KEN IK U NIET ERGENS VAN Dialoog tussen een man en een vrouw. Tim Gladdines September 2011 Een café-situatie. V: Ken ik u niet ergens van? M: Pardon? V: Ken ik u niet ergens van? M: U vraagt aan mij of u mij niet ergens van kent? V: U bent heel scherpzinnig. Daar hou ik wel van. M: Ik geloof mijn oren niet. V: Wat valt er niet te geloven? Dat u scherpzinnig bent? M: Ik kan niet geloven dat iemand zoiets zegt. V: Laat ik het dan anders zeggen. M: Heel graag. V: Kan het zijn dat het kan dat ik u ergens van ken? M: U maakt er wel werk van. V: Waar maak ik werk van? M: Van uw openingszin. V: Ik maak altijd overal werk van. M: Bedankt voor de waarschuwing. V: He, getverdemme. M: Getverdemme wat? V: Dit. U. Ik denk, ik maak een praatje. U doet meteen raar. M: Raar? Raar? Noemt u mij raar?
V: Ik zeg al niks meer. M: Maar u kent mij dus niet. Ergens van. Het waren zomaar wat woorden. V: Nee. Echt. Ik ken u ergens van. Komt u hier vaker? M: Waarom zou u mij ergens van moeten kennen? V: Uw uiterlijk komt me bekend voor. M: Ik hou mijn uiterlijk het liefst voor mezelf. V: Waarom verschijnt u dan in het openbaar? M: In het openbaar? V: Ja, waarom verschijnt u in het openbaar? M: Openbaar? Openbaar? Noemt dit hier openbaar? V: Iedereen mag binnen, dus is het openbaar. M: Ja, dat merk ik. V: Wat merkt u? M: Dat iedereen zomaar binnen mag. V: Vindt u dat ik niet had mogen binnenkomen? M: Ik vind meestal niet zo veel. V: Jawel, u bent heel resoluut. M: Resoluut? Resoluut? Noemt u mij resoluut? V: Natuurlijk bent u resoluut. M: In welke zin ben ik dan resoluut? V: In de zin dat u dit café niet openbaar vindt. V: U lijkt op iemand die ik ken.
M: Ja, dat zei u al. Ik heb het gehoord. Dat ik lijk. Op iemand die u kent. V: Maar het is echt zo. M: Is dat echt zo. V: Ja, dat is echt zo. Jezus, wat doet u moeilijk. M: Moeilijk? Moeilijk? Noemt u mij moeilijk? V: Ik ervaar u als bijzonder ingewikkeld. M: Goed. Vooruit dan maar. Op wie lijk ik? V: Op iemand waar ik niet op kan komen. M: Ik lijk op iemand, maar u kunt er niet op komen. V: Ja, dat heeft u goed samengevat. M: Ik lijk nergens op. V: Bent u depressief? M: Waarom zou ik depressief zijn? V: U doet zo negatief. M: Negatief? Negatief? Noemt u mij negatief? V: Ik noem u niks. M: Dan heeft u de juiste naam. V: Goedenavond, mijnheer Niks. M: U bent nogal aanhoudend. V: Aanhoudend? Aanhoudend? U noemt mij aanhoudend? M: Ja. V: Waarin? M: In uw poging om contact met mij te maken. V: Ja, aanhoudendheid is mijn middle name.
V: Nu moet u vragen: wat zijn dan die andere namen. M: Welke andere namen? V: Mijn voor en achternaam. De namen waartussen aanhoudend staat. M: Ik kan u niet volgen. V: U bent in de war. M: In de war? In de war? Noemt u mij in de waar? V: Ik noem u niks. M: Dan noemt u mij goed. V: Zeg, meneer Niks. M: Wat is er? V: U bent een beetje dronken. M: Ik ben een beetje dronken. V: En u bent alleen. M: En ik ben alleen. V: Bent u op de vlucht? Ergens voor? M: Op de vlucht? Voor wat? V: Dat vraag ik u. M: Ik vlucht niet. Ik kan amper lopen. V: U bent depressief. M: Goed, ik ben depressief. V: Wilt u wat van me drinken? M: Ik weet het niet.
V: Waarom weet u dat niet? M: Als ik ja zeg op uw aanbod, gaat u misschien nog veel meer aanbieden. Dan is het einde zoek. V: Het einde is bij mij vaak zoek. Is dat een probleem? M: Voor mij is alles een probleem. V: U bent depressief. M: U bent aanhoudend. V: Dat heeft u al eens gezegd. M: Zo ken ik er nog wel een. V: Maar u lijkt echt waar op iemand die ik ken. M: Blijkbaar niet. V: Wat bedoelt u? M: Blijkbaar lijk ik niet op iemand die u kent. Als u die iemand zou kennen, zou u weten op wie ik lijk. U kent die iemand niet. Ik lijk op niemand. V: U lijkt erg op u zelf. M: Wat een enge opmerking. V: Ik ben niet eng. M: U doet anders akelig eng. V: Doen en zijn, zijn twee verschillende dingen. M: Ik denk dat ik een beetje ga afhaken. V: Volgens mij heeft u allang afgehaakt. U bent afgehaakt geboren. U zit hier wel, maar eigenlijk zit u hier niet. Ik kan u zien. Ik heb goede ogen. Ik zie uw ziel. M: U bent gek. Gevaarlijk gek. V: Waarom zegt u dat? M: Dat is wat ik voel. V: En wat u voelt is altijd waar?
M: Nee. Maar gevoel is het enige wat ik heb. En daar heb ik nog al veel van. V: Mag ik vragen M: Nee. V: Ik mag niet vragen? M: Nee. V: Maar u weet niet wat ik wil vragen. M: U vraagt misschien teveel. V: Dus ik mag niks vragen. M: Liever niet. V: Waarom niet? M: Waarom wel? V: Vraag en antwoord geeft misschien wat diepgang. M: Diepgang? Diepgang? Waaraan? V: Aan ons gesprek. M: Gesprek? Gesprek? Noemt u dit een gesprek? V: Hoe zou u het dan noemen? M: Geen idee. Maar geen gesprek. M: Eerder gekeuvel. V: Pardon? M: Ik noem het eerder gekeuvel. V: Dat klinkt niet erg enthousiast. M: Ik ben ook niet erg enthousiast.
V: Voelt u zich tot mij aangetrokken? M: Ik schrik een beetje van die vraag. V: Het is een onschuldige vraag. M: Maar het antwoord kan zeer schuldig zijn. V: In welke zin? Bent u getrouwd? Bent u bang voor overspel? M: Ik ben niet getrouwd. Ik ben niet bang. Overspel is niet aan de orde. V: Ik vind u aantrekkelijk. M: Dank u wel. V: Geen punt. Maar echt. M: Maar wat echt? V: Ik vind u echt aantrekkelijk. M: Ik vind mezelf ook aantrekkelijk. Dat vind ik nog geen reden om met mezelf te keuvelen. V: Ik keuvel niet. M: Wat doet u dan? Wat zit u hier nou eigenlijk te doen? V: Ik versier. M: O, gaat dat zo. Versieren. V: Dat gaat inderdaad zo. Kijk, u raak ik u aan. M: Inderdaad, u raakt mij aan. V: Hoe voelt dat? M: Niet. Dat voelt niet. V: Hoezo, dat voelt niet. M: Hoe ik het zeg. Dat voelt niet. Ik voel niets. Ik was toch depressief? V: En u had zoveel gevoel.
M: Aan de binnenkant. Niet aan de buitenkant. Dit is ongeveer de helft van de dialoog Ken ik u niet ergens van? Wilt u (een gedeelte van) de dialoog uitvoeren, dient u zich te wenden tot www.toneelcetrale.nl Bij hen kunt u de tekstboekjes bestellen. De dialoog ken ik u niet ergens van is geschreven door Tim Gladdines. Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd en mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, scan of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende. Tim Gladdines. tim@timgladdines.nl