Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00532994 ODH-2018-00144941 - 4 DEC. 2018 Beschikking Wet natuurbescherming - Natura 2000-gebieden Onderwerp Op 17 oktober 2018 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag betreft de aanleg van broedeilanden voor grondbroedende kustvogels met in de nabijheid gewonnen zand nabij de Kabbelaarsbank en Markenje in het Natura 2000- gebied Grevelingen. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde vergunning te verienen; II. III. de voorschriften 1. tot en met 7. te verbinden aan deze vergunning; de aanvraag van 17 oktober 2018 onderdeel te laten zijn van deze vergunning. Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hopman Hoofd Toetsing SVergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. Bijlagen: 1. Uitvoering Markenje (ODH-2018-00150207) 2. Uitvoering Kabbelaarsbank (ODH-2018-00150208)
VOORSCHRIFTEN Algemeen 1 Bij wijzigingen van omstandigheden waaronder deze vergunning is afgegeven, dient de Omgevingsdienst Haaglanden, Afdeling Toetsing en Vergunningveriening Milieu, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag, e-mail: vergunningen@odh.nl hiervan terstond schriftelijk in kennis te worden gesteld. 2 De vergunninghouder dient: - de start van de werkzaamheden schriftelijk te melden; - eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering een week van te voren schriftelijk te melden; - de beeindiging van de werkzaamheden uiteriijk een week van te voren te melden. Voorgaande meldingen dienen gericht te worden aan de Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer 078-7708585, e-mailadres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van Natura 2000. 3 De vergunninghouder dient zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, te informeren dat in verband met de bescherming van natuurwaarden (instandhoudingsdoelstellingen) van het Natura 2000-gebied Grevelingen, het gebied met uitzondering van het plangebied, niet mag worden betreden. Voorschriften ten aanzien van inrichtingsmaatregelen 4 Om effecten op instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied te voorkomen, gelden de volgende voorwaarden ten aanzien van de locatie van de gevraagde activiteit: a Bij storm en strenge vorst worden de werkzaamheden stilgelegd, zodat vogels beschutting kunnen zoeken en niet onnodig energie verspillen; b De werkzaamheden worden uitgevoerd conform de uitgangspunten in paragraaf 1.5 en bijlagen 1 en 2 bij dit besluit, voor zover niet strijdig met de voorschriften in deze vergunning. 5 Alle materialen en/of afval dienen op een zodanige wijze opgeslagen te worden dat ze niet door verwaaiing of op andere wijze in het Natura 2000-gebied Grevelingen terecht kunnen komen. 6 Na afronding van de werkzaamheden dienen de gebruikte en bewerkte locaties in ordelijke toestand te worden achtergelaten, hetgeen wil zeggen dat ten behoeve van de werkzaamheden gebruikte en/of vrijgekomen materialen en afval worden opgeruimd en op de juiste wijze uit het Natura 2000-gebied worden afgevoerd. 7 Voor het uitvoeren van de werkzaamheden wordt uitsluitend gebruik gemaakt van voertuigen die vallen binnen de Euro 5 normering. Euro V, Euro 5 of Euro5 (Europese richtlijn 99/96/EC) is de emissienorm voor voertuigen die in de Europese Unie in oktober 2009 van kracht is geworden. 2/9
OVERWEGINGEN Aanleiding Op 17 oktober 2018 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (hierna; Wnb) ontvangen. De aanvraag betreft de aanleg van broedeilanden voor grondbroedende kustvogels met in de nabijheid gewonnen zand nabij de Kabbelaarsbank en Markenje in het Natura 2000-gebied Grevelingen. Bij de aanvraag is het volgende document gevoegd: Voortoets aanleg vogeleilanden. Toetsing aan de Wet natuurbescherming, onderdeel Gebieden, opgesteld door RPS d.d. 17 oktober 2018. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan; - de artikelen 2.7 t/m 2.9 Wnb; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Besluit natuurbescherming; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Regeling natuurbescherming; - beheerplan Grevelingen 2016-2022, van 17 juni 2016; - aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Grevelingen, vastgesteld door de ministers van LNV en lenw en de gebiedendatabasel voor dit gebied. Beoordeling Aangevraagde activiteit De vergunningaanvraag betreft de aanleg van broedeilanden voor grondbroedende kustvogels nabij de Kabbelaarsbank en Markenje in het Natura 2000-gebied Grevelingen met in de nabijheid gewonnen zand. De maatregelen maken onderdeel uit van het project Groene Impuls Grevelingen'. Uit onderzoek^ is naar voren gekomen dat natuur(herstel-)maatregelen aan en nabij drie bestaande eilandjes (Markenje, Kabbelaarsbank en Kleine Stampersplaat) het meest kansrijk zijn. Op deze drie locaties worden werkzaamheden uitgevoerd om afkalving door golfslag tegen te gaan en worden er nieuwe geschikte broedlocaties ontwikkeld door de uitbreiding van eilanden en toepassing van schelpenbanken. Voor de hersteiwerkzaamheden aan de Kleine Stampersplaat is een omgevingsvergunning (inclusief onderdeel natuur) afgegeven door gemeente Schouwen-Duiveland (RenM/26757 d.d. 18 juni 2018). De werkzaamheden worden per eiland uitgevoerd (gefaseerd), zodat gedurende de uitvoering voldoende uitwijkplaatsen beschikbaar blijven voor vogels en zeehonden. Het zand dat nodig is voor de uitbreiding van de vogeleilanden en de zandaanvullingen ter plaatse van de bestaande eilanden wordt uitsluitend binnen de golfbrekers rondom de bestaande eilanden Markenje en eilanden van de Kabbelaarsbank gewonnen, zodat dit direct aangebracht kan worden en de uitstoot van machines door het vervoeren van materiaal wordt ' https://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=9 ^ Witteveen+Bos, 2016. Groene impuls Grevelingen, Advisering eilandjes en vismigratievoorzieningen. 3/9
beperkt. Het zand wordt via een persleiding naar de venwerkingslocatie getransporteerd. De zandwinning bij Markenje vindt aan de noordkant van het eiland plaats. Door het verdiepen van de bestaande geul op deze piek, wordt het voor recreanten en predatoren lastiger om het eiland te benaderen en te betreden waardoor de werkzaamheden bijdragen aan het beschermen van het eiland. Tot slot worden op beide locaties verschillende experimenten uitgevoerd in het kader van LIFE IP^, waarbij wordt onderzocht op welke manier het beste broedgelegenheid voor kustbroedvogels gerealiseerd kan worden (o.a. dikte schelpenpakket, vorm, oppervlak). De werkzaamheden worden uitgevoerd conform de volgende uitgangspunten: - Uitvoeringsperiode november 2018 tot en met maart 2019. - De werkzaamheden worden uitsluitend uitgevoerd tussen zonsopkomst en -ondergang. In de winterperiode (van oktober tot en met 1 april) wordt alleen tussen 7:00 uur's ochtends tot en met 17:00's avonds gebruik gemaakt van uitstralende bouwveriichting, indien noodzakelijk. - Voor de eilanden zijn gebieden aangewezen die niet betreden mogen worden, zie bijiage 1 en 2. Op de gebieden waarvoor een betredingsverbod geldt wordt geen materiaal of materieel geplaatst. Daarnaast stappen de uitvoerders op alle locaties zo min mogelijk uit de machines, om optische verstoring zoveel als mogelijk te beperken. - De werkzaamheden per object duren zo kort als mogelijk. De verstoring wordt zo lokaal mogelijk gehouden, waardoor uitstraling naar de omgeving tot het minimum beperkt blijft. - De werkzaamheden worden per eiland uitgevoerd. Wanneer de werkzaamheden aan het ene eiland geheel zijn afgerond, worden pas de werkzaamheden aan het volgende eiland gestart. Uitvoering Om de eilanden uit te breiden en de vooroevers aan te brengen, wordt binnen de golfbrekers van de eilanden zand opgezogen. Dit gebeurt met een kleine cutterzuiger die voorzien is van DGPS om nauwkeurig te kunnen werken. Alleen het ondiepe deel van het talud moet met een hydraulische graafmachine worden uitgevoerd, omdat daar onvoldoende diep water is voor de snijkop van de cutterzuiger. Het zand wordt ontgraven en op een 'rug' gezet op het nog uit te baggeren deel. Vervolgens zuigt de zuiger dit zand weer op en verpompt het met een persleiding. De persleiding ligt grotendeels verzonken op de bodem en komt uit op de plaats van verwerking, waar het zand verder wordt venwerkt met de graafmachine (zie ook bijiage 1 en 2). Wanneer op en rond alle eilanden het zand is aangebracht, worden schelpen aangevoerd in big bags en aangebracht met de graafmachine. De schelpen worden deels handmatig verspreid en worden in verschillende laagdiktes, oppervlakken en vormen aangebracht om te onderzoeken wat de meest gunstige laagdikte, oppervlakte en vorm is (zie ook LIFE-IP). Bij alle werkzaamheden vindt er ecologische begeleiding plaats door een ter zake kundig ecoloog, waarbij onder andere wordt gecontroleerd of de voorzorgsmaatregelen (waaronder het niet betreden van afgesloten gedeeltes) goed worden nageleefd. Markenje Op Markenje wordt langs de noord-, west- en zuidoever een smalle strook zand aangebracht (zie bijiage 1). Aan de zuidkant wordt de zone tussen het eiland en de secundaire oeververdediging verondiept met zand om geschikt foerageergebied te creeren en afslag van de zuidoever te verminderen. Daarnaast wordt een rug aangelegd aan de noord-, west- en zuidkant om afslag tegen te gaan. De noordhaak, de zuidhaak, het nog te realiseren 'baai'-eilandje en het 'vooroever'-eilandje worden opgehoogd met zand. Ook wordt een zandrug aangelegd aan de noord-, west- en zuidkant van het baaieilandje om afslag tegen te gaan. Het baai-eilandje wordt niervormig. Alle eilanden blijven los van elkaar liggen. Op de eilanden wordt een dunne laag kokkels aangebracht. https://life-ip-deltanatuur.nl/ 4/9
Het benodigde zand is afkomstig uit de geul aan de noordzijde van het eiland. In totaal wordt er ruim 66.000 m^ zand gewonnen om de eilanden te realiseren. Kabbelaarsbank Aan de zuidzijde van Kabbelaarsbank wordt een niervormig eilandje aangelegd. Aan de noord-, west- en zuidkant van dit eilandje wordt een zandruggetje aangelegd om de afslag tegen te gaan. De zone rondom het nieuwe eiland wordt verondiept. Tenslotte wordt een dunne laag met schelpen en kokkels aangebracht. Voor de Kabbelaarsbank zijn twee zandwinningsgebieden aangewezen, gelegen aan de noordoostkant en de zuidwestkant van het aan te leggen eiland. Daarnaast is nog een optioneel zandwinningsgebied aangewezen ten noordoosten van het eiland (zie bijiage 2). In totaal betreft het hier ongeveer 4.000 m^ zand dat gewonnen wordt. Planning De werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode november 2018 tot en met maart 2019. Pas wanneer alle werkzaamheden aan een eiland zijn afgerond, worden de werkzaamheden gestart aan het volgende eiland om de verstoring tot een minimum te beperken. Het winnen en opspuiten van het zand bij de Kabbelaarsbank duurt twee weken en het aanbrengen van de schelpen een week. Het winnen en opspuiten van het zand bij Markenje duurt circa 12 weken en het aanbrengen van de schelpen twee tot drie weken. De artikelen 2.7, derde lid sub b en 2.8, negende lid, van de Wnb, zijn van toepassing zijn op deze aanvraag. Voor een andere handeling, dient gelet op artikel 2.8, negende lid, van de Wnb, rekening gehouden te worden met de gevolgen die de handeling kan hebben voor een Natura 2000-gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied. Hoewel het project niet is opgenomen in het Natura 2000-beheerplan, heeft het project wel een directe relatie met de instandhoudingsdoelstellingen. Een van de kernopgaven is gericht op behoud van optimaal broedhabitat voor kustbroedvogels. De aanwezigheid van voldoende geschikt broedhabitat voor deze soorten is een van de knelpunten die uit het beheerplan naar voren komt. De eilandjes die met dit project gerealiseerd worden, dragen bij aan de kernopgaven en de instandhoudingsdoelstellingen voor kustbroedvogels. Onze beoordeling van de aangevraagde activiteit is gebaseerd op het rapport 'Voortoets aanleg vogeleilanden. Toetsing aan de Wet natuurbescherming, onderdeel Gebieden', opgesteld door RPS d.d. 17 oktober 2018 en het beheerplan Grevelingen 2016-2022. Instandhoudingsdoelstellingen Het Natura 2000-gebied Grevelingen is aangewezen voor habitattypen en habitatsoorten en vogelsoorten. Voor deze habitattypen en - soorten geldt een instandhoudingsdoelstelling. De instandhoudingsdoelen zijn weergegeven in onderstaande tabel. NB: de doelaantallen voor de broedvogels waarbij (delta) is aangegeven, betreffen het hele deltagebied (zie verder het aanwijzingsbesluit). Instandhoudingsdoelstellingen Habitattypen Oppervlakte H1310, Zilte pionierbegroeiingen behoud H1330, Schorren en zilte graslanden behoud H2130, Grijze duinen behoud H2160, Duindoornstruwelen behoud H2170, Kruipwilgstruweel behoud Kwaliteit behoud behoud behoud behoud behoud 5/9
H2190, Vochtige duinvalleien behoud behoud H6430, Ruigten en zomen behoud behoud Habitatsoorten Omvang Kwaliteit leefgebied Populatie Groenknolorchis behoud behoud behoud Noordse woelmuis uitbreiding verbetering uitbreiding Broedvogels Omvang Kwaliteit leefgebied Aantal paar Bruine kiekendief behoud behoud 17 Kluut uitbreiding verbetering 2.000 (delta) Bontbekplevier uitbreiding verbetering 105 (delta) Strandplevier uitbreiding verbetering 220 (delta) Grote stern behoud behoud 6.200 (delta) Visdief uitbreiding verbetering 6.500 (delta) Dwergstern behoud behoud 300 (delta) Niet-broedvogels Omvang Kwaliteit leefgebied Aantal (seizoensgem.) Dodaars behoud behoud 70 Fuut behoud behoud 1.600 Kuifduiker behoud behoud 20 Geoorde fuut behoud behoud 1.500 Aalscholver behoud behoud 310 Kleine zilverreiger behoud behoud 50 Lepelaar behoud behoud 70 Kleine zwaan behoud behoud 4 Kolgans behoud behoud 140 Grauwe gans behoud behoud 630 Brandgans behoud behoud 1.900 Rotgans behoud behoud 1.700 Bergeend behoud behoud 700 Smient behoud behoud 4.500 Krakeend behoud behoud 320 Wintertaling behoud behoud 510 Wilde eend behoud behoud 2.900 Pijistaart behoud behoud 60 Slobeend behoud behoud 50 Brilduiker behoud behoud 620 tjliddelste zaagbek behoud behoud 1.900 Slechtvalk behoud behoud 10 Meerkoet behoud behoud 2.000 Scholekster behoud behoud 560 Kluut behoud behoud 80 Bontbekplevier behoud behoud 50 6/9
strandplevier behoud behoud 20 Goudplevier behoud behoud 2.600 Zilverplevier behoud behoud 130 Bonte strandloper behoud behoud 650 Rosse grutto behoud behoud 30 Wulp behoud behoud 440 Tureluur behoud behoud 170 Steenloper behoud behoud 30 Effecten van de gevraagde activiteit De aangevraagde activiteit vindt binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied 'Grevelingen' plaats. De mogelijk storende factoren van de aangevraagde activiteit betreffen verstoring door licht, geluid, trillingen, mechanische en optische verstoring en verandering van stroomsnelheid/dynamiek substraat. Gelet op deze mogelijk storende factoren heeft de aangevraagde activiteit mogelijk effect op aanwezige niet-broedvogels. Effecten op habitattypen en habitatsoorten zijn op voorhand uitgesloten, omdat deze niet ter plaatse van de werkzaamheden voorkomen. Effecten op broedvogels zijn eveneens uitgesloten, omdat de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden. Bij de beoordeling van effecten van de gevraagde activiteit hebben wij rekening gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen en specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het gebied. Hieronder vallen o.a. de huidige kwaliteit van de betreffende (sub)habitattypen en natuurbeheer. Beoordeling effecten van gevraagde activiteit op habitattypen en/of soorten Stroomsnelheid/dynamiek substraat Door de zandwinning en het aanleggen van de eilandjes kunnen er veranderingen optreden in de stroomsnelheid van het water of de dynamiek van het substraat. Dit kan leiden tot een verandering van foerageergebied van vogels. Daarnaast kan zandwinning en het opbrengen van zand tijdelijk voor vertroebeling van het water zorgen, wat negatieve effecten kan hebben op visetende vogels die afhankelijk zijn van voldoende doorzicht. Om te voorkomen dat de stroomsnelheid bij Markenje, en daardoor de onderwaterflora en -fauna teveel verandert, wordt tot een diepte van -1,50 meter NAP zand gewonnen. Bij de Kabbelaarsbank wordt maximaai tot een diepte van -0,80 meter NAP zand gewonnen. Zandwinning leidt tot enige vertroebeling, in de praktijk strekt de 'vertroebelingspluim' zich tot ongeveer 50-75 m vanaf de cutterzuiger (eigen waarneming). Het effect op de onderwaterflora- en fauna doet zich dan ook over een zeer gering oppervlak voor gedurende de duur van het project voor. Nabij de eilanden en zandwinningslocaties komen geen (levende) schelpenbanken voor. Er is dan ook geen effect op de voedselvoorziening van in het gebied foeragerende vogels. De stroomsnelheid neemt in zeer kleine mate toe aan de noordkant van Markenje, waardoor hier mogelijk minder niet-broedvogels kunnen rusten. Aan de west- en zuidkant van Markenje neemt de stroomsnelheid juist af door de verondieping, waardoor meer variatie in rustplaatsen en foerageergebied (open water, ondiep water, land) ontstaat. Vertroebeling van het water kan tijdelijk aan de orde zijn rondom de eilanden. Doordat de eilanden binnen de golfbrekers liggen en sprake is van weinig stroming, bezinkt het zand snel. Buiten de golfbrekers treedt geen vertroebeling op. Tijdens de aanleg kan er tijdelijk minder rustgebied aanwezig zijn, en kan er vertroebeling optreden waardoor visetende vogels niet binnen de golfbrekers kunnen jagen. Beide effecten zijn tijdelijk van aard en 7/9
leiden niet tot significant negatieve effecten, omdat er voldoende geschikt rust- en foerageergebied op korte afstand aanwezig is. Op langere termijn neemt het oppervlak rust- en foerageergebied bovendien juist toe. Verstoring door licht, geluid, trillingen, optische verstoring en mechanische effecten Tijdens de werkzaamheden treedt er verstoring op als gevolg van verilchting van materieel, geluid, trillingen, optische verstoring door aanwezigheid van mensen en materieel en mechanische effecten door zandwinning en graafwerkzaamheden. In voorschrift 4 zijn hiervoor beperkingen opgenomen, om de verstoring tot een minimum te beperken. Al deze effecten treden alleen op gedurende de periode van uitvoering. Uit informatie van de vogeltellers in het gebied blijkt dat in de periode van uitvoering, voornamelijk eenden en ganzen met relatief grote aantallen in het gebied aanwezig zijn. Voor de Middelste zaagbek en geoorde fuut vormt de Grevelingen het belangrijkste gebied in de Delta". Geoorde fuut is vooral in juli-november in het gebied aanwezig en is tijdens de werkzaamheden met veel lagere aantallen aanwezig. De middelste zaagbek kent de hoogste aantallen in de periode oktober tot en met maart. Uit telgegevens blijkt echter dat slechts een klein deel van de populatie in de Grevelingen nabij de eilanden voorkomt. In de periode augustus tot en met oktober doen ook veel steltlopers het gebied aan voor zij op trek gaan. Deze soorten zijn dan extra kwetsbaar voor verstoring, omdat zij voldoende moeten opvetten om de lange trek te kunnen maken. Vanaf november hebben zij het gebied echter alweer veriaten. Doordat de eilanden in de periode maart tot en met augustus in gebruik zijn als broedlocatie voor kwalificerende vogelsoorten, is de periode november t/m februari de beste periode om de werkzaamheden uit te voeren. Ganzen en eenden gebruiken het open water rond de eilanden om te rusten en kunnen gebruik maken van de eilanden om te foerageren. Omdat er maar op een locatie tegelijk gewerkt wordt, en er een graafmachine en een cutterzuiger gebruikt worden, is het oppervlakte aan potentieel rust- en foerageergebied dat verstoord wordt relatief beperkt. Hierdoor is er op elk moment voldoende geschikt gebied in de directe omgeving om tijdelijk naar uit te wijken. Hoewel vogels door de werkzaamheden verstoord kunnen worden, heeft dit geen significant negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelen. Op grond van bovenstaande concluderen wij dat de aanleg van broedeilanden voor grondbroedende kustvogels nabij de Kabbelaarsbank en Markenje in het Natura 2000-gebied Grevelingen met in de nabijheid gewonnen zand, met in acht name van de voorschriften, geen belemmering vormt voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen. De natuuriijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Grevelingen worden door de aangevraagde activiteit niet significant aangetast. Cumulatieve effecten Ook bij de Kleine Stampersplaat worden maatregelen uitgevoerd ten behoeve van kustbroedvogels. Dit project is inmiddels afgerond, en cumulatieve effecten zijn dan ook niet aan de orde. Er zijn geen overige relevante projecten bekend die in samenhang met dit project kunnen leiden tot cumulatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van de Grevelingen. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Waterwet. Hiervoor zijn de gemeente Goeree-Overflakkee en Rijkswaterstaat bevoegd gezag. " Van der Winden, J, de Fouw, J., Dreef, C, van Horssen, P.W. & Dirksen, S. 2017. Deltagebied: nationaal en internationaal topgebied voor vogels. Status, trends, bedreigingen en toekomst voor watervogels in het Deltagebied. Rapport SjDE17-02, Sjoerd Dirksen Ecology, Utrecht/Vogelbescherming Nederland, Zeist 8/9
Op grond van het Toegangsbeperkingsbesluit Grevelingen mogen de eilanden niet betreden worden (zie ook rode arcering in bijiage 1 en 2 bij dit besluit). Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde activiteit geen belemmering vormt voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verieend. 9/9
Pnncipeprofiel B -on «N*P variabel ca S tot 75 meter JL LEGENDA Niet betreden Aanhelingen U«rkenjc hocverlhaid renhctd m ophtjfin 1 m3 mi (. 1.].,1.,1 i..-ii,i'>i )D output 5S750 mi 26800 Civil 66.300 9396«mi 19800 i/ei ondiep^n -0,20 0,21 Hug 1200 m 1,318 1600 (... V. 9720 ^^^} 4400 Vogelerianden Gfevelmgen SlaalsDosbeheei Staalsbosbehttei SupptattBrnodH M«ikan a RWS2-2Dt7-00t84U L J. -..I,.;. 79Su rti? vj it..i M lug m I.JIB ^- IM l.i* V,..,1,...,. ;.. 1002 S ml UJb ifooroever 1002 S U.bU &100 66300 levetwerki; fi 14.100 landwinnmg OVERZICHT C. wi d* ZmnOa * 1 * ) 1700412A02-001 17004I2A02-Aanpassingen onlwerp.dvvg
Pnncipeprofiel A Rug ^0 jomnap 2,00-0.20 m NAP _. V LEGENDA Niet befreden Adnhelingen Verondiepen \\\\\ Zandwinning Optioneel Rug Vofleleganden Greveknaen Staatsbosbeheer RVVSZ-30I7-OCU17784 Kabbelaarsbank hoeveelheid eenheid gem. Ontgraving mi hoeveelheid senhelt gem. ophoging Zandwinnins 1 max lot -1,70 3900 m2 2.000 bestaande situatie +- -0,S5NAP), toiale ontgravmgmax l.lsm Zandwinnine 2 talud 1:2 (lengte talud 2.60in) horiiontale lengte talud 2,30m Aanhehng +0,05 2203 ni2 ObiJ 1.400 VeronOiepen -0.20 in? 0 4,1 2400 max tot ' 1,70 4 010 m2 IJ.SO 2.100 Rug m 1 2011 ZandwinnioK 3 max tot -1.70 4.041 m2 o,so 2 100 OPTIONCa 4.000 t? verwerken 4.100 zandwinning 1^ 1 mm 9 «170O412A02-OO2 1700412A02-DO_RvR.dwg