J.R. van Nieuwkerk: Luchtpost in Nederlands-Indië tijdens de tweede wereldoorlog. Als er een oorlog uitbreekt, zijn postverbindingen een van de eerste mogelijkheden tot communicatie die worden onderbroken. Dat was ook het geval toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnen viel, met als gevolg dat de postale verbindingen tussen Nederland en Nederlands-Indië werden verbroken en post die tijdens de Duitse inval onderweg was, teruggestuurd werd naar de afzender. Een mooi voorbeeld is de brief hieronder. Hij is op 5 mei 1940 in Soerabaja gepost en naar Batavia gestuurd, waar hij werd gecensureerd. De eerste vluchten naar Amsterdam vertrokken op 6 en 8 mei, post op deze vluchten werd onderweg ingenomen en teruggestuurd (Retour afzender postverbinding opgeheven). Brief vanuit Soerabaja naar Nederland, gepost op 5 MEI 40. In rood; Retour afzender postverbinding opgeheven. Luchtpost naar Europa ging hierna via nieuwe routes, buiten oorlogsgebieden om. Door de oorlog in Zuidoost Azië en het oprukken van het Japanse leger moesten die routes regelmatig aangepast worden. Uiteindelijk werden ze, nadat Indië in januari 1942 werd aangevallen, opgeheven. De laatste vlucht van de Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij (KNILM), was er een van Broome (Australië) naar Batavia, die daar op 17 februari 1942 arriveerde. Twee dagen later bracht de KNILM haar vloot van 11 vliegtuigen over naar Australië. Queensland and Northern Territory Aerial Services (QUANTAS), verzorgde een vlucht van Soerabaja naar Darwin. Toen een van hun vliegtuigen op 30 januari 1942 in de buurt van Koepang (Timor) door de Japanners werd neergeschoten, veranderden ze deze route. Zij bleven met zes watervliegtuigen vanuit Tjilatjap (aan de zuidkust van Java) naar Australië vliegen, maar hieven uiteindelijk ook deze route op. De laatste vlucht was die van 28 februari 1942 van Tjilatjap naar Broome. Op 8 maart 1942 capituleerde Nederlands-Indische leger. 114
De laatst bekende luchtpostbrief uit Nederland-Indië is door het Britse consulaat-generaal vanuit Batavia naar Melbourne gestuurd. De brief is op 16 februari 1942 in Batavia afgestempeld en ging met QUANTAS verder via Tjilatjap naar Australië. Hij draagt het stempel Niet door censuur geopend 86. Dit stempel met de nummers 85 en 86 werd gebruikt voor diplomatieke post, die niet in Nederlands-Indië werd gecensureerd. Echter, zoals de censuurstrook en het stempel Passed by Censor 206 laten zien, werd de brief bij aankomst in Australië, wel gecensureerd. De laatst bekende luchtpostbrief vanuit Nederlands-Indië, verzonden door het Britse consulaat in Batavia naar Melbourne, 16 FEB 42. 115
Luchtpost tijdens de Japanse bezetting Je zou in de verleiding kunnen komen om te denken dat er tijdens de Japanse bezetting geen sprake van luchtpost was, maar dat is een vergissing. In de Celebes Shinbun (krant) van 10 juli 1943 staat de volgende aankondiging: Luchtpost is weer mogelijk vanaf 10-7-1943, echter uitsluitend voor Japanse bedrijven tussen Celebes, Zuid Borneo, de Kleine Soenda Eilanden en de Molukken, maar ook met Japan. Deze dienst bestaat alleen vanuit Makasser en Menado. Particuliere post is nog niet toegestaan, behalve voor dringende en belangrijke zaken (bijvoorbeeld officiële documenten), die door de autoriteiten zijn gecensureerd. Tarieven: Tot en met 20 gram 50 cent 40 gram 1 gld 60 gram 1½ gld (Maximum) Binnenlandse luchtpostbrief Internationale luchtpostbrief van Makasser naar Pontianak. van Balikpapan naar Japan, OKT 44. Linksboven een binnenlandse luchtpostbrief van Makasser naar Pontianak, gefrankeerd met 150 cent, het tarief voor een brief tussen de 40 en 60 gram. De brief is verzonden door de Makasser South Seas Warehousing Corporation (Nan yō Sōko K.K.) naar haar filiaal in Pontianak op West Borneo. Er staat per luchtpost op (Kōkū, in vaag rood potlood 航空 tussen de postzegels en het vertikale rode censuurstempel). In het censuurstempel staat gecensureerd, marine civiele administratie. Een van de censors is Yamauichi (het leesbare rode stempel onder het censuurstempel). Het censuurstempel is niet door de post gebruikt. 116
De frankering bestaat uit een Japans zegel van 50 cent, waarop het Gouden Paviljoen in Kyoto is afgebeeld en een zegel van 1 gulden uit de serie voor het door de marine bezette gebied, waarop de Kinshi (gouden wouw) staat, een mythische vogel, die volgens een legende in het verleden de overwinning aan Japan heeft gebracht. Het gebruik van Japanse postzegels in Indië is niet ongebruikelijk, ze waren in alle bezette gebieden geldig. Het is wel merkwaardig dat de waarde van de Kinshi zegel, die in 1943 in Tokyo is gedrukt, in Nederlands-Indische guldens is. De Celebes Shinbun van 5 juli 1944 publiceerde nieuwe posttarieven die per 1 juli 1944 waren ingegaan. Het volgende werd over luchtpost gemeld: Zakelijke luchtpost: Tot 20g, 50 sen toeslag op het normale tarief. De brief rechtsboven uit Balikpapan van oktober 1944, is gefrankeerd met een vooroorlogse 10 cent Koningin Wilhelmina met een Japanse ankeropdruk en een 50 cent uit de serie voor het door de marine bezette gebied. Tien cent was het normale tarief voor een brief tot 20 gram en 50 cent de toeslag voor luchtpost. De brief is vanuit Balikpapan, een groot olie producerend centrum in Zuidoost Borneo, verstuurd door Ogasawara Shigeyuki, naar de Asano Bussan Corporation (Asano Bussan K.K.) in Tokyo. Er staat per luchtpost op (kōkū, een rood stempel 航空 onder de postzegels) en luchtpost (kōkūbin, handgeschreven 航空便 naast het vertikale rechthoekige censuurstempel). Het censuurstempel is een met de hand getekende rechthoek waar 海軍民政府検閲印 in staat, dat gecensureerd, marine civiele administratie betekent. Het censorstempel is van Harada. Internationale luchtpostbrief vanuit Menado, Noord Celebes, naar Japan. 117
Hierboven een luchtpostbrief, verstuurd vanuit Menado, Noord Celebes, naar Japan, geadresseerd aan Mr. Kaneko Kenji in Nitta-gun, Gunma Prefecture. Het met de hand getekende rode stempel links, luidt 航空郵便 (kōkū yūbin), wat luchtpost betekent. De frankering bestaat uit een 1 EN Japans zegel, met de afbeelding van de grote Boeddha in Kamakura en een 10 cent uit de definitieve serie voor het door de marine bezette gebied, waarop de Japanse vlag over geheel Zuidoost Azië staat afgebeeld. De brief is niet gedateerd en hoe het tarief van 110 cent moet worden verklaard is onduidelijk. Het handgeschreven censuurstempel メナド州知事庁検閲済 staat voor Menado staats gouverneurs kantoor / gecensureerd. Het ronde censorstempel is van 小佐田, Osada. De met de hand geschreven, ongewone censuren in de voorbeelden geven aan dat voor luchtpostbrieven een speciale vorm van censuur is gebruikt. Echter, de poststempels zijn de normaal gebruikte, wat aangeeft dat de brieven gewoon via het postkantoor werden verzonden. Postzegels gebruikt voor luchtpost De op luchtpostbrieven gebruikte postzegels, zijn gewone frankeerzegels, die tijdens de bezetting werden gebruikt. Er zijn geen luchtpostzegels tijdens de oorlog uitgegeven. Een vooroorlogs Indisch luchtpostzegel is echter wel door de Japanners overdrukt. Het betreft een driehoekig zegel van 30 cent, uitgegeven in 1933 voor speciale vluchten, dat nog op veel postkantoren aanwezig was, toen de Japanners binnenvielen. Deze zegels werden voorzien van Japanse opdrukken op postkantoren in Sumatra en het door de marine bezette gebied, ook al was er geen luchtpost vanuit die plaatsen tijdens de oorlog. Het gebeurde, omdat de postbeambten van de Japanners de order kregen om alle postzegels te overdrukken. Er werd niet gevraagd waarom nodeloze zegels overdrukt moesten worden, ze deden het gewoon. Rode Dai Nippon opdruk Zwarte anker opdruk Er bestaat slechts één niet-filatelistisch stuk met overdrukte luchtpostzegels. Op de volgende pagina is een postpakketkaart uit West-Borneo afgebeeld. Het pakket van 1 kilo is op 30 mei 1945 vanuit Mampawa naar Pontianak gestuurd. Het tarief bedroeg 60 cent. Vermoedelijk zijn bij gebrek aan 30 en 60 cent zegels, twee 30 cent luchtpostzegels gebruikt, die overdrukt waren met een groot violet anker (het symbool van de Japanse marine). Dit is een van de grootste rariteiten uit de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Luchtpost uit onbezet Nederlands Nieuw-Guinea Meestal wordt vergeten dat een deel van Nederlands-Indië onbezet is gebleven, namelijk het zuidelijke gedeelte van Nieuw-Guinea. De Japanners waren van plan om het gehele eiland te veroveren, maar ondervonden erg veel tegenstand van Australische en geallieerde troepen in september 1942 bij Kokoda, waardoor het zuidelijke gedeelte van het gehele eiland, waaronder zuidelijk Nieuw-Guinea, onbezet bleef. De meeste post uit zuidelijk Nieuw-Guinea is van Australische militairen, die daar gelegerd waren om er voor te zorgen dat de Japanners van daaruit geen aanval op Australië zouden uitvoeren. 118
Postpakketkaart, gefrankeerd met twee luchtpostzegels met een violette ankeropdruk, voor een pakket uit Mampawa, West Borneo, 30 MEI 45. Brief gefrankeerd met een Australisch zegel van 3d, verzonden per luchtpost naar Melbourne via het Australische veldpostkantoor 192, Merauke, Nederlands Nieuw-Guinea, 1 AUG 45. Deze post werd vanuit Australische Veldpostkantoren, gefrankeerd met Australische postzegels, en gecensureerd door de Australische strijdkrachten. Australische troepen in de regio Zuid-Pacific genoten gedurende de Tweede Wereldoorlog portvrijdom. De frankering met 3d op de brief hierboven vanuit het Australische veldpostkantoor FPO 192, is de toeslag voor luchtpost binnen Australië. Daarnaast functioneerden de Nederlands-Indische postkantoren in Digoel en Merauke voor de verzending van een brief of pakket naar of uit dit afgelegen deel van de wereld. De post ging naar Australië en eventueel vandaar uit naar de Verenigde Staten en verder. 119
Het postkantoor Digoel lag in een afgelegen gebied, meer dan 450 kilometer stroomopwaarts aan de rivier de Digoel. Digoel is in 1927 gesticht als kamp voor politieke ballingen. Ten tijde van de oorlog waren er 550 geïnterneerd, er was een kazerne voor 110 Australische militairen en een administratie en huisvesting voor het personeel. Omdat zowel Digoel als Merauke door de Japanners werden gebombardeerd, bestond de vrees dat de politieke ballingen zouden worden bevrijd, daarom zijn ze in 1943 overgebracht naar Australië. Gecensureerde brief vanuit Digoel (Nederlands Nieuw-Guinea) naar het hoofdkantoor van de Nederlandse Marine in Melbourne, 22 FEB 44. Hierboven een brief vanuit Digoel verzonden aan het hoofdkantoor van de Nederlandse Marine in Melbourne. De brief is per luchtpost verzonden en gefrankeerd met 17½ cent, het vooroorlogse tarief. Hij is gecensureerd door het hoofd van de lokale administratie - Tanah Merah, het district waarin Digoel gelegen is. Het hoofd van de lokale administratie was de lokale opperbevelhebber. Met dank aan K.J. Bryson, R. Casey, A. Harahap, M. Hashimoto, S. Masuyama T. Morikawa, F.J. Nash, M. Tsuchiya, en L.B. Vosse voor hun medewerking. Literatuur: Aitink, H.E. Luchtpost onder invloed van oorlogsomstandigheden, 2010. Aoki, Y. A private record Jagatara, the Dutch East Indies Postal Service, 1986 (in Japanese). Boesman, J. Postvluchten. Uit de geschiedenis van het luchtpostvervoer, 1969. Putten, P. van, & Postal Censorship and Internment Camp Mail in the Netherlands Indies Weijer, de N. 1940-1942, 2015 120