Inhoudstafel. Datum 30/01/2007 Vervangt versie 11/01/2006

Vergelijkbare documenten
Inhoudstafel. Procedure: Het toepassen van de code van goede praktijk voor het gebruik van (mobiele) gasdetectieapparatuur

Inhoudstafel. Procedure: Het betreden van besloten ruimten

Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

PREBES Back 2 basics

L3G Stoplichtmethodiek werken in verontreinigde bodem

maart 2008 BENZEEN VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

Rapportage Sanscrit.nl

VERVOLG WERKEN MET KWARTSSTOF ARBOCATALOGUS MAATREGELEN OM BLOOTSTELLING

Inhoudstafel. Code van goede praktijk voor grondverzet in het kader van bodemsaneringswerken op voormalige tankstations

VGWM A WAY OF LIVING BENZEEN. Standaards voor professionals, wees alert!

Meetapparatuur en interpretatie meetgegevens

POMS-site Ter Apel Beoordeling Gezondheidsrisico. Eindrapport

Rapportage Sanscrit.nl

Inhoudstafel. T4040_Procedure: Opmaak verslag van de start- en werfvergaderingen tijdens de bodemsaneringswerken op lokaties van gesloten tankstations

Afspraken PBM s Tessenderlo site

T1800_Procedure: Evaluatie van een ABO en van een BSP bij verderzettingsdossiers (Second Opinion) Inhoudsopgave

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) 14 (20) 3,25 (1) 1 (0,9) 0,7 (0,1) 7 (1,5) 0,15 (0,1) 0,14 (0,1)

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

Samenvatting Advies normering piekblootstelling oplosmiddelen 1

HSE guidelines. april 2017 BENZEEN

PBM: ademhalingsbescherming

Expertisecentrum Toxische Stoffen (ECTS)

Checklijst Werkplek kankervrij: Dieselrook

Werken in vervuilde grond

Avis juridique important 31988L0642

HSE guidelines. januari 2012 BENZEEN HSE LIFE THE INTERNATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

1 Beschrijving. 2 Risico s. Preventiefiche PBM006 05/2016. Ademhalingsbescherming 1/5

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Self Assessment in de Schoenherstelsector. Het zelf meten van blootstelling aan oplosmiddelen. Notitie

Validatie onderzoek. 22 december ir. R.T.H. van de Laar arbeidshygiënist S.A.H.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Safety Regulations. Uitvoeren van gasmetingen

Ernstig en Urgent geval van bodemverontreiniging: BESCHIKKING (kenmerk EU ) Den Haag, 4 april 2001 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEN HAAG,

Samenvatting. Nederlands onderzoek aanleiding voor vragen aan Gezondheidsraad

WELKOM BLOOTSTELLING VAN BENZINEPOMPSTATION MEDEWERKERS AAN BENZEEN, TOLUEEN EN XYLENEN IN SRI LANKA

Deelrapportage Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Brunssum

I Uitvoeren vrijgave metingen. Documentinformatie

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

GEMEENTE. Datum Ons kenmerk Contactpersoon ML20/ S. Rietvelt-Roubroeks

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Jaarverslag project GeurinZicht 2016

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING

Zwangeren en CMR stoffen

GELUID. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

BOOT organiserend ingenieursburo bv Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de AV-BOOT Ingenieurs met een verhaal.

Protectiefactoren voor de keuze van adembescherming. Dräger Nederland B.V.

Blootstelling aan zwaveldioxide (SO2) Balen/Overpelt VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT

Technische vragen CDA fractie bij de Agenda Duurzaamheid inzake het transitiepad schone lucht

Tabel B: Omzetting van de Richtlijnen "Veiligheid en gezondheid van de werknemers" (artikel 137)

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN CONCENTRATIE VAN VERONTREINIGENDE STOFFEN VOOR GEBRUIK ALS BODEM METALEN (1) CONCENTRATIE STANDAARDBODEM

Bijlage 6: Voorschrift Chroom-VI (vigerend tijdens voorval) 1

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Toolbox-meeting Adembescherming

Datum laatste wijziging: 7 februari Doel 2. 2 Toepassingsgebied 2. 3 Definities 2. 5 Voorschrift Aanduiding gemarkeerd gebied 3

1 Beschrijving. 2.1 Mechanische trillingen Bespreking per hoofdstuk:

HSE guidelines januari 2012 BENZEEN HSE LIFE THE INTERNATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Sleutelen aan de branchenorm Meerjaren traject binnen de mobiliteitsbranches

Veiligheids- en gezondheidsrisico s in de garage- en carrosseriesector

Sector Fruitteelt. Oplossingen: Scheiden mens en bron Taakroulatie Werkruimte onder overdruk Bovenwinds werken Stofdichte (overdruk-)cabine

1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting )

NORM / LSA. HSE guidelines september 2015 HSE LIFE. (Naturally Occurring Radioactive Material / Lage Specifieke Activiteit)

Stappenplan voor het explosieveiligheidsdocument. In een onderzoek kunnen de volgende stappen genomen worden:

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

CROW 400. De belangrijkste wijzigingen

Dit hoofdstuk gaat dieper in op de huidige EN-normen die betrekking hebben op de producten voor ademhalingsbescherming.

HOUTSTOF EN UW GEZONDHEID ALGEMEEN

Fiche 8 (Analyse): Reglementering

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Sector Akkerbouw en vollegrondsteelt >> teelt van suikerbieten

Maak uw werkplek babyproof!

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

B-36 Veilig de omgeving veiligstellen en lokaliseren van biogaslekken versie

1. Bijlage bij checklist controlebezoek luik asbestverwijdering 1.1. Signalisatie asbestwerken

Een kijkje bij de zuiderburen. Onderzoek en aanpak verontreiniging met gechloreerde solventen in bronnendorp Dikkelvenne

... Think safety! Werken met. Odorant. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Beleidsregels Arbo betreden besloten ruimte. Artikel 4.6 Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

Tabel 1. Huidige concentratieschalen voor de berekening van de luchtkwaliteitsindex. NO 2. (uurgemiddelde)

a) het laadruim of de laadruimen (indien explosiebescherming wordt vereist, vergelijkbaar zone 1)

MD751 CO-detectiecentrale Gebruikershandleiding

HULPMIDDEL VOOR HET BEPALEN VAN HET GEVAARLIJK KARAKTER VAN EEN VERONTREINIGDE AFGEGRAVEN GROND

Veiligheidsbrochure. EOC Belgium Latex Division II. Gelieve badge en nekkoord steeds zichtbaar te dragen. Alarmnummer EOC

augustus 2009 STIKSTOF VGWM Gezondheid Welzijn Milieu A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

KONINKLIJK BESLUIT VAN 30 AUGUSTUS 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) Zuurstof*** 19 21%

Besloten ruimten 18 juni 2018

PLAN VAN AANPAK, concept Bureau Milieumetingen

Luchtkwaliteit in Vlaanderen

Deelrapportage. Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Eygelshoven

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

VERONTREINIGDE GROND EN (GROND)WATER

GELUID. Knelpunten. De brancheafspraken. Sector Bos en Natuur

Binnenluchtmeting. School te Badhoevedorp

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Metatechnisch Evaluatiesysteem

Smog in zomer van 5

giftig doelorgaan - toxisch acuut toxisch

Transcriptie:

Inhoudstafel 1 Doelstelling... 1 2 Toepassinggebied... 1 3 Referenties... 1 4 Definities... 1 5 Procedure... 1 5.1 Inleiding... 1 5.2 Luchtmonitoring... 2 5.3 Explosiemetingen... 2 5.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen... 3 5.4.1 Beschermingsniveau 1...4 5.4.2 Beschermingsniveau 2...4 5.4.3 Beschermingsniveau 3...5 5.4.4 Beschermingsniveau 4...5 Jan De Weerd Dirk Loontjens Procedure

1 Doelstelling Het risico voor de werknemers en publiek ten gevolge van luchtemissies bij te beheersen. 2 Toepassinggebied Deze procedure is geldig op alle bodemsaneringwerven van BOFAS in Vlaanderen, Brussel én Wallonië. 3 Referenties - Achilles Veiligheid, gezondheid en milieu preventiesysteem voor on-site bodemsaneringswerken; OVAM dd. april 2005 - KB van 25 januari 2001, BS van 7 februari 2001, betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen 4 Definities geen 5 Procedure 5.1 Inleiding Tijdens het uitvoeren van kunnen naargelang de aard van de activiteiten verhoogde emissies naar de omgevingslucht optreden. Zulke activiteiten kunnen onder meer zijn; ontgravingen, plaatsen van bemalingen, uitvoeren van boringen of drijflaagrecuperatie. Jan De Weerd Dirk Loontjens Procedure Pag. 1 van 5

5.2 Luchtmonitoring Wanneer in de werkzone, verhoogde risico s op contact (inademing) van toxische stoffen wordt vermoed of vastgesteld, dienen luchtmetingen worden uitgevoerd. Deze risico s stellen zich voornamelijk wanneer continue emissies op grotere schaal (bv. ontgravingzone) worden vastgesteld. Indien andere verontreiniging dan diesel, benzine of smeerolie worden vermoed, tijdens de werkzaamheden (onderzoek, sanering) dient onverwijld de preventieadviseur te worden verwittigd om in overleg eventuele bijkomende maatregelen t.o.v. onderstaande maatregelen te nemen. De luchtmetingen worden gebruikt om de potentiële blootstelling van het personeel in te schatten en het beschermingsniveau voor een bepaalde zone gedurende een bepaalde periode te bepalen. De frequentie van deze metingen is afhankelijk van de activiteiten en de meteorologische omstandigheden. Afhankelijk van windsterkte zal de volgende meetfrequentie worden aangehouden: - om het uur bij windstilte (minder dan 1 m/s); - om de twee uur bij geringe wind (tussen 1 en 3 m/s); - om de vier uur bij matige windsnelheden of hoger (meer dan 3 m/s). Indien twee opeenvolgende metingen geen verhoogde concentraties aangeven en indien geen geuren waargenomen worden die kunnen duiden op verhoogde concentraties, dan kan de meetfrequentie verminderd worden, met als minimale frequentie de helft van bovenvermelde frequenties. De metingen worden steeds benedenwinds uitgevoerd op ooghoogte (aan de rand van de ontgravingszone of werkzone in het algemeen). Vanwege de maatgevendheid van benzeen in de BTEX groep, dienen metingen op benzeen uitgevoerd te worden. Deze metingen kunnen met de klassieke Dräger testtubes of met CMS uitgevoerd worden. Alle metingen worden bijgehouden in het logboek dat steeds op de werf dient aanwezig te zijn. 5.3 Explosiemetingen Bij het optreden van een verdachte geur of analoge organoleptische waarnemingen van brandstoffen of gas in de werkzone of haar omgeving worden explosiemetingen uitgevoerd. Explosiemetingen zijn continue metingen voor de volledige duur van de werkzaamheden. Hiertoe wordt een explosiemeter gebruikt voorzien van een optisch en akoestisch alarm. Jan De Weerd Dirk Loontjens Procedure Pag. 2 van 5

5.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen De potentiële aanwezigheid van de volgende stoffen is gerapporteerd in voormalige studies: - minerale olie (diesel, benzine); - benzeen; - tolueen; - xyleen. De blootstellingsgrenzen, in overeenstemming met het K.B. van 11 maart 2002, zijn gegeven in tabel nr. 1. In deze tabel wordt een onderverdeling gemaakt naar beschermingsniveaus die bij een bepaalde blootstelling dienen gehanteerd te worden. De grenswaarde is de maximale concentratie van een chemisch agens, als tijdgewogen gemiddelde over een periode van 8 uur, waarboven geen enkele werknemer mag worden blootgesteld. Onder blootstelling wordt verstaan de aanwezigheid van een chemisch agens in de ademzone van de werknemer. Bij gelijktijdige of achtereenvolgende blootstelling dient daarmee rekening gehouden te worden. Wanneer de gemeten concentratie van één van de bovenvermelde stoffen de grenswaarde overschrijdt, dienen onmiddellijk de nodige correctieve maatregelen getroffen te worden om de blootstelling van het personeel aan deze stof te verminderen. Deze maatregelen zijn gedefinieerd per beschermingsniveau. Tabel nr. 1: Beschermingsniveaus luchtconcentraties Agens K.B. 10 augustus 1998 Beschermingsniveau Grenswaarde Korte tijdswaarde 1 2 3 4 Benzeen 1 niet bepaald <0,25 >0,25 >1 >200 Xyleen 100 150 <25 >25 >100 >10000 Tolueen 50 niet bepaald <12,5 >12,5 >50 >10000 Ethylbenzeen 100 125 <25 >25 >100 >10000 n-hexaan 50 niet bepaald <12,5 >12,5 >50 >10000 Besloten ruimtes moeten voorzien worden van voldoende ventilatie (vrachtwagen- en kraankabines e.a.). Jan De Weerd Dirk Loontjens Procedure Pag. 3 van 5

5.4.1 Beschermingsniveau 1 Alle saneringszones vallen minimum onder niveau 1. - werkkledij met lange mouwen en pijpen of overall; - veiligheidsbril met zijdelingse afscherming of gelaatsscherm indien dit laatste nodig is voor het werk; 5.4.2 Beschermingsniveau 2 - halfgelaatsmasker met geschikte filter; - werkkledij met lange mouwen en pijpen of overall. Indien vloeistoffen aanwezig zijn, dient deze werkkledij chemisch resistent te zijn of dient ook een chemisch resistente bescherming voor de kledij gedragen te worden; - veiligheidsbril met zijdelingse afscherming of gelaatsscherm indien dit laatste nodig is voor het werk; Bij toepassing van beschermingsniveau 2, dienen de graafwerkzaamheden te gebeuren met machines met gesloten cabines. De cabines dienen op overdruk gehouden te worden en uitgerust te zijn met een geschikte filter. Tevens dient een vluchtmasker aanwezig te zijn in de cabine. Vanaf beschermingsniveau 2 dient de meetcampagne tevens te worden uitgebreid: bijkomende metingen worden uitgevoerd langs de perceelsgrenzen, steeds benedenwinds op ooghoogte, met dezelfde meettoestellen en -methoden en zijn tevens bij te houden in het logboek. Jan De Weerd Dirk Loontjens Procedure Pag. 4 van 5

Indien blijkt dat de resultaten van deze metingen op de perceelsgrenzen beschermingsniveau 1 overschrijden, dienen onmiddellijk de nodige correctieve maatregelen getroffen te worden om de blootstelling aan deze stof te verminderen (tempo van de ontgraving verlagen, tijdelijk stilleggen der werken,...). 5.4.3 Beschermingsniveau 3 - volgelaatsmasker met geschikte filter; - werkkledij met lange mouwen en pijpen of overall. Indien echter potentieel contact met vloeistoffen kan plaatsvinden, dient deze werkkledij chemisch resistent te zijn; - veiligheidsbril met zijdelingse afscherming of gelaatsscherm indien dit laatste nodig is voor het werk; Bij toepassing van beschermingsniveau 3, dienen de graafwerkzaamheden te gebeuren met behulp van machines met gesloten cabines. De cabines dienen op overdruk gehouden te worden en uitgerust met een geschikte filter. Een vluchtmasker dient aanwezig te zijn in de cabine. 5.4.4 Beschermingsniveau 4 - autonoom volgelaatsmasker (apparaat met perslucht) of niet autonome isolerende apparaten (toestel met masker, slang en gedwongen lucht); - chemisch resistente werkkledij met lange mouwen en pijpen; - veiligheidsbril met zijdelingse bescherming of gelaatsscherm in dien dit laatste nodig is voor het werk; Onder deze omstandigheden mag geen grond afgegraven worden. Machines dienen te worden stilgezet en verlaten. Jan De Weerd Dirk Loontjens Procedure Pag. 5 van 5