Oktober 2018 Weekthema: Rijk op aarde of rijk in de hemel? Maandag Liever arm dan rijk? Lezen: Spreuken 15: 16-23 We moeten vers 16 wel goed verstaan. Hier wordt niet zonder meer de armoede verheerlijkt. Armoede kan zwaar zijn. En wie dat vroeger heeft gekend, is dankbaar dat de levensomstandigheden vandaag beter zijn. De tegenstelling ligt iets genuanceerder: je kunt beter weinig bezitten mét de vreze des Heeren daarbij, dan een grote schat en onrust. ( Vreze des Heeren kun je vergelijken met vanuit ontzag leven met God ) Wie niet zo heel veel bezit, heeft op zich al minder zorgen dan de miljonair, die steeds moet zien zijn vermogen op de beste manier te beleggen. Maar de vreze des Heeren voegt er iets aan toe. Wie de Heere vreest (dient met ontzag), kan genieten van wat hij bezit, of het nu veel is of weinig. Die weet dat het allemaal maar voor even is en dat we het aan anderen weer moeten overlaten. Wie de Heere vreest kent een heel andere rijkdom: Christus is voor mij gestorven; mijn erfenis is voor eeuwig waardevast, wat er ook gebeurt. Kent jouw leven een plus? Is er een leven mét de vreze des Heeren? Het belangrijkste is niet of we veel bezitten. We laten alles achter. Maar de Heere kennen is een schat die mee gaat over dood en graf heen. Geeft dat geen echte, blijvende rust en rijkdom? Dinsdag Niet arm en niet rijk Lezen: Spreuken 30: 7-14 De verder ons onbekende Agur zegt van zichzelf dat hij dommer is dan alle andere mensen. Hoe kan hij kennis van de Allerhoogste krijgen? Maar zijn gebed en zijn spreuken laten ons zien dat Agur wel degelijk wijsheid bezat. Hij vraagt God allereerst om bewaring voor valsheid en leugentaal. Positief gezegd: HEERE, dat ik voor U en de mensen eerlijk en oprecht mag zijn. Dat ik integer en betrouwbaar ben. En vervolgens bidt hij dat God hem het dagelijkse brood wil geven. Hij vraagt niet om rijkdom en hij vraagt evenmin om armoede. Nu zal wel bijna niemand vragen om armoede, maar rijkdom is toch wel 1
aantrekkelijk voor de meeste mensen. Maar Agur weet: ik loop groot gevaar God te verloochenen en meer op de rijkdom dan op de HEERE te vertrouwen. En bij armoede kan ik in de verleiding komen om te gaan stelen. En in beide gevallen wordt Gods Naam onteerd. Heere, geef mij maar mijn dagelijks brood. Ons echte geluk hangt niet van rijkdom af. Bij alles wat we doen en laten moet dit ons gebed zijn: Heere, bewaar mij er voor dat door mij en om mij uw Naam onteerd en gelasterd wordt. Wat dreigt jou van God af te trekken? Woensdag Is met geld alles te koop? Lezen: Prediker 5: 9-16 Prediker houdt een lang verhaal over rijkdom. Hierin is hij geen buitenbeentje, want het past in het geheel van de Bijbel. Geld is in trek. Het maakt recht wat krom is. Geld stinkt niet. Het is makkelijk om boodschappen te doen. Tijd is geld! Terecht? Geld geeft aanzien en macht. De machtige dollar en euro! Prediker wijst er op dat we lelijke vergissingen kunnen maken met rijkdom en bezit. Geldzucht veroorzaakt slapeloosheid. Rijkdom maakt een mens lui. Echte innerlijke rust verdwijnt. Onverzadigbaar is ons hart. Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd (vers 9). De Bijbel noemt geld de wortel van alle kwaad. De verloren zoon had veel vrienden toen hij veel geld had. Maar toen het op was? De rijke jongeling liet er het eeuwige leven voor schieten. Op een dag stierf hij en kon niets meenemen. Want wij hebben niets op de wereld gebracht; we kunnen ook niets meenemen (vers 14 en 1 Timotheüs 6: 7). De rijke man stierf. De arme Lazarus stierf. Wie kwam er het beste af? Alle bijbelschrijvers laten eenzelfde geluid horen als Prediker. Hierin laat de Heilige Geest ons zien dat het Woord van God bestemd is voor de mens van alle tijden. Het raakt hart en leven in de werkelijkheid van ons bestaan en bezit. Het allermooiste en allerdierbaarste is niet te koop: DE LIEFDE. Die is gratis, uit genade. Donderdag Schatten en zorgen Lezen: Lucas 12: 13-40 2
Wat hebben schatten en zorgen met elkaar te maken? We zijn snel geneigd om te denken: hoe meer schatten je hebt, hoe minder zorgen je je hoeft te maken. Zo kunnen we dat in het dagelijkse spraakgebruik ook zeggen: Geen zorgen, want ik heb een goeie baan. Geen zorgen, want ik heb een leuke spaarrekening met reserves. De Heere Jezus leert ons in deze verzen iets anders: hoe méér schatten je hebt, hoe méér zorgen je je maakt. Zorgen namelijk over motten en dieven waardoor die schatten bedreigd worden. Daarom klinkt de oproep: zoek geen schatten op deze aarde, maar zoek schatten in de hemel. Schatten die verdiend zijn op Golgotha. Schatten die nooit worden aangetast omdat ze bewaard worden in de hemel. Hoe belangrijk dat is blijkt in vers 34: Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Wie hemelse schatten verzamelt, kan vanwege dit uitzicht heilig onbezorgd zijn. Wie op aardse schatten vertrouwt, heeft vanwege diezelfde reden pas écht reden zich zorgen te maken. Vrijdag Voor wie of wat is jouw hart? Lezen: Mattheüs 19: 16-26 Behouden worden is niet maar moeilijk, dan konden wij er nog ons best voor doen. Het is zelfs menselijk onmogelijk, zegt Jezus. Vanwege onze zonde? Of ons ongeloof? Jezus noemt iets anders: ons bezit. De rijke jongeman was geen ongelovige. En hij leefde keurig. Maar hij had wel zijn hart verpand aan geld en goed. En dan kun je dat hart niet meer echt geven aan mensen die gebrek lijden. En aan Christus, die vraagt: volg Mij. Geldt dat dan alleen voor mensen die erg rijk zijn? De discipelen beseffen dat het anders ligt! Ze vragen: wie kan dan behouden worden? Iedereen kan zó gebonden zijn aan wat hij bezit, dat het ons verhindert om onszelf te géven. Iedereen moet daarom kiezen: voor Wie of wat is mijn hart!? Dus: moet elke christen z n bezit van de hand doen? Soms kan die radicale stap nodig zijn. Franciscus van Assisi bijvoorbeeld wist zich daartoe geroepen. Toch heeft Jezus het niet van elke volgeling gevraagd. Vaak gunt Hij ons heel veel. Mits het ons niet verhindert om vrij te zijn voor God en de naaste. Onmogelijk, om zo verlost te leven? Nee, want wij hebben een God die ons op het gebed werkelijk vrij máákt. Zaterdag 3
De schat van het leven Lezen: Mattheüs 6: 19-24 Als mensen leven we allemaal met de gedachte dat we in ons leven moeten proberen geld en goed te verzamelen. En dan hoef je er niet overdadig op los te leven, maar je legt het graag opzij als een zekerheid voor bijvoorbeeld later. Want je weet maar nooit. Toch is dat alles maar een schijnzekerheid. Daartegenover plaatst Jezus namelijk de hemelse schatten: de dingen die Hij ons geven en leren wil. Die vergaan niet. Ja, denk je, dat is makkelijk gezegd. Maar wat moet ik, mijn studie, mijn bijbaantje? Vergeet daarbij één ding niet: Jezus Zelf is de grote zekerheid. Die krijg je van God. Door de Heere Jezus is God vóór je. Al het Mijne is het uwe. Die schat zien wij alleen met de lamp van ons geloofsoog. Of heb je Christus nog niet ontvangen, en moet je het daarom van die andere (schijn)zekerheden hebben? We worden voor de keus gesteld: óf God óf de mammon; óf echte zekerheid óf schone schijn. Zondag Tijdelijk verlies, eeuwige winst Lezen: Marcus 8: 27-9: 1 Aandeelhouders willen winst zien. Als die uitblijft haken ze af! Maar wie met die instelling aandeel wil hebben aan Jezus en Zijn zaak mag zich wel bedenken. Want bij Hem moeten we voorlopig rekenen op verlies. Dat viel Petrus lelijk tégen nadat hij Jezus beleden had als Messias, Koning van Gods rijk. Dan blijkt meteen hoe je, zelfs als voorganger van de gemeente, toch nog openstaat voor dwaling! Petrus verbond aan zijn goede belijdenis verkeerde verwachtingen. Nu zou Jezus dus koninklijke winst gaan boeken! Nee, zegt Jezus, Ik zal alles verliezen, zelfs Mijn leven. Alleen zó kan er bevrijding en nieuw leven komen voor een wereld die bezet gebied is van Gods vijand. Daarom wil satan ook via Petrus bestraffende woorden Jezus verleiden tot dienstweigering aan Gods verlossingsplan. Maar Jezus gaat gehoorzaam dóór op de lijdensweg. En Hij roept Petrus en ons: Kom achter Mij. Wees bereid om ook het kruis te dragen van onbegrip, afwijzing, miskenning, haat. Christenen in (bijvoorbeeld) Noord-Korea ervaren wat dat betekent. Ook in onze samenleving gaan we er iets van merken. Als wij dan toch onze keuzen laten bepalen door 4
verlangen naar winst, verliezen we tenslotte alles. Maar wie mét Jezus verliezer wordt, zal delen in de eeuwige winst die Hij uitkeert! 5