Beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen



Vergelijkbare documenten
Beoordelingsrichtlijn verankeringsvoorzieningen (VAV) t.b.v. het vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte

Beoordelingsrichtlijn verankeringsvoorzieningen (VAV) t.b.v. het vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen

Mythes over werken op hoogte opgehelderd. Test je kennis en word je bewust van de echte risico s

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Veilig werken met apparaten en machines

Risico s Vallen van hoogte. Collectieve beschermingsmiddelen Niet van toepassing.

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

Handleiding Driepoot ELLERSAFE TM-9. EN 795:1996 Class B Ref: AT011. Lees aandachtig de handleiding alvorens het materiaal te gebruiken.

Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

INLEIDING. Factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Valbeschermingsmethodes. Assortiment mobiele valbeveiliging VALBEVEILIGING

Collectieve valbeschermingsmiddelen

Toolboxfiche U014-14/2015

Wijzigingsblad BRL 2813

Installatieverantwoordelijkheid NEN-3140

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Inleiding... pagina 1. Presentatie NEN pagina 2. Introductieopleiding NEN- EN en NEN pagina 2

PBM's kopen en gebruiken

Rapport. Risico-inventarisatie & -evaluatie daken. Gymzaal

VEILIG WERKEN BEGINT MET MARQ

valbeveiliging.nl Zeker op hoogte Valbeveiliging die de standaard normen overstijgt

Veilig werken met de ladder. VSB Henry Dijksma, Altrex

Opleveringskeuring valbeveiliging

Aankoopprocedure compacte goederenlift

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

PBM s voor de bescherming tegen vallen

Betonstorter / gietbouwer

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

4.15 Veiligheidsnetten

Weet u wie uw arbeidsmiddelen mag keuren?

Safety Event Didi Rinkel en Martin Krüger. Aansprakelijkheidskwesties rondom machines.

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Algemeen. Bedrijfsnaam. KvK nummer. KvK vestigingsnummer. Straatnaam. Huisnummer. Huisnummertoevoeging. Postcode. Plaats. Straatnaam/Postbus

Handleiding voor gebruik en onderhoud. voor Horizontale Lifeline type Xenon

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

Safety Event Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine.

FTN HERZIENING inclusief aanbevelingen Certex Industrie Food

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Testen voor duurzame mobiliteit ervaringen met elektrische auto Rob Wouters DARE!! Consultancy

RockSolid. by XSPlatforms. Aanvullende informatie voor partners

Veilig werken op hoogte : een richtlijn voor de leden van de Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond

5.1. Eindtermen, toetstermen en toetsmatrijs Basis competentieprofiel Inspecteur Elektrische Arbeidsmiddelen

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],);

attest-met-productcertificaat

Persoonlijke Beschermingsmiddelen EEN VERPLICHT NUMMER

AVAN - Arbeidsveiligheid Advies Nederland

Werken op hoogte vanuit een werkbak

FELIXSAFETY Focus on safety.

Vragen van producenten, distributeurs en verhuurders. 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen?

Rijksvastgoedbedrijf Product Informatieblad ; Veiligheidsvoorziening; rail- lijnbeveiliging hellend dak versie 3.0

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM. Bij het plaatsen van zonnepanelen

Revisies van Gebruiken gekeurde arbeidsmiddelen

Machineveiligheid toepassen om de Arbeidsveiligheid en Arbeidsgezondheid continu te stimuleren.

Tool box. Veilig werken met ladders en trappen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

- 1 - Handleiding Dakhaas

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A

WERKINSTRUCTIE WI-XX. Werkinstructie. Plaatsen van randbeveiliging

Toolbox-meeting Werken op hoogte

Veilig en gezond werken met persoonlijke beschermingsmiddelen

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

TÜV NEDERLAND Postbus AC Best - De Waal 21 C PH Best PLANNING:

De CE-markering voor de FABRIKANT ( dus niet voor de gebruiker) houdt in :

Wat is de gewenste situatie? Werken met een autoclaaf veroorzaakt geen ongevallen of gezondheidsklachten.

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

MONTAGEHANDLEIDING VECTACO ZELFDRAGEND HEKWERK RECHT, HELLEND, GEBOGEN. Norm EN ISO

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Rijksvastgoedbedrijf Product Informatieblad ; Algemeen; Logboek versie 3.0

gewone en uniforme werkkleding die niet specifiek bedoeld is om de veiligheid en de gezondheid van de werknemer te beschermen;

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

MONTAGEHANDLEIDING VECTACO HEKWERK OP DAKRAND RECHT, HELLEND, GEBOGEN NORM EN ISO

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

26, 61. Valbeschermingsmiddelen (IPVM)

Werkplekinrichting (aangepast aan Arbowet 1 januari 2007)

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

CZ zorgkantoor Kwaliteitsbeleid rolstoelen Wlz

VERBINDINGSLIJNEN. Dynamische automatisch oprolbare verbindingslijn Verkort de valafstand, verbetert veiligheid

Blokzijltcl installatietechniek B.V.

PBOSnVé progress in safety

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Rijksvastgoedbedrijf Product Informatieblad ; Veiligheidsvoorziening; Rail- lijnbeveiliging op massief beton versie 3.0

Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Veiligheid noodzaak in de oppervlaktebehandelende industrie Surface Treatment Solutions THE AIRBLAST GROUP

Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

Adembescherming de gebruiksfase

Werken op hoogte Oorzaken van vallen Veiligheidsgrens: 2,50 meter

In deze brief worden de door de Inspectie SZW geconstateerde tekortkomingen beschreven.

Transcriptie:

Beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen Vanuit het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) te Delft, de werkgroep CEN/TC-160, die vanuit Nederland de Europese en ISO Wet- & Regelgeving ontwikkelt op het gebied van Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM-en) v.w.b. Valbescherming en Reddingsystemen, zijn en worden nogal eens zorgelijke kwesties en situaties gesignaleerd betreffende Vervankeringsvoorzieningen (VAV). Dit is de academische term voor allerlei voorzieningen waaraan gebruikers hun PBM-en tegen vallen van hoogte kunnen vastzetten. HONOR afgevaardigden leveren een bijdrage in de vorm van kennis en tijd aan dit ontwikkeltraject van o.a. Europese Normen en onderschrijven de soms zorgwekkende ontwikkelingen in de markt die afbreuk kunnen doen aan de veiligheid van gebruikers op de werkplek. PBM-en tegen vallen van hoogte vallen in Europa onder de hoogste gevarenklasse: categorie-iii. Dit wil zeggen dat onjuiste keuzes en gebruik fataal (= dodelijk) kan aflopen. Nu is het juist beoordelen van VAV's geen eenvoudige kwestie, ook al niet door de complexe wet- en regelgeving. Veel beslissers en gebruikers rekenen op deskundigheid en goede voorlichting door hun (potentiële) leveranciers. Helaas niet altijd terecht! Om nu duidelijkere informatie aan te reiken, goede, relevante en gerichte vragen aan de leveranciers te kunnen stellen waarop een juiste afweging kan worden gebaseerd, heeft het NNI via de Nederlandse afdeling van CEN/TC-160 besloten een Beoordelingsrichtlijn met dit doel voor de marktpartijen op te stellen. Het vrij te downloaden stroomdiagram met bijlagen stellen u wellicht in staat betere keuzes op dit gebied te maken! Bij HONOR zijn wij ervan overtuigd dat u dit als een welkome en praktische informatiebron in uw werk zult kunnen toepassen.

Beoordelingsrichtlijn verankeringsvoorzieningen (VAV) t.b.v. het vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte Uitgegeven door het Nederlands Normalisatie Instituut, Juli 2005 (30209404, Valbescherming) (VAV) CE conform EG-richtlijnen (*1) met conformiteitsverklaring afgegeven door fabrikant (voor beoogde toepassing en montage) Montage door aantoonbaar deskundige (AD) (*3) volgens voorschrift fabrikant en/of volgens afwijkende en aanvullende specificaties, berekeningen of voorschriften 2a) VAV bedoeld t.b.v. vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte (NEN EN 795, klasse A-B-C, NEN EN 516 en 517) Geschikheidsverklaring (*11) van Approved/Notified Body en fabrikant (voor beoogde toepassing en montage) (VAV) Geen CE conform EG-richtlijn (*2) 2b) Constructief onderdeel oorspronkelijk niet beoogd als VAV Voor elk constructieonderdeel een aantoonbare sterkteberekening, 2x de maximaal optredende kracht, uitgaande van een val in het systeem, door gekwalificeerd ingenieur conform NEN (*4) Visuele controle + eventueel trekproef NEN-EN 795 annex (*6) Elke VAV aantoonbaar (*5) veilig gemonteerd (*6) volgens montagevoorschriften en trekproef, met geijkte apparatuur, conform NEN-EN 795 annex A Installatie/montage dossier compleet (*7) is VAV voorzien van markering (*8) VAV is geschikt t.b.v. vastzetten van PBM's (*9) tegen vallen van hoogte (*10) Installatie/montage dossier compleet (*7) en VAV voorzien van aanhaakmarkering

TOELICHTING BIJ DE BEOORDELINGSRICHTLIJN VAV Juli 2005 (*1) Wettelijke basis Verankeringsvoorzieningen voor het vastzetten van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) tegen vallen van hoogte kunnen gecertificeerd/beproefd zijn volgens diverse richtlijnen. Bijvoorbeeld 89/686/EEG (PBM), 89/106/EC (bouwproducten, bijvoorbeeld voor ladderveiligheidshaken), en 98/37/EEG (machines). (*2) Keuze a) Monteerbare verankeringvoorzieningen ten behoeve van het vastzetten van PBM s tegen vallen van hoogte welke vanwege hun aard en/of karakter buiten de EGrichtlijnen vallen of b) Verankeringsvoorzieningen die vast onderdeel uitmaken van een constructie of object en van oorsprong niet bedoeld (beoogd?) zijn voor het vastzetten van PBM s tegen vallen van hoogte. (*3) Periodieke inspectie en deskundige persoon (EN 365, punt 3.3) Handeling waarbij periodiek een diepgaande beoordeling wordt uitgevoerd van persoonlijke beschermingsmiddelen of andere middelen voor tekortkomingen, zoals beschadigingen en slijtage. De deskundige persoon is bekend met de actuele inspectie-eisen, aanbevelingen en instructies zoals verstrekt door de fabrikant met betrekking tot de desbetreffende component of (sub)systeem. Deze persoon zou in staat moeten zijn om de betekenis van de gebreken te beoordelen, om het initiatief tot herstel te nemen en zou daartoe de noodzakelijke vaardigheden en mogelijkheden moeten hebben. Een deskundige persoon kan een opleiding nodig hebben van de fabrikant of diens vertegenwoordiger in de specifieke persoonlijke beschermingsmiddelen of andere middelen, bijvoorbeeld vanwege de complexiteit of innovatie, of waarbij kritische veiligheidsinformatie nodig is voor het ontmantelen, het opnieuw in elkaar zetten, of de beoordeling van de persoonlijke beschermingsmiddelen of andere middelen. De opleiding kan worden aangepast en aangevuld. Een persoon kan deskundig zijn om periodieke inspecties uit te voeren voor één bepaald model persoonlijke beschermingsmiddel of ander middel om verschillende modellen te inspecteren. (*4) Montageberekeningen NEN 6700 (1991, aanvulling 1 1997, nieuw ontwerp 2005) Technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB 1990 Algemene basiseisen. NEN 6701 (1985, tweede ontwerp 2001) TGB algemene basiseisen/symbolen. NEN 6702 (2001, ontwerp aanvulling 1 2005) TGB Belastingen en vervormingen. NEN 6720 (1995, aanvulling 3 2004) Voorschriften beton TGB 1990 Constructieve eisen en rekenmethoden (VBC 1995). NEN 6760 2001, nieuw ontwerp 2005) Technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB 1990 - Houtconstructies - Basiseisen - Eisen en bepalingsmethoden. NEN 6770 (1997, aanvulling 1 2001) TGB 1990 - Staalconstructies - Basiseisen en basisrekenregels voor overwegend statisch belaste constructies. NEN 6790 (2005) Technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB 1990 - Steenconstructies - Basiseisen en bepalingsmethoden. Betonberekeningen geschieden volgens CUR richtlijn 25. (*5) Tijdelijke ankerpunten Voor tijdelijke ankerpunten zoals bandlussen, katrollen, tijdelijke opspansystemen en dergelijke geldt dat het constructieve bevestigingspunt waaraan deze middelen vastgezet worden, moet voldoen aan de in de keuzewijzer VAV: Geen CE conform EG richtlijn. Het tijdelijke ankerpunt dient zelf niet aan een trekproef onderworpen te worden tenzij dit vanwege de aard van de constructie uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk zou kunnen worden geacht (zie *6). 1

(*6) Arbeidsomstandighedenbesluit met betrekking tot keuring van Arbeidsmiddelen Dit punt gaat specifiek over middelen die in gebruik zijn. In werksituaties zijn van toepassing: de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandig-hedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling van toepassing.zie verder bijlage A Artikel 7.2a Definitie keuring Onder keuring wordt verstaan: een onderzoek of een beproeving. Art. 7.4a Arbeidsmiddelen gekeurd op juiste wijze van montage Wanneer de veiligheid van een arbeidsmiddel afhangt van de wijze van installeren is een keuring (onderzoek of beproeving) noodzakelijk om vast te stellen of het veilig in gebruik kan worden genomen. De keuring richt zich op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren van de arbeidsmiddelen in de arbeidssituatie. (*7) Het Installatie/montage dossier Dit moet bevatten: Situatiespecifieke montagehandleiding Projectspecifieke gebruiksinstructies en waarschuwingen;productspecifieke gebruiksinstructies conform EN 365 en CE verklaringen en andere certificaten van de geleverde producten; Berekeningen door constructeur van de montagemethodiek óf indien dit niet mogelijk is sterkte van montage aantonen door middel van beproeving conform Bijlage A EN 795 of montagevoorschrift; Bij kabel- en railsystemen moeten systeemberekeningen aanwezig zijn;verklaring van montage volgens voorschriften fabrikant, of bij afwijkingen, aanvullende berekeningen cq beproevingen conform EN 795 Bijlage A; Na montage een trekproef uit te voeren conform EN 795 Bijlage A. Het ankerpunt waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van montage, dient ten behoeve van de gebruiker na montage voordat het voor de eerste maal in gebruik wordt genomen gekeurd te worden op de juiste wijze van montage en goed en veilig functioneren (common sense); EN 365 is van toepassing op alle ankerpunten zowel vaste als verplaatsbare ankerpunten, dit houdt in: - Gebruikers/inspectiekaart ten behoeve van het ankerpunt/systeem conform EN 365; - Verklaring van plicht tot periodieke inspectie met een minimum van 1x per jaar conform NEN EN 365; Elke verankeringsvoorziening moet traceerbaar zijn en voorzien te zijn van een duidelijke identificatie. (*8) Elke VAV dient conform EN 365 minimaal voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar label waarop staat vermeld: Naam van fabrikant/installateur of merknaam; Identificatienummer; Model en type; Toepassingsgebied; Pictogram lezen gebruiksaanwijzing ; Datum van installatie/ingebruikname; Datum van nieuwe inspectie. (*9) Arbobesluit, Algemene vereisten, keuze en beschikbaarheid en gebruik Persoonlijke beschermingsmiddelen: Artikel 8.1 Algemene vereisten persoonlijk beschermingsmiddel 1. Een door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gesteld persoonlijk beschermingsmiddel is in overeenstemming met de betreffende bepaling inzake ontwerp en constructie op het gebied van veiligheid en gezondheid, bedoeld in het Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen en het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen. De vorige volzin is slechts van toepassing voor zover bedoeld persoonlijk beschermingsmiddel onder het toepassingsgebied van genoemde besluiten valt. 2. In alle gevallen moet een persoonlijk beschermingsmiddel: a. geschikt zijn voor de te vermijden gevaren, zonder zelf een vergroot gevaar in te houden; b. beantwoorden aan de bestaande omstandigheden op de arbeidsplaats; c. afgestemd zijn op de ergonomische eisen en de vereisten met betrekking tot de gezondheid van de werknemers; d. na de nodige aanpassingen geschikt zijn voor de drager. 2

3. Indien verschillende gevaren het tegelijkertijd dragen van meer dan één persoonlijk beschermingsmiddel noodzakelijk maken, zijn deze persoonlijke beschermingsmiddelen op elkaar afgestemd en blijven zij doelmatig tegen het betreffende gevaar of de betreffende gevaren. 4. De keuze van het persoonlijke beschermingsmiddel en de wijze waarop dit gebruikt moet worden, met name wat betreft de duur van het dragen, worden bepaald afhankelijk van de ernst van het gevaar, de frequentie van de blootstelling aan het gevaar en de kenmerken van de arbeidsplaats van iedere werknemer afzonderlijk alsmede van de doelmatigheid van het persoonlijk beschermingsmiddel. 5. Een persoonlijk beschermingsmiddel is in beginsel bestemd voor gebruik door één persoon. Indien de omstandigheden vereisen dat een persoonlijk beschermingsmiddel door meer dan één persoon gebruikt wordt, worden doeltreffende maatregelen genomen, opdat een dergelijk gebruik geen gezondheids- of hygiëneproblemen oplevert voor de onderscheiden gebruikers. 6. Adequate gegevens over ieder persoonlijk beschermingsmiddel, nodig voor de toepassing van het eerste, tweede, derde en vierde lid, zijn in het bedrijf of de inrichting beschikbaar en worden zonodig doorgegeven. 7. De persoonlijke beschermingsmiddelen mogen slechts voor de beoogde doeleinden worden gebruikt. Zij worden gebruikt overeenkomstig de gebruiksaanwijzing. Artikel 8.2 Keuze persoonlijk beschermingsmiddel Alvorens een persoonlijk beschermingsmiddel te kiezen maakt de werkgever, in het kader van de inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 4 van de wet, een beoordeling van de uitrusting die hij voornemens is ter beschikking te stellen, teneinde na te gaan in hoeverre deze voldoet aan de in artikel 8.1 eerste, tweede en derde lid gestelde voorwaarden. Deze beoordeling omvat: a. een inventarisatie en evaluatie van de gevaren die niet met andere middelen vermeden kunnen worden; b. een omschrijving van de kenmerken die de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten bezitten om de onder a vermelde gevaren te kunnen ondervangen, rekening houdend met eventuele gevaarsbronnen die de persoonlijke beschermingsmiddelen zelf kunnen vormen; c. een inventarisatie en evaluatie van de kenmerken van de betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen die beschikbaar zijn, vergeleken met de onder b bedoelde kenmerken. Artikel 8.3 Beschikbaarheid en gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen 1. Indien gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van een werknemer op de arbeidsplaats aanwezig is of kan ontstaan, zijn voor de werknemers die aan dat gevaar blootstaan of kunnen blootstaan persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende aantal beschikbaar en wordt ervoor gezorgd dat die werknemers die middelen gebruiken. 2. Persoonlijke beschermingsmiddelen worden onderhouden, gerepareerd en zindelijk gehouden. Voorts worden de noodzakelijke vervangingen voor het goed functioneren gedaan. (*10) Verankeringvoorziening (VAV) is geschikt ten behoeve van het vastzetten van Persoonlijke Beschermingsmiddelen tegen vallen van hoogte De conclusie is geen waarborg voor: 1. Juiste keuze en positie van de Verankeringvoorziening: Correcte locatie (pendule-gevaar, obstakels, te geringe vrije valhoogte, etc.); Correct gebruik; 2. Compatibiliteit met andere PBM s; 3. Veiligheid: Door veroudering Door externe negatieve invloeden Door onjuiste opslag Na een val in de Verankeringvoorziening. 3

(*11) Geschikheidsverklaring Deze bestaat uit: a) Verklaring door Notified Body of Approved Body dat de Verankeringvoorziening in zijn geheel voldoet aan de betreffende norm. Beproeving en toetsing moeten worden uitgevoerd conform alle in de norm genoemde criteria. Verwijzing/toetsing naar een gedeelte van de norm is onvoldoende leid niet tot een geschiktheidsverklaring. Refererende normen zijn: NEN EN 795, NEN EN 516, NEN EN 517, NEN EN 365, NEN EN 353-1, NEN EN 353-2. b) Conformiteitsverklaring van de fabrikant over de gehanteerde norm en de beoogde toepassing. Aanhangsel: Bijlage A: Inspectie en onderhoud van arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen (komt overeen met de Praktijkgids van het NEN Persoonlijke Beschermingsmiddelen 2005, Bijlage E.; ISBN 90 5254 110 8) Deze toelichting gaat specifiek over middelen die in gebruik zijn. De fabrikant of leverancier wordt hierbij geacht zijn materiaal onder de wettelijke voorwaarden verkocht te hebben aan een gebruiker. Dit houdt onder andere in dat een gebruiksaanwijzing conform de norm NEN-EN-365 in de Nederlandse taal en /of de landstaal van de gebruiker is meegeleverd. In werksituaties zijn de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling van toepassing. In de artikelen 7.2a, 7.4a en 7.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit staan bepalingen met betrekking tot keuring en onderhoud van arbeidsmiddelen voldoende. Voor verankeringsvoorzieningen voegt EN 795 daar het volgende aan toe: De gebruikersinstructies moeten in overeenstemming zijn met EN 365, met de mededeling dat de verankeringsvoorzieningen beproef d zijn volgens EN 795 en dat ze, tenzij anders aangegeven, geschikt zijn voor één persoon met schokdemper volgens EN 355. Verder: a) Voor klasse C: de maximum toelaatbare kracht op het uiteinde en de tussenliggende structuurankers. b) Voor klasse E, de volgende aanwijzingen: Dat doodgewichtankers niet worden gebruikt bij vorst of de kans daarop; Over het gebruik van doodgewichtankers bij vervuiling op het dakoppervlak en/of de verankeringsvoorziening door olie, vet enz. of door algengroei; Over de soorten dakoppervlak waarop de voorziening mag worden gebruikt (die oppervlakken waarop het succesvol getest is)); Dat bij de positionering van doodgewichtankers wordt voorkomen dat water zich daar ophoopt; Dat waar doodgewichtankers gebruikt worden op een dak met gruis, alle losse stenen worden verwijderd voor de assemblage van de verankeringsvoorziening. c) Voor klasse E, de volgende gebruiksaanwijzingen: de potentiële gevaren wanneer een doodgewichtanker gecombineerd met een valbeveiliging met automatische lijnspanner (EN 360) wanneer die niet samen zijn getest als een compleet valbeveiligingssysteem; de potentiële gevaren wanneer doodgewichtankers gecombineerd worden met schokdempende lijnen (EN 355), wanneer die niet samen zijn getest als een compleet valbeveiligingssysteem; dat waar gebruikers van plan zijn om valbeschermingsmiddelen te combineren, dat zij eerst advies vragen aan de fabrikant van de valbeschermende middelen. Voor de volledige tekst zie BIJLAGE A welke los verkrijgbaar is bij deze beoordelings-richtlijn. 4