Anti-pestprotocol Basisschool Ste Marie Doelstelling van het anti-pestprotocol: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen en met plezier naar school gaan, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen in een sfeer van wederzijds respect en vertrouwen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Leerkrachten, leerlingen, ouders en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk het anti-pestprotocol Voorwaarden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers. De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van de anti-pestcoördinator nodig. Hij kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. De anti-pestcoördinator De anti-pestcoördinator op Ste Marie is Dave Baecklant. Hij heeft de volgende taken: Hij is verantwoordelijk voor het anti-pestbeleid binnen onze school; hij houdt zicht op de berichtgeving en wetgeving omtrent het onderwerp pesten binnen het primair basisonderwijs zodat ons anti-pestbeleid up-to-date is en voldoet aan de wet. Hij is er verantwoordelijk voor dat alle direct betrokken partijen kennis hebben van het anti-pestprotocol. Hij zal ervoor zorgen dat het anti-pestprotocol binnen de school regelmatig onder de aandacht wordt gebracht en leeft binnen onze school. Eens in het jaar zal Dave het anti-pestprotocol op een teamvergadering op de agenda zetten; dit om als team gezamenlijk te beoordelen of het protocol nageleefd wordt, of het (nog) up-to-date is en of we er als team zaken in zouden willen veranderen. Binnen onze school is Dave het aanspreekpunt voor alles wat te maken heeft met pesten. Zowel leerlingen, als ouders/ verzorgers en collega s kunnen een beroep op Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 1
hem doen. Dave zal samen met de betreffende leerling(en), de betreffende ouders/verzorgers en de betreffende leerkracht(en) het pestprobleem in kaart brengen en op zoek gaan naar oplossingen. Vervolgens zal Dave vinger aan de pols houden tijdens het traject dat uitgezet wordt en het aanspreekpunt blijven. De anti-pestcoördinator heeft ook een belangrijke rol als het gaat om het voorkomen van pesten binnen onze school. Hij is medeverantwoordelijk voor het beleidsplan sociaal emotionele ontwikkeling, waarbinnen de nadruk ligt op elkaar met respect behandelen, je veilig voelen binnen de school, jezelf durven zijn en je binnen de groep en binnen de school bij elkaar betrokken voelen. Hij maakt deel uit van de Werkgroep Pedagogisch Klimaat. Wat verstaan we onder pesten? We spreken van pestgedrag als dezelfde leerling regelmatig en systematisch bedreigd en geïntimideerd wordt. Pesten is een vorm van geweld en daarmee grensoverschrijdend en zeer bedreigend. Een klimaat waarin gepest wordt, tast iedereen aan. In een klas waar gepest wordt, kunnen alle leerlingen slachtoffer worden. Pestgedrag moet dan ook door iedereen serieus worden genomen. Het lastige is dat veel pestgedrag zich in het verborgene afspeelt, zodat het moeilijk is om er greep op te krijgen. En zelfs als het pestgedrag wordt opgemerkt, weten leerkrachten en anderen niet altijd hoe ze ermee om kunnen gaan. Docenten en onderwijsondersteunend personeel hebben echter een taak (samen met de ouders en de leerlingen zelf) bij het tegengaan van pesten. Leerlingen moeten weten dat ze hulp kunnen krijgen van volwassenen in de school en hierom durven vragen. Volwassenen dienen oog te hebben voor de signalen van leerlingen. Er wordt op meerdere manieren gepest: Met woorden: vernederen, belachelijk maken,schelden, dreigen, met bijnamen aanspreken en gemene briefjes. Lichamelijk: trekken aan kleding, duwen en sjorren, schoppen, slaan, krabben, bijten, laten struikelen en aan haren trekken. Intimideren: opjagen, achtervolgen, in de val laten lopen, klem zetten en dwingen om iets af te geven/mee te nemen. Uitsluiting: doodzwijgen, negeren, uitsluiten van feestjes en uitsluiten bij groepsactiviteiten. Stelen en vernielen: eigendommen afpakken en beschadigen. Afpersing: dwingen om geld of spullen af te geven en het afdwingen om iets voor de pestende leerling te doen. Digitaal pesten: anonieme berichten versturen via social media, whats app en sms, schelden, roddelen, bedreigen, foto s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen en het versturen van een e-mail bom. Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 2
Onze aanpak 1. Voorkomen van pesten De school: stelt ouder(s)/verzorger(s) bij aanmelding van hun kind op de hoogte van het antipestprotocol. bevordert goed pedagogisch klimaat, onder andere door lessen van de Kanjermethode in groep 1/2, groep 4 en groep 7. Tevens vindt er in elke groep op vrijdagochtend van 8.30 uur tot 09.00 uur een Kanjerles plaats. start het schooljaar in de bovenbouwgroepen met de preventieles van Meidenvenijn is niet fijn! zorgt ervoor dat het thema pesten jaarlijks aan de orde komt door groepsgesprekken. Hierbij worden de richtlijnen van de Kanjermethode gevolgd. onderkent de voorbeeldfunctie, kan stelling nemen en is eenduidig in de aanpak. leert de kinderen wat het verschil is tussen pesten/plagen en klikken/melden. bespreekt de leefregels van de school en de leerkracht stelt samen met de leerlingen in de eerste week van het schooljaar gedragsregels op voor in de groep. evalueert periodiek de impact en grootte van het pesten op haar school. bespreekt bij iedere groepsbespreking de ontwikkeling van de groep en leerlingen individueel op sociaal emotioneel gebied en volgt deze met het volgsysteem Kanvas. onderneemt actie indien er signalen zijn van pesten. De ouder(s)/verzorger(s): onderkennen hun voorbeeldfunctie; kunnen handelen van hun kind objectief bekijken. conformeren zich door aanmelding op de school aan het anti-pestprotocol van onze school. 2. Aanpak van pesten Vermoeden van pesten: overleg met collega s: wat is er aan de hand en welke acties ondernemen we? aandacht in de klas schenken aan het onderwerp pesten. leerlingen aanspreken die betrokken zijn. afspraken maken met leerlingen/groep over omgang met elkaar. ouders van betreffende leerlingen inlichten. melding in dossier leerling maken en afspraken maken over terugkoppeling. Constateren/waarnemen van pesten: overleg met collega s: wat is er aan de hand en welke acties ondernemen we? bespreken in de klas, waarbij stelling genomen wordt. rol van de groep bespreken. hulp bieden aan de pester en gepeste. ouders van betreffende leerlingen inlichten. melding in dossier leerling maken en afspraken maken over terugkoppeling. pester dient excuses aan te bieden aan de gepeste Herhaaldelijk pestgedrag: overleg met collega s: welke acties ondernemen we en wat zijn de sancties? gesprek met ouders en directie melding in dossier leerling maken en afspraken maken over terugkoppeling. Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 3
3. Sancties Fase 1: Bewustwordingsgesprekken na schooltijd, al dan niet gekoppeld aan een afsprakencontract m.b.t. gedragsverandering en de naleving daarvan Schriftelijk uit te voeren opdrachten over de rol in het pestprobleem en/of het schrijven van een excuusbrief. Kinderen worden niet bestraft met het binnenblijven tijdens de pauze en/of nablijven. Fase 2: Inschakeling van de interne begeleider om te komen tot deskundige hulp (O.A. GGZ schoolarts, SoVa-training, schoolmaatschappelijk werk) Fase 3: Tijdelijke plaatsing in een andere groep binnen de school. (Tijdelijke) plaatsing op een andere school binnen het bestuur. Fase 4: Schorsing of verwijdering. Dit gebeurt door de directeur conform het protocol Schorsing-Verwijdering Begeleiding van de gepeste leerling Medeleven tonen, luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest. Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten; Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie. Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s). Het gepeste kind niet overbeschermen. Begeleiding van de pester Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten. Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. Excuses aan laten bieden. In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. Kind leren om niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de stop eerstnadenken-houding of een andere manier van gedrag aanleren; Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten?; Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn. Inschakelen hulp: SoVa-training, GGZ Schoolarts, huisarts enz. Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 4
Adviezen aan de ouders Ouders van gepeste kinderen Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pesters om het probleem bespreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Door positieve stimulering en schouderklopjes kan het zelfrespect van uw kind vergroot worden of weer terug komen. Stimuleer uw kind voor zichzelf (en anderen) op te komen. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een (team)sport Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt Ouders van pesters Neem het probleem van uw kind serieus en besteed er extra aandacht aan. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans om pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Geef zelf het goede voorbeeld. Aanvulling Anti-pestprotocol: Cyberpesten. Cyberpesten gebeurt vaak buiten de school. Het ruziën en pesten gaat echter vaak op school door. Er ontstaat een onveilig klimaat en schoolresultaten lijden eronder. Het is een groeiend probleem. Daarom is een aanvulling op het huidige pestprotocol van de Ste Marie van groot belang. Dit protocol stuurt aan op een integrale aanpak in samenwerking met de ouders. Er zijn verschillende vormen van cyberpesten: anonieme berichten versturen, schelden, roddelen, bedreigen, foto s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen en het versturen van een e-mail bom De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Wanneer de juf of meester merkt, dat er door kinderen uit haar/zijn klas thuis gebruik gemaakt wordt van chatprogramma s en social media bespreekt de leerkracht met de groep de voordelen maar ook de risico s hiervan. In de bovenbouwgroepen is dit in ieder geval aan de orde. Op Ste Marie kiezen wij voor een curatieve aanpak; een aanpak met als doel het cyberpesten te stoppen. Signalen betreffende cyberpesten nemen we daarom altijd serieus. Wanneer de juf of meester signaleert dat er sprake is van cyberpesten, volgt zij/hij het stappenplan. Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 5
Stappenplan bij cyberpesten: 1. Gesprek met de gepeste leerling en gesprek met de dader(s) Deze gesprekken vallen beiden onder de eerste stap. Ze dienen naast elkaar uitgevoerd te worden. Het is namelijk van belang dat er met zowel het slachtoffer als met de daders in gesprek gegaan wordt. Daarvoor dienen de dader(s) dus opgespoord te worden. Er moet worden afgewogen of de gesprekken afzonderlijk plaatsvinden of dat dit in een driegesprek (leerkracht, slachtoffer en dader) kan plaatsvinden. Hierbij worden duidelijke afspraken gemaakt over het vervolg. Gesprek met de gepeste leerling Het is van belang dat de leerkracht: deze leerling en diens klacht serieus neemt. de leerling zijn verhaal laat doen en daar de tijd voor neemt. zich probeert in te leven in de leerling. geen verwijten maakt. Dat maakt het onveilig voor de leerling, waardoor deze minder zal vertellen of zelfs helemaal niets meer zal vertellen. de leerling de tip geeft om de pester te blokkeren en/of te verwijderen. door blijft vragen Opsporen van de dader(s) Soms zal bekend zijn wie de pester is en soms niet. Wanneer niet bekend is wie de pester is zal er getracht moeten worden om dit op te sporen. Dit kan gedaan worden door gesprekken te bewaren en uit te printen. In deze gesprekken kunnen aanwijzingen staan over wie de dader is. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Gesprek met de dader(s) Het is van belang dat de leerkracht: ingaat op wat er gaande is. door blijft vragen. goed luistert naar de kant van het verhaal van deze leerling en dit serieus neemt. wijst op de mogelijke gevolgen voor de gepeste leerling. duidelijk maakt dat de leerling zich schuldig maakt aan een ernstig feit en dat dit in sommige gevallen zelfs strafbaar is. Als het pesten op deze manier bespreekbaar wordt gemaakt, bestaat wel het gevaar dat het slachtoffer opnieuw door de pester(s) te grazen wordt genomen. Wij moeten dus oog houden voor het pestgedrag 2. Ouders/verzorgers van de leerlingen op de hoogte stellen De leerkracht informeert zowel de ouders/verzorgers van de gepeste leerling als de ouders/verzorgers van de pester zo spoedig mogelijk over wat er speelt. Het is van belang dat de leerkracht: vraagt aan de ouders of zij de signalen herkennen. Wanneer zij niet weten wat de signalen zijn, kan hij hen hierover informatie geven. ouders/verzorgers vertelt dat het niet hun schuld is. Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 6
de ouders informeert over de afspraken die met de leerlingen zijn gemaakt, wanneer het gesprek met hen al heeft plaatsgevonden. de ouders vertelt welke maatregelen zij kunnen nemen/wat zij kunnen doen. de leerkracht kan de ouders/verzorgers voor meer informatie verwijzen naar bijvoorbeeld: Het gratis telefoonnummer 0800-5010 (voorheen de onderwijstelefoon). eventueel ouders doorverwijst naar www.pestweb.nl. Zij kunnen antwoord geven op vragen van ouders/verzorgers. Zij zijn ook per telefoon te bereiken: 0800 2828280 of mobiel 3. Monitoring en afronding Het is belangrijk om de leerlingen te blijven volgen en goed op te letten of het digitale pesten daadwerkelijk is gestopt. Aan de leerling die gepest is wordt af en toe gevraagd hoe het met hem/haar gaat. Let erop dat dit gebeurt in een veilige ruimte. Wanneer de leerling over de gang loopt zal hij/zij waarschijnlijk minder snel zeggen dat het niet goed gaat. Ook de leerling die gepest heeft kunt u vragen hoe het met hem/haar gaat. Deze kan namelijk ook behoefte hebben aan aandacht. Anti-pestprotocol basisschool Ste Marie versie september 2016 7