan sprake moeten zijn van een achterstand op meerdere vak-vormingsgebieden. Voor de groepen 0 t/m 8 wordt bij deze besluitvorming een overgangsprotocol gehanteerd. Bij leerlingen waar, n.a.v. de citotoetsen, blijkt dat er sprake is van ruime voorsprongen op meerdere vakgebieden spreken we ook van ondersteuningsniveau 2. Voor deze leerlingen wordt de reguliere stof gecompact en komt er ruimte in het programma voor Levelspel/-werk. Voor aanvullende informatie kan het protocol meer- en hoogbegaafdheid geraadpleegd worden. ONDERSTEUNINGSNIVEAU 3 Wanneer kinderen kampen met ernstige leerproblemen en er sprake is van een achterstand van ruim 1 jaar op één of meerdere vakgebieden, of er sprake is van problemen op sociaalemotioneel gebied, kan worden gekozen voor een ontwikkelingsperspectief. In een dergelijke situatie is sprake van ondersteuning en begeleiding van een leerling in ondersteuningsniveau 3. 17
Deze keus wordt gemaakt indien: niveau 2 is doorlopen. Met behulp van de uitslagen van CITO toetsen of methodegebonden toetsen is een duidelijke analyse gemaakt, die de basis heeft gevormd voor het werken binnen de instructieafhankelijke groep. de resultaten van de CITO-toets niet boven het E niveau komen. de ontwikkelingslijn steeds verder afwijkt van de gemiddelde lijn. de sociaal-emotionele ontwikkeling negatief wordt beïnvloed. (Dit hoeft niet altijd het geval te zijn.) er (bij voorkeur) een onderzoeksverslag aanwezig is, waaruit blijkt dat een OPP gerechtvaardigd is. OPP Het onderwijs-leerprogramma kan worden aangepast in: Taakomvang: De hoeveelheid werk wordt aangepast aan de mogelijkheden van de betreffende leerling. Werktempo: Het werktempo wordt aangepast aan de mogelijkheden van de betreffende leerling. Werkniveau: Het werkniveau wordt aangepast aan de mogelijkheden van de betreffende leerling. Dit kan evt. gebeuren m.b.v. een andere methode en/of andere onderwijsleermaterialen. De leerling doet in eerste instantie zoveel mogelijk met de groep mee. Streefdoel blijft het behalen van de kerndoelen. Door tijdens de evaluatiemomenten het gemiddelde leerrendement over de laatste drie toetsen te berekenen, bepalen we telkens het uitstroomniveau van het vakgebied waarvoor de leerling een eigen programma heeft. Wij geven daarbij ook aan welke uitstroombestemming naar het v.o. wij op dat moment voor die leerling in gedachten hebben. De leerkracht en de IB-er stellen samen het OPP op en bewaken dit ook samen. Indien wordt aangetoond dat de leerling een uitstroombestemming PRO heeft, kan deze leerling een plaats krijgen in de doeklas. In deze klas krijgen leerlingen praktijklessen die gekoppeld zijn aan arbeidssectoren. Zie voor verdere uitleg het beleidsplan doeklas. We spreken ook van ondersteuningsniveau 3 wanneer leerlingen een ruime voorsprong hebben op meerdere vakgebieden en er uit het Sidi-3 protocol naar voren komt dat de leerling kenmerken heeft van meer- of hoogbegaafdheid, waarbij sprake is van Signalen Van Zorg. Deze leerlingen krijgen in Parnassys een pluspakket waarin staat welke sociaal-emotionele doelen centraal staan en ze worden, aan de hand van de afspraken die in het protocol meeren hoogbegaafdheid staan, eventueel ingedeeld in de plusklas. In deze klas wordt naast de cognitieve ontwikkeling vooral gewerkt aan vaardigheden die de kinderen nodig hebben om zich op het emotionele vlak goed te ontwikkelen. Te denken valt aan faalangst, onderpresteren, taakgedrag en samenwerken. ZORGNIVEAU 4 Mocht ondersteuningsniveau 3 niet het gewenste resultaat opleveren, dan kan de leerling aangemeld worden bij de Commissie BoOT (bovenschools ondersteuningsteam) van de St. Opos voor een aanvraag van een arrangement. In het document Werkwijze consultatie, 18
diagnostiek en arrangeren staat nauwgezet de procedure beschreven. Uiteindelijk kan de keuze gemaakt worden om een kind aan te melden bij de Commissie van advies voor plaatsing in het S.B.O of S.O. 19
Bijlage C Zie apart document 20
Werkwijze consultatie, diagnostiek en arrangeren. Hieronder wordt de werkwijze van Stichting OPOS voor consultatie, diagnostiek en arrangeren weergegeven. Leidraad voor onderstaande stappen is De Procesgang Handelingsgericht Arrangeren van de werkgroep Arrangeren SWV PO 20.01. De leidraad Procesgang Handelingsgericht Arrangeren is in het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 20.01 opgenomen. Dit betekent concreet: 1. dat het ondersteuningsteam 1 en de betrokken leerkracht, indien nodig samen met de medewerker Unit Onderwijsbegeleiding Slochteren: de onderwijsbehoeften van de leerling in kaart brengen; inventariseren wat de extra ondersteuningsbehoeften van de leerling zijn o.b.v. zijn/haar onderwijsbehoeften; een plan van aanpak opstellen voor het realiseren van de extra ondersteuning voor de leerling binnen de eigen bassischool; nagaan of de extra ondersteuningsbehoeften de mogelijkheden van de basisschool overstijgen 2. dat aanmelding bij het Boven Bestuurlijk Ondersteuningsteam (BoOT) plaats vindt, indien: het plan van aanpak onvoldoende of geen effect sorteert; de extra ondersteuningsbehoeften van de leerling de mogelijkheden van de basisschool overstijgen. Stap Personen Handeling Vervolgstap betrokken bij consultatie en diagnostiek 2 1 Groepsleerkracht Constateert dat er m.b.t. een lln. (of Er is meer nodig 2 een groep lln.) een bepaalde ondersteuningsvraag ligt en onderzoekt wat te doen 2 Groepsleerkracht en IB Groepsleerkracht schakelt IB-er in Er is meer nodig 3 3 Groepsleerkracht, IB en team [casemanager jeugdzorg 3 ] Groepsleerkracht en IB-er consulteren het eigen team. Afhankelijk van de zorgvraag kan de Er is meer nodig 4 1 Ondersteuningsteam = directeur en intern begeleider 2 Hier worden de betrokken personeelsleden en de extern deskundigen genoemd. Ouders/verzorgers worden vanaf stap 1 erbij betrokken. 3 Aan elke school is een casemanager jeugdzorg verbonden. 21
casemanager jeugdzorg hierbij facultatief worden geconsulteerd. Facultatief: Contact opnemen met andere IB-ers uit het netwerk van Stichting OPOS. 4 IB-er, groepsleerkracht en consultatief begeleider (medewerkers Unit Onderwijsbegeleiding) 5 IB-er, groepsleerkracht en consultatief begeleider (medewerkers Unit Onderwijsbegeleiding) 6 IB-er, directeur, leden BoOT 4 (evt. aangevuld met casemanager sociaal team) 7a IB-er en medewerker Unit Onderwijsbegeleiding Medewerker SBO Algemeen directeur Stichting OPOS IB-er schakelt N.t.Raa /A. Hermans in voor overleg. Consult (op school, per mail, telefonisch) Diverse mogelijkheden: Observatie Onderzoek Oudergesprek Etc. N.B. Voorwaarde om indien nodig over te gaan naar stap 6 is dat aantoonbaar kan worden gemaakt dat de basisondersteuning ontoereikend is om het verwachte en onderbouwde ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau van een lln. te realiseren. Dit betekent dat de afgesproken 3 fasen van het arrangeren van het samenwerkingsverband moeten zijn doorlopen. Zie tabel overzicht 3 fasen van arrangeren. Boven Bestuurlijk Ondersteuningsteam (BoOT) Dit overleg vindt plaats op een vast aantal momenten in het schooljaar. Bespreken optie(s): Sbo SO Arrangement 5 Bao-bao verwijzing Opstellen voorstel voor vervolg IB-er schakelt medewerker Unit Onderwijsbegeleiding in voor het uitvoeren van een onderzoek / deskundigenadvies. De school neemt contact op met de beoogde school voor sbo. Beide scholen bereiden de aanvraag voor de toelaatbaarheidsverklaring voor. De aanvraag wordt voorzien van het deskundigenadvies (= advies medewerker Unit Onderwijsbegeleiding). Algemeen directeur Stichting OPOS dient de Er is meer nodig 5 Er is meer nodig 6 Waarschijnlijk: SBO 7a SO 7b Arrangement 7c Bao-Bao 7c IB-er begeleidt ouders en leerling tijdens deze route naar het SBO. 8 4 BoOT: medewerkers Unit Onderwijsbegeleiding, intern begeleider Oetkomst en algemeen directeur Stichting OPOS 5 Arrangement= alle ondersteuning bovenop de basisondersteuning, behalve plaatsing in het SBO of SO 22
aanvraag toelaatbaarheidsverklaring bij de CvA 6 in. 7b IB-er en medewerker Unit Onderwijsbegeleiding en/of medisch specialist Medewerker SO Algemeen directeur Stichting OPOS IB-er schakelt deskundige 7 in voor het uitvoeren van een onderzoek / deskundigenadvies. De school neemt contact op met de beoogde school voor SO. Beide scholen bereiden de aanvraag voor de toelaatbaarheidsverklaring voor. De aanvraag wordt voorzien van het deskundigenadvies. Algemeen directeur Stichting OPOS dient de aanvraag toelaatbaarheidsverklaring bij de CvA in. 7c BoOT Vaststellen arrangement: Voor een bepaalde periode Bijvoorbeeld: extra middelen / voorzieningen / etc. Bao-bao verwijzing 8 CvA CvA geeft toelaatbaarheidsverklaring SBO/SO af. IB-er begeleidt ouders en leerling tijdens deze route naar het SO. 8 IB-er begeleidt ouders en leerling bij het concretiseren van het arrangement op schoolniveau en bij baobao verwijzing Plaatsing op SBO/SO Tabel: Overzicht 3 fasen van arrangeren (dit onderdeel hoort bij stap 5) 1. Het schoolondersteuningsteam stelt op basis van beschikbare gegevens uit het LOVS, observatie- en onderzoeksverslagen en de evaluatie van de HGW- cyclus vast dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft omdat de ondersteuningsbehoefte de basisondersteuning die het bestuur van SWV 20.01 PO heeft vastgesteld en de mogelijkheden van de school (schoolondersteuningsprofiel) overstijgt; 2. Het schoolondersteuningsteam bepaalt handelingsgericht wat de leerling nodig heeft aan tijd en aandacht, deskundigheid, materialen en middelen, ruimtelijke omgeving en samenwerken met andere instanties (zie ook het schema in hoofdstuk 3.2. van De Procesgang Handelingsgericht Arrangeren van de werkgroep Arrangeren SWV PO 20.01.). 3. Ook geeft het team aan hoe en waar de extra ondersteuning kan worden gerealiseerd, in de eigen reguliere basisschool, in een andere basisschool of elders. Het Boven Bestuurlijk Ondersteuningsteam (BoOT) zal voorgaande toetsen alvorens tot een arrangement of aanvraag TLV kan worden gekomen. 6 CvA is de commissie van advies, die beslist over de toelaatbaarheid tot SBO en SO (cluster 3 en 4). Beslissingen over de toelaatbaarheid tot cluster 1 en cluster 2 worden genomen door de CvO, de commissie van onderzoek 7 Inzet van deskundige is afhankelijk van schooltype en specifieke hulpvraag; in veel gevallen zal dit de medewerker van de Unit Onderwijsbegeleiding zijn. Voor medische zaken wordt een medisch specialist ingezet. 23
Invulschema Verscheidenheidsindex OBS De Springplank Siddeburen Leerlingen aantallen Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Verscheidenheidsindex N A B C D E F G t A-F A B C D E F G H t A-H A B C t A-C School 41 3 3 T 1-3 235:188=1,25 Groep 1 12 9 1 10 1 1 2 14:12=1,17 Groep 2 20 13 2 15 3 2 5 25:20=1,25 Groep 3 29 18 1 19 3 6 1 10 39:29=1,34 Groep 4 30 24 2 2 28 2 (1) 2 33:30=1,10 Groep 5 16 10 10 1 1 2 1 (1) 1 6 22:16=1,38 Groep 6 27 16 1 2 3 22 2 1 1 4 1 1 33:27=1,22 Groep 7 27 17 1 3 21 3 1 4 2 2 35:27=1,29 Groep 8 27 7 2 8 3 20 3 3 1 7 34:27=1,26 24