Hof van Beroep Antwerpen 16 januari 2017 en Voorz. Rb KH Antwerpen, afd. Antwerpen, 6 juli 2016, IEFbe 2604(Olma tegen Texfinity) www.ie-forum.be
Uitgifte Vonnisnummer Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan Repertoriumnummer 2016 / op op op Datum van uitspraak 6 juli 2016 Rolnummer C / 16 / 79 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Vonnis Voorzitter, zetelend in kort geding Aangeboden op Niet te registreren
Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen C / 16 / 79 p. 2 van 6 de NV TEXFI NIT Y, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 2370 Arendonk, Hoge Mauw 118, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0809.617.329, eisende partij, vertegenwoordigd door mr Erik MONARD, advocaat, met kantoor te 2600 Berchem, Roderveldlaan 5 bus 3, die samen met mr Sam BISHOP ter zitting verschijnt, TEGEN de vennootschap naar Nederlands recht OLMA BV, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 5071 NV Udenhout (Nederland), Ambachtsweg 2, verwerende partij, vertegenwoordigd door mr David ANNÉ, advocaat, met kantoor te 2018 Antwerpen, Desguinlei 6. I. SITUERING VAN HET GESCHIL Partijen zijn concurrenten van elkaar op de markt van de industriële wasserijmachines. Zij zijn verwikkeld in een lopend conflict over de intellectuele eigendomsrechten die ooit toebehoorden aan de (gefailleerde) Nederlandse vennootschap OLMA. De eisende partij, de vennootschap naar Nederlands recht OLMA BV werd opgericht na faillissement van haar naamgenote, en stelt thans dat de verwerende partij, de NV TEXFINITY inbreuk pleegt op haar auteursrechten door gekopieerde machines op de markt te brengen. II. PROCEDUREVERLOOP Op 6 juni 2016 heeft OLMA een verzoekschrift tot machtiging tot het leggen van beslag inzake namaak neergelegd. Dit beslag werd bij beschikking van 8 juni 2016 toegestaan. Hiertegen tekende TEXFINITY verzet aan bij dagvaarding betekend op 17 juni 2016. De zaak werd in beraad genomen op de openbare zitting van 29 juni 2016 nadat de raadslieden van partijen werden gehoord.
Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen C / 16 / 79 p. 3 van 6 Het onderwerp van de vordering wordt uitsluitend bepaald door de syntheseconclusies. De rechtbank hield bij de beoordeling van het geschil dan ook rekening met: de conclusie en de stukken ter zitting neergelegd door TEXFINITY, de conclusie en de stukken ter zitting neergelegd door OLMA. In deze procedure werd de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken nageleefd. III. DE VORDERING De vordering van TEXFINITY strekt ertoe de beschikking van 8 juni 2016 waarbij aan OLMA toestemming werd gegeven om beslag inzake namaak te leggen, zou worden ingetrokken. IV. BEOORDELING 1. Toetsingskader van het derdenverzet 1. Krachtens artikel 1369bis/1, 1 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen de personen die, op grond van een wet betreffende het auteursrecht een vordering inzake namaak kunnen instellen, met de toestemming van de voorzitter van de rechtbank van koophandel, verkregen op verzoekschrift, door een deskundige laten overgaan tot de beschrijving van alle voorwerpen, elementen, documenten of werkwijzen die van aard zijn de beweerde namaak alsook de oorsprong, de bestemming en de omvang ervan aan te tonen. Krachtens 1369bis/1, 3 onderzoekt de voorzitter, die uitspraak doet over een verzoek tot verkrijging van maatregelen tot beschrijving: 1) of het intellectueel eigendomsrecht waarvan de bescherming wordt ingeroepen, ogenschijnlijk geldig is; 2) of er aanwijzingen zijn dat inbreuk zou zijn gemaakt op het intellectueel eigendomsrecht of dat een inbreuk dreigt. 2. Bij het beoordelen van het derdenverzet tegen de beslissing die het beslag toestond, moet de rechtbank zich terugplaatsen in de situatie op datum van neerlegging van het verzoekschrift. Het is dus dit verzoekschrift, samen met de stavingsstukken die samen ermee werden neergelegd, dat zal moeten worden beoordeeld.
Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen C / 16 / 79 p. 4 van 6 2. De ogenschijnlijke geldigheid van de ingeroepen intellectueel eigendomsrecht 3. OLMA roept in haar verzoekschrift in dat zij titularis zou zijn van auteursrechten op een industriële machine Obifold Premium oftewel TGL-2L-2C. Zij verwijst naar een vonnis van deze rechtbank van 18 mei 2016 in een eerdere betwisting tussen partijen. In deze zaak werd de vordering van TEXFINITY afgewezen met de overweging dat OLMA eigenaar is van de relevante intellectuele eigendomsrechten op de machine in kwestie, en dit na analyse van de relevante contractuele bepalingen inzake overdracht van rechten na het faillissement van de oude OL- MA. 4. OLMA mag in deze beslissing niets lezen wat er niet in staat. De rechtbank heeft zich niet uitgesproken over het bestaan van rechten bij haar, maar wel (1) dat TEXFINITY niet beschikte over de rechten die zij dan inriep, en (2) dat de curator van de failliete OLMA rechten had overgedragen aan de nieuwe OLMA. De omvang van deze rechten kwam hoegenaamd niet ter sprake. OLMA kan thans dan ook niet volstaan met een loutere verwijzing naar dit vonnis om aan te tonen dat zij titularis zou zijn van enige auteursrechten. Zij zal nog steeds moeten aantonen dat zij, ogenschijnlijk, over deze rechten beschikt. 5. Krachtens artikel XI.165 van het Wetboek Economisch Recht heeft alleen de auteur van een werk van letterkunde of kunst het recht om het op welke wijze of in welke vorm ook, direct of indirect, tijdelijk of duurzaam, volledig of gedeeltelijk te reproduceren of te laten reproduceren. De bescherming die de auteur geniet geldt evenwel slechts met betrekking tot materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan (HvJ 16 juli 2009, Infopaq International A/S t Danske Dagblades Forening, C-5 / 08, ECLI:EU:C:2009:465, punt 37). Een intellectuele schepping is een eigen schepping van de auteur wanneer zij de uitdrukking vormt van diens persoonlijkheid. Dat is het geval wanneer de auteur bij het maken van het werk zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzen (HvJ 1 december 2011, Painer t Standard VerlagsGmbH e.a., C-145 / 10, ECLI:EU:C:2011:798, punten 88 en 89 en Cass. 31 oktober 2013 (C.12.263.N) met concl. adv.- gen. A. VAN INGELGEM). Aan het oorspronkelijkheidscriterium is echter niet voldaan wanneer de uitdrukking van deze onderdelen door hun technische functie wordt bepaald, aangezien de verschillende manieren om een idee uit te voeren dan zodanig beperkt zijn dat het idee samenvalt met de uitdrukking ervan (HvJ 22 december 2010, Bezpečnostní softwarová asociace Svaz softwarové ochrany t Ministerstvo kultury, C-393 / 09, ECLI:EU:C:2010:816, punt 49). 6. Noch uit naar verzoekschrift, noch uit enig stuk dat zij hierbij heeft gevoegd, maakt OLMA waarschijnlijk dat de machine waarvan zij thans stelt dat ze auteursrechtelijk beschermd is,
Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen C / 16 / 79 p. 5 van 6 aan het originaliteitsvereiste voldoet. Dat deze machine een intellectuele schepping is, lijdt geen twijfel. Op geen enkele wijze blijkt echter dat deze er bij het ontwerp van deze machine vrije en creatieve keuzes zouden zijn gemaakt die de stempel zouden dragen van de persoonlijkheid van haar maker(s). Voor zover het ontwerp van de machine toch gepaard zou zijn geweest met zulke keuzes, blijkt daarbij nog niet dat deze keuzes los zouden staan van de technische uitwerking ervan. Aan de hand van het verzoekschrift en de begeleidende stukken kan dan ook op geen enkele wijze worden vastgesteld, of zelfs vermoed, dat de machine in kwestie auteursrechtelijk beschermd is. 7. Nu OLMA in haar verzoekschrift niet aantoont, en zelfs geen poging onderneemt om aan te tonen dat de machine, onderdelen ervan of zelfs de tekeningen die er aan de basis van liggen voldoen aan het vereiste van originaliteit, kan niet worden vastgesteld dat de intellectuele eigendomsrechten het auteursrecht ogenschijnlijk geldig zijn. 8. Het derdenverzet slaagt, zodat de beschikking waarbij OLMA werd gemachtigd beslag inzake namaak te leggen zal dan ook moeten worden ingetrokken. V. DE PROCESKOSTEN 9. Krachtens artikel 1017 van het Gerechtelijk Wetboek verwijst ieder eindvonnis de in het ongelijk gestelde partij in de kosten. Krachtens artikel 1018, 6 van het Gerechtelijk Wetboek omvatten deze kosten de rechtsplegingsvergoeding. Voor het berekenen van de rechtsplegingsvergoeding moet volgens artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat, het bedrag van de vordering te worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 557 tot 562 en 618 Ger.W. 10. Volgens deze regels is de vordering van TEXFINITY niet in geld waardeerbaar. Conform ditzelfde K.B., en bij gebrek aan verzoek van de partijen om hiervan af te wijken, bedraagt de rechtsplegingsvergoeding dus het basisbedrag van 1.440,00. 11. TEXFINITY is BTW-plichtig en kan de BTW op de betekeningskosten recupereren, zodat er geen aanleiding bestaat om deze toe te kennen. Deze kosten zullen dan maar ook kunnen worden toegekend ten belope van ( 296,24 + 0.74 =) 296,98.
Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen C / 16 / 79 p. 6 van 6 VI. BESLISSING Rechtdoende op tegenspraak en na erover te hebben beraadslaagd, komt de Rechtbank tot volgende beslissing: zij verklaart het derdenverzet toelaatbaar en gegrond en trekt de beschikking gewezen op vordering van de vennootschap naar Nederlands recht OLMA BV op 8 juni 2016 in, en zegt dat deze beschikking geen enkel rechtsgevolg kan hebben, zij verwijst de vennootschap naar Nederlands recht OLMA BV in de kosten van het geding, die door de NV TEXFINITY worden begroot, en door de Rechtbank worden vereffend op de dagvaardingskosten in derdenverzet van 296,98 en de rechtsplegingsvergoeding van 1.440,00. Dit vonnis werd gewezen door de voorzitter van de Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen: F. BLOCKX, rechter, waarnemend voorzitter, L. BOETS, griffier, en uitgesproken in openbare zitting op 6 juli 2016 door de voorzitter, bijgestaan door de griffier. L. Boets F. Blockx