TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Vergelijkbare documenten
RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

LABORATORII:JM VOOR jjiqeg PA5ll: GEOlOGIE EN lni DROGE0 061É

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Horafrost te Staden (Fase 1)

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

VFRSLAG VAN DE VERKENNINGSBORING VOOR DE CENTRALE LINNENDIENST VAN DE VERENIGING VAN OPENBARE VERZORGINGSINSTELLINGEN TE EREMBODEGEM

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

A. Identificatie van de heffingsplichtige (1) Naam: Straat: Nr.: Busnr.: BTW-nummer M-dossiernummer (2)

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE..

1\BO.RAli l I M VGOR OGIE EN 0 08EOl.O'GI.

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

rijksuniversiteit gent

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPAST E GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

UNIVERSITEIT GENT

Hoe een bodemonderzoek bovenhaalt wat u niet (meer) wist. Peter Hermans BU Manager Bodem

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM

233.- H e t h y d r o g e o l o g i s c h a s p e c t v a n o n t g i n n i n g s p l a a t s e n e n h u n n a b e s t e m m i n g

VLM. Studiemoment grondwater. 29 maart 2019

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

IJllil RIJKSUNIVERSITEIT GENT

AANVULLENDE INFORMATIE BIJ EEN AANGIFTE OF BIJ EEN AANVRAAGFORMULIER VAN EEN MILIEUVERGUNNING VOOR EEN PERMANENTE GRONDWATERWINNIG

Grondwatersysteemanalyse en effectberekening van de ringweg rond Tongeren in de omgeving van het natuurgebied De Kevie

VERKENNING IN VERBAND MET EEN GRONDWATERVOORZIENING VAN DE G.U.S.B.

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Vlaamse wetgeving m.b.t. ondiepe geothermie

Uitwerking van maatregelen voor milderen van verzilting in aangrenzende polders bij uitbreiding ZWIN (hydrogeologische deelaspect) Startvergadering

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

Geohydrologische effecten afgraven voorland en terugstorten in diepe delen Gijster

rijksuniversiteit gent

Indien gekend, Lambert 72-coördinaten:

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Voorbeeld van de bijlage bij de aangifte heffingsjaar 2014: Seizoensgebonden irrigatie in open lucht voor land- en tuinbouw in hoofdactiviteit

TOEGEPASTE.GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPAST E GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE HYDROGEOLOGISCHE STUDIE CALLEMANSPUTTE - TUSSENTIJDS VERSLAG -

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Grootste zonnepanelenpark van Benelux in gebruik

lillil UNIVERSITEIT GENT

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Grondwaterwinning Algist Bruggeman. Gent.

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

ij) IJlJIJ UNIVERSITEIT GENT TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE .AL. BEPALING VAN DE HISTORISCHE VERONTREINIGING

Nitraat in het grondwater

Bijlage R53 Grondwaterwinningen

Recente en op til staande wijzigingen m.b.t. boringen/grondwaterwinningen

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Is de aanvrager eigenaar van het kadastrale perceel of de kadastrale percelen waarop grondwaterwinning (bemaling) plaatsvindt?

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

Onttrekken van grondwater: Wetgevend kader in Vlaanderen. Naten Hemelrijck

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

Ontdek de ondergrond. 3D informatie toegepast in het veenweidegebied Roula Dambrink, Jan Stafleu

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de N.V. Latexco te Tielt (Fase 2)

SAMENVATTING. en funderingen

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Transcriptie:

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Hydrologisch attest betreffende de bronbemalingen voor de exploitatie van de bedrijfsterreinen van Rhodia Chemie DI _ ' ' 11 I AfL lillil UNIVERSITEIT GENT

UNIVERSITEIT GENT Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie Hydrologisch attest betreffende de bronbemalingen voor de exploitatie van de bedrijfsterreinen van Rhodia Chemie Geologisch Instituut Krijgslaan 281, 58 8-9000 Gent tel 09/264 46 47 fax 09/264 49 88 Opdrachtgever RHODIA CHEMIE Leiding: Prof Dr W De Breuck Studie en verslag: Prof Dr W De Breuck Lic D De Smet Projectnummer: TGO 98/20 Datum: juni1998

INHOUD 1 Inleiding 1 2 Hydrogeologische bouw ter hoogte van het gipsstortterrein 2 21 Gipsstort, 2 22 Doorlatende laag KZ2 (Quartair) 2 2 3 Slecht-doorlatende laag KL (Quartair) 4 24 Doorlatende Jaag KZ1 (Quartair)- Lid van Bassevelde (s3z) (Tertiair) 4 2 5 Zeer slecht-doorlatende laag Formatie van Maldegem (Tertiair) 4 26 Slibstort Callemansputte 4 3 Geschiedenis van de stortplaats en van de bronbemaling 4 4 Conclusie 13 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1 - NW-SE gerichte hydrogeologische doorsnede ter hoogte van de gipsstortplaats (de ligging van de doorsnede is weergegeven op figuur 2) 3 Figuur 2 - Waargenomen stijghoogtepatroon in de laag KZ1 in september 1984, met aanduiding van de stromingsgebieden en van de hydrageologische doorsnede 7 Figuur 3-Waargenomen stijghoogtepatroon in de laag KZ2 in september 1984 7 Figuur 4 - Uitbreiding van de verontreiniging in de laag KZ1 in 1984 8 Figuur 5 - Berekende verspreiding van het gipspercolaat nabij de uitbreiding zonder bemaling 9 Figuur 6 - Stijghoogten in de laag KZ1 in september 1994 11 Figuur 7 - Stijghoogten in de laag KZ2 in september 1994 12 Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE I 15 juni 1998 WDB

Hydrologisch attest betreffende de bronbemalingen voor de exploitatie van de bedrijfsterreinen van Rhodia Chemie 1 Inleiding Op 31 december 1996 is het Decreet van 20 december 1996 houdende heffingen op de winning van grondwater gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad Dit decreet voerde met ingang van 1 januari 1997 een jaarlijkse heffing in waarvan de opbrengst toegewezen wordt aan het MINA-fonds Het is ondergebracht in een hoofdstuk IVbis van het Grondwaterdecreet De regeling inzake heffingen op grondwaterwinningen is verder aangevuld door het Besluit van de Vlaamse Executieve van 19 december 1997 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1998 en het Besluit van de Vlaamse Executieve van 3 maart 1998 houdende vaststelling van de modaliteiten voor aangifte van de opgepompte of gewonnen hoeveelheden grondwater, niet bestemd voor openbare drinkwatervoorziening, ten behoeve van de bepaling van de heffing op de winning van grondwater Principieel is elke grondwaterwinning die een capaciteit heeft van minimaal 500 m 3 /j onderworpen aan deze heffing Rhodia Chemie pompt jaarlijks ca 800000 m 3 uit de bovenste watervoerende lagen De bedoeling van deze bemalingen is de verontreinigingspluim van de gipsstortplaats terug te dringen en in ieder geval ter plaatse te houden Het betreft hier een vrijwillige sanering die aangevat is lange tijd vaar de invoering van het bodemsaneringsdecreet Deze bemaling zou in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van heffing in het kader van bodemsaneringswerken, waarvoor een conformiteitsattest werd afgeleverd overeenkomstig het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering Tot op heden is Rhodia Chemie niet in het bezit van dergelijk confonniteitstattest De wetgeving voorziet ook in vrijstelling wanneer bronbemaling noodzakelijk is om het gebruik en/of exploitatie van gebouwen af bedrijfsterreinen mogelijk te maken, op voorwaarde dat: a) deze mogelijkheid is gestaafd door een hydrologisch attest opgesteld door een milieudeskundige die overeenkomstig titel!i van het VLAREM erkend is in de discipline grondwater; b) het hydrologisch attest sub a) voor 15 maart van elk heffingsjaar bij de directeur-generaal van AMINAL of zijn gemachtigde is ingediend; bij wijze van overgangsmaatregel moet het attest voor het heffingsjaar 1998 worden ingediend voor 1 juli 1998 De regering kan regels vastleggen met betrekking tot de minimale inhoud en de vorm van bedoeld hydralogisch attest De bestaande bronbemaling is opgenomen in de vergunning voor het uitbaten van een stortplaats voor gips te Zeizate en te Evergem Het Ministerieel Besluit van 23 januari 1984 stelt in artikel 6 dat rond de opslagplaats een dubbele ringgracht moet gegraven worden, zodat afvloeiing van gipswater naar de omliggende percelen vermeden wordt; tussen de twee ringgrachten wordt op minstens 3 m diepte een efficlênt drainagesysteem, uitgerust met meerdere pompinstallaties van voldoende debiet, ; Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE I 15juni 1998 WDB

aangebracht zodanig dat verontreiniging van het grondwater vermeden wordt In het Ministrieel Besluit van 19 mei 1987 houdende bijkomende uitbatingsvoorwaarden van een stortplaats voor gips te Zeizate en te Evergem is opgenomen in: - artikel 2 dat aan de zuidwest- en de westzijde van de stortplaats (rond de uitbreidingszone) een batterij van 16 pompputten moet worden aangelegd; - artikel 4 dat in eerste instantie, vanaf het operationeel zijn van pompputten en de bijhorende installatie op iedere put gepompt dient te worden met een debiet van 2 m 3 /h; dit debiet moet aangehouden worden 24 uur per dag, 7 dagen per week; - artikel 5 dat vanaf het operationeel zijn van de pompputten het verboden is nog verder kanaalwater als transportwater te gebruiken; desnoods dient het pompdebiet op de putten te worden verhoogd; - artikel 9 dat In een tweede fase aan de noord- en noordoostzijde van de stortplaats een tweede pompbatterij moet worden aangelegd; het afpompingsdebiet moet minimaal 4 m 3 /h per put bedragen Gezien deze vergunningsvoorwaarden en gezien Rhodia Chemie voor de fosforzuurproductie afhankelijk is van het gipsstort en van het opgepompte water (transportwater) meent het bedrijf een beroep te kunnen doen op deze laatste afwijking Onderhavig hydrologisch attest is gesteund op verschillende uitgebreide hydrageologische studies die door het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie van de Universiteit Gent in de Joop der jaren in het gebied zijn uitgevoerd Bepaalde voorwaarden in de vergunning zijn hier trouwens op gebaseerd 2 Hydrageologische bouw ter hoogte van het gipsstortterrein Figuur 1 is een NW-SE gerichte hydrageologische doorsnede ter hoogte van de gipsstortplaats Van boven naar onderen onderscheidt men volgende lagen 21 Gipsstort Ter hoogte van het gipsstort vormt deze een aparte hydrageologische eenheid De dikte van het gips kan tot meer dan 30 m reiken Er werden waarden voor de horizontale doorlatendheid gemeten van 0,28 en 0,48 mld, afhankelijk van de diepte De verticale doorlatendheid zou 0,018 mld bedragen; deze varieert vermoedelijk met de diepte 22 Doorlatende laag KZ2 (Quartair) Overal in het studiegebied zijn de bovenste afzettingen overwegend zandig Ze vormen de bovenste watervoerende Jaag KZ2 Soms is het zand min of meer leemhoudend of komen er, vooral bovenaan, veenlaagjes in voor De dikte van KZ2 varieert meestal tussen 6 en 13 m Meestal bevindt de grondwatertafel zich in deze zandige afzettingen Ze vormen een freatisch watervoerende laag Oe horizontale doorlatendheid van deze afzetting bedraagt 4 mld Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 2 15juni 1998 WDB

5[ TAW! Konaal Gent -Terneuzen '1111 A ---- ------- slib bergtngsput CollemonsJ:!ulle,, a 018 --- -L:, :0-2S ---+---- ; ' ) 100 200 loo 100!:a, :;BXIV "11 &Q' (Q ca :; c IQ Äl, z a C'D a ln m 0 IQ iil (I) :s :::! rd n a :::r rd ei ëii' :::r '< a (I) a a IQ C'D C'D IQ 0 C'D 0 < C'D IQ :s ëii' n 0 "C :::r C'D :!I a (Q 0 c, iil :s - C'D a C'D ei, :::r 0 IQ S' < Cl) a C'D (Q -s U) U) 0 ::a "C ii Cl) In ä: (I)

23 Slecht-doorlatende laag KL (Quartair) Meestal komt in het studiegebied een leemlaag of althans een meer leemhoudende laag voor Samenstelling en dikte van KL kunnen lateraal zeer snel variëren Meestal bestaat de laag uit leem soms met veel fijn zand; naar boven en onderen toe bevat de laag meer zandige laagjes De verticale doorlatendheid van deze laag bedraagt 0,03 mld 24 Doorlatende Jaag KZ1 (Quartair) - Lid van Bassevelde (s3z) (Tertiair) De laag KZ1 bestaat uit overwegend fijnzandige afzettingen, aan de basis komt grind-houdend middelmatig zand voor De dikte van de laag bedraagt 3 tot 6 m Hieronder komt het lid van Bassevelde (s3z} voor, bestaande uit glauconlet-houdend, klei-houdend fijn zand De dikte is beperkt tot maximaal enkele meter KZ1 en het lid van Bassevelde vannen één watervoerende laag Daar waar de bovenliggende laag KL ontbreekt of overwegend zandig is, vormt deze laag met alle bovengenoemde lagen één watervoerend geheel De horizontale doorlatendheid van deze laag bedraagt 13 mld 25 Zeer slecht-doorlatende laag Formatie van Maldegem (Tertiair) De top van deze overwegend kleiige laag (met enkele zandige tussenlaagjes} kan men beschouwen als de basis van het grondwaterreservoir 26 Slibstort Callemansputte Het stort van Callemansputte (Vlaamse Gemeenschap} is uitgegraven tot in de kleilaag van de Formatie van Maldegem Rond het stort is een bentonietscherm aangebracht Het stort is omgeven door een wal 3 Geschiedenis van de stortplaats en van de bronbemaling Bepaalde percelen welke deel uitmaken van het huidige gipsstort zijn reeds aangekocht in 1936-1937 Op basis van de luchtfoto 's kan men stellen dat de stortactiviteiten er begonnen zijn in 1952-1953 De eerste stortvakken zijn destijds klaar gemaakt door het opduwen van de oppervlakkige grondlaag tot perskaden die ringdijken vormden Binnen deze laatste is de gipssuspensie hydraulisch met kanaalwater aangevoerd Na bezinking van het gips is het bovenstaande gipswater geheveld naar een buitengracht van waaruit het naar het kanaal werd gepompt Eenmaal het bekken volgepompt, werd in een ander klaargemaakt bekken gestort Na bezinking van het opgespoten gips werd overgegaan tot het ophogen van nieuwe dijken van ca 2 m hoog, bestaande uit het gips van het bezinkbekken zelf Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 4 15juni 1998 WOB

Het gipsstort werd ten behoeve van drainage door een dubbete ringgracht omgeven In de binnenste ringgracht wordt het transportwater van het gips overgeheveld De ringgrachten hebben een geringe drainerende werking Voor 1980 stonden de grachten in verbinding met de omringende sloten en greppels; gipstransportwater kwam op deze manier terecht in de Zwarte Sluispolder en in het bekken van de Avrijevaart Sindsdien is het systeem volledig geïsoleerd van de omgeving Rond een geplande uitbreidingszone is in februari 1983 tussen de ringgrachten een drainagesysteem aangelegd bestaande uit een drie meter diep gelegen drainagebuis In 1984 is, door de Leerstoel voor Toegepaste Geologie van de RUG, een uitgebreid hydrageologisch onderzoek uitgevoerd rond de gipsstortplaats Men kwam tot volgende conclusies - Op grond van maandelijkse stijghoogtemetingen rond het gipsstort in 87 peilbuizen zijn in het studiegebied vijf stromingsgebieden onderscheiden Het grondwater stroomt er in de richting van respectievelijk de verkeerstunneldrainage (1), het kanaal (11), de Avrijevaart (111), de Zwarte Sluispolder (IV), het kanaal in het noorden M (Fig 2) De waargenomen stroming in KZ1 is voorgesteld op figuur 2; deze in KZ2 op figuur 3 - Onder het stort is de stroming nee!waarts gericht - De verontreiniging in de laag KZ1 strekt zich vermoedelijk uit over een oppervlakte van ca 190 ha onder en rond het gipsstort; naast een deel van de bedrijfsterreinen vindt men ze ook terug onder de wijk Klein Rusland evenals onder het zuidelijk gedeelte van de wijk Debbautshoek te Zeizate (Fig 4} De verontreiniging in de laag KZ2 is minder omvangrijk - Analyse en mathematische modellering wezen uit dat onder de gipsberg het gipspercolaat tot in de laag KZ1 doordringt Door de betrekkelijk grote doorlatendheid van KZ1 en de geringe doorlatendheid van de bedekkende laag KI heeft de oppervlakkige drain slechts een kleine invloed op het grondwaterstromingspatroon in KZ1 Aldus kan het gipspercolaat zich in de laag KZ1 tot op grote afstand van de gipsberg bewegen (Fig 5) - Bemaling van de laag KZ1 kan evenwel de verontreiniging doen keren In dat geval zal de stroming in de ondiepe doorlatende laag KZ2 niet alleen door de drain maar ook door de pomping worden beïnvloed In de laag KZ2 blijft evenwel steeds een horizontale stroming gipsperco/aai aanvoeren tot voorbij de drain en de bemaling Een betere optie bestaat erin om de filterelementen zowel in KZ1, als KZ2 aan te brengen Als beheersmastergel zou men kunnen voorstellen anderllalf maal zoveel water op te pompen als er percolaai door de gipsberg dringt Naar aanlelding van deze studie zijn, in 1988, zestien pompputten met filter in KZ1 en KZ2 aangebracht rond de "uitbreidingszone gipsstortft in het zuidwesten De invloed van deze bemalingen in combinatie met saneringsingrepen op aanpalende terreinen was in 1989 het voo!werp van een hydrageologische studie met mathematische modellering waarbij de op te pompen debielen werden Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 5 15 jun/ 1998 WDB

Figuur 2 - Waargenomen stijghoogtepatroon in de laag KZ1 in september 1984, met aanduiding van de stromingsgebieden en van de hydrageologische doorsnede 108 Laag KZ1 20-09-1984 ', ; : al = N '- - - - I I N -= "' I ---=< - ::, ' <', ->"': ', = = N - :, : : :, : =::' I, Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 6 15 juni 1998 WOB

Figuur 3 -Waargenomen stijghoogtepatroon in de laag KZ2 in september 1984 108 Laag KZ2 20-09-1984 110 = -- N "' --= "' ' ' Str 8 108 0 0 I Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 7 15 juni 1998 WDB

Figuur 4 Uitbreiding van de verontreiniging in de laag KZ1 in 1984 "'"', I I I ": ' I I I C1 = N IHE7 108 Vermoedelijke beqrenzinq van het verantreiniqinqsfront ten qevolqe van het voormaliq en huidiq qips stort Private waterwinn nqsput (volgens qeqevens van het IBE) 109 0!::; 110 Hydrologisch attest RHOD/A CHEMIE 8 15 juni 1998 WDB

Figuur 5 - Berekende verspreiding van het gipspercolaat nabij de uitbreiding zonder bemaling m TAW 40 ----- ---- ------ Riemse waterloop - l Rieme 30 0 Toestand na 10 jaar 1000 1100 1200 m m TAW 10 Toestand na 15 jaar Y\, I ' \" I I, '' -- -- m - ---- - Toestand na 20 jaar Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 9 15juni 1998 WDB

berekend Men raadde aan op een zestal putten met een venninderd debiet te pompen uit veiligheidsoverwegingen In 1990 zijn nog bijkomende simulaties uitgevoerd met stilleggen van een aantal pompputten Het resultaat was dat sinds 1989, tot op heden er 16 pomputten aanwezig zijn, doch er wordt maar op 10 van deze putten effectief gepompt met een debiet van 4 m 3 /h In 1991 is, door het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie van de RUG, het bestaande mathematische model uitgebreid in noordelijke richting met het oog op het simuleren van een ingreep met 8 pompputten langs de noordelijke zijde van de gipsberg Er werd gevraagd, mede op vraag van de OVAM, een voorstel voor een puttenconfiguratie uit te werken die in staat was de grondwaterstroming in de richting van Zeizate tegen te houden Men kwam tot volgende besluiten - De 8 pompputten kunnen het stromingspatroon slechts zeer lokaal beïnvloeden en zijn zeker niet voldoende om de grondwaterstroming in de richting van Zeizate om te keren - Bij een verdubbeling van het aantal pompputten tot 16 zal er nog steeds een stroming naar het drainagesysteem van de verkeerstunnel blijven bestaan; een stroming In noordwestelijke richting zal evenwel niet meer optreden - Om de grondwaterstroming naar de verkeerstunnel om te keren zouden 31 pompputten nodig zijn In 1992 heeft men langs de noordzijde een batterij van 8 pompputten (4 m 3 /h per put) In werking gesteld In 199 5 is, door het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie van de RUG, een evaluatie gemaakt van de toestand van het grondwater rond de stortplaats De voornaamste conclusies met betrekking tot de noodzakelijkheid van de bemaling waren de volgende - Plaatselijk moet men er rekening mee houden dat indien de grondwaterstand tijdelijk stijgt een relatief vlugge verspreiding van verontreiniging naar de omgeving mogelijk is - In de omgeving van de pompputten langs de uitbreidingszone kan er water vanuit de buitengracht naar de omgeving uitstromen - Het is weinig waarschijnlijk dat de 8 putten in het noorden het stromingspatroon voldoende beïnvloeden om het naar het noorden stromend verontreinigd water op te vangen Figuur 6 geeft de grondwaterstroming in laag KZ1 weer; figuur 7 deze in laag KZ2 Aansluitend hierop zijn enkele simulaties met het grondwaterstromingsmodel uitgevoerd Men kwam tot volgende conclusies - Bij een toestand zonder pompputten zou de verontreiniging zich vooral via de laag KZ1 gaan uitbreiden in noordelijke richting In de Jaag KZ2 wordt de verspreiding beperkt door de aanwezigheid Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 10 15 juni 1998 WDB

o Figuur 6-Stijghoogten in de laag KZ1 in september 1994 N ( :;':- - - - - "- -- ----,-, - -,, ' :: ' '- >:- )>,, : :'' ' --c =- 5 oom <! "' ' ü "' " "' - --- - = '', - - - ', 1: ' i! f i ' : - _ I i" '---1 i _ s! r i, / / I ti 1, I - i I!i,, Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 11 15 jun/ 1998 WDB

Figuur 7- Stijghoogten in de faag KZ2 in september 1994 N c!j -:: r:-- _ - -:,;z:;i: : - :, :J \: ; J --\ :::::: :-!\ i 'I,, o-:, ': l :s '::: # ' _: -, \ - ' -: t! i -! ;,A >' ' \ i _ : '-':' ti>' ' 0 -< ;:; n :> " "' 500m / \ ' ( /''/ I, ""' :!/,> È --! :, ij ; :,IQ,f: = -- f ; - - '"'':"'"' ---- -- : J/l :, i I >: { -- :i ] - :1 - :, I Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 12 15 juni 1998 WDB

van de ringgracht rond het stort; de drainerende werk ing wordt dan mede bepaald door het waterpeil in de gracht Er zal in de Jaag KZ2 wel een verontreinigingspluim in de richting van de tunnel ontstaan - Met de bestaande puttenbatterij zal de verspreiding in de Jaag KZ1 gedeeltelijk beperkt worden, maar niet in noordwestelijke richting In het noordoosten zal de verontreiniging nog steeds naar de tunnel stromen - Bij plaatsing van vier bijkomende putten in het noordwesten van de puttenbatterij is het mogelijk de stroming naar het noordwesten in laag KZ1 te verhinderen Korte tijd na deze laatste studie zijn 4 nieuwe pompputten in het noordwesten aangebracht De reële, huidige situatie is dat er ter hoogte van de uitbreiding 16 pompputten aanwezig zijn, op 10 wordt er effectief gepompt In het noorden zijn er 12 pompputten, waarop effectief gepompt wordt Alle 22 gebruike pompputten hebben een debiet van 4 m3/h 4 Conclusie Uit het voorgaande kan men afleiden dat de bemaling rond de gipsstortplaats er in de eerste plaats gebeurt om een verdere verspreiding van de verontreiniging te voorkomen en om tegelijkertijd het grondwater te behoeden voor verdere verontreiniging Een gedeelte van het opgepompte water wordt terug in de kringloop voor het vervoer van het gips gebracht Dit vermindert de lozing en voorkomt het gebruik van brak kanaalwater Een stilleggen van deze bemaling zou een relatief snelle verspreiding van gipspercolaat naar de wijdere omgeving tot gevolg hebben De huidige bemaling is vooral in het noorden eerder beperkt tot het noodzakelijkste voor de beoogde doelstellingen Besluitend kan men stellen dat in de huidige omstandigheden het behoud van de bemaling een noodzakelijke voorwaarde is voor de verdere exploitatie van het terrein; voorwaarde die trouwens in de vergunning van het bedrijf is opgelegd Erkend milieudeskundige grondwater volgens de bepalingen van VLAREM, titel IJ Hydrologisch attest RHODIA CHEMIE 13 15juni 1998 WDB