MtNtSTEFME VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kommissie voor Toegepast WetenschappeÜjk Onderzoek. in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

Vergelijkbare documenten
BESTANDSOPNAME LANGSHEEN DE BELGISCHE KUST (5)

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek. in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

MINISTERIE VAN LANDBOUW BESTUUR VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK RIJKSCENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK - GENT

MiNISTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast WetenschappeÜjk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

BESTANDSOPNAME LANGSHEEN DE BELGISCHE KUST (7)

BESTANDSOPNAME LANGSHEEN DE BELG!SCHE KUST (8)

VERDER ONDERZOEK OVER HET ELECTR!SCH VISSEN

MIN!STER!E VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappetijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

Dr. G.W.N.M. van Moorsel Postbus AC Doorn. Project nummer: Handtekening:

(Voorzitter : F. HEVENS, directeur-generaat)

MINISTERIE VAN LANDBOUW

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent

VERDERE PROEVEN MET EEN DUBBELBOOMNET VOOR GARNALEN EN RONDVtS

(Voorzitter : F. HEVENS, directeur-generaat)

VERDERE TOEPASS!NG VAN DE TRESHEV-METHODE VOOR HET BEPALEN VAN DE V<SSER!J)NSPANN!NG

M!N!STER!E VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kommissie voor Toegepast Wetenschappehjk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

MINISTERIE VAN LANDBOUW

MINISTERIE VAN LANDBOUW BESTUUR VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK RIJKSCENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK - GENT

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg BRUSSEL

MINISTERIE VAN LANDBOUW

PROEVEN MET STAANDE WARNETTEN VOOR TONG

VISSERIJVERMOGEN EN SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN IJSLANDTREILERS

M INISTERE V A N L A N D B O U W. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek

N A T I O N A A L I N S T I T U U T V O O R DE S T A T I S T I E K DE BE LG-ISCHE Z E E V I S S E R I J IN

MINISTERIE VAN LANDBOUW

M!N!STER!E VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek. in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

TECHNOLOGISCHE EN HYGIENISCHE ASPEKTEN BIJ DE VERWERKING V A N WIJTING (Gadus merlangus L.) TOT GEMALEN VISVLEES (*)

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979

MINISTERIE VAN LANDBOUW STUDIE VAN DE MICROBICIDE EN DE ANTIOXIDATIEVE EIGENSCHAPPEN VAN FENOLEN BIJ HARDGEZOUTEN GEROOKTE HARING

MiNiSTERiE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. in de Zeevisserij (T.W.O.Z.)

BEDENKINGEN BIJ DE EVOLUTIE VAN HET GARNAALBESTAND

gewicfotsfrekwentieverdeling van aangevoerde haring

MINISTERIE VAN LANDBOUW

BELGISCHE ZEEVISSERIJ

Verslag Belgica BTS Campagne 2006/17 (22 augustus 1 september 2006)

Bacteriologische contaminatie gedurende de machinale en manuele fabricatie van filets van hondstong (Glyptocephalus cynoglossus L.) (*).

(Voorzitter : F. UEVENS. directeur-generaat)

IMARES Wageningen UR. Vissen op de kust van Ameland. T1 na de Zandsuppletie in Dr. P.C. Goudswaard. Rapport C157/11

VAR!AHE VAN DE CHEMtSCHE SAMENSTELUNG EN DE BiOLOGiSCHE COND!T)E VAN WtJUNG (Mertangius mertangus L.)

DE MACRO-, EPI- EN VISFAUNA OP DE VLAKTE VAN DE RAAN

Verslag Belgica BTS Campagne 2005/19 (23 augustus 1 september 2005)

LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft. Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012

De Belgische zeevisserij in 1966

Visbemonstering de Zandmotor

Het watergehalte in verse en gerookte haringfilets

L i mb u r g s e L a n d m a r k s

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek in de Zeevisserij (T. W. O. Z.

H O E D U U R I S L I M B U R G?

Feiten en cijfers over de. garnaal

M)NtSTER!E VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

IMARES Wageningen UR. PMR Monitoring natuurcompensatie Voordelta Perceel Vis: Jaarrapport C.J.G. van Damme C030.12

Ankerkuilmonitoring Westerschelde: resultaten Auteurs: I.J. de Boois, M. van Asch, A.S. Couperus. Wageningen Marine Research Rapport C113/16

R e g i o M i d d e n -L i m b u r g O o s t. G r e n z e l o o s w o n e n i n M i d d e n -L i m b u r g R e g i o n a l e W o o n v i s i e

MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW. Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling. CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN DIERGENEESKUNDE EN AGROCHEMIE Tervuren

ONDERZOEK NAAR DE TOX!C)TE!T VAN AFVALSTOFFEN AFKOM SHG VAN DE FOSFORZUURBERE!D)NG OP SCHOL (PLEURONECTES PLATESSA L. ), GARNALEN (C R A N G O N

b e s p r e k in g op teneinde plannen Sanderse F t. a.v. R e d i c h e m s e Waard voortgang te kunnen doen [vinden

Kenniskring garnaal NO

IMARES Wageningen UR

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat - Waterdienst T. a. v. Dhr. P. Bot Postbus AA Lelystad

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Bepaling toezichtvorm gemeente Stein

H a n d l e i d i n g d o e l m a t i g h e i d s t o e t s M W W +

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN

PROEVEN MET DUBBELBOOMNET VOOR RONDViS TOEGEPAST!N DE M!DDENSLAGV!SSER!J

Rijksstation voor Zeevisserij - Oostende

Vismonitoring 2008, Overgangswater: Westerschelde en Zoute Meren: Veerse meer.

Reisverslagen van de Demersal Fish Survey (DFS) en de Sole Net Survey (SNS) 2009

Bewoners van de Noordzee

NK Bootvissen vanuit Neeltje-Jans - 6 oktober 2012

MertMroevBn on scho! in de ZnMeüike BacM door

Borgerhout BIBLIOTHEEK

Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Data rapport vis- en epibenthosbemonstering najaar 2012

Q u i c k -s c a n W M O i n L i m b u r g De e e r s t e e r v a r i n g e n v a n g e m e e n t e n e n c l i ë n t e n

IMARES Wageningen UR. Reisverslagen 2011 van de Sole Net Survey (SNS) en Demersal Fish Survey (DFS)

NAVIGO NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

ONDERZOEK NAAR DE TOXtCtTEtT VOOR GARNALEN ( CRANGON CRANGON (L) ) VAN AFVALSTOFFEN. A FK OM SH G VAN DE FABRtCAGE VAN RAD!OGRAF!SCHE EMULS!ES.

De Belgische zeevisserij in 1967

kindergeneeskunde informatiebrochure Zuurtegraadmeting (ph-metrie)

Voor afmetingen waarvoor geen bewerkingsprijs staat vermeld gelden de prijzen op aanvraag

organochloorverbindingen in mariene organismen van verschillende trofische niveaus

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport Kees Goudswaard & Margriet van Asch. Rapport nummer C145/15

B e l e i d s k a d e r K e r k e n, K l o o s t e r s e n a n d e r e r e l i g i e u z e g e b o u w e n

MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW. Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling. Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek Gent

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat

Wageningen. Vismonitoring 2008, Overgangswater: Westerschelde en Zoute Meren: Veerse meer. P.C. Goudswaard & I.J. de Boois.

ENQUETE BIJ REDERS EN SCHEEPSJONGENS IN DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ:

Assymetrische dunnelaag chromatografie

Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kom m issie voor Toegepast W etenschappelijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.)

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Bepaling toezichtvorm gemeente Simpelveld

Verslag vaartochten ZKO vis 2010

MINISTERIE VAN LANDBOUW BESTUUR VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK RIJKSCENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK - GENT

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport P.C. Goudswaard & M. van Asch Rapport C165/13

EERSTE RESULTATEN VAN HYDRO-AKOESTISCHE METINGEN

Transcriptie:

MtNtSTEFME VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast WetenschappeÜjk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. HEVENS, Directeur-Generaa!) BESTANDSOPNAM E LANGSHEEN DE BELGtSCHE KUST (3) R. DE CLERCK en N. CLOET. Onderwerkgroep «Biologie «(i.w.o.n.l.) Mededelingen van het Rijksstation voor Zeevisserij (C.L.O. Gent) Publikatie nr 46-B/5/1971.

M!N!STER)E VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappetijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. HEVENS, Directeur-Generaat) BESTANDSOPNAME LANGSHEEN DE BELG!SCHE KUST (3) R. DE CLERCK en N. CLOET. Onderwerkgroep - Biologie " (I W.O.N.L.) Mededelingen van het Rijksstation voor Zeevisserij (C.L.O. Gent) Publikatie nr 46-B/5/1971. D/1971/0889/4

In het kader van de activiteiten van de werkgroep "B io lo g ie " (C om m issie T. W. O. Z. -I. W. O. N. L. ) werden in m ei en septem ber 1970 twee bestandsopnamen van de com m erciële vissoorten, die langsheen de B elgisch e kust voorkom en, opgesteld. Onderhavige publikatie verm eldt de resultaten van de derde b e standscpname, ditmaal over de periode 1 8-2 6 m ei 1971. Voor de doelstelling en de uitvoering van de opnamen kan naar de vorige publikaties worden verw ezen. Uitvoering. Teneinde de spreiding van de stations over de ku stlijn nog idealer te laten verlopen, werden twee stations bijgevoegd, zodat een totaal van 27 vaste punten werd bekomen. De lokalisatie van de Stations is weergegeven op kaart 1. De positie van station 26 is 51*14'N. B en 2*4 8 *0. L. en van station 27 5 1 2 C '3 0 "N. B. en 3 * 1 0 '0. L. In tegenstelling m et de twee vorige opnamen, werden de gegevens over de temperatuur, de zuurtegraad en htt zoutgehalte van het oppervlaktezeewater op kaart uitgezet, nl. de respektievelijke kaart 2, 3 en 4. Het cijferm ateriaal betreffende dichtheid per vissoort en per station is in de volgende tabel vervat.

Aantal stuks per 1.000 m. Sp ecies/s tation 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 < 54 3 2, 5 167 7 446 174 161 9 29 Garnalen 5 4-6 7-4 - - 23 1 14 57 9 l 13 ^ 67 3 4 1-1 < 13 - Schol 13-19 2 0-2 4 1 - > 24 1 - < i l Schar 1 1-14 15-19 19 < 13 Bot 13-20 20 - - - - 1-6 1 - - - < 21 2 1 1 1 1 Wijting 2 1-2 9 - - 2 2 1-1 1 - - - ) 29 < 13 Tong 13-19 2 0-2 3 - - - - - - 1 - - - - *)> 23 Sprot < 1 0 Roodbaard 25 -

13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 195 24 21 14 1 127 54 5 50 6 152 41 5-145 21 9 1 1-10 3 210 28 1 1 1 14 3 5 6 1 12 6 1 1 - - 1-1 - - - 2 - - - - 1 1 - - - - - - - - - - - - - -... 1 I 1 - - 3 - -...Z - 2 - - 9 - -

en kom m erci^le vissoorten. De bestandsopname had betrekking op niet-kom m erci'èle 1. De niet-kom m er ciële vissoorten. Met uitzondering van de stations 16, 17, 23 en 25 werdei op alle stations uitzonderlijke hoeveelheden kogelkwallen (Pluerobrachia pileus F lem. ), ook galbollen genoemd, in de netten aangetroffen. Op de stations 16 en 17 werd daarenboven veel slijk genoteerd. De gewone zeeappel (P sam m echim es m iliaris Gmel), op station 19 en 25 voor. ook kootei genoemd, kwam Grote hoeveelheden zeesterren (A sterias rubens L. ) maakten deel uit van de vangsten op de stations 5, 6, 8 en 23. Steenbolk (Gadus luscus L) en horsm akreel(caranx trachurus L) werden over de volledige kustlijn aangetroffen. Verder kwamen ook de vijfdradige meun (Motella m ustela L ), de smelt (Ammodytes lanceolatus Lesauv. ), de zeegrondel (Gabius minutus Pall&s), het harnesmannetje (Agonus cataphractus L. ) en de zeeslak (Liperis lip erisl ) voor. T 'n slo tte werden in de sam enstelling van de vangsten genoteerd: pijlinktvis (Loligo vulgaris Lam. ), zeem uis (Aphrodite aculeata L. ), slangster (Ophiura texturata Lam. ), herem ietkreeft (Eupagurus bernhardus L. ), zwemkrab (Macropipus holsatus Fabr. ), oorkwal (Aurelia aurita L. ), zeeanemoon (Actinia, equina L. ) goudkam m etje (Pectinaria koreni M alm gr. ), dwerginl^tvis (S&piola atlantica d'o rb. ) en kompaskwal (Chrysaora h y so sc ella L. ).

2. De k o m m erciële vissoorten. Bij de bestandsopname werden alle kom m er ci'èle yoorten betrokken, nl. garnalen, schol, schar, bot, wijting, kabeljauw, tong, sprot en roodbaard. De dichtheid van de stapel in de beschouwde periode kan als volgt worden beschreven : a) Garnalen. Het grootste gedeelte van de garnaal stock bestond uit kleine garnalen van m inder dan 54 m m lengte. Van deze sortering 2 werd een m axim um van 446 individuen per 1. 000 m in de omgeving van de Wandelaar genoteerd, terw ijl een min of m eer homogene verspreiding zich langsheen de kustlijn tussen de Franse grens en Oostende m anifesteerd e. De sorteringen begrepen tussen 5 4-6 7 m m en groter dan 67 m m vertoonden een bijzonder lage dichtheid. De schaarsheid van de garnalenstock kan voornam elijk worden toegeschreven aan een abnormaal hoge natuurlijke sterfte tengevolge van de aanwezigheid van tw eejarige kabeljauw op de kust gedurende de maanden ok tober-decem ber 1970. b. Schol. Een grote schaarste vie l in alle sorteringen te noteren. A lleen in het W estdiep was nog een kleine dichtheid van 2 2 stuks per 1. 000 m.

c) Sçhar. De aanwezigheid van schar in deze bestandsopname w erd gekenmerkt door een koncentratie ten w esten van 2 " 4 5 ' O. L. Een m axim um van 9 stuks 1 -ja r ig e scharren per 2 I. 000 m w erd in het Trappegeer bekomen. d) Bot^ Met uitzondering van station 17, gelegen vbbr L o m - bardzijde, w erd geen 1-ja r ig e bot genoteerd. In de omgeving van de van 6 individuen ouder dan 1 jaar aan het licht. kwam een m axim um e) Wijting. M axim a van twee stuks werden op vier Stations aangetroffen. De verspreiding heeft evenwel een grillig verloop. E xem plaren groter dan 29 cm kwamen nergens voor. f) Kabeljauw. De kabeljauw was in deze bestandsopname volledig afwezig. De sterke jaarklasse 1969, die zich in het najaar 1970 vbbr de kust had opgehouden, was im m ers gem igreerd, zoals trouwens ook bleek uit m erkproeven. 8) Ï5RS- De tongkoncentraties waren z e e r schaars in de a f gelopen bestandsopnam e. De uitvoering van de proeven bij dag zijn

hierbij ongetwijfeld in zekere mate verantwoordelijk. Niettemin zal de bestandsopname in september ongetwijfeld reeds een eerste beeld kunnen verstrekken van de dichtheid van het broedsucces op de kust, m et name de nieuwe ja a rk la sse 1971. h) Sprot. Slechts in het Westdiep, op de stations 17 en 19, w erd een kleine dichtheid van sprot g e re g istre e rd. i) B^odbaard. Het voorkomen van roodbaard m anifesteerde zich tus Nieuwpoort en Oostende, doch m et ze e r kleine koncentraties.

3*30' 51*30' ZuurtegraacK ph ) op de 27 Stations 18-5/26-5*1971 aanta tten per 1000 m? 51*15' Oostende Nie iwpoort 3*30' 51 05'

18-5/26-5-1971 GARNAAL 54-6 7 m m aantat ten per 1000 m?

GARNAAL >67 mm 18-5/26-5-1971 u 10 aantahen t,, per 500 1000 m? )000

5'*30' SCHOL <13 cm 18-5/26-5197! 0 5 10 20 aantat ten per 50 ]000 m? 100 -------- \

3 )5 ' 3-30' 51*30'!8-5/26-S-137) SCHAR < 11 c m aantalten per! 00 0 m? 100 * *

3-30' 51*30' SCHAR 15-19 c m aantatten per ]000 18*5/26 O 10 20 50 100 51*15' 3*30' 51*05'

2 30' 2 45' 3*00' 3*t5' 3*30'

2 30' 51 30'! 18-5/26*5-1971 W'JUNG 21-29cm aantatten per 1000 m^ too Oostende Ni? jwpoort

TONG 13-19 cm 18-5/26-5-1971 0 1 5 10 20 aantahen per ^ 1000 m? too ge

3-30' *30' 2*4 5' 3 C 0 '

TONG >23 cm 18-5/26-5-1971 0 1 aantahen per 1000 m? 100

3*30' *30' ROODBAARD <25 cm aantatten per tooom? Oostende Nie jwpoort