RICHTLIJNEN BEOORDELING TUSSENKOMSTEN IN BUITENLANDSE PUBLIEKE PRESENTATIEMOMENTEN IN HET KADER VAN HET KUNSTENDECREET 2017 1 ONTVANKELIJKHEID - Indien de aanvrager een organisatie is, moet die over rechtspersoonlijkheid beschikken - Organisaties met een werkingssubsidie van 300.000 euro of meer komen niet in aanmerking voor ondersteuning. - De activiteit mag niet onder de bevoegdheid van het VFL of het VAF vallen. Dit houdt in dat literaire lezingen niet in aanmerking komen. Voor audiovisueel werk komt single screen werk niet in aanmerking, tenzij het deel uitmaakt van een beeldende kunstinstallatie en in een museale context getoond wordt. - Minstens twee maanden voor aanvang ingediend tenzij een gemotiveerde uitzondering aanvaard wordt door de administratie. (Niet op de hoogte zijn van deze subsidievorm of van de regelgeving is geen geldige reden om het dossier te laat in te dienen.) 2 PROFESSIONEEL ACTIEF IN KUNSTENSECTOR Inschatting op basis van cv, de aanvrager moet ook betrokken zijn bij het kunstgebeuren binnen de Vlaamse Gemeenschap. Ja of neen invullen en enkel toelichten indien niet in orde. 3 FUNCTIE PRESENTATIE Het moet gaan om een actieve presentatie voor een publiek toegankelijk evenement (concert, voorstelling, tentoonstelling, het geven van een lezing met relevantie voor de kunstensector). Prospectiereizen of reizen waarbij alleen maar activiteiten worden bijgewoond zonder actieve deelname, komen niet in aanmerking voor ondersteuning. Ja of neen invullen en enkel toelichten indien niet in orde. De grens tussen een ontwikkelactiviteit met een toonmoment op het einde (bvb. residentie) en een buitenlands presentatiemoment is niet altijd duidelijk. Hier moet de adviseur op basis van het dossier inschatten wat het meeste doorweegt. Een argument om niet te ondersteunen kan zijn dat het toonmoment niet op een extern publiek mikt of dat hier geen promotie rond gemaakt wordt. Om dubbele subsidiëring te vermijden, kijkt de adviseur ook na of dit initiatief niet ingediend werd als een projectdossier of een tweede TBPP (check in AXI). Dit kan zowel door de Vlaamse actor als door de buitenlandse presenterende organisatie zijn. Als een andere subsidie ingediend werd voor hetzelfde initiatief en dezelfde kosten, kan je bijvoorbeeld dit schrijven bij situering aanvrager:
De aanvrager/ontvangende organisatie diende eveneens een aanvraag in voor een projectsubsidie/tbpp waarin ondersteuning gevraagd wordt voor de kosten vermeld in dit dossier. Om deze reden beschouwt de administratie dit dossier inhoudelijk als deel van de aanvraag voor een projectsubsidie en wordt geen verder advies uitgebracht. Het volledige advies hoef je dan niet meer uit te schrijven, in de andere velden kan je zie hierboven zetten. Als er twee dossiers zijn maar er worden andere kosten gevraagd, kan je dit vermelden, maar wordt de TBPP wel gewoon behandeld (bvb. als een projectaanvraag waarin het internationale initiatief opgenomen is, maar waarin staat dat de reiskosten via een TBPP gevraagd zullen worden). 4 BUDGET EN BEOORDELING MET RANKING Dossiers worden maandelijks gebundeld in één beslissingsronde. Voor elk dossier wordt een beslissing genomen op het einde van de maand volgend op de maand van indiening. Voor de dossiers die in 2018 ingediend worden is een budget van 900.000 euro voorzien. Dit wordt bij aanvang verdeeld in 12 gelijke rondes. Dossiers worden ingediend per ronde op basis van de indiendatum. Ook dossiers die voor een volgend jaar ingediend worden, zullen beslist worden op basis van hun indiendatum en worden dus niet meer doorgeschoven naar de eerste ronde van het volgende jaar (vandaar ook de gelijke bedragen per ronde). Bij de beoordeling wordt een waarde toegekend aan de verschillende beoordelingscriteria. Deze waarde leidt tot een eindscore die toelaat een ranking op te stellen per beslissingsronde. In combinatie met een vast budget per ronde worden maandelijks de meest opportune dossiers ondersteund en is er tot het einde van het jaar budget beschikbaar. Het kunstendecreet voorziet slechts twee beoordelingscriteria. Het eerste criterium (de kwaliteit van de buitenlandse activiteit) wordt opgesplitst in enerzijds de artistieke kwaliteit van de presentatie en anderzijds het belang voor het oeuvre of de ontwikkeling van de betrokken actor. Deze opsplitsing zorgt er voor dat ook minder gevestigde kunstenaars kansen krijgen. Dit subsidieinstrument is immers belangrijk voor de beginnende kunstenaar die hiermee verdere stappen zet in de professionalisering, ontwikkeling en uitbouw van zijn traject. Ranking: 1 de kwaliteit van de buitenlandse activiteit - Artistieke kwaliteit van de presentatie /5 - het belang voor het oeuvre of de ontwikkeling van de betrokken actor /5 2 de redelijkheid van de ingebrachte kosten /5 Totaal: /15 5 KWALITEIT BUITENLANDSE PRESENTATIE De artistieke kwaliteit van de activiteit Wat wordt er getoond? Hoe schat je het artistieke belang van de locatie/organisator in? Wat wordt er vermeld over het publieksbereik?
Een aanvragende kunstenaar/organisatie moet een bevestiging van de buitenlandse organisator voorleggen. Dit kan informatie geven over de kwaliteit van de buitenlandse organisatie en het initiatief. Indien een buitenlandse aanvrager een ondersteuning vraagt voor de presentatie van een organisatie met een werkingssubsidie van 300.000 euro of meer, is deze strikt genomen ontvankelijk. Omdat de organisatie waarvoor ondersteuning wordt aangevraagd een werkingssubsidie ontvangt waar de internationale werking is inbegrepen, worden de hieraan verbonden kosten niet in aanmerking genomen. In dat geval kan je in het advies vermelden dat de aanvraag om die reden niet ondersteund wordt. Standaardformulering: De organisatie waarvoor ondersteuning wordt aangevraagd ontvangt een werkingssubsidie waar de internationale werking is inbegrepen. Om deze reden worden de hieraan verbonden kosten niet in aanmerking genomen. Indien het de enige organisatie is waarvoor ondersteuning gevraagd wordt, hoeft voor de rest ook geen volledig advies uitgeschreven te worden. Belang voor het oeuvre of de ontwikkeling van de betrokken actor TBPP s zijn ook bedoeld om beginnende kunstenaars kansen te geven, via dit criterium wordt de opportuniteit van de activiteit in de opbouw van de carrière als kunstenaar in rekening gebracht. Mogelijke positieve elementen kunnen hier zijn: de aandacht die de presentatieplek geeft aan beginnende kunstenaars of een bepaalde niche, de kansen die de kunstenaar krijgt om een professioneel publiek te ontmoeten (bvb. plaatselijke programmatoren/curatoren), het land, de stad of de regio hebben een bijzonder belang in het oeuvre van de kunstenaar, duidelijke omschrijving van de meerwaarde in de (lange termijn) planning van de kunstenaar, 6 DE REDELIJKHEID VAN DE INGEBRACHTE KOSTEN Welke kosten worden in aanmerking genomen? Is de begroting voldoende gedetailleerd? Maak een inschatting of de opgegeven bedragen correct zijn en pas aan indien nodig. Enkel kosten verbonden aan de presentatie komen in aanmerking, o.a. de volgende kosten: - Reiskosten: kosten voor vervoer van personen bv. kilometervergoeding, treinticket op basis van tarief 2 e klasse (of gelijkaardig), vliegtuigtickets (economy), online kan je nagaan of de begrote bedragen gangbaar zijn. - Verblijfkosten: op basis van overnachting met ontbijt, online kan je nagaan of de begrote bedragen gangbaar zijn. - Transportkosten: kosten voor vervoer van materiaal. Voor grote instrumenten (cello, contrabas, ) wordt vaak een zetel op het vliegtuig geboekt (ticket gelijk aan dat van een persoon). Dit wordt ook aanvaard. - Dagvergoeding van 50 euro/dag, bij tussenkomsten die langer dan een dag duren, wordt de dagvergoeding voor de dagen van vertrek en terugkeer, herleid tot de helft. Indien je oordeelt dat de reis langer duurt dan nodig (bvb. een week ter plaatse voor één concert), kan je minder dagen in aanmerking nemen. Deze dagvergoeding vervangt eventueel andere begrote kosten verbonden aan het verblijf ter plaatse (bvb. maaltijden) - Kosten verbonden aan het opstellen van het werk, technische kosten verbonden aan de voorstelling of het concert en dergelijke. Hierbij moet wel onderscheid gemaakt worden met de kosten die eigen zijn aan een presenterende organisatie, zoals zaalhuur, normale
technische uitrusting. Het moet toch gaan om specifieke kosten die veroorzaakt worden door de aard van het werk/de activiteit. - Huren van materiaal/uitrusting voor de presentatie, indien voordeliger dan het transport van eigen materiaal. - Verzekering: de (reis)verzekering van personen of werken die naar buitenland gaan (de brandverzekering of andere plaatselijke verzekeringen van de locatie waar het initiatief doorgaat horen bij de reguliere kosten van de ontvangende organisatie en worden niet in aanmerking genomen). - Voor promotiegaleries die werk van Vlaamse kunstenaars op buitenlandse kunstbeurzen tonen wordt ook de standhuur in aanmerking genomen (naast de mogelijke andere kosten, zoals hierboven). Komen niet in aanmerking: - Kosten verbonden aan de creatie van nieuw werk. Uitzondering: indien het een werk betreft dat specifiek voor deze locatie (her)opgebouwd wordt, omdat het niet getransporteerd kan worden, kunnen de kosten wel in aanmerking genomen worden. - Kosten verbonden aan de repetities (in Vlaanderen of ter plaatse). - Kosten van begeleiders (manager, chauffeur, echtgeno(o)t(e) ). - Kosten voor druk, ter promotie van een tentoonstelling/concert/voorstelling, zijn niet rechtstreeks verbonden aan maar ondersteunend voor de presentatie en moeten gedragen worden door de ontvangende organisatie. Het geadviseerde bedrag is gelijk aan 75% van de in aanmerking genomen kosten (met uitzondering van de dagvergoeding) en wordt als volgt afgerond: - bedragen onder 1000 euro: afronding op tientallen; - bedragen boven 1000 euro: afronding op honderdtallen. 7 HOE BEOORDELEN? 1. Positief of negatief? - Als een score van 7/15 of minder gegeven wordt, is een dossier negatief en wordt als bedrag 0 euro geadviseerd. Het dossier behaalt immers minder dan de helft van de punten. - Als een score tussen de 8/15 en 11/15 geadviseerd, kan het dossier negatief of positief zijn: - Als de begroting slecht is en je op basis hiervan geen bedrag kan bepalen, wordt het negatief. - Als het dossier op één van de artistieke criteria dermate slecht scoort dat je het niet opportuun vindt om het in overweging te nemen voor ondersteuning. - Vanaf 12/15 en hoger is een dossier positief en komt het voor ondersteuning in aanmerking. In het geval dat het dossier op twee criteria uitzonderlijk hoog (5/5) scoort, weegt dit door op het criterium waarvoor het slechts 2/5 scoort en adviseer je toch positief. 2. Score bepalen (let op! Dit geen exacte omschrijving, maak per dossier de inschatting) - Artistiek: 5/5: Locatie en kunstenaar zijn een perfecte match, het dossier toont ook aan dat dit op het juiste moment in de carrière komt. Je vindt dit een bovenmaats dossier.
4/5: Een sterk dossier met een goede omschrijving en toelichting. De locaties zijn ok en het is verantwoord binnen het traject van de aanvrager. 3/5: Zowel locatie als aanvrager zijn in orde, maar het dossier geeft weinig toelichting of er is wel toelichting maar je uit op een aantal punten twijfels. 2/5: ernstige twijfels over de kwaliteit van de locatie of de aanvrager of het is duidelijk dat dit geen meerwaarde heeft voor het oeuvre van de kunstenaar. 1/5: ondermaats om redenen die je duidelijk kan omschrijven. 0/5: het betreft geen presentatie of geen professioneel kunstenaar. In principe heb je dit dan al in de desbetreffende vakken toegelicht en hoef je het advies niet verder uit te schrijven. - Zakelijk: 5/5: de begroting bevat zowel inkomsten als uitgaven, is duidelijk opgemaakt en helder toegelicht. Je hebt geen vragen bij de herkomst van de begrote bedragen. 4/5: realistische begroting van inkomsten en uitgaven, maar je hebt kleine opmerkingen. 3/5: Je kan een adviesbedrag goed inschatten, maar er zijn meerdere opmerkingen. Indien de inkomsten niet opgegeven zijn, maar de kosten wel correct omschreven zijn en het duidelijk is dat er bepaalde kosten niet opgenomen zijn die normaliter met de opbrengsten zullen gedekt worden (bvb. gage of technische kosten die elders in het dossier wel aangehaald worden), kan je deze score ook overwegen. 2/5: de begroting is onvoldoende toegelicht of bevat lacunes maar je kan wel een bedrag inschatten. 1/5: De begroting is onvolledig en het is niet mogelijk om een bedrag in te schatten. In principe zal je dan ook een negatief (0 euro) adviseren. 0/5: het betreft geen presentatie of geen professioneel kunstenaar. In principe heb je dit dan al in de desbetreffende vakken toegelicht en hoef je het advies niet verder uit te schrijven. 8 ADVIES ZAKELIJK Het zakelijk advies bestaat uit de score (op totaal van 15) en de conclusie positief of negatief. OPMERKINGEN AANVRAAG IN NEDERLANDS OF ENGELS In KIOSK is het mogelijk om een aanvraag voor een tussenkomst voor een buitenlands publiek presentatiemoment zowel in het Nederlands als in het Engels in te dienen. Aanvragen van kunstenaars/organisaties gevestigd in Vlaanderen/Brussel moeten volgens de taalwetgeving in het Nederlands ingediend worden. Een aanvraag in het Engels kan enkel voor een buitenlandse organisatie.
PROMOTIEGALERIES Via dit subsidieinstrument kunnen ook promotiegaleries ondersteund worden voor hun deelname aan internationale kunstbeurzen. Promotiegaleries zijn kunstgaleries die in de eerste plaats oog hebben voor de ontwikkeling van het artistiek traject van de kunstenaars onder hun hoede. Dit in tegenstelling tot verkoopsgaleries die in de eerste plaats een economische doelstelling hebben. Elke galerie verkoopt ook kunstwerken, dus is het niet altijd mogelijk om een duidelijke grens te trekken. Het is aan de adviseur om de inschatting te maken. Ook het belang van de internationale kunstbeurs speelt hierin een rol. Ter info: FIT geeft subsidies voor de deelname aan beurzen als dit voor de aanvrager een economische groei of internationalisering van hun markt tot doel heeft. In dat kader kan het ook kunstgaleries ondersteunen. FIT doet dit eerder uitzonderlijk, omdat ze op basis van voorgaande dossiers vastgesteld hebben dat de verwachte omzetgroei op korte termijn bij kunstgaleries doorgaans niet vast te stellen is. Het Departement voorziet ook een afstemming met FIT hierover, indien er aanvragen van galeries binnenkomen, signaleer dit dan ook aan Stan Van Pelt. VORMGEVING De sector van de vormgeving heeft eveneens een economische en artistieke kant. De adviseur moet inschatten of een buitenlandse presentatie een economisch of artistiek doel heeft. Indien het om een economische activiteit gaat wordt het niet binnen het kader van het Kunstendecreet ondersteund. (richtlijnen worden later nog uitgewerkt) Ter info: Design Vlaanderen gaf tot voor kort subsidie voor de internationale promotie van vormgeving, maar heeft dit volledig gestopt. Bij FIT zijn er wel mogelijkheden voor ondersteuning van initiatieven met een economische finaliteit.