L.G. Moraal, instituut voor BOS- en Natuuronderzoek (IBN-DLO), Wageningen Aantastingen door insekten en mijten in 1991 : in ossen, natuurgeieden en weg eplant ingen Voor 1991 is weer een overzicht samengesteld van de waargenomen schadelijke insekten en mijten in os en landschap zoals deze door onze waarnemers in het land zijn ingestuurd. Na de espreking van enige ijzondere aspecten volgen algemene overzichten. De gegevens over aantastingen in het stedelijk groen worden gepuliceerd in 'Tuin en Landschap'. Vorige plaag in 1878: Terugkeer van de giftige ei keprocessievlinder In de zomer van 1991 werden in de omgeving van Reusel en Ber- Summary Infestations y insects and mites in 199 1: in forests, nature reserves and roadside plantings. Nests of the rare Thaumetopoea processionea were oserved N7 roadside plantings with oak at Reusel near the Belgium order in the province of Noord-Braant. In the Netherlands since 1878 a pest of this moth was not recorded anymore. After the 1990 winter storms, infestations y Ips typographus increased significant&, Populations of Ips cemrae and Tomicus piniperda seems to diminish somewhat. Infestations y Operophtera rumata, Erannis defoliaria and Tortrix viridana decreased in 199 l. It was the nineth successive year in which oaks, mainly in the northern pari of the country, were defoliated. In 199 1, again extremely high densities of Yponomeuta spp. were osenled al1 over the country. Other remarkale infestations were caused y Strophosornus spp. and Altica quercetorum. geyk nesten van de eikeproces- eikeprocessievlinder iszeer alge- zaam. Voor een eerdere plaag in sievlinder, Thaumetopoea pro- meen in Midden en Zuid-Europa Nederland moeten we ruim honcessionea waargenomen. De maar in Nederland is hij zeld- derd jaar terug. De nesten werden met name frequent aange- troffen in de eiken langs de provinciale weg N269, Reusel- Hilvareneek (fig. 1). De vuist- tot voetalgrote nesten evonden zich op de stam of (vaker) in een takoksel tot een hoogte van ca. 6 m (fig. 2). Het optreden van de eikeprocessievlinder kreeg in de dagladen zoveel aandacht omdat deze rupsen, net als die van de astaardsatijnvlinder, Euproctis chrysorrhoea, giftige randharen ezitten die ij mens en dier hevige en langdurige huidirritatie en ontstekingen van luchtwegen NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 8 Fig. 1. De eiken langs de weg Reusel-Hilvareneek waarin de nesten van de eikeprocessievlinder zaten. 86
en ogen kunnen veroorzaken. Het is dus elangrijk dat eheerders en eigenaren van eplantingen de prolemen onderkennen. In Ter Haar (1 924) lezen we: "Zoo werd in 1878 de weg tusschen Nijmegen en Hees voor mensch en dier haast onegaanaar gemaakt Toendertijd is er aan de geheele epidemie een einde gemaakt, door de nesten met petroleumfakkels te verranden". De eikeprocessievlinder heeft één generatie per jaar. De eitjes worden in juli en augustus in pakketjes aan de twijgen oven in de kroon afgezet om daar te overwinteren. De eitjes komen in het voorjaar uit en de rupsen maken een gezamenlijk nest waarin ze overdag verlijven om tegen de avond in processie ('kop aan staart') over de takken te lopen om er van het lad te vreten. Bij een massaal optreden van de eikeprocessievlinder kan er kaalvraat ontstaan maar tot nu toe is er slechts een lichte vreterij opgetreden. De volwassen rups is 4-5 cm lang en heeft een grote zwarte kop. De rugzijde is lauwgrijs en de uikzijde groengrijs. Het lichaam van de rups is edekt met lange witachtige haren die op roodachtige wratten staan ingeplant, Naast deze haren heen de rupsen zo'n 600.000 zeer korte randharen. De rupsen zelf zijn ij aanra- Fig. 3. Een mannetje van de eikeprocessievlinder, net uit de pop gekropen, nog op het nest zittend (foto: H. Stigter). NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 i Fig. 2. De nesten kunnen zich op verschillende hoogtes aan de Stam evinden: vanaf het maaiveld tot in de takoksels onder in de kroon. king gevaarlijk en dat geldt ook voor de nesten. De rumen vervellen zesmaal in het n&st waardoor hierin ehalve excrementen veel randharen worden opgestapeld. De haren kunnen zelfs gedurende meerdere jaren hun actieve werking ehouden. Eind juli heeft de verpopping in het nest plaats en enkele weken later verschijnen de vlinders (Schwenke, 1978) (fig. 3). Verschillende instanties (o.a. Inspectie Milieuhygiëne) heen zich inmiddels met de inventarisatie en estrijdingsadviezen ezig gehouden. Een effectieve estrijdingsmogelijkheid is het verwijderen van de nesten. Dit moet met de nodige voorzichtigheid geeuren: geruik van eschermende kleding, handschoenen 87
en volgelaatsmasker is een vereiste. Tot nu toe zijn er alleen nesten aangetroffen in wegeplantingen en slechts sporadisch in osranden. Uitsluitend rupsennesten die een gevaar voor de volksgezondheid vormden werden verwijderd. Het etrof dus met name nesten die oven fiets- of wandelpaden hingen. Veel meldingen over de ei keaardvlo Op verschillende plaatsen, met name in de provincies Noord- Braant en Limurg (zie tael 2) zijn zware aantastingen door de eikeaardvlo, Altica (Haltica) quercetorum, waargenomen. De eikeaardvlo kan in sommige jaren, in het ijzonder na warme zomers, zeer massaal optreden. De 4-5 mm grote lauwgroene kevers overwinteren in de strooisellaag. In het voorjaar leggen ze de eitjes aan de onderzijde van de uitlopende laadjes. In mei komen de larven uit, die in groepjes eerst, alleen de epidermis aan de onderzijde van het lad wegvreten. De groenzwarte 5-7 mm grote larven lijken veel op de larven van het elzehaantje en worden daar in de praktijk ook wel mee verward (fig. 4). In een later stadium vreten ze ook het ladmoes en de epidermis aan de ovenzijde weg waarij ze de ladnerven niet aanvreten: ze skeletteren het lad. De geskeletteerde laderen verdorren en krullen om (fig. 5). Een aangetast opgaand os kan er dan uitzien alsof er een lopend vuur doorheen is getrokken. De vreterij kan tot augustus aanhouden. Hierna verpoppen de larven zich in de strooisellaag en twee weken later verschijnen de jonge kevers die de vreterij op dezelfde wijze als de larven voortzetten. De kevers heen verdikte achterpoten waarmee ze kunnen springen. Wanneer de eerste vorst invalt egeven de kevers zich in de strooisellaag om er te overwinteren. De hoofdwaardplant is de eik, met name Quercus rour, maar de kevers komen ook wel voor op ander loofhout zoals els, hazelaar en euk. De eiken herstellen zich in de regel geheel van een aantasting, maar eiken in de kwekerij of in de jonge aanplant lijden sterk waarij sterfte kan optreden (Brauns, 1976; Schwenke, 1974). Misvormde toppen door In 1991 werden opvallend veel 4 Fig. 4. De zwarte lawen van de eikeaardvlo lijken veel op die van het elzehaantje. waarnemingen gedaan over weggevreten eindknoppen in jonge eplantingen met naaldhout. Bij Roosendaal werd in een aanplant van 4,5 ha met 4-jarige douglas, ruim 20% van de omen eschadigd (fig. 6). Bij Soest leek 70% van een 5-jarige aanplant met grove den, misvormde toppen te vertonen (fig. 7). De schade leek 4 Fig. 5. De eikeaardvlo-lawen skeletteren het lad waarna het verdort NEDERIANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 88
i Fig. 6. Een door weggevreten eindknop van een jonge douglas. te zijn veroorzaakt door. Er zijn twee, nauwelijks van elkaar te onderscheiden soorten: Strophosomus capitatus en S. melanogrammus. De levenswijze van eide soorten is overigens nagenoeg hetzelfde. De kevers overwinteren in de grond en komen in het vroege voorjaar tevoorschijn. Ze kunnen niet vliegen waardoor ze lopend de voedselplanten moeten ereiken. Ze voeden zich met naalden, laderen en knoppen van zowel naald- als loofhout van verschillende leeftijdsklassen. Ernstige schade kan ontstaan in jonge eplantingen. De kevers vreten ook vaak van de ast en veroorzaken dan een schade die enigszins lijkt op die van de grote dennesnuitkever, Hyloius aietis. Het aanvreten van de eindknoppen levert echter ook grote schade op omdat de oompjes misvormd raken en er een ossige groei ontstaat. Vooral in met douglas onderplante dennenossen, maar ook in jonge eplantingen van fijnspar en grove den kan de schade aanzienlijk zijn. De kevers leggen de eitjes in de odem en de uitkomende larven voeden zich met jonge worteltjes van grassen, kruiden en de jonge oompjes. In augustus verpoppen de larven waarna de jonge kevers verschijnen die weer op hun eurt de planten aanvreten (Doom, 1982; Schwenke, 1974). Nachtvorstschade en plagen in eik Tengevolge van een relatief warme periode in het voorjaar van 1991 waren veel oomsoorten eerder uitgelopen dan gewoonlijk. Toen er daarna, eind april-egin mei, nog strenge nachtvorsten optraden, ontstond er door het NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 i Fig. 7. Door het wegvreten van de eindknop ontstaan misvormde toppen; hier ij grove den. hele land veel schade aan het jonge lad. Hierdoor waren aantastingen door de kleine wintervlinder (Operophtera rumata), grote wintervlinder (Erannis defoliaria) en groene eikeladroller (Tortrix viridana) in veel gevallen moeilijk te onderscheiden van de nog lang zichtaar geleven nachtvorstschade. Toch werd er nog veel rupsenvraat waargenomen (zie tael 2). De plagen in eik leken na hun hoogtepunt in 1986 en 1987 langzaam ten einde te lopen. Maar in 1990 werd, tegen de verwachting in, in het noorden een duidelijke toename in kaalvreterij geconstateerd. De plagen van 1991 waren ongeveer van het niveau van 1989. Gloaal gezien is dit nu al het negende achtereenvolgende jaar van aantasting. 89
Ontwikkeling astkevers Na de januari- en feruaristormen in 1990, werd de kans op een plaag van verschillende soorten astkevers sterk vergroot. In de loop van 1990 leek de populatieopouw echter erg mee te vallen (Moraal, 1991). De effecten van ongeruimd stormhout op de ontwikkeling van astkevers kunnen echter nog lang naijlen. Een overzicht van de meldingen van de elangrijkste astkevers: - Dennescheerder, Tomicus piniperda. Op meerdere plaatsen werden lichte tot matige aantastingen gemeld. Alleen ij Odoorn was sprake van een zware aantasting. Al met al nam de dennescheerder wat af in vergelijking met het niveau van 1990. - Letterzetter, Ips typographus. Plaatselijk werden aantastingen op kleine schaal gemeld: Appelscha, Asseros, Bergheros, Gieten, Hoogersmilde, Norg, Sleenerzand en Ugchelen. In vergelijking met 1990 is de letterzetter duidelijk toegenomen. - Lariksastkever, Ips cemrae. Deze astkever werd sinds 1982 niet meer waargenomen totdat in 1990 een lichte aantasting werd gemeld in de oswachterij Grolloo. In 1991 werd slechts een lichte aantasting gemeld in 1 ha lariks met 35-jarige lariks ij Gees. Andere aantastingen - Spinselmotten, Yponomeuta spp. Het aantal meldingen in 1990 overtrof dat in 1989 waarmee het een asoluut topjaar werd. In 1991 is er sprake van ongeveer evenveel meldingen als in 1990. Het meest werden aantastingen op Prunus padus, Euonymus europaea en rataegus spp. gemeld, in mindere mate op Prunus spinosa, Sorus aucuparia en Salixalaen incidenteel op Viurnum opulus, Rhamnus alni en Ligustrum vulgare. - Satijnvlinder, Leucoma salicis. Bij Tjuchem (Groningen) trad kaalvraat op ij totaal 12 ha populier van 13 en 18 jaar oud. - Kleine dennesnuitkever, Pissodes notatus. Op Texel worden al jarenlang aantastingen gemeld ij ongeveer 30% van de omen in een nu 13-jarige Pinus opstand van 6 ha. Het meestvoorkomende eeld is topsterfie maar er gaan ook hele omen dood. De keverlarven knagen voornamelijk gangen onder de ast van de stamvoet maar ook van de takken. Omdat de kever uitsluitend kwijnende omen aantast, zal de primaire oorzaak waarschijnlijk gelegen zijn in de negatieve invloed van de zeewind. Literatuur Brauns, A. 1976. Taschenuch der Waldinsekten. Band 1-11, Fischer, Stuttgart. Doom, D. 1982. Schadelijke osinsekten. In: Bosescherming. Pudoc, Wageningen. pp. 147-31 5. Haar, D. ter, 1924. Onze vlinders. Thieme Zutphen (facsimile uitgave Intercomi van Seyen, Leeuwarden, 1989). Moraal, L.G. 1991. Aantastingen door insekten en mijten in 1990: in ossen, natuurgeieden en wegeplantingen. Nederlands Bosouwtijdschrift 63 (4): 1 16-1 25. Schwenke, W. (ed.). 1972-1 978. Die Forstschadlinge Europas. Band I- III. Parey, Hamurg. NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 (Advertentie) Met toptechniek voor perfekt zaagwerk. De krachtige en handzame STIHL motorzagen. Vooruitstrevende techniek ergonomische vorm en integrale veiligheidsuitrusting. Professionele kwaliteit met 12 maanden garantie. Met vermogens van 1,2 kw 1 11.6 ~ kl tot I BOS EN I TUINMAHINES provincialeweg 54 veldhoven, 040-531 947 I 90
Tael 1. De in 1991 opgetreden insekten en mijten gerangschikt naar waardplant (inclusief de lichte aantastingen). Tale 1. Infestations y insects and mites in 1991, grouped according to their host plants (light infestations included). loofhout roadleaved trees aangetast door attacked y Acer L. Alnus B. Betula L. alluna Salis orylus L. rataegus L. Euonymus L Fagus L. Fraxinus L. Hippophae L. Ilex L. Ligustrum L. Malus Mill. Populus L. Prunus L. Pyrus L. Quercus L. Aceria macrochela ssp macrochela (an ) Ehrh Agelastica alni L Altica lythri Aue Depaurus etulae (L.) Lochmaea caprea L. Phalera ucephala (L.) Strophosomus spp. Lochmaea suturalis Thoms. Depaurus etulae (L.) Araxas grossulariata (L.) aliroa cerasi L. oleophora sp. Dasineura crataegi (Winn.) Euproctis chrysorrhoea L. Rhamphus oxyacanthae (Marsham) Yponomeuta padellus L. Yponomeuta cagnagellus H. Aceria newisequa ssp. faginea (an.) ryptococcus fagisuga Lind. Phyllaphis fagi L. Phyllonorycter maestingella (Muller) Rhynchaenus fagi L. Typhlocyinae Aceria fraxinivora Nal. Malacosoma neustria (L.) Pseudochermes fraxini Klt. Euproctis chrysorrhoea L. Phytomyza ilicis urt. Yponomeuta sp. Malacosoma neustria (L.) ossus cossus L. Leucoma salicis L. Melasoma populi L. Paranthrene taaniformis Rott. Pemphigus ursarius (L.) Phloeomyzus passerinii Sign. Phyllodecta spp. Rhynchaenus populi F. Saperda carcharias L. Saperda populnea L. Sesia apiformis (lerck) Araxas grossulariata (L.) Euproctis chrysorrhoea L. Yponomeuta evonymsllus L. Yponomeuta padellus L. Rhamphus oxyacanthae (Marsham) Acroasis spp. Altica quercetorum (Fourc.) Andricus quercuscalicis Burgsdorf Amphimallon solstitialis L. Ectoedemia suimaculella (Haworth) Erannis defoliaria l. elzehaan erkesigaremaker wapendrager heidehaantje erkesigaremaker onte essevlinder vruchtoomladwesp meidoornrozetgalmug astaardsatijnvlinder meidoornmineerkever meidoornspinselmot kardinaalshoedspinselmot eukeviltgalmijt wollige eukestamluis eukeladluis eukevouwmijnmot eukespringkever dwergcicaden ringelrups esseschorsluis astaardsatijnvlinder hulstvlieg spinselmot ringe!rups wilgehoutrups satijnvlinder rode populierehaan populiereglasvlinder wollige slawortelluis schimmelluis ladhaantjes populierespringkever grote populiereoktor kleine populiereoktor horzelvlinder onte essevlinder astaardsatijnvlinder pruimespinselmot meidoornspinselmot meidoornmineerkever eikelichtmotten eikeaardvlo knoppergal junikever grote wintervlinder NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 91
loofhout roadleaved trees aangetast door attacked y Euproctis chrysorrhoea L. astaardsatijnvlinder Malacosoma neustria L. ringelrups Operophtera rumata L. kleine wintervlinder Parthenolecanium corni (Bouché) gewone dopluis Phyllonorycter quercifoliella (Zeller) Phylloxera spp. eikedwergluizen Profenusa pygmaea (Klug) eikernineerwesp Rhynchaenus quercus L. eikespringkever Strophosomus spp. Thaumetopoea processionea L. eikeprocessievlinder Tischeria ekeladella Bjerk. Tortrix viridana L. groene eikeladroller Rhamnus L. Malacosoma neustria L. ringelrups Salix L. Aphrophora salicina Goeze wilgeschuimcicade hionaspis salicis (L.) wilgeschildluis ossus cossus L. wilgehoutrups Heliocomyia saliciperda (Duf.) wilgeastgalmug Hylecoetus dermestoides (L.) oorkever Janus sp. Phalera ucephala (L.) wapendrager Phyllodecta spp. wilgehaantjes Yponorneuta rorrellus H. wilgespinselrnot Sorus L. Yponomeuta padellus L. meidoornspinselmot Ulrnus L. Scolytus scolytus F. grote iepespintkever naaldhout conifers aangetast door attacked y Aies Mill. Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever Larix Link Adelges laricis Vallot larikswolluis oleophora laricella H. lariksmot Ips cernrae Heer lariksastkever Picea Dietr. Adelges aietis (L.) sparappelgalluis Adelges cooleyi (Gill.) douglaswolluis inara sp. starn- takluizen Elatoium aietinum Wlk. groene sparreluis Epinotia tedella l. sparreladroller Ips typographus L. letterzetter Pristiphora aietina hrist. sparreladwesp Strophosomus spp. Pinus L. Brachyderes incanus (L.) grijze dennesnuitkever Hylastes ater (Payk) zwarte denneastkever Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever Leucaspis pini Htg Neodiprion sertifer (Geoffr.) rode denneladwesp Pineus stroi Htg weymouthwolluis Pissodes notatus F. kleine dennesnuitkever Rhyacionia uoliana D. et S. dennelotrups Schizolachnus pineti F. grijze naaldluis Strophosomus spp. Tomicus piniperda L. gewone dennescheerder Pseudotsuga arr. Adelges cooleyi Gill. douglaswolluis Hylastes ater (Payk.) zwarte denneastkever Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever Strophosomus spp. NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 92
Tael 2 Tale 2 De graad van aantasting in de verschillende provincies The degree of infestation in the different provinces A ernstige aantastingen waaronder kaalvreterij heavy infestations including complete defoliation a idem, doch plaatselijk ditto, ut local B matige aantastingen V) a, moderate infestations idem, doch plaatselijk ditto, ut local lichte aantastingen light infestations idem, doch plaatselijk ditto, ut local Insektensoortlinsect species OLEOPTERA (KEVERS) eramycidae (oktorren) Saperda carcharias L.-grote populiereoktor Saperda populnea L.-kleine populiereoktor hrysomelidae (ladhaantjes) Agelastica alni L.-elzehaan Altica Iythri Aue Altica quercetorum Foudr.-eikeaardvlo Lochmaea caprea L. Lochmaea suturalis (Thoms.)-heidehaantje Melasoma populi L. Phyllodecta spp.-wilgehaantjes urculionidae (snuitkevers) Brachyderes incanus L.-grijze dennesnuitkever a Deporaus etulae (L.)-erkesigaremaker ac Hyloius aietis (L.)-grote dennesnuitkever c a c Pissodes notatus F.-kleine dennesnuitkever Rhamphus oxyacanthae (Marsham)-meidoornmineerkever Rhynchaenus fagi (L.)-eukespringkever c c c Rhynchaenus populi (F.)-populierespringkever Rhynchaenus quercus (L.)-eikespringkever Strophosomus spp.- Lymexylidae (oorkevers) Hylecoetus dermestoides (L.)-oorkever Scaraaeidae (ladsprietkevers) Amphimallon solstitialis L.-junikever Scolytidae (astkevers) Hylastes ater (Payk.)-zwarte denneastkever Ips cemrae Heer-lariksastkever Ips typographus (L.)-letterzetter Scolytus scolytus F.-grote iepespintkever Tomicus piniperda (L.)-dennescheerder LEPIDOPTERA (VLINDERS) oleophoridae (kokerrupsen) oleophora laricella (H.)-lariksmotje ossidae (houtrupsen) ossus cossus (L.)-wilgehoutrups Geometridae (spanrupsen) Araxas grossulariata (L.)-onte essevlinder Erannis defoliaria lerck-grote wintervlinder abc A Operophtera rumata (L.)-kleine wintervlinder c ac Bc ab A Gracillariidae (vouwmijnmoîten) Phyllonorycter kleemannella (Far.) a a a ac A a a c a NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 93
A ernstige aantastingen waaronder kaalvreterij heavy infestations including complete defoliation a idem, doch plaatselijk ditto, ut local B matige aantastingen (O m moderate infestations idem, doch plaatselijk ditto, ut local lichte aantastingen light infestations idem, doch plaatselijk ditto, ut local Insektensoortlinsect species Phyllonorycter maestingella (Muller)-eukevouwmijnmot Phyllonorycter quercifoliella (Zeller) Phyllonorycter stettinensis (Nicelli) Lasiocampidae (spinners) Malacosoma neustria (L.)-ringelrups Lymantriidae (spinners) Euproctis chrysorrhoea (L.)-astaardsatijnvlinder Leucoma salicis (L.)-satijnvlinder Nepticulidae Ectoedemia suimaculella (Haworth) Notodontidae (nachtvlinders) Phalera ucephala (L.)-wapendrager Pyralidae (lichtmotten) Acroasis spp.-eikelichtmotten Sesiidae (wespvlinders) Paranthrene taaniformis Rott.-populiereglasvlinder Sesia apiformis (lerck)-horzelvlinder Thaumetopoeidae (processievlinders) Thaumetopoea processionea L.-eikeprocessievlinder Tischeriidae Tischeria ekeladella Bjerk. Tortricidae (ladrollersl ydia succedana (D. et S.) Epinotia tedella (lerck)-sparreladroller Rhyacionia uoliana (D. et S.)-dennelotrups c c Tortrix viridana L.-groene eikeladroller Yponomeutidae (spinsel- stippelmotten) Yponomeuta cagnagellus (H.)-kardinaalsmutsstippelmot Yponomeuta evonymellus L.-pruimestippelmot Yponomeuta padellus (L.)-meidoornstippelmot a Yponomeuta rorrellus H.-wilgestippelmot a HYMENOPTERA (VLIESVLEUGELIGEN) ephidae (halmwespen) Janus sp. ynipidae (galwespen) Andricus quercuscalicis Burgsdorf-knoppergal Diprionidae (denneladwespen) Neodiprion sertifer (Geoffr.)-rode denneladwesp Tenthredinidae (ladwsspen) aliroa cerasi L.-vruchtoomladwesp Pristiphora aietina (hrist)-sparreladwesp c Profenusa pygmaea (Klug)-eikemineerwesp DIPTERA (TWEEVLEUGELIGEN) Agromyzidae (mineervliegen) Phytomyza ilicis urt.-hulstvlieg ecidomyiidae (galmuggen) a Ac ac a NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT 1992 94
A ernstige aantastingen waaronder kaalvreterij heavy infestations including complete defoliation a idem, doch plaatselijk dino, ut local B matige aantastingen al V> moderate infestations U idem, doch plaatselijk ditîo, ut local lichte aantastingen light infestations c idem, doch plaatselijk ditîo, ut local Insektensoortlinsect species Dasineura crataegi (Winn.)-meidoornrozetgalmug Heliocomyia saliciperda (Duf.)-wilgeastgalmug HOMOPTERA (BLADLUIZEN EN VERWANTEN) Adelgidae (wolluizen) Adelges aietis (L.)-sparappelgalluis Adelges cooleyi (Gill.)-douglaswolluis Adelges laricis Vallot-larikswolluis Pineus stroi Htg.-weymouthwolluis Aphididae (ladluizen) Elatoium aietinum (Wik.)-groene sparreluis allaphididae (ladluizen) Phyllaphis fagi (L.)-eukeladluis ercopidae (schuimeestjes) Aphrophora salicina Goeze-wilgeschuimcicade icadellidae (cicaden) Typhlocyinae spp.-dwergcicaden occidae (schildluizen) Parthenolecanium corni (6ouché)-gewone dopluis Diaspididae (schildluizen) hionaspis salicis (L.)-wilgeschildluis Leucaspis pini Htg Eriococcidae (schildluizen) ryptococcus fagisuga Lind.-wollige eukestamluis Pseudochermes fraxini (Klt.)-esseschorsluis Lachnidae (stam- en takluizen) inara sp. Schizolachnus pineti (F.)-grijze naaldluis Pemphigidae (ladgalvormers) Pemphigus ursarius (L.)-wollige slawortelluis Phylloxeridae (dwergluizen) Phylloxera spp.-eikedwergluizen Thelaxidae (ladluizen) Phloeomyzus passerinii Sign.-schimmelluis AARI (MIJTEN) Eriophyidae (galmijten) Aceria fraxinivora Nal. Aceria macrochela ssp. macrochela (Nal.) Aceria nervisequa ssp. faginea (an.)-eukeviltgalmijt c c ac NEDERLANDS BOSBOUW TIJDSHRIFT l992 95