De buitengewoon opsporingsambtenaar

Vergelijkbare documenten
Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

Circulaire bekwaamheid buitengewoon opsporingsambtenaar

opleiding BOA Besluit BOA


Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Benoeming, beëdiging en bewapening buitengewoon opsporingsambtenaar

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk.

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

B I J L AG E 1 R EG EL G E V I N G ( T O EZ I C H T O P) B O A S EN PAR T I C U L I E R E B E V E I L I G ER S

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Raadsinformatiebrief

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Aanvraag-/Mutatieformulier Individuele Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Aanvraag-/Mutatieformulier Individuele Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Gelet op: Besluit: aan te stellen in tijdelijke dienst voor een proeftijd van één jaar

Convenant Buitengewone opsporingsambtenaren. Gemeente Breda en Gemeente Zundert

Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

De Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Bekwaamheid buitengewoon opsporingsambtenaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Buitengewone klachtbehandeling

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Bekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar 2005

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De korpschef. Gelet op:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Factsheet regels Verklaring Omtrent het Gedrag in de kinderopvang en peuterspeelzalen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verklaring omtrent het gedrag

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 3a van de Wet wapens en munitie; Besluit:

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) Natuurlijke Personen

Regels over de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in het onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaal.

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

Factsheet regels Verklaring Omtrent het Gedrag in de kinderopvang en peuterspeelzalen

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Factsheet regels Verklaring Omtrent het Gedrag in de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanpassing art 184 Wetboek BES, Ministerie van Veiligheid en Justitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen

PHB module Wettelijke kaders Generiek : Inleiding

GESTRUCTUREERDE VRAGENLIJST BEWUSTWORDINGSGESPREK KANDIDAAT DB-LEDEN

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens over de BOA-bevoegdheid bij de NS.

Nieuwe Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar oftewel boa

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gastouderbureau Barbamama

GEMEENTEBLAD. Nr Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Citeertitel: Landsbesluit bijzondere opsporingsambtenaren Algemene bepaling. Artikel 1

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

AFSCHRIFT. Den Haag, 22september2016. Wnd. Afdelingsmanager V&T. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Kwaliteitsregister Apothekersassistenten (KAA) REGISTRATIEBESLUIT oktober 2011

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels

. L t L Q!! 2 3 DEC Ontvangen Dienst Justis Dossier. Nummer. o Ondergetekende, verbalisant, stamnummer

Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

circulaire Ministerie van Veiligheid en Justitie Buitengewoon Opsporingsambtenaar

BIBOB beleidslijn horeca- en seksinrichtingen. Gemeente Voorst

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

Wijzigingen toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek versie > versie 2.0

De Verklaring Omtrent het Gedrag

Samenwerkingsconvenant Handhaving Openbare Ruimte Gemeenten Zuid-Limburg

Datum 7 NOV de Nationale dsman j. De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG Tel: (070)

Ministerie van Binnenlandse Zaken. aanvullende status-circulaire

Regeling Toelatingscommissie PThU

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

BIBOB Beleidslijn HORECA GEMEENTE EDAM-VOLENDAM. Toepassing BIBOB-wetgeving bij horecavergunningen

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2014

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Transcriptie:

1 De buitengewoon opsporingsambtenaar In dit hoofdstuk wordt besproken wat wordt verstaan onder een buitengewoon opsporingsambtenaar en wat de rol is van deze ambtenaar in de samenleving. Daarnaast geeft dit hoofdstuk inzicht in de eisen die de wet aan een buitengewoon opsporingsambtenaar stelt en wanneer de bevoegdheden die een boa heeft, kunnen vervallen. 1.1 Wat is een boa? Alle personen die met de opsporing van een strafbaar feit zijn belast, zijn opsporingsambtenaren (artikel 127 Wetboek van Strafvordering). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de algemene opsporingsambtenaar en de buitengewoon opsporingsambtenaar (artikelen 141 en 142 WvSv). Algemene opsporingsambtenaren mogen alle strafbare feiten opsporen, buitengewone opsporingsambtenaren mogen alleen die strafbare feiten opsporen waarvoor zij bevoegd zijn. Een buitengewoon opsporingsambtenaar, verder in deze Kleine Gids boa genoemd, is in dienst van de overheid of in dienst van private organisaties. Aan deze persoon is een titel van opsporingsbevoegdheid verleend (artikel 142 lid 1 onder a of b WvSv). Een boa is belast met de opsporing van bepaalde strafbare feiten om zo de openbare orde en veiligheid te handhaven. Een boa is bovendien ook belast met de controle op naleving van wet- en regelgeving. Het werkveld van de boa is heel breed. De bevoegdheden die boa s hebben, hangen samen met hun functie en zijn beperkt tot het terrein waarop zij werken. Het werkterrein hangt samen met een bepaald gebied van wet- en regelgeving, bijvoorbeeld het gebied van verkeer, openbare ruimte, leerplicht of milieu. Niet alle boa s hebben daarom dezelfde bevoegdheden. Een boa mag alleen op zijn specifieke werkterrein feiten constateren en hiervan een proces-verbaal opmaken. De opsporingsbevoegdheden die een boa heeft, zijn toegekend door de Minister van Justitie. 15

1.1 De buitengewoon opsporingsambtenaar Voorbeelden van boa s Boa s zijn onder andere: boswachters, conducteurs, duinwachters, jachtopzieners, milieu-inspecteurs, stadswachten, parkeercontroleurs, viscontroleurs en sociaal rechercheurs. In totaal zijn er zestien verschillende soorten boa s. De meeste hiervan zijn werkzaam bij een gemeente of in dienst van inspectiediensten of private organisaties. Boa s kunnen ook in dienst zijn van de politie of merechaussee. In Nederland werken bij benadering 25.000 boa s verdeeld over 1100 verschillende organisaties. 1.1.1 Boa s in de samenleving Zoals aangegeven is een boa belast met de opsporing van bepaalde strafbare feiten om zo de openbare orde en veiligheid te handhaven. Opsporing is een overheidstaak. De politie is dé opsporingsinstantie in Nederland. Het kan om verschillende redenen zo zijn dat opsporing door de politie niet mogelijk is, bijvoorbeeld wanneer sprake is van te weinig capaciteit, deskundigheid of omdat opsporing van bepaalde strafbare feiten op dat moment geen kerntaak van de politie is. Dan kan men een boa inzetten. Vooral lichte overtredingen worden overgenomen door de boa, zodat de politie haar capaciteit beter kan verdelen over zwaardere zaken. 1.1.2 Boa-insigne Tot voor kort was het voor de burger niet altijd duidelijk wanneer hij met een boa te maken had. Er bestaat namelijk geen uniek boa-uniform. Om die reden is in 2008 een insigne voor de boa in het leven geroepen. Dit insigne is in opdracht van het Ministerie van Justitie ontworpen. Door het insigne kan de burger duidelijk zien dat hij te maken heeft met iemand die bepaalde strafvorderlijke bevoegdheden heeft. Het insigne onderscheidt boa s ook van andere handhavingambtenaren. Niet alle boa s zijn verplicht het insigne te dragen, het is alleen bedoeld voor boa s die in het openbaar contact hebben met het publiek. Het insigne geldt niet als legitimatiebewijs voor de boa. Bij het uitoefenen van zijn werk dient de boa een legitimatiebewijs bij zich te dragen, deze moet hij ook tonen als daar om wordt gevraagd. De Minister van Justitie heeft vastgelegd hoe het legitimatiebewijs van de boa eruit ziet. Het insigne bestaat uit een hand, een scepter en een schild. De hand houdt de scepter vast, daarachter staat het schild. De symbolen staan voor de taken en bevoegdheden die boa s hebben. Het schild staat voor de bescherming die boa s bieden aan mensen in publieke ruimten. De scepter in de hand geeft aan dat de boa de bevoegdheid 16

De buitengewoon opsporingsambtenaar 1.2 heeft om op te treden als dat nodig is. Vanaf 1 januari 2008 is het insigne verplicht voor boa s die contact hebben met het publiek. Dit is vastgelegd in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Over dit besluit is meer te lezen in de volgende paragrafen en in hoofdstuk 2. 1.2 Criteria De regelgeving voor boa s is vastgelegd in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar (BBO). Niet iedereen kan zomaar een akte van benoeming tot boa krijgen. Iemand wordt alleen benoemd tot boa als dit noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie of voor de dienst waarbij hij werkzaam is. De werkgever van de betreffende persoon moet een verzoek om opsporingsbevoegdheid indienen bij de Minister van Justitie. Hierbij moet de werkgever duidelijk omschrijven waarom het noodzakelijk is dat de betreffende persoon deze bevoegdheid krijgt. Ook dient de werkgever bij de aanvraag voor een titel van opsporingsbevoegdheid een akte van aanstelling te overleggen om te laten zien dat de betreffende persoon in dienst is bij een overheidsinstelling. Een boa mag als nevenfunctie geen werkzaamheden verrichten voor een recherchebureau of veiligheidsorganisatie. Hij mag deze functie ook niet, alleen of samen met iemand, in stand houden. 1.2.1 Opleiding en getuigschrift Om een aanstelling tot boa te krijgen, moet de betreffende persoon een boa-opleiding volgen en deze succesvol afsluiten met een examen. Om uiteindelijk over een akte van opsporingsbevoegdheid te beschikken, dient de persoon over onder andere specifieke bekwaamheidseisen te beschikken. De boa beschikt over voldoende bekwaamheidseisen als hij in het bezit is van een getuigschrift. Hieruit moet blijken dat hij met goed gevolg het landelijk Cito-examen boa heeft afgelegd. Naast de bekwaamheidseisen moet de boa ook aan bepaalde betrouwbaarheidseisen voldoen en dus van onbesproken gedrag te zijn. Een uitgebreide screening maakt daarom deel uit van de aanvraagprocedure. Wanneer iemand het getuigschrift boa heeft gehaald en de screening positief heeft doorstaan, kan hij boa worden. Het getuigschrift is vijf jaar geldig. Wanneer de betreffende persoon binnen een jaar na het behalen van het getuigschrift een titel van opsporingsbevoegdheid aanvraagt, dan geldt de benoemingsperiode van vijf jaar vanaf de datum die op de akte van beëdiging staat vermeld. Wanneer later dan een jaar na het behalen van het getuigschrift een titel van opsporingsbevoegdheid wordt aangevraagd, dan geldt een maximale benoemingsperiode tot vijf jaar de datum die op het getuigschrift staat 17

1.2 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeld. De boa moet vervolgens iedere vijf jaar opnieuw examen doen om te laten zien dat hij bekwaam is en over de juiste kennis beschikt. Wanneer de boa een andere werkgever krijgt, blijft het getuigschrift geldig tot maximaal vijf jaar na de datum die op het getuigschrift staat. Wanneer een boa bij een overgang van een werkgever ook overgaat naar een ander werkterrein, dan dient hij te voldoen aan de specifieke opleidingseisen van dit terrein. Voor de aanstelling tot boa is het niet verplicht om in het bezit te zijn van de Nederlandse nationaliteit. 1.2.2 Noodzaakcriterium Er moet een noodzaak zijn om over opsporingsbevoegdheden te beschikken. De werkgever moet deze noodzaak bij elke aanvraag voor een boa-bevoegdheid gemotiveerd beschrijven. Een akte van opsporingsbevoegdheid wordt verleend op grond van artikel 4 lid 1 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Dit gebeurt alleen wanneer deze bevoegdheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de desbetreffende persoon of de dienst waarbij hij werkzaam is en een beroep op de politie voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden door de politie niet bezwaarlijk, niet mogelijk of niet wenselijk is. Het noodzaakcriterium is in het leven geroepen om te voorkomen dat er een wildgroei aan boa s ontstaat. Voorbeeld Een boswachter moet over opsporingsbevoegdheden beschikken om zo op te treden tegen overtredingen als loslopende honden en vervuiling van de natuur. Doordat hij beschikt over opsporingsbevoegdheden, is hij bevoegd om mensen staande te houden en eventueel proces-verbaal op te maken. Alleen zo kan hij de openbare orde en veiligheid handhaven. Wanneer een boswachter niet over opsporingsbevoegdheden zou beschikken, kan en mag hij niet optreden tegen deze overtredingen. De boa moet vrijwillig of betaald werken bij een overheidsorgaan en daarbij belast zijn met een publieke taak. Dit wil zeggen dat hij verplicht is om op te komen voor een maatschappelijk belang. Hierbij is vastgesteld dat deze dienst opsporingsbevoegdheden mag inzetten op bepaalde terreinen. Deze vaststelling gebeurt door de Minister van Justitie en is neergelegd bij de dienst Justitiële uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening (Justis). Voor de vaststelling van de noodzaak voor toekenning van opsporingsbevoegdheid zijn adviezen nodig van de direct toezichthouder en toezichthouder. 18

De buitengewoon opsporingsambtenaar 1.2 De akte van opsporingsbevoegdheid of de categoriale aanwijzing is vijf jaar geldig. Na afloop hiervan wordt opnieuw gekeken of er nog steeds sprake is van noodzaak. Bij een lokale, regionale boa-werkgever is de korpschef van de politieregio waarbinnen de boa-werkgever gevestigd is de direct toezichthouder. Bij een landelijke boa-werkgever is dit het hoofd van de landelijke dienst voor welke de boa s werkzaam zijn. De toezichthouder is de hoofdofficier van justitie van het parket waarbinnen de werkgever gevestigd is. De toezichthouders zien erop toe dat de boa zijn taak naar behoren vervult en de opsporingsbevoegdheden op de juiste wijze uitoefent (artikel 38 BBO). 1.2.3 Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de boa is een van de vereisten voor de beëdiging (artikelen 2 en 18 BBO). Wanneer iemand van onbesproken gedrag is, beschikt hij over de betrouwbaarheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheid. Dit is vastgelegd in artikel 17 lid 1 BBO. Uiteraard moet iemand die belast is met de opsporing van strafbare feiten betrouwbaar zijn. Omdat een boa van onbesproken gedrag moet zijn, wordt een screening uitgevoerd. Dit gebeurt voorafgaand aan een eerste beëdiging, periodiek en voorafgaande aan een verlening van de akte van opsporingsbevoegdheid. Het is mogelijk om vaker te toetsen of bij incidentele gevallen informatie op te vragen over de boa. De betrouwbaarheid van de boa wordt getoetst aan de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Hierbij wordt justitiële en politiële informatie meegenomen. Het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG) is verantwoordelijk voor de afgifte van de VOG. Ter aanvulling kan het COVOG advies vragen aan de toezichthouder of de direct toezichthouder. Het uiteindelijke oordeel over de betrouwbaarheid van de boa baseert de Minister van Justitie op de overgelegde VOG en eventuele aanvullende informatie. Verklaring omtrent gedrag opvragen In de meeste gevallen ontvangt de toekomstige boa een formulier voor het aanvragen van een VOG via zijn werkgever. Het formulier is ook te downloaden via de website www.rijksoverheid.nl. De werkgever geeft op het formulier aan wat het doel van de aanvraag is en moet deze vervolgens ondertekenen. Het ingevulde aanvraagformulier moet 19

1.2 De buitengewoon opsporingsambtenaar ingeleverd worden bij de afdeling burgerzaken van de gemeente waar de toekomstige boa staat ingeschreven. Hierbij moet ook een geldig legitimatiebewijs worden getoond. De gemeente neemt vervolgens de gegevens van het aanvraagformulier over en vult ze aan met gegevens vanuit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Hierna wordt het formulier naar het COVOG gestuurd. Het COVOG geeft de verklaring af namens de Minister van Justitie, dat gebeurt in principe binnen vier weken. Het is mogelijk de betrouwbaarheid van de boa tussentijds te toetsen. Aan de hand van justitiële en politiële informatie afkomstig van de direct toezichthouder of de toezichthouder wordt vastgesteld of de boa nog steeds van onbesproken gedrag is. Ook feiten die nog niet tot strafrechtelijke vervolging hebben geleid, nemen zij hierin mee. Als blijkt dat de boa niet meer betrouwbaar is voor de uitvoering van opsporingsbevoegdheden, kan justitie de bevoegdheid intrekken. De opsporingsbevoegdheid vervalt met ingang van de dag na datum waarop is vastgesteld dat de betrouwbaarheid voor de uitvoering van opsporingsbevoegdheden niet meer aanwezig is. 1.2.4 Bekwaamheid Zoals eerder vermeld, kan een persoon alleen over boa-opsporingsbevoegdheid beschikken als hij aan kan tonen bekwaam te zijn (artikel 2 BBO). Iemand beschikt over bekwaamheid als hij de vastgestelde basiskennis en vaardigheden bezit die nodig zijn om zijn functie op de juiste manier uit te voeren. Dit is te lezen in artikel 16 lid 1 van hetzelfde besluit. Het tweede lid stelt vervolgens dat ten aanzien van categorieën aanvullende bekwaamheidseisen kunnen worden gesteld in de vorm van een verzwaard examen of een opleidingsprogramma. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer iemand over specialistische kennis moet beschikken of in verband met de complexiteit van de opsporing. Een boa moet bekend zijn met de algemene kennis van het recht en dan met name het strafrecht. Ook de vaardigheden voor het opstellen van een proces-verbaal maken onderdeel uit van de basisbekwaamheden. Als de betreffende persoon slaagt voor het algemene basisexamen, ontvangt hij een Getuigschrift boa. Deze is ondertekend door de voorzitter van de Examencommissie buitengewoon opsporingsambtenaar namens de Minister van Justitie. De boa moet het basisexamen iedere vijf jaar met succes opnieuw afleggen. Er bestaat een aantal mogelijkheden waarin aan een boa ontheffing kan worden verleend van de bekwaamheidseis. Deze ontheffingsmogelijkheden staan in paragraaf 1.4. 20

De buitengewoon opsporingsambtenaar 1.3 1.2.5 Akte van beëdiging Een boa legt twee eden of beloften af: een eed of belofte van zuivering en een ambtseed of ambtsbelofte. Bij de eerste eed verklaart de boa dat hij niemand iets heeft beloofd of gegeven om ervoor te zorgen dat hij tot boa wordt aangesteld. Ook verklaart de boa hiermee dat hij geen beloften of geschenken aanneemt wanneer iemand vraagt iets voor hem te doen of te laten. Wanneer een boa de ambtseed of -belofte aflegt, geeft hij hiermee aan dat hij bij het uitvoeren van zijn werk toeziet op de naleving van de wetten waarmee hij te maken heeft. Uiteraard is het vanzelfsprekend dat de boa geheimhoudingsplicht heeft. Pas na het tekenen van de akte van beëdiging is de boa bevoegd om zijn werk te doen en krijgt hij een legitimatiebewijs waaruit blijkt dat hij tot boa benoemd is. De bevoegdheden die de boa heeft en op welk grondgebied hij zijn werk mag uitoefenen, staan vermeld in de akte van beëdiging. Eisen waaraan een boa moet voldoen Hij moet in het bezit zijn van een geldige titel van opsporingsbevoegdheid. Hij moet voldoen aan de betrouwbaarheidseis. Hij moet voldoen aan de bekwaamheidseis. Hij moet in het bezit zijn van een akte van beëdiging. 1.3 Bezwaarschrift indienen De Minister van Justitie kan om bepaalde redenen besluiten een boa geen opsporingsbevoegdheden te verlenen. Dit kan in het geval er: niet wordt voldaan aan de betrouwbaarheidseis; niet wordt voldaan aan de bekwaamheidseis; niet wordt voldaan aan het noodzaakcriterium; niet wordt voldaan aan de criteria om voor verlening van politiebevoegdheden of geweldsmiddelen in aanmerking te komen. Voordat het Ministerie van Justitie overgaat tot een negatief besluit, wordt de belanghebbende hiervan op de hoogte gesteld. Hij kan schriftelijk bezwaar maken tegen de beslissing. Dit kan binnen drie weken na dagtekening van het voornemen. Binnen zes weken na toezending van het negatieve besluit kan de belanghebbende een schriftelijk bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Justitie. In het bezwaarschrift moet de betrokkene aangeven dat hij het niet eens is met het besluit 21

1.4 De buitengewoon opsporingsambtenaar en waarom niet. Daarnaast moet het bezwaarschrift naam, adres, dagtekening en ondertekening bevatten. Ook moet de betreffende persoon een afschrift van het negatieve besluit bijvoegen. 1.4 Ontheffingsmogelijkheden Zoals eerder aangegeven, moet een boa voldoen aan de bekwaamheidseis. Hier voldoet hij aan als hij beschikt over de vastgestelde basiskennis en vaardigheden. De bekwaamheid blijkt uit het met succes afleggen van het examen. In een aantal gevallen kan de boa-werkgever ontheffing aanvragen voor de bekwaamheidseis, bijvoorbeeld vanwege de gevolgde opleiding of de leeftijd van de betreffende persoon (artikel 16 lid 2 BBO). Boa s hebben niet automatisch recht op een ontheffing. De werkgever dient de ontheffing altijd te ondersteunen en aan te vragen. Ontheffing In de volgende situaties kan ontheffing van de bekwaamheidseis worden aangevraagd: gelijkwaardige opleiding; semi-permanente ontheffing; tijdelijke ontheffing; beperkte opsporingsbevoegdheden; discretionaire ontheffing; seniorenontheffing (ontheffing 60+ er). Alle hierboven genoemde ontheffingen van de bekwaamheidseis moet de werkgever aanvragen bij de Dienst Justis van het Ministerie van Justitie. Hij kan dit doen voor een boa, voor een deel van de boa s of voor alle boa s die bij hem in dienst zijn. Hieronder wordt kort beschreven wat de verschillende ontheffingsmogelijkheden inhouden. 1.4.1 Gelijkwaardige opleiding Wanneer bij een eerste aanvraag van de opsporingsbevoegdheid de aanvrager een getuigschrift kan overleggen van een gevolgde opleiding die gelijkwaardig is aan de boa-opleiding, kan de minister ontheffing van de bekwaamheidseis verlenen. Het moet in dit geval gaan om een van onderstaande diploma s: Politiediploma A of B; Diploma herziene primaire opleiding (HPO); Diploma primaire opleiding basispolitiezorg (POMB); Diploma primaire opleiding politiesurveillant (POPS A of B); 22

De buitengewoon opsporingsambtenaar 1.4 Diploma van een van de initiële politieopleidingen van de Politieacademie; Diploma reservepolitie; Diploma vrijwilliger ambtenaar van politie; Diploma surveillant van politie; Diploma opsporingsambtenaar Koninklijke Marechaussee; Diploma van de Nederlandse Politieacademie; Diploma politiedienstverlener A (en minimaal een jaar werkervaring). De verleende ontheffing is maximaal vijf jaar geldig na de datum waarop het betreffende getuigschrift is behaald. Na het verlopen van deze periode moet de boa het reguliere boa-examen afleggen of deelnemen aan het aanvullende opleidingstraject van het domein of het scholingstraject van de werkgever. Voorbeeld Bert de Vries heeft in september 2008 zijn diploma gehaald als vrijwillige ambtenaar van de politie. Wegens drukte in zijn privéleven zag Bert na het behalen van dit getuigschrift helaas geen tijd om als vrijwilliger bij de politie aan de slag te gaan. Nu hij weer wat meer tijd heeft, wil hij dit alsnog graag oppakken. Bert kan in aanmerking komen voor een ontheffing van de bekwaamheidseis omdat hij een gelijkwaardige opleiding heeft genoten en deze met succes heeft afgerond. De verleende ontheffing is vervolgens geldig tot september 2013. 1.4.2 Semipermanente ontheffing Sommige werkgevers hebben een eigen scholingstraject. Aan deze werkgevers kan de minister een semipermanente ontheffing van de bekwaamheidseis verlenen. In dit geval biedt de werkgever een eigen opleiding aan die wordt afgesloten met een examen dat in eigen beheer wordt afgenomen. 1.4.3 Tijdelijke ontheffing Om de werkgever in staat te stellen om de bij hem in dienst zijnde boa s bij te scholen en hen het vereiste examen te laten afleggen, kan een werkgever een tijdelijke ontheffing krijgen. Deze ontheffing geldt alleen voor boa s die al in dienst zijn en niet voor nieuwe aanvragen tot aanstelling als boa. 1.4.4 Beperkte opsporingsbevoegdheden Wanneer de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid maar heel soms voorkomt en daardoor het behalen van het examen een onevenredige druk vormt voor de boa, kan 23

1.5 De buitengewoon opsporingsambtenaar de werkgever van de boa een ontheffing aanvragen. Een voorbeeld van een functie die hiervoor in aanmerking komt, is een teleservicemedewerker bij de politie. 1.4.5 Discretionaire ontheffing In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om iemand die niet over een geldig diploma of getuigschrift beschikt, een ontheffing te verlenen van de bekwaamheidseis. Dit kan alleen wanneer een persoon vanwege bepaalde redenen het examen niet heeft behaald of niet heeft kunnen deelnemen aan het examen. Bij de aanvraag om ontheffing, moet de werkgever duidelijk omschrijven waarom het noodzakelijk is dat deze persoon zijn opsporingsbevoegdheid behoudt en waarom hij het examen niet heeft gehaald. Deze vorm van ontheffing geldt alleen bij een aanvraag tot verlenging van de opsporingsbevoegdheid. 1.4.6 Seniorenontheffing Iemand van zestig jaar of ouder kan op grond van het seniorenbeleid een eenmalige ontheffing krijgen van de bekwaamheidseis. De boa moet wel voor het verloop van de geldige akte zestig jaar zijn. Het moet gaan om een aanvraag tot verlenging van een nog niet verlopen of eerder afgegeven opsporingsbevoegdheid. Deze moet dan wel verkregen zijn op basis van een daarvoor behaald geldig diploma of getuigschrift. De seniorenontheffing geldt dus niet wanneer iemand van zestig jaar of ouder voor het eerst een aanvraag tot benoeming als boa indient. 1.5 Toezicht op boa s Een boa is voor zijn opsporingswerkzaamheden verantwoording schuldig aan de officier van justitie. In opdracht van de Minister van Justitie wordt door een toezichthouder en een direct toezichthouder toezicht gehouden op boa s. Dit is nodig om de kwaliteit van de opsporing door boa s te waarborgen en te monitoren. De toezichthouders zien erop toe dat de boa s hun werkzaamheden uitvoeren zoals de wet en het BBO beschrijven. Het gaat dan om het toezicht op de opsporingswerkzaamheden en om het functioneren van de persoon als opsporingsambtenaar. Op deze manier is optimaal gebruik te maken van het grote opsporingspotentieel dat boa s hebben. Als er klachten binnenkomen over de strafrechtelijke werkzaamheden van een boa bij de werkgever, dan is de werkgever verplicht hiervan melding te maken aan de toezichthouder en de direct toezichthouder. De klacht zal dan in behandeling worden genomen door de direct toezichthouder en/of toezichthouder. 24

De buitengewoon opsporingsambtenaar 1.6 Heeft de klacht betrekking op een bestuursrechtelijke afhandeling van werkzaamheden, dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente bevoegd de klacht in ontvangst te nemen en onderzoek in te stellen. Voorbeeld Een sociaal rechercheur en tevens boa, heeft tijdens een aanhouding buiten proportioneel geweld gebruikt. De (direct) toezichthouder is verantwoordelijk om deze klacht nader te onderzoeken of te laten onderzoeken. Diezelfde sociaal rechercheur wil het recht op bijstand vaststellen en heeft daartoe een heronderzoekgesprek met een bijstandsgerechtigde. Tijdens dit gesprek heeft de bijstandsgerechtigde een klacht over deze sociaal rechercheur. De klacht wordt verder behandeld door het college van burgemeester en wethouders. De rechercheur heeft namelijk geen gebruikgemaakt van strafvorderlijke bevoegdheden. 1.6 Vervallen van opsporingsbevoegdheid De opsporingsbevoegdheden die aan een boa zijn verleend, gelden nooit voor onbepaalde tijd. Er bestaat een aantal gronden waarop de Minister van Justitie de bevoegdheid kan intrekken voordat de termijn van vijf jaar is verlopen. Artikel 35 lid 1 en 2 BBO, geven aan wanneer de opsporingsbevoegdheid wordt beëindigd: Als er geen sprake meer is van noodzaak vervalt de titel van opsporingsbevoegdheid. Als de boa een ander bevoegdheid of een ander grondgebied heeft gekregen, wijzigt alleen de titel. Als de bekwaamheid of betrouwbaarheid voor de uitvoering van de opsporingsbevoegdheden niet meer aanwezig is, vervalt de opsporingsbevoegdheid. Iedere boa moet na vijf jaar opnieuw examen doen. Wanneer hij hiervoor zakt, raakt hij zijn bevoegdheid kwijt. Ook wanneer hij door het plegen van een misdrijf in aanraking is geweest met politie of justitie, raakt hij zijn bevoegdheid kwijt. Als is vastgesteld dat het dienstverband met de werkgever is beëindigd of wanneer de opsporing van strafbare feiten geen onderdeel meer uitmaakt van de functie van de boa, vervalt de opsporingsbevoegdheid. De Minister van Justitie kan de bevoegdheid om de volgende redenen intrekken: op verzoek van de werkgever of van de boa zelf; als de boa zijn bevoegdheden heeft misbruikt; 25

1.6 De buitengewoon opsporingsambtenaar als de boa de aanwijzingen van het bevoegd gezag, de toezichthouder of de direct toezichthouder niet nakomt; als de boa heeft gehandeld in strijd met bepaling van het BBO of de Ambtsinstructie. Wanneer de boa zijn bevoegdheden heeft misbruikt of de aanwijzingen van het bevoegd gezag, de toezichthouder of de direct toezichthouder niet nakomt, dan kan de Minister van Justitie de opsporingsbevoegdheid opschorten voor de duur van het onderzoek. 26