Cliënt- en burgerparticipatie in het sociaal domein

Vergelijkbare documenten
Informatienota voor de gemeenteraad

Van Wmo-adviesraad naar een Adviesraad Sociaal Domein Katwijk

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY

Bijlage 1: wetteksten met toelichting cliënten- en burgerparticipatie

Cliëntenparticipatie Jeugd ZHZ (Zuid-Holland Zuid) De kracht van het verbinden!

Vervolgcursus Wmo de Decentralisaties (Wmo 2015) in de uitvoering

VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Vught

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

Agendapunt: 12. Aan de gemeenteraad

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Flexibele adviseringsstructuur sociaal domein 1

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2016

Verordening Participatieraad gemeente Haarlemmermeer De raad van de gemeente Haarlemmermeer;

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening Adviesraad Sociaal Domein

h. Adviesraad: de in artikel 3 lid 5 genoemde en door het college in te stellen adviesraad

postbusŵgemëeñfeňoořdëľnveldľnl- uèťheenïe NOORDENVELD

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders;

Verordening Cliëntenparticipatie Samenwerkingsverband werk en inkomen (Swi)

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Gebaseerd op de opmerkingen en vragen WAR en Jeugdraad dd en de adviezen van de WAR en de Jeugdraad.

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Verordening Adviesraad Sociaal Domein

Overleg Adviesraad en Clientenraad Participatiewet Goeree Overflakkee BESTUUR WIM WITTE EN GERARD SANGERS

Samenwerken aan welzijn

De Participatie Advies Raad. Presentatie Gemeenteraad Waddinxveen

De raad van de gemeente Heemskerk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017;

Aan de raad, Cliëntparticipatie in het Sociaal Domein

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2016;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

De slimste route? Vormgeven toegang

Beslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.

Verordening Cliëntenparticipatie Sociaal Domein (WMO, Participatiewet en Jeugdwet) Uithoorn 2015

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening

Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Zwartewaterland 2015

Cliëntenperspectief op de compensatieplicht

Verordening. Participatieraad Sociaal Domein. (WMO, Participatiewet en Jeugdwet)

Verordening Participatieraad werk, inkomen, jeugd en zorg Leidschendam-Voorburg

Startnotitie bundeling cliëntenraden en adviescommissies

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr ;

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Nederweert 2015

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Ten Boer 2017

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid, gemeente Drimmelen

Huishoudelijk reglement. Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek

Verordening Sociale Adviesraad Waalwijk 2016

Reglement Participatieraad sociaal domein gemeente Noordoostpolder

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

vast te stellen de Verordening Burgertafel Sociaal Domein Zeewolde 2017.

Rapportage Projectgroep Adviesraad Sociaal Domein. Naar één Adviesraad Sociaal Domein?

Beleidsplan Adviesraad Sociaal Domein Houten

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Doel cliëntenparticipatie (Bergeijk, Bladel, Eersel en Oirschot)

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2017

Huishoudelijk reglement van de Participatieraad Goirle. Inleiding

Notitie. Doorkiesnummers: Aan Het college van burgemeester en wethouders. Afschrift aan. Onderwerp Aanpak Right to Challenge

VERORDENING WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen,

Verordening Adviesraad voor het sociaal domein gemeente Geldermalsen 2016

Mezzo Advies Verordening WMO 2015

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp. Verordening Wmo-raad Sociaal Domein Bloemendaal Voorgesteld besluit: De raad van de gemeente Bloemendaal;

Verordening Participatieraad Sociaal Domein 2015 gemeente Losser

Reglement Participatieraad Gemeente Heerenveen

Burgerbetrokkenheid in Beweging. Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente?

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Op weg naar een inclusief Tynaarlo

Cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

INHOUDSOPGAVE. Jaarverslag Wmo-raad

Inventarisatie van Wmo-raden de uitgewerkte antwoorden -

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Jaarverslag Adviesraad Sociaal Domein Ede 2018

Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Raadsvergadering. 1 oktober Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met het proces van de totstandkoming van de Strategische Agenda.

VOORZITTER. Algemeen profiel

besluit: vast te stellen de Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Wijk bij Duurstede 2017

Toelichting op de Regeling cliëntenparticipatie Rijswijk

Verordening Wmo-adviesraad gemeente Molenwaard

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154

Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein gemeente Borger-Odoorn 2016

Handboek. Stedelijke Adviesgroep. Stadadviseert. Versie 1 Maart 2019

Voorgesteld besluit Het Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid vast te stellen

Beleidsregels Adviesraad voor het Sociaal Domein Gemeente Leeuwarden

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT

Verordening Adviesraad Sociaal Domein 2016

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en Brabant Zorg

De Wmo en de decentralisaties

Verordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Procesvoorstel co-creatie.

MAAK WERK VAN MAAT- WERK

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

Voorstel voor de Raad

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

gezien het voorstel het voorstel van Burgemeester en wethouders d.d. 19 december 2017;

Transcriptie:

Cliënt- en burgerparticipatie in het sociaal domein Eindverslag van de projectgroep dewolden.nl Zuidwolde, mei 2016 actief en betrokken

Inhoudsopgave Inleiding 3 1. De wetten over participatie 4 2. Ontwikkelingen op het gebied van participatie 5 3. Projectgroep 7 4. Uitgangspunten voor participatie in De Wolden 9 5. Modellen voor De Wolden 11 6. Bespreking modellen en uitkomst 14 7. Voorstel modellen 15 8. Adviezen en aanbevelingen 18 Bijlage: Handreiking implementatie nieuwe structuur cliënt- en burgerparticipatie 19 2

Inleiding De gemeente De Wolden bezint zich op de participatie van cliënten en burgers in het sociaal domein. De directe aanleiding is de decentralisatie van de Jeugdwet, de Participatiewet en de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015. Deze ontwikkelingen vragen een grotere betrokkenheid van cliënten en burgers en een discussie over de vraag of de bestaande adviesstructuur voldoet aan de toegenomen behoefte aan participatie. De gemeenteraad heeft in de Kadernota Sociaal Domein De Wolden over participatie het volgende beleidskader vastgesteld: Samen met de Wmo-raad De Wolden, de Adviesraad Sociaal Beleid De Wolden en de nieuwe doelgroepen onderzoeken we de wenselijkheid en mogelijkheid om op termijn te komen tot één adviesplatform voor het hele sociale domein en de instelling van een cliëntenplatform De gemeenteraad heeft het college van burgemeester en wethouders gevraagd te komen met een voorstel over de invulling van cliënt- en burgerparticipatie binnen het sociaal domein. Om daar invulling aan te geven is een breed samengestelde projectgroep ingesteld. De vraagstelling van deze discussienotitie luidt: Welke vormen van cliënten- en burgerparticipatie passen bij de structuur en cultuur van de gemeente De Wolden? Deze notitie is de basis voor het advies aan het college. De opzet van deze notitie is als volgt. Eerst wordt een korte schets gegeven van wat de verschillende wetten zeggen over participatie van cliënten en burgers (hoofdstuk 1). Daarna volgen enkele belangrijke ontwikkelingen op het gebied van cliënt- en burgerparticipatie (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 gaat over de projectgroep: opdracht, werkwijze en dergelijke komen daarin aan de orde. In hoofdstuk 4 komen de uitgangspunten aan de orde die richting kunnen geven aan de discussie over de vormgeving van cliënt- en burgerparticipatie in De Wolden. Op basis daarvan wordt in hoofdstuk 5 een aantal modellen beschreven die lijken te passen in behoeften en wensen in de gemeente De Wolden. De bespreking van de verschillende modellen in de projectgeroep en de uitkomst daarvan komt terug in hoofdstuk 6. De twee modellen die aan het college worden voorgelegd, worden genoemd en toegelicht in hoofdstuk 7.De notitie eindigt met adviezen en aanbevelingen (hoofdstuk 8). 3

Hoofdstuk 1 De wetten over participatie De drie wetten van het sociaal domein (Wmo, Participatiewet en Jeugdwet) verplichten de gemeente ingezetenen te betrekken bij de voorbereiding van het beleid. Het parlement wilde de drie wetten nauw op elkaar aansluiten en daarom staan er veelal gelijkluidende zinnen in. Samengevat moet de gemeente ingezetenen, cliënten of hun vertegenwoordigers betrekken bij het beleid en de wijze waarop zij dat doet vastleggen in een verordening. Meer specifiek moet de gemeente ingezetenen: * In de gelegenheid stellen om voorstellen voor beleid te doen; * Hen vroegtijdig in staat stellen om gevraagd en ongevraagd advies te geven over verordeningen en beleidsvoorstellen; * Hen in staat stellen deel te nemen aan periodiek overleg; * Hen in staat stellen een onderwerp voor de agenda van dit overleg aan te melden; * Hen voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning. Overeenkomstig de doelstellingen van de wetten waarbij aan gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid wordt toegekend, is de gemeente grotendeels vrij in de invulling van die verplichting tot participatie. Er is bijvoorbeeld geen wettelijke verplichting tot het instellen van een raad. Ook via een eenmalige cliëntenraadpleging per jaar voldoet de gemeente in principe aan haar verplichting ingezetenen te betrekken. Over de exacte plicht van de gemeente rond participatie worden verschillende interpretaties gekoesterd. Zo wordt wel de vraag gesteld hoe de gemeente een aantal van de genoemde plichten (ingezetenen in staat stellen advies uit te brengen of deel te nemen aan periodiek overleg bijvoorbeeld) kan vervullen zonder een raad in te stellen. Tenslotte staat het de gemeente desgewenst vrij om de bevoegdheden van verschillende cliëntenraden voor bijvoorbeeld de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet te beleggen bij een gezamenlijke cliëntenraad. Er hoeven wettelijk gezien dus niet verschillende raden voor de verschillende wetten te komen. 4

Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen op het gebied van participatie In de afgelopen jaren zijn er op gebied van het sociaal domein tal van ontwikkelingen geweest als het gaat om cliënt- en burgerparticipatie. Deze ontwikkelingen bieden een achtergrond waartegen de gemeente De Wolden in de eigen lokale situatie een koers kan uitzetten. We noemen drie ontwikkelingen. a. Behoefte aan integrale advisering Wetten en beleid knippen het leven van burgers in gescheiden beleidsvelden uiteen, zoals in de Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet. De burger ervaart zijn leven echter als een ongebroken eenheid, bestaand uit nauw met elkaar samenhangende aspecten (gezondheid, inkomen, werk, onderwijs, zelfvertrouwen). Vandaar de jarenlange klachten van cliënten over verkokering en versnippering van beleid en ondersteuning. Om die opdeling van burgers in losse onderdelen tegen te gaan, is één van de hoofddoelen van de decentralisaties het streven naar een integrale aanpak van de problemen van burgers. Gemeenten proberen de beleidsvelden zodanig op elkaar af te stemmen via één loket, de sociale wijkteams, één aanspreekpersoon - dat de cliënt een samenhangend pakket van ondersteuning krijgt. Een gevolg van die integrale aanpak van beleid is de behoefte bij de gemeente aan een meer integrale advisering over het gehele sociaal domein. In veel gemeenten heeft dat geleid tot het instellen van een brede adviesraad sociaal domein, bestaande uit vertegenwoordigers van cliënten van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. b. Participatie vindt plaats op verschillende niveaus Participatie op beleidsgebied kan op verschillende niveaus plaatsvinden, namelijk in de wijk, de gemeente en de regio. De vraag voor zowel gemeenten als cliënten en burgers is hoe de participatie op die verschillende niveaus plaatsvindt en waar men de nadruk op wil leggen. In de wijk vinden de keuzes plaats die het daadwerkelijk leven van mensen beïnvloeden, bijvoorbeeld het keukentafelgesprek, de sociale wijkteams, de centra voor jeugd en gezin. De betrokkenheid van burgers en cliënten is echter nog beperkt. Wel wordt nagedacht over hoe burgers betrokken kunnen worden bij de sociale wijkteams, bijvoorbeeld via een klankbordgroep. Op het niveau van de gemeente worden de formele besluiten genomen over beleidsmaatregelen en verordeningen. Op dit niveau zijn vele raden actief - seniorenraden, cliëntenraden WWB, Wmo-raden en gehandicaptenraden - en wordt gewerkt aan nieuwe vormen, zoals vormen van samenwerking tussen de diverse raden, al dan niet in één integrale adviesraad voor het gehele sociaal domein. Op regionaal niveau worden de belangrijkste besluiten rond inkoopbeleid en gemeenschappelijk beleid van gemeenten voorbereid door een kleine groep wethouders en ambtenaren. Op dit niveau zijn raden en cliëntenorganisaties nog niet goed georganiseerd. Soms trekken Wmo-raden gezamenlijk op en geven zij bijvoorbeeld een gezamenlijk advies aan de gemeenten over het inkoopbeleid. c. Diverse vormen van participatie Nu gemeenten meer belang hechten aan en tijd investeren in het betrekken van cliënten 5

en burgers, ontstaan in het gehele land diverse vormen van participatie. Wij noemen vier vormen: - Meer gebruik van informele flexibele vormen, zoals pizzameeting, panels en thematische bijeenkomsten; - Vormen van een integrale adviesraad voor het gehele sociaal domein via een combinatie van de Wmo-raad, de Adviesraad Sociaal Beleid en de participatie in de Jeugdwet; - Vormen van een Raad van Cliënten (voor gebruikers van de voorzieningen) en een Raad van Burgers (met als leden maatschappelijk betrokken burgers); - Houden van een burgerforum met burgers die willekeurig zijn geloot en gezamenlijk met de gemeente een agenda opstellen. De lokale situatie bepaalt welke vormen worden gebruikt. Denk aan de visie van de gemeente, het functioneren van de huidige raden, de rol van dominante personen en de krachtsverhouding tussen de diverse partijen. In het algemeen neemt de behoefte toe om los of naast formele vormen van participatie burgers ook op meer flexibele manieren te betrekken, zodat meer burgers hun inbreng in het beleid kunnen leveren. In veel gemeenten is het afgelopen jaar één adviesraad voor het gehele sociaal domein ingesteld. Dit vanuit de gedachte dat niet meer verkokerd maar juist meer integraal moet worden geadviseerd. Cliëntenraden Werk en Bijstand en Adviesraden Sociaal Beleid hebben soms hun twijfels over deze optie. Vooral omdat zij vrezen dat hun doelgroep van ervaringsdeskundigen niet tot hun recht komt in een brede raad sociaal domein. 6

Hoofdstuk 3 Projectgroep 3.1 Het proces In de inleiding is al aangegeven dat de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders heeft gevraagd te komen met een voorstel over de invulling van cliënt- en burgerparticipatie binnen het sociaal domein. Om die opdracht zo goed mogelijk te kunnen invullen heeft het college een projectgroep samengesteld en aan die projectgroep de volgende opdracht meegegeven: Formuleer een advies aan het college over de invulling van cliënt- en burgerparticipatie binnen het sociaal domein De Wolden. Samenstelling De projectgroep had de volgende samenstelling: - Wmo-raad : Mart Krook en Willem Westerbeek - Adviesraad Sociaal Beleid : Kees Werkhoven en Frits Muhring - Raadswerkgroep sociaal domein : Pieter Groot en Emmy Pieterson - College/ambtelijk : Mirjam Pauwels (voorzitter) en Henk Wind (secretaris). Bij eventuele afwezigheid van de leden van de 3 raden waren reserveleden beschikbaar. Centraal uitgangspunt De projectgroep heeft in de uitvoering van haar opdracht bepaald dat het volgende uitgangspunt leidend is: De cliënt staat centraal Bijeenkomsten De projectgroep heeft vergaderd op: - 2015 : 7 oktober, 11 november en 9 december; - 2016 : 20 januari, 8 februari, 24 maart en 13 april. Aanpak Op weg naar de invulling van de opdracht ( advies aan het college ) waren voor de projectgroep de volgende hoofdthema s leidend: - Hoe betrekken we nieuwe doelgroepen (vooral jeugd ) erbij?; - Oriëntatie op vormen en modellen van participatie; - Discussie over en keuze voor een gewenst(e) model/vorm. Oriëntatie Tijdens de vergadering van 9 december 2015 is er door Movisie een presentatie verzorgd. In die presentatie zijn de volgende hoofdthema s aan bod gekomen: - Waar gaat het over bij participatie?; - Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van participatie?; - Diverse voorbeelden van participatie zoals die her en der in Nederland al zijn ingevoerd; - Welke overwegingen kunnen worden gemaakt bij het maken van een keuze voor een bepaalde structuur? 3.2 Positie leden Leden vanuit raadswerkgroep De beide vertegenwoordigers van de raadswerkgroep zijn het proces open ingegaan en hebben binnen de projectgroep volop meegedaan. Leden vanuit Adviesraad Sociaal Beleid 7

Vanuit de Adviesraad Sociaal Beleid zijn tijdens het proces 2 hoofdonderwerpen nadrukkelijk benoemd. Die hoofdonderwerpen zijn leidend geweest voor de keuze van het model van de Adviesraad. Het gaat om de volgende onderwerpen: a. Interpretatie wettelijk kader participatie: De Adviesraad is van mening dat participatie over en vanuit de Participatiewet uitsluitend is voorbehouden aan in de Participatiewet genoemde cliënten/cliëntgroepen of hun vertegenwoordigers (artikel 47 in relatie tot artikel 7 Participatiewet). En dat het niet aan burgers is om te adviseren over op de Participatiewet betrekking hebbende onderwerpen. Verder is de Adviesraad ook van mening dat onderwerpen als minimabeleid en WSW hier ook onder vallen. b. Inbreng cliënten en burgers De leden van de Adviesraad hebben tijdens het proces aangegeven dat er in feite maar één model voor hen acceptabel is, waarin naar hun mening de belangen van de cliënten optimaal tot hun recht. Leden vanuit Wmo-raad De vertegenwoordigers van de Wmo-raad zijn open het proces ingegaan. Voor hen is leidend geweest de in deze nota genoemde uitgangspunten en in dat kader de centrale vraag: Met welk model zijn de inwoners van De Wolden (de cliënten), die te maken hebben met de drie wetten, het meest gebaat? 8

Hoofdstuk 4 Uitgangspunten voor participatie in De Wolden De projectgroep heeft onder andere gediscussieerd over de te hanteren uitgangspunten als het gaat om het betrekken van burgers en cliënten, en de gewenste structuur (model/vorm). Zoals in het vorige hoofdstuk al is aangegeven, is voor de projectgroep hét centrale en overkoepelende uitgangspunt: De cliënt staat centraal In feite is alles wat we doen daarop gericht. We doen het in beginsel voor de inwoner die binnen het sociale domein cliënt van de gemeente is. De volgende uitgangspunten kunnen geformuleerd worden als het gaat om het betrekken van burgers en cliënten bij het beleid. 1. Recht doen aan de inzet en betrokkenheid van de huidige raden De huidige raden (Wmo-raad, Adviesraad Sociaal Beleid) vervullen een belangrijke rol in het adviseren over deelaspecten van het beleid en die rol verdient ook in de komende jaren waardering, al dan niet in een gewijzigde vorm. Naast de huidige raden kunnen ook andere organisaties, zoals cliëntenorganisaties voor specifieke doelgroepen, maatschappelijke organisaties en ongeorganiseerde burgers, veel meer worden betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. 2. Horen van de stem alle cliënten In de participatie dient zowel de stem van de directe cliënten (de gebruikers van gemeentelijke voorzieningen) als van betrokken burgers te worden gehoord. Er kan zowel een zekere afstand als een goede samenwerking tussen beide groepen zijn. De gebruikers van voorzieningen hebben directe ervaringen met het beleid, voelen de gevolgen ervan en kunnen vanuit hun ervaringen de knelpunten aangeven en mogelijke suggesties voor verbetering aanreiken. De burgers kunnen wellicht vanuit een meer vakmatige expertise en hun maatschappelijke verbondenheid op afstand van de praktijk meer de samenhang van de verschillende beleidsterreinen zien. De cliënten in de Jeugdwet zijn nog nauwelijks betrokken bij de participatie op het sociaal domein. Zij hebben geen traditie van belangenbehartiging, noch in de instellingen noch in de gemeente. Wel waren er cliëntenraden van jeugdzorginstellingen, maar die functioneerden vaak moeizaam en hun samenstelling varieerde sterk. Op gemeentelijk niveau waren zij ad hoc actief in panels van de centra voor jeugd en gezin, maar zij hebben nog lang geen gevestigde plaats in de belangenbehartiging of advisering op gemeentelijk niveau. Met de decentralisatie van het jeugdbeleid naar de gemeenten krijgen zij te maken met de gemeenten waarmee zij nog onbekend zijn. Voor veel ouders en jongeren die gebruik maken van de jeugdhulp blijken informele vormen van participatie (panels, interviews, pizzameetings) beter geschikt dan formele raden. 3. Alternatieve vormen van participatie Met de decentralisaties krijgt de samenleving in de komende jaren vorm op lokaal niveau in een samenspel van gemeenten, burgers en organisaties. Met die nieuwe visie en met de bezuinigingen is er zoals gezegd behoefte aan een grotere betrokkenheid van burgers. De gemeente wil daarom nieuwe vormen ontwikkelen om burgers, ook ongeorganiseerde burgers, meer te laten meedoen in het beleid, op welke vorm dan ook. Enkele voorbeelden: 9

* Right to challenge het recht van burgers om de gemeente uit te dagen. Bewoners (-organisaties) kunnen nu zelf het initiatief nemen om een dienst uit te voeren, als zij vinden dat het beter / anders moet; * Zorgcoöperaties (= burgerinitiatief). Uitgangspunt van de zorgcoöperatie is dat dorpsbewoners bijv. de basiszorg al dan niet met behulp van de coöperatiezoveel mogelijk onderling regelen. Aansluitend kunnen professionals ingeschakeld worden die, als het even kan, uit het eigen dorp komen; * Doe-democratie (initiatief burgers); * Gesprekken lotgenoten (bijv. mantelzorgers); * Focusgroepen. Een focusgroep is een gestructureerde discussie onder een kleine groep van belanghebbenden, begeleid door een ervaren gespreksleider. Waarschijnlijk zijn diverse vormen van participatie nodig om ook cliënten en burgers die minder beleidsmatig geïnteresseerd zijn of maatschappelijk betrokken zijn, periodiek of ad hoc te betrekken bij participatie. 4. Integrale advisering Met de herinrichting van het sociale domein heeft het rijk ook beoogd op lokaal niveau meer integraliteit te krijgen in denken en doen. Beleidsterreinen zoals bijv. sport, welzijn en zorg staan niet meer op zichzelf. Ze hebben allemaal (mede) als doel om onze inwoners beter in staat te stellen actief mee te doen in de samenleving. Kijkend vanuit de behoeften van de inwoner is het dan ook logisch om binnen het sociale domein te streven naar meer integrale advisering. 5. Ruimte voor en stimuleren van initiatieven in de kernen De gemeente vindt het belangrijk dat inwoners actief betrokken worden bij gemeentelijke zaken (burgerparticipatie). Ook heeft de gemeente een positieve grondhouding met betrekking tot overheidsparticipatie: waar en hoe kan de gemeente aansluiten op initiatieven vanuit de lokale samenleving. Die gemeentelijke grondhouding is ook toepasbaar op het sociale domein. Elke kern in De Wolden is anders. In bijv. Zuidwolde is de samenstelling van de bevolking, maar ook de sociale cohesie en infrastructuur anders dan in bijv. Ruinerwold. Dat betekent ook dat op lokaal niveau mede invulling kan worden gegeven aan wat goed voor het dorp is, zonder dat dat tot rechtsongelijkheid op cliëntniveau mag leiden. 10

Hoofdstuk 5 Modellen voor De Wolden In het proces naar een advies over een te kiezen model zijn er vier modellen op tafel gekomen. De vier modellen worden hieronder kort beschreven en er wordt een schematische weergave gegeven. a. Model 1 Het model wordt ingericht naar de 3 afzonderlijke wetten (Jeugdwet, Wmo en Participatiewet). In dit model zijn er 3 afzonderlijke raden: Wmo-raad, Jeugdraad en Participatieraad. In feite blijven de huidige raden (Wmo-raad en Adviesraad Sociaal Beleid) gehandhaafd als zelfstandige raden en komt er een nieuwe raad (Jeugdraad) bij. Waar afstemming tussen de raden nodig is, verloopt dat via het in te stellen voorzittersoverleg. Toelichting model: - De samenstelling van de Wmo-raad en de Jeugdraad bestaat uit cliënten en/of vertegenwoordigers en organisaties die cliënten vertegenwoordigen; - De Participatieraad bestaat uit cliënten en organisaties die cliënten vertegenwoordigen; - Er is geen scheiding tussen directe belangenbehartiging en beleidsadvisering, waardoor de huidige opzet van der Wmo-raad wijzigt; - Er moet een goed afstemmingsbeleid zijn tussen de voorzitters van de 3 raden. Hier kan worden bepaald welke onderwerpen voor integrale advisering in aanmerking komen. Deze samenwerking moet duidelijk in de verordening worden vastgelegd. b. Model 2 Kern van dit model is een scheiding tussen beleid en directe belangenbehartiging. In dit model zijn er 2 formele adviesgroepen: 1 adviesraad en 3 cliëntenraden. In deze opzet krijgt de beleidsparticipatie in het sociale domein vorm in één integrale adviesraad die integraal adviseert over het gehele sociale domein. Belangrijk in dit model is dat er voortdurend en regelmatig contact is tussen de adviesraad en de cliëntenraden. De cliëntenraden kunnen belangrijke informatie aanleveren voor de adviesraad. 11

Toelichting model: - Er is een scheiding tussen directe belangenbehartiging en beleidsadvisering. De huidige Wmo-raad heeft drie jaar geleden een principiële keus gemaakt om onafhankelijk, dus niet vanuit de belangenbehartiging, te adviseren; - In dit model is er 1 Adviesraad Sociaal Domein en zijn er 3 afzonderlijke cliëntenraden (In de toekomst is wellicht 1 cliëntenraad te overwegen, vooral als daaraan vanuit de cliëntenraden behoefte is.); - Cliëntenraden worden gevormd door burgers en/of cliënten met een binding met een achterban; c. Model 3 Ook in dit model is er een scheiding tussen beleid en de directe belangenbehartiging. Er is 1 adviesraad Sociaal Domein en er zijn 3 adviesraden (Wmo/Jeugd/Participatie) die zich bezighouden met belangenbehartiging. Dit model ontstond tijdens een vergadering van de projectgroep en liet zien dat ervaringen van cliënten op het gebied van Wmo, Participatiewet en Jeugdwet wezenlijk zijn voor een integrale advisering. Cliëntenparticipatie wordt afzonderlijk in dit model georganiseerd, maar het is wel visueel ingebed in het integrale geheel. Inbreng uit de praktijk is heel belangrijk. 12

d. Model 4 Ook in dit model is er een scheiding tussen beleid en directe belangenbehartiging. Er is 1 adviesraad sociaal domein met daarnaast een adviesraad Participatiewet. Daarbij zou de huidige Adviesraad Sociaal Beleid op kunnen gaan in de Adviesraad Participatiewet. Dit model is als een compromismodel ontstaan ter overbrugging naar het integrale model 2. 13

Hoofdstuk 6 Bespreking modellen en uitkomst De geschetste ontwikkelingen op het gebied van participatie en de uitgangspunten in De Wolden vormen de basis voor de modellen voor beleidsmatige participatie. Aan elk model hangen voor- en nadelen, het gaat erom waar de prioriteiten worden gelegd en hoe het lokale krachtenveld eruit ziet. Bespreking in projectgroep In twee vergaderingen is uitvoerig gesproken over de (voor- en nadelen) van de verschillende modellen. In de discussie heeft de meerderheid van de projectgroep aangegeven dat de modellen 2 en 4 het meest aansprekend en acceptabel zijn. Bovenstaande heeft ertoe geleid dat het volgende voorstel op tafel is gelegd: We gaan uit van een toekomstmodel (( stip aan de horizon ) (model 2) en een startmodel (model 4). In het toekomstmodel is er 1 adviesraad sociaal domein en zijn er 3 cliëntenplatforms. Die 3 platforms zouden wellicht na verloop van tijd ook te integreren zijn tot 1 platform. Het startmodel gaat uit van 1 adviesraad sociaal domein met daarnaast een Adviesraad Participatiewet. Daarbij zou de huidige Adviesraad Sociaal Beleid op kunnen gaan in de Adviesraad Participatiewet. Vanuit het startmodel zou in een nader te bepalen tijdsbestek toegewerkt kunnen worden naar het toekomstmodel. Het groeimodel (van start- naar toekomstmodel) leek aanvankelijk unanieme steun binnen de projectgroep te hebben. De vertegenwoordigers van Adviesraad Sociaal Beleid hebben na overleg met hun achterban (overige leden van de Adviesraad) aangegeven niet in te stemmen met het voorstel. Voorstellen Binnen de projectgroep is geconcludeerd dat er geen draagvlak is om één model aan het college voor te leggen. In het volgende hoofdstuk worden 2 modellen aan het college voorgelegd. Model 1 is de keuze vanuit de Adviesraad Sociaal Beleid. De Wmo-raad kiest voor model 2. In het volgende hoofdstuk worden de modellen weergegeven en de keuzes nader toegelicht. Neutrale positie vertegenwoordigers raadswerkgroep In de zoektocht naar een voor De Wolden best passende vorm van client- en burgerparticipatie onthouden de vertegenwoordigers van de raadswerkgroep zich van het uitspreken van een voorkeur voor model 1 of 2. Dit komt voort uit het ontbreken van een gezamenlijk gedragen standpunt om te komen tot één model, waardoor de keuze voor een model aan het college en de gemeenteraad wordt gelaten. 14

Hoofdstuk 7 Voorstel modellen Model 1 Gemeente De Wolden Voorzittersoverleg Wmo-raad Jeugdraad Participatieraad Toelichting model: - De samenstelling van de Wmo-raad en de Jeugdraad bestaat uit cliënten en/of vertegenwoordigers en organisaties die cliënten vertegenwoordigen. - De Participatieraad bestaat uit cliënten en organisaties die cliënten vertegenwoordigen. - Er is geen scheiding tussen directe belangenbehartiging en beleidsadvisering. - De genoemde voordelen van dit model zijn ingebracht door de Adviesraad Sociaal Beleid. Genoemde voordelen: - Grote specifieke kennis aanwezig, zowel bij de organisaties als bij de clienten; - Snel in het behandelen van een onderwerp; - Geven van een gedegen en inhoudelijk advies; - Bestuurbaarheid van de groep optimaal (max. 15 personen); - Kleiner beslag op de tijd van de vrijwilliger; - Minder taken/tijdbeslag voor de voorzitter, vicevoorzitter en secretaris; - Het kunnen volgen van specifieke en inhoudelijke opleidingen; - Beschutte omgeving voor clienten (dit speelt bij de Participatieraad); - Geen versnippering van kennis; - Goede mogelijkheden voor het houden van specifieke onderzoeken. Overige punten: - Geen integraal advies, omdat dat ook niet nodig is. De wetgever heeft niet voor niets 3 wetten gemaakt. Ook de gemeente heeft aparte beleidsplannen en verordeningen. - De uitvoering moet wel integraal zijn via de sociale teams. - Ook moet er een goed afstemmingsbeleid zijn tussen de voorzitters van de 3 raden, hier kan worden bepaald welke onderwerpen voor integrale advisering in aanmerking komen. Deze samenwerking moet duidelijk in de verordening worden vastgelegd. - Door deze scheiding in 3 raden zullen directe belanghebbenden zich herkenbaar vertegenwoordigd weten en weten dat hun belangen zo optimaal mogelijk worden behartigd op een efficiënte manier. - Het voordeel van 3 cliëntenraden is onder andere dat ze hun eigen, bij de uitvoering van de wet passende structuur, samenstelling en werkwijze kunnen vaststellen. Zo zou de cliëntenraad Participatie bijvoorbeeld op basis van de huidige Adviesraad Sociaal Beleid kunnen worden ingericht. - Ervaring leert dat een cliëntenraad Jeugd meer kan lijken op een flexibel platform waar meningen en adviezen kunnen worden opgehaald. Kortom, maatwerk qua samenstelling en werkwijze van de verschillende cliëntenraden. 15

Model 2 Gemeente De Wolden Adviesraad sociaal domein Cliëntenraad Participatie Cliëntenraad Jeugd Cliëntenraad Wmo Toelichting model: - Er is een scheiding tussen directe belangenbehartiging en beleidsadvisering. De huidige Wmo-raad heeft drie jaar geleden een principiële keus gemaakt om onafhankelijk, dus niet vanuit de belangenbehartiging, te adviseren. - In dit model is er 1 Adviesraad Sociaal Domein en zijn er 3 afzonderlijke cliëntenraden. (In de toekomst is wellicht 1 cliëntenraad te overwegen, vooral als daaraan vanuit de cliëntenraden behoefte is.) - Een Adviesraad Sociaal Domein met bijv. 10 leden waarvan 1 onafhankelijk voorzitter (3+3+3+1). - Cliëntenraden worden gevormd door burgers en/of cliënten met een binding met een achterban. - Cliënten moeten zich herkenbaar vertegenwoordigd weten. Hun belangen moeten zo optimaal mogelijk behartigd worden. - De cliëntenraden spelen ook een belangrijke rol in het volgen van ontwikkelingen, maken van analyses en het benoemen van knelpunten. - De genoemde voordelen van dit model zijn ingebracht door de Wmo-raad. Genoemde voordelen: - In de Adviesraad Sociaal Domein kan integraal in samenhang vanuit de drie wetten worden gekeken naar het lokale beleid. Men heeft een adviserende, signalerende, proactieve en verbindende houding. - In dit model kunnen burgers worden ingezet op hun sterke kanten: a. In de Adviesraad Sociaal Domein met een integrale kijk, overstijgend denken en een verbinding met doelgroepen, inwoners en werkveld (cliëntenraden); b. In de cliëntenraden met concrete ervaringen vanuit de praktijk. Overige punten: - Het voordeel van 3 cliëntenraden is onder andere dat ze hun eigen, bij de uitvoering van de wet passende structuur, samenstelling en werkwijze kunnen vaststellen. Zo 16

zou de cliëntenraad Participatie bijvoorbeeld op basis van de huidige Adviesraad Sociaal Beleid kunnen worden ingericht. - Ervaring leert dat een cliëntenraad Jeugd meer kan lijken op een flexibel platform waar meningen en adviezen kunnen worden opgehaald. Kortom, maatwerk qua samenstelling en werkwijze van de verschillende cliëntenraden. 17

Hoofdstuk 8 Adviezen en aanbevelingen 1. De projectgroep komt niet met een eensluidend advies. 2. De projectgroep legt 2 modellen aan het college voor. Zie hoofdstuk 7. Uitwerking Het besluit waarin het college en vervolgens de gemeenteraad een keuze maken voor een model, moet worden uitgewerkt. In een bijlage bij deze notitie worden suggesties en aanbevelingen gedaan voor het inrichten van de uitwerking. 18

Bijlage bij notitie Cliënt- en burgerparticipatie in het sociaal domein Implementatie nieuwe structuur cliënt- en burgerparticipatie 1. Inleiding Als er een keuze voor een nieuwe structuur is gemaakt dan moet dat concreet worden ingevoerd. Dat vraagt om voortvarendheid, maar bovenal zorgvuldigheid. In deze notitie worden formeel traject, randvoorwaarden/aandachtspunten en aanpak benoemd, en wordt aangegeven in welk tempo zaken kunnen worden in- en uitgevoerd. Bij de uitwerking is het van belang dat te doen vanuit de leefwereld van de client en niet vanuit de (bestaande) systemen. In model 1 blijft de structuur deels zoals die nu is. Wel zal er extra inzet moet zijn om tot een Jeugdraad te komen. De uitwerking van model 2 geeft meer werk. Wat hieronder staat onder 3 en 4 geldt dan ook vooral voor dat model. 2. Formeel traject 1. Projectgroep formuleert advies aan het college; 2. College neemt besluit en maakt voorstel gemeenteraad; 3. Gemeenteraad neemt besluit. 3. Randvoorwaarden en aandachtspunten 1. Randvoorwaarden Onder anderen: - Inrichting Adviesraad (o.a. scheiding belangenbehartiging en advisering); - Duidelijke taakstelling en taakverdeling; - Reële taakstelling qua tijd en belasting; - De Structurele verbinding tussen cliëntenraden en de adviesraad; - Goede faciliteiten (ondersteuning, planning, budget); 2. Aandachtspunten Onder anderen: - Profielschets leden adviesraad; - Profielschets leden cliëntenraden - Werving leden, allereerst leden van de huidige raden; - Opstellen allerlei formele stukken (o.a. verordeningen); - Organisatievorm nieuwe structuur: bijvoorbeeld in de vorm van een stichting. 4. Aanpak Hoe wordt de implementatie vorm en inhoud gegeven? Wie gaan dat doen? Een optie: - Na collegebesluit wordt kwartiermaker aangesteld. Dat kan tevens de beoogd voorzitter van de nieuwe Adviesraad worden; - De uitwerking wordt extern ondersteund door Movisie; - Kwartiermaker, Movisie en gemeente (ambtelijk) vormen uitwerkingsgroep; - Optie: klankbordgroep (2 leden Adviesraad en 2 leden Wmo-raad) geven feedback op uitwerkingen; Toelichting keuze Movisie: Dergelijke (omvangrijke) implementatietrajecten spelen elders in Nederland en Movisie heeft daar ervaring mee. 5. Globaal tijdspad - 13-4-2016 : slotvergadering projectgroep - Meil : college - Mei/juni : gemeenteraad - Mei/juni : implementatie - 1 juli 2016 : nieuwe structuur