Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voorbereiding 11 1.1 Opruimwerkzaamheden 11 1.2 Afval 14 1.3 Kabels en leidingen 19 1.4 Samenvatting 21 2 Grondverzet en grondbewerking 22 2.1 Handgereedschap 23 2.2 Machinale grondbewerking 25 2.3 Bodem en water 30 2.4 Spitten 33 2.5 Samenvatting 35 3 Bodem en bemesting 37 3.1 Eisen die planten aan de grond stellen 37 3.2 Organische meststoffen en groenbemesters 39 3.3 Kunstmeststoffen 42 3.4 Bemestingsonderzoek 47 3.5 Onderhoudsbemesting 48 3.6 Samenvatting 49 4 Plant- en zaaiwerk 50 4.1 Planten van struiken 50 4.2 Planten van bomen 52 4.3 Inzaaien en bezoden van grasvelden 55 4.4 Samenvatting 59 5 Bestrating 61 5.1 Geschiedenis van de weg 61 5.2 Wegconstructie 63 5.3 Verdichten van het zand 65 5.4 Profileren 67 5.5 Verharding 69 5.6 Kantopsluitingen 70 5.7 Bestraten 78 5.8 Afwerken van de verharding 84 5.9 Samenvatting 86 6 Bouwkundige voorzieningen 87 6.1 Herkennen en toepassen van hout 87 INHOUD 7
6.2 Gereedschap 91 6.3 Constructies maken 94 6.4 Herkennen en toepassen van materialen 95 6.5 Het maken van een afrastering met draad 98 6.6 Het maken van een afrastering 100 6.7 Samenvatting 101 Trefwoordenlijst 103 8 GRONDIGE AANPAK
Grondwerk INHOUD 9
10 GRONDIGE AANPAK
1 Voorbereiding Oriëntatie Bij onderhoud en zeker bij de aanleg van een tuin of plantsoen zul je te maken krijgen met opruimen. Deze werkzaamheden zul je als eerste moeten uitvoeren. Zorg ervoor dat je goed voorbereid begint. Hierdoor kun je op een prettige manier werken. En de andere werkzaamheden kunnen dan ook in een logische volgorde uitgevoerd worden. 1.1 Opruimwerkzaamheden Opruimwerkzaamheden zijn werkzaamheden met als doel het object gereed te maken voor de uitvoering van de aanleg. De opruimwerkzaamheden, ook wel het opschonen genoemd, dien je volgens het bestek of volgens de werkomschrijving uit te voeren. Afhankelijk van het object heb je te maken met opruimwerkzaamheden bij nieuwe aanleg of renovatie van groenvoorzieningen. Bij renovatie kun je materialen (zowel levend als dood) tegenkomen die voor hergebruik geschikt zijn. Op het moment dat je met uitvoeringswerkzaamheden begint, dien je je ook af te vragen welke wettelijke voorschriften bij de voorkomende uitvoering van toepassing zijn. Informeer welke persoonlijke beschermingsmiddelen je moet dragen. Indien er nog aanvullende wettelijke bepalingen zijn, specifiek voor het uit te voeren object, dan kun je deze vinden in het bestek of de werkomschrijving. Voorts zijn natuurlijk alle normaal geldende wetten van toepassing zoals de Arbo-wet en het wegenverkeersregelement. Opruimen van afrasteringen Het verwijderen van afrasteringen behoort tot de opruimwerkzaamheden. Meestal verwijder je deze als eerste, voor alle andere opruimwerkzaamheden. Dit om de toegang tot het object optimaal te maken. Opruimen van houtige gewassen houtige gewassenhoutige gewassen (bomen en struiken) worden bij de aanleg van groenvoorzieningen met behulp van machines verwijderd. Het inzetten van machines wil niet zeggen dat het werken met handgereedschappen hierbij niet nodig is. Vaak moet je met handgereedschappen voorbereidingen treffen om er met de machine bij te kunnen. Het verwijderen van de gehele wortelpruik en stobbe heeft de voorkeur, omdat je er anders later bij de uitvoering weer op kunt stuiten en dan met veel moeite en kosten de restanten kunt verwijderen. In het uiterste geval kun je een boomstobbe weg frezen. Realiseer je wel dat er dan nog dikke wortels en restanten van de stobbe in de grond achterblijven. VOORBEREIDING 11
Het afzagen en verwerken in de bodem is niet aan te bevelen, omdat het materiaal gaat verrotten en later tot verzakking en zuurstofgebrek kan leiden. Dunnen dunnen Het is niet altijd zo dat je een terrein helemaal leeg hoeft te halen. Soms kun je wat betreft de beplanting ook volstaan met dunnen. Dunnen is een belangrijke sturende beheersmaatregel in struik- en boombeplantingen. Door het weghalen, dan wel laten staan van bepaalde exemplaren bepaal je het karakter van de blijvende beplanting en daarmee het eindbeeld. Bij het dunnen moet je de plantafstand vergroten door een deel van de struiken of bomen af te zetten. Wil je de afgezette struiken of bomen niet meer terug laten komen, dan moeten de stobben worden behandeld. Het effect van deze ingreep is dat de blijvende struiken en bomen tot volle wasdom kunnen komen. In hun natuurlijke, volwassen habitus (kroonvorm) zijn struiken breed en dicht, met weinig neiging tot verdere groei. De beplanting krijgt een stabiel karakter en kan jarenlang zonder verzorging blijven functioneren, wat ook weer goedkoop is. vrijzetten Dunnen of vrijzetten is daarom de belangrijkste vakbekwaamheid van de groenverzorger: daarmee wordt het eindbeeld bereikt. Fig. 1.1 De van tevoren vastgestelde onderhoudsmethode bepaalt de manier van snoeien. Stobbenbehandeling stobbe Onder stobbenbehandeling verstaan we dat de overgebleven stobbe van een afgezette boom of struik dusdanig wordt bewerkt, dat deze niet meer zal uitlopen. Wanneer uitgelopen gewenst is, moet de stobbe veel licht krijgen. Wanneer uitlopen niet gewenst is, kun je dat verhinderen met behulp van twee milieuvriendelijke 12 GRONDIGE AANPAK
methodes en met een chemische behandeling. Afdekken met een zode. De stobben worden afgedekt met een graszode of grond, waardoor ze geen licht meer krijgen. Afzetten in de zomer. Dit heeft als voordeel dat de stobben minder snel uitlopen, omdat er dan nog weinig reservevoedsel is opgeslagen. Chemisch ingrijpen. Hierbij wordt de stobbe ingesmeerd met een kwast of strijkstok. De werkzame stof van het middel dat meestal wordt gebruikt, is glyfosfaat. Deze methode is aan strenge regels gebonden. Verwijderen van kruidachtige gewassen Als het mogelijk is, verwerk je kruidachtige gewassen tijdens de uitvoering van het grondwerk. Soms is het nodig dat je het gewas eerst maait en afvoert, omdat het te hoog is om goed te verwerken bij het grondwerk. Ook kun je de kruidachtige gewassen niet onderwerken als er wortelonkruiden als kweek, zevenblad en winde en hardnekkige onkruiden als akkerdistel, paardebloem en zuring aanwezig zijn. Wel kun je kruidachtige gewassen vooraf chemisch bestrijden en nadat het middel zijn werk heeft gedaan, het opgewas onderwerken. Bestaat de vegetatie slechts uit eenjarige (on)kruiden als melde, vogelmuur straatgras, dan kun je zonder problemen het opgewas onderwerken. In alle gevallen geldt dat je nooit dieper dan dertig centimeter mag onderwerken, omdat indien je dieper gaat, het materiaal nooit of onvolledig verteert en tot zuurstofgebrek kan leiden voor de aanplant. Het verwijderen van dode materialen Nadat je de levende materialen hebt verwijderd, zijn de resterende dode materialen aan de beurt. Het meest voorkomend is het opnemen van de aanwezige verharding. Maar je kunt ook denken aan het verwijderen van bouwkundige constructies (vijver, pergola), een buizenstelsel van hemelwaterafvoer en drainage, niet meer in gebruik zijnde nutsleidingen, enzovoort. De bestaande verharding van een object moet meestal opgebroken worden, of deze nu wel of niet voor hergebruik geschikt is. De uit de opruimwerkzaamheden vrij komende materialen kun je hergebruiken of afvoeren. Het verwijderen van bouwafval Bij de aanleg van groenvoorzieningen bij nieuwbouw kom je vaak bouwafval tegen, zoals plastic, beton- en houtresten en stenen. Deze zijn in feite eigendom van de bouwaannemer. Hij hoort ze ook op te ruimen. Maar om de voortgang van het object niet te hinderen en om schade te voorkomen, ruimt de groenvoorziener bouwafval meestal zelf op. Afvoeren en storten Afval voor het object wil nog niet zeggen dat het niet op een andere wijze elders voor hergebruik geschikt is of voor hergebruik geschikt te maken is. Je moet er altijd naar OPRUIMWERKZAAMHEDEN 13
streven om het grondstoffengebruik tot een minimum te beperken. Daarbij kun je denken aan het composteren van groenvoorzieningafval en het recyclen van bouwafval. Transportkosten van composteerbaar afval kun je beperken door het vrijkomend materiaal voor het transport, met behulp van een versnipperaar (verspanen) te verkleinen. Het composteringsproces verloopt hierdoor ook sneller. Ook hergebruik voor snipperpaden is denkbaar. Vragen 1.1 a Leg uit wat opschonen in de groenvoorziening betekent. b Waarom is het belangrijk om houtige gewassen geheel te verwijderen? c Wat wordt met dunnen of vrijzetten bereikt? d Noem een methode om te voorkomen dat een stobbe weer uitloopt. e Wanneer kun je kruidachtige gewassen verwerken tijdens grondwerk? f Noem vijf veel voorkomende dode materialen die je tegen komt bij opschonen. 1.2 Afval Wat voor de een vuilnis is, hoeft voor de ander geen afval te zijn. Globaal kun je afvalstoffenafvalstoffen omschrijven als: stoffen of voorwerpen die op een bepaald moment geen gebruikswaarde meer voor je hebben en die je daarom kwijt wilt. In de praktijk maakt het volgens de wet nogal wat uit of je met een product of met een afvalstof te maken hebt. Een product is veelal vrij verhandelbaar, terwijl aan de omgang met afvalstoffen strikte regels verbonden zijn. Belangrijk is dus de vraag wanneer iets als afval wordt beschouwd en wanneer niet. Wet Milieubeheer Volgens de Wet Milieubeheer (WM), die op 1 maart 1993 in werking is getreden, staat een afvalstof als volgt omschreven: alle stoffen, preparaten of andere producten, waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering ervan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. De hoeveelheid afval De hoeveelheid afval die wordt geproduceerd, is de laatste jaren alleen maar toegenomen. In figuur 1.2, een sectordiagram over de samenstelling van het huishoudelijk afval, kun je zien waaruit huishoudelijk afval bestaat. 14 GRONDIGE AANPAK
Fig. 1.2 De samenstelling van het huishoudelijk afval. Soorten afval Neem het sectordiagram van figuur 1.2 nog eens voor je. Hierin zie je dat het huishoudelijk afval in groepen is ingedeeld. Elke groep afzonderlijk kun je weer verder onderverdelen, bijvoorbeeld de groep metalen in: blik, roestvrij staal, koper, lood, enzovoort. Dat nog niet alle soorten afval apart worden ingezameld, heeft allerlei redenen. Kun je zelf enkele redenen bedenken? Afvalstoffen zijn op veel manieren in te delen. Hoe ze uiteindelijk worden of zijn ingedeeld, is afhankelijk van het doel dat met de indeling wordt nagestreefd. In het huishouden bijvoorbeeld worden lege flessen ingedeeld in flessen die statiegeld opleveren en flessen die in de glasbak gaan. Het doel van jouw indeling is om geld (statiegeld) voor de lege flessen terug te krijgen. Uit milieu-overwegingen breng je de flessen zonder statiegeld naar de glasbak. Bij de glasbak wordt van je verwacht dat je de flessen indeelt naar kleur: groen, bruin of wit. De indeling naar glaskleur komt van de verwerker, die er na het omsmelten nieuwe flessen van moet maken. De grootste indeler is de overheid. Deze heeft zich als doel gesteld de totale hoeveelheid geproduceerd afval in omvang te verminderen en op een betere manier te verwerken. Om dit te bereiken heeft zij de afvalstoffen in vijf groepen verdeeld, namelijk: huishoudelijk afval; bedrijfsafval; gevaarlijk afval; autowrakken; afvalwater. AFVAL 15