Jaarverslag. Utrecht

Vergelijkbare documenten
Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Jaarverslag. faunabeheereenheid Utrecht 2016

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Faunabeheereenheid Overijssel

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Zomerganzentelling Provincie Utrecht

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Nieuwsbrief 2 Juli 2015

Fauna en wet Natuurbescherming

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ;

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Zomerganzentelling Provincie Utrecht. Canadese gans

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Documentnummer: Page 1 of 11

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Faunabeheerplan Fryslân Actualisatie en aanvulling 2017

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Nieuwsbrief December 2018

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Bekijk deze nieuwsbrief online

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

FAUNABEHEERPLAN ALGEMENE SOORTEN NOORD-HOLLAND VOOR EEN PLANMATIG EN EFFECTIEF BEHEER

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 inwerking is getreden;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

7.3 Zwarte kraai (Corvus corone)

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen?

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland 28 februari 2015

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Faunabeheerplan Groningen

5.3 Haas (Lepus europaeus)

Aanvraagformulier EB-2

Met vriendelijke groet,

7.2 Kauw (Corvus monedula)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Wet natuurbescherming

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Faunabeheereenheid Limburg

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos)

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

Aanvraagformulier 05 EB-1

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M.

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht Bijlage(n): -

Faunabeheerplan Groningen

Uitvoering Flora- en Faunawet

Transcriptie:

1 Jaarverslag Utrecht 2017 1

Colofon Verslagjaar 2017 Stichting Faunabeheereenheid Utrecht Postadres: Hooge Hoek 2-3 3927 GG Renswoude Telefoon 088 250 1200 E-mail info@fbeutrecht.nl Internet Utrecht.faunabeheereenheid.com 2 Eindredactie Faunabeheereenheid Utrecht Fotograaf Ton Richter

Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Algemeen... 6 Activiteiten... 11 Wetgeving... 15 Preventieve maatregelen... 17 Ontheffingen, Vrijstellingen en Opdrachten... 18 Disclaimer... 19 Vos... 20 Grauwe gans... 21 Brandgans... 24 Kolgans... 27 Canadese gans... 29 Verwilderde boerengans... 31 Nijlgans... 32 Meerkoet... 33 Smient... 34 Gaai... 35 Spreeuw... 36 Ekster... 37 Zwarte Kraai & Kauw... 38 Knobbelzwaan... 39 Rosse Stekelstaart... 41 Verwilderde duif... 42 Verwilderde kat... 43 Ree... 44 Damhert... 45 3 Wild zwijn... 46

Wilde eend... 47 Konijn... 48 Haas... 49 Houtduif... 50 Fazant... 51 Faunatelling... 52 Zomerganzentelling... 54 Voorjaarstelling Ree... 56 Faunafonds... 57 Interview... 59 Interview... 61 4

Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2017 van de Faunabeheereenheid Utrecht. Het jaarverslag biedt naast een beeld van onze werkzaamheden ook een feitelijke weergave van het gerealiseerde beheer in de provincie Utrecht. Het jaar 2017 was het jaar waarin de Wet natuurbescherming en de nieuwe provinciale verordeningen in werking traden. Dat leidde ertoe dat de uitvoering van het faunabeheer in Utrecht is aangepast en de begrenzing van Wildbeheereenheden is aangepast. Dit mag gezien worden als een belangrijk winstpunt voor het efficiënter uitvoeren van het geheel aan werkzaamheden. Ook voor de Faunabeheereenheid zelf waren er belangrijke gevolgen. De samenstelling van het FBE-bestuur en de statuten zijn aangepast en in overeenstemming gebracht met de nieuwe wet- en regelgeving. De Faunabeheereenheid zet zodoende in op een stevig organisatorisch en maatschappelijk verankerde organisatie en een transparant en duurzaam faunabeheer in onze provincie. Naast deze taken van de Faunabeheereenheid is er ook bijzonder veel werk verricht in de praktische uitvoering van het faunabeheer. Dit is, naast de inzet van ons eigen team, vooral te danken aan de inzet van een groot aantal enthousiaste en deskundige vrijwilligers. Dank gaat dan ook uit naar al deze personen die samen met ons tijd en energie hebben besteed om een krachtige impuls te geven aan de kwaliteit van beheer en onderhoud van ons landelijk gebied. Al met al is het nu voorliggende jaarverslag een mooie terugblik van het voorafgaande jaar, waarin een stevige basis is gelegd voor onze werkzaamheden in het huidige jaar. Een jaar waarin ik ook nu weer een oproep wil doen aan alle organisaties om constructief mee te werken aan het verwezenlijken van onze gezamenlijke doelstelling: het op zorgvuldige en verantwoorde wijze beheren van de fauna ten einde schade en overlast te voorkomen dan wel te beperken. Ik wens u veel leesplezier. Namens het bestuur van de Faunabeheereenheid Utrecht, G.A. de Kruif voorzitter 5

Algemeen De Stichting Faunabeheereenheid Utrecht (FBE) is de door Gedeputeerde Staten van Utrecht erkende zelfstandige stichting met als bijzondere opdracht om uitvoering te geven aan het bestrijden van schade en het beheer van in het wild levende dieren. De stichting verricht haar werkzaamheden binnen de kaders van het rijks- en provinciaal beleid. De organisatie en haar activiteiten worden, vanwege het wettelijke karakter, door de provincie Utrecht gefinancierd. Bestuur Het bestuur van de FBE wordt gevormd door afgevaardigden uit de volgende organisaties: Land- en Tuinbouworganisatie Noord, Federatie Particulier Grondbezit, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, het Utrechts Landschap en de Dierenbescherming. Het bestuur heeft een onafhankelijk voorzitter. Samenstelling bestuur per 31 december 2017 G.A. de Kruif (voorzitter) L.P.M.J. Canjels (vice-voorziter) H.J.E. van Beuningen (penningmeester) A. van Garderen (secretaris) W. Neutel (lid) S.G. van Dockum (lid) M. Smeenk (lid) J. Nuissl (directeur) Adviseurs: - J. Steenbeek (NOJG) - R. van der Vlies (KNJV) Jacht, beheer en schadebestrijding Schadebestrijding heeft betrekking op het bestrijden van schade door dieren op lokaal niveau: het schadeperceel en de directe omgeving. Met een vrijstelling of een ontheffing wordt het aan de grondgebruiker toegestaan om dieren, nadat deze zijn verjaagd, te doden om schade of dreigende schade aan gewassen van de grondgebruiker te voorkomen. Bij de verlening van de vrijstelling of 6

ontheffing wordt gekeken of de duurzame instandhouding van de desbetreffende populatie niet in gevaar komt door de schadebestrijding. In sommige gevallen is het voor de effectiviteit van de verjaging nodig dat, als middel ter ondersteuning van verjaagacties, ook dieren kunnen worden gedood. In dat geval spreken we van verjaging met ondersteunend afschot. (Populatie)beheer heeft betrekking op het beheren van de stand van beschermde soorten veelal op leefgebiedsniveau. Hiervoor is het noodzakelijk dat in het faunabeheerplan aan de hand van gegevens over de draagkracht van het gebied en gegevens over schadedreiging wordt bepaald hoeveel dieren er kunnen leven. Door deze doelstand te vergelijken met de telgegevens van de populatie kan worden bepaald hoeveel dieren er aan de populatie onttrokken moeten worden. Voor het uitvoeren van populatiebeheer dient altijd een ontheffing of vrijstelling te worden verleend door de provincie. Jacht daarentegen heeft alleen betrekking op vijf wildsoorten. Op basis van de wet en haar uitvoeringsregelingen is aangegeven op welke wildsoorten de jacht is geopend (konijn, haas, wilde eend, houtduif en fazant), wanneer (jachtseizoen) en onder welke voorwaarden de jacht kan plaatsvinden. Kort gezegd is de jacht dus het bemachtigen van wildsoorten gedurende het jachtseizoen. Bij jacht is de jachthouder (vaak een jager die de jacht huurt van de grondeigenaar) verantwoordelijk voor de redelijke wildstand. Dit is de stand waarbij de wildsoort geen of beperkte schade veroorzaakt, zonder dat de duurzame instandhouding van de soort in het gebied in het geding komt. Er kan worden gejaagd zonder ontheffing of vrijstelling van de provincie. De jachthouder is evenwel wettelijk verplicht om bij de uitvoering van de jacht het faunabeheerplan in acht te nemen. Artikel 3.12, lid 1 Wnb geeft aan dat de jacht dient te geschieden in overeenstemming met het faunabeheerplan. Hiermee kan de uitoefening van de jacht door een jachthouder worden afgestemd met uitoefening van de jacht op andere jachtvelden en de schadebestrijding op basis van de landelijke en provinciale vrijstellingen en op basis van provinciale ontheffingen. De Faunabeheereenheid faciliteert en coördineert het duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, de bestrijding van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers en de uitoefening van de jacht. De uitvoering hiervan geschiedt overeenkomstig het door haar opgestelde en door Gedeputeerde Staten goedgekeurde faunabeheerplan. Faunaschade beleid Met het Bestuursakkoord natuur van 20 september 2011 zijn de provincies sinds 1 januari 2012 beleidsmatig én financieel verantwoordelijk voor het Faunafonds. Vanaf 1 januari 2017 zijn ze dat op grond van artikel 6.1. Wnb ook juridisch. Op grond van artikel 6.1. Wnb verleent de provincie in voorkomende gevallen tegemoetkomingen in schade aangericht door van nature in het wild levende beschermde soorten. Dat betekent dat de provincie de regels die voorheen door het Faunfonds werden opgesteld en uitgevoerd nu zelf moet vaststellen en de uitvoering daarvan moet beleggen. Het faunaschadebeleid is het onderdeel van het faunabeleid dat zich richt op de kostenbeheersing van de gewasschade binnen het faunabeleid in de range van voorkomen - bestrijden - vergoeden. De wettelijke verplichting tot het in voorkomende gevallen geven van tegemoetkomingen in de schade is 7

de laatste schakel in de range van het faunabeleid. Dit betekent dat de tegemoetkomingen in de schade sterk afhankelijk zijn van de inzet op de eerste twee schakels en de beperkingen op grond van de Wnb om de schade te mogen bestrijden. Met de overname van het Faunafonds hebben de provincies zichzelf een bezuinigingstaakstelling opgelegd door de uitvoeringskosten van het Faunafonds terug te dringen, ook wel het dichtschroeien van de openeinderegelingen van het ministerie van EZ. De Faunabeheereenheid is van mening dat het in 1 hand brengen van zowel het faunabeleid als het verzorgen van schadetegemoetkomingen een verstandige keuze. Zorgen spreekt zij wel uit over het voornemen om de hoogte van de uit te keren schadetegemoetkomingen aan grondgebruikers te beperken, zeker indien zij niet effectief in staat worden gesteld om deze schade te voorkomen. Wettelijke positie Faunabeheereenheid Wet natuurbescherming De Faunabeheereenheid faciliteert en coördineert het duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, de bestrijding van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers en de uitoefening van de jacht. De uitvoering hiervan geschieden overeenkomstig de faunabeheerplannen. De organisatie als zodanig is opgenomen in art. 3.12 van de Wet natuurbescherming. Uit deze wet volgen de taken van de FBE: o.a. het opstellen van Faunabeheerplannen t.b.v. het duurzaam beheer van populatie van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en de uitoefening van de jacht. In de provinciale verordening Natuur en Landschap, provincie Utrecht 2017 is dit nader ingevuld. Verordening Natuur en Landschap Conform artikel 3.14 van de verordening is de Faunabeheereenheid verantwoordelijk voor: de coördinatie van de uitvoering van het door haar vastgestelde faunabeheerplan; de informatievoorziening over de aan de Faunabeheereenheid toekomende bevoegdheden en actuele ontwikkelingen op het gebied van faunabeheer het opstellen van telprotocollen ten behoeve van trendtellingen de advisering van GS over aangelegenheden inzake faunabeheer Doel Faunabeheereenheid De FBE opereert binnen de nationale wetgeving en het door de provincie Utrecht gestelde beleidskader. De FBE Utrecht hanteert op basis van dit juridische kader, de volgende centrale doelstelling: Het maken en vaststellen van faunabeheerplannen voor het planmatig en verantwoord faunabeheer en het stimuleren, faciliteren en coördineren van de planmatige uitvoering ervan. De FBE legt het accent op een gecoördineerde en planmatige uitvoering van het faunabeheer. Een dergelijke wijze draagt bij aan een effectief beheer gericht op het voorkomen dan wel beperken van faunaschade. Dit doet zij door met alle relevante gebiedspartners in gesprek te gaan, samen te werken, te stimuleren en zo nodig te faciliteren. Opgemerkt zij dat de FBE hierin géén resultaatsverplichting 8

kent aangezien de FBE niet over (wettelijke) bevoegdheden beschikt om uitvoerders hierop dwingend te sturen dan wel resultaat af te dwingen. Daarbij zijn grondgebruikers als eerste verantwoordelijk voor de realisatie van het faunabeheer en de bestrijding van schade op hun eigen gronden of het nalaten daarvan. Wel moet worden geconstateerd dat door de deskundige en faciliterende rol die de Faunabeheereenheid vervult de samenwerking tussen gebiedspartijen op het gebied van faunabeheer sterk is toegenomen. Rol en positie Faunabeheereenheid De FBE, opgericht 16 oktober 2002, is een zelfstandige (netwerk-)organisatie waarbinnen (deels) tegengestelde belangen kunnen spelen. De toegevoegde waarde van de FBE zit er dan ook in deze belangen af te wegen om vervolgens tot een compromis te komen. Hiermee wordt ook maatschappelijk draagvlak beoogd. De bijdrage van de FBE aan de provinciale beleidsdoelen De provincie heeft de wettelijke taak om (planten en) dieren te beschermen. Dit is onder meer in de Wet natuurbescherming vastgelegd. Op provinciaal niveau is beleid vastgesteld en weergegeven in de provinciale verordening met dito beleidsregels alsmede de Natuurvisie. Het is in principe verboden om dieren te doden. Onder bepaalde omstandigheden en indien er bepaalde maatschappelijke belangen in het geding zijn kan hiervan worden afgeweken. In dat geval is er sprake van faunabeheer en komen de activiteiten van de Faunabeheereenheid in beeld. De provinciale beleidsdoelen omvatten (samengevat): In algemene zin streeft de provincie naar een goede balans tussen de instandhouding van soorten en intrinsieke waarde van het dier versus het voorkomen en bestrijden van schade m.b.t. de wettelijke belangen. Terugdringen van belangrijke en/of te verwachten schade (5% eigen risico = minimaal 250,-/geval) ter voorkoming van ernstige schade aan gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom. Verbetering van het belang van de veiligheid van het vliegverkeer en verbetering van de verkeersveiligheid op de weg en het spoor. Voorkomen en/of terugdringen van negatieve invloeden aan het belang van de bescherming van wilde flora of fauna en de instandhouding van natuurlijke habitats. Zoveel mogelijk veiligstellen van het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid. De activiteiten zoals beschreven in dit jaarverslag zijn erop gericht een bijdrage te leveren aan de realisatie van de provinciale beleidsdoelen m.b.t. het faunabeheer in Utrecht. Specifiek daar waar het gaat om duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, de bestrijding van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers en de uitoefening van de jacht. 9

Rol provincie De provincie Utrecht ziet erop toe dat het beheer van flora en fauna in Utrecht op een adequate wijze plaatsvindt. Het faunabeheer zelf is geen bevoegdheid van de provincie, de grondgebruikers zijn namelijk zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van beheer en schadebestrijding. Grondgebruikers, zoals boeren en terreinbeherende organisaties, kunnen hiervoor bij de provincie een ontheffing aanvragen, individueel of gezamenlijk via de Faunabeheereenheid. In de Wet natuurbescherming en de provinciale verordening staan de toetsingscriteria voor het verlenen van deze ontheffingen. De provincie toetst de aanvragen aan deze wet en het provinciaal beleid en houdt toezicht op de uitvoering. Daarbij bewaakt de provincie de balans tussen het voortbestaan van populaties en het beschermen van het individuele dier enerzijds en schade aan in de wet genoemde belangen en het beperken en voorkomen van onveilige situaties anderzijds. De provincie is tevens verantwoordelijk voor de beoordeling en het goedkeuren van Faunabeheerplannen. Op basis van een Faunabeheerplan kan een Faunabeheereenheid bij de provincie vrijstellingen of ontheffingen onderbouwen en aanvragen. De provincie verleent de Faunabeheereenheid subsidie om het faunabeheer binnen haar provincie planmatig en gestructureerd uit te voeren. 10

Activiteiten De activiteiten in 2017 2017 stond vooral in het teken van het Faunabeheerplan. Zo werd het Faunabeheerplan Jacht- en vrijgestelde soorten opgeleverd en is, als gevolg van de introductie van de Wet natuurbescherming, een aanvang gemaakt met de actualisatie van het vigerende faunabeheerplan. Tezamen met de FBE s Noord- en Zuid-Holland heeft Utrecht de totstandkoming van het Faunabeheerplan Schiphol begeleid en is, tezamen met enkele betrokken collega-fbe s getracht een landelijk format te ontwikkelen voor het schrijven van provinciaal op elkaar afgestemde Faunabeheerplannen. Jaarrond vergde de effectenanalyse voor de N2000 onze aandacht evenals de diverse gerechtelijke procedures. 2017 was ook het jaar waarin de invoering van de Wet natuurbescherming geïmplementeerd is. De introductie van deze nieuwe wet en de veranderingen die dit met zich meebracht hebben ontegenzeggelijk tot een hogere werklast geleid. Naast deze zgn. milestones vergde de uitvoering van het grote aantal reguliere taken en activiteiten als: het bevorderen van de gecoördineerde uitvoering van het faunabeheer, de tellingen, advisering en voorlichting, het provinciaal ganzenbeheer met dito veelvuldig overleg, alsmede het proces van ontheffingsaanvragen en uitgifte van machtigingen incl. de daarbij behorende rapportages, de nodige aandacht. Mede vanwege de blijvende werkdruk was de prioriteitsstelling scherp. Als gevolg daarvan zijn ook een aantal activiteiten niet of minder uitgevoerd bijvoorbeeld omdat dit door juridische procedures 1 onmogelijk werd gemaakt (opschaling inzet ganzenbeheerteam) of omdat de FBE over onvoldoende capaciteit of mogelijkheden beschikte om aan verzoeken te kunnen voldoen (o.a. participatie in divers inhoudelijk overleg c.q. vermindering deelname werkgroepen en begeleiding onderzoeken). Ook heeft zij noodgedwongen niet alle projecten kunnen uitvoeren die wel opgenomen waren in de begroting. Als gevolg van een eenzijdige beëindiging van de FBE rechtsbijstandverzekering 2 door de rechtsbijstand verzekeraar heeft de FBE, mede in het licht van de scherpe prioriteitenstelling, moeten besluiten om de formele juridische procesvoering van gerechtelijke procedures tegen aan haar verleende ontheffingen primair over te laten aan de provincie. 1 O.m.: uitspraak RvS d.d. 18 oktober 2017 (nummer: 201605130/1/A3): stopzetten populatiereductie ganzen als gevolg van het niet kunnen aantonen van een causaal verband tussen populatieomvang enerzijds en schadeomvang anderzijds. 2 Als gevolg van het fors door de jaren heen toegenomen aantal juridische procedures tegen aan de Faunabeheereenheid verleende ontheffingen heeft DAS-rechtsbijstand medio 2017 de FBE in kennis gesteld van contractbeëindiging. Gelet op het grote aantal jaarlijks te voeren procedures is geen enkele alternatieve aanbieder bereid gevonden om een vervangend aanbod te doen.. 11

SAMENVATTEND ZIJN DE BELANGRIJKSTE RESULTATEN: Een nieuw Faunabeheerplan jacht en vrijgestelde soorten Een conceptversie actualisatie Faunabeheerplan De feitelijke invoering van de nieuwe Wet natuurbescherming werd geheel geïmplementeerd Begeleiding voortoets en effectenanalyses N2000 gebieden Reeënbeheer: o initiatie van een meerjarig praktijkonderzoek naar de effecten van maatwerkbeheer op wegtracés met een verhoogd aantal aanrijdingen; o advisering over het treffen van mitigerende maatregelen ter voorkoming van aanrijdingen met reeën; o ondersteuning van 7 breed samengestelde reeëncommissies alsmede de beoordeling van hun uitvoeringsplannen. Ganzenbeheer: o Projectondersteuning t.b.v. de 4 ganzenclusters; o Projectondersteuning t.b.v. het Projectteam Ganzen Utrecht; o Opzet werkgroep Alternatieve beheersmethoden; o Bestuurlijk advies uitgebracht inzake overzomerende ganzenproblematiek; o Uitvoering en coördinatie ganzenbeheerteam; o Ondersteuning in uitvoering beheerwerkzaamheden TBO s, WBE s, grondgebruikers; o Organisatie van diverse gecoördineerde legselreductie activiteiten op gebiedsniveau; o Advisering gemeenten en semi-overheden over het vraagstuk: hoe om te gaan met ganzenproblematiek in stedelijk gebied en aansluitende periferie ; o Uitvoering legselreductie RWS-infrastructuur (gehele provincie); o Opzet en begeleiding onderzoek naar ganzenschade in Eemland; o Organisatie van een demonstratiemiddag over het gebruik van (handheld) warmtebeeldcamera s voor een effectievere lokalisering van ganzenlegsels; o (Update) inventarisatie Utrechtse ruilocaties; o Coördinatie en begeleiding van de ruivangsten; o Mogelijkheden naar provincie overstijgend ganzenbeheer onderzocht; o Uitwisseling van (juridische en ecologische) kennis en ervaring op het beleidsdossier ganzen met omliggende FBE s vormgegeven; o Begeleiding totstandkoming ganzenbeheerplan Schiphol; o Realisatie vlakte dekkende ganzentelling; o Mogelijkheden in kaart gebracht ter intensivering van het beheer reproductieve deel van de populatie; o Verwerkingsstromen en verbeterde afzet/benutting van tijdens beheer gedode ganzen nader in kaart gebracht. Beheer overige soorten: o Initiatie maatwerkbeheer op schade hotspot locaties; 12

13 o o Begeleiding landelijke onderzoek Faunafonds naar het gebruik van lasers ter voorkoming van faunaschade; Pilotproject: gebruik van Agrilasers ter wering van watervogels. Monitoring/inventarisaties: o Realisatie vlakte dekkende faunatelling (voorjaar); o Realisatie reeëntelling; o Realisatie zomerganzentelling; o Projectondersteuning t.b.v. het Projectteam Faunatellingen Utrecht Verbeteringen doorgevoerd in telprotocol en validatieproces Voorzitterswisseling projectteam gefaciliteerd Stagiairs en afstudeerders: o Begeleiding Erasmus-student van de University of Vienna (Rapport: Efficiency of shooting as a preventive wildlife management measure against crop damage with the focus on Greylag Goose (Anser anser)) o Begeleiding van zowel een voltijds- als deeltijdsgroep studenten aan de Van Hall - Larenstein Hogeschool naar de autecologie van grauwe ganzen Dierziekten: o Vogelgriep: verzorgen actuele stand van zaken over de verspreiding van de vogelgroep richting betrokken uitvoerders incl. het informeren over de gevolgen voor jacht-, beheer en schadebestrijding (ophokplicht); o Hazenpest (Tularemie): zorggedragen voor een adequate gegevens- en informatie uitwisseling tussen DWHC/GD/GGD en betrokken (gebieds)beheerders. Meegewerkt aan diverse media uitzendingen over dit onderwerp; o Participatie surveillance onderzoek dierziekten DWHC. De gevolgen van het stopzetten van het zgn. zwanendriften zijn met alle betrokkenen (w.o. LNV, NvWA, Provincie, WBE s, collega FBE s en grondgebruikers) in kaart gebracht. o Geparticipeerd in divers media-optreden (ook in relatie tot een beheersincident knobbelzwanen in het Groene Hart (ZH)) Het Faunaregistratiesysteem (FRS) heeft een verbeterslag gemaakt en aanpassingen ondergaan Wijziging accountant en inclusief volledig herziene werkwijze ter facilitering van de overstap van samenstellingsverklaring naar controleverklaring Dynamisch werkveld en werkdruk De werkzaamheden van de Faunabeheereenheid zijn sterk afhankelijk van zowel maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Gerechtelijke procedures en uitspraken, wijzigingen in beleid-, wet- en regelgeving hebben evenals bijvoorbeeld vragen vanuit de politiek, media of het maatschappelijk middenveld invloed op de wijze waarop de FBE haar taken en activiteiten kan uitvoeren. Niet in de laatste plaats dragen natuurlijke factoren als de uitbraak van dierziekten, extreme weersinvloeden of verschuivingen in populaties daaraan bij. Dat maakt het werkveld bijzonder dynamisch en maakt dat

prioriteiten gedurende het jaar (kunnen) verschuiven. Deze dynamiek in combinatie met het zijn van een kleine organisatie leidt tot een hoge werkdruk. In het najaar van 2017 is derhalve een extern onderzoek gestart naar mogelijke samenwerking tussen de vier FBE s van Zuid-Holland, Noord-Holland, Flevoland en Utrecht om effectief en efficiënt faunabeheer vorm te geven. Aanleiding voor dit onderzoek was dat er door de provincies over de jaren heen een toegenomen werkdruk bij de FBE s is geconstateerd. Door de nieuwe Wet natuurbescherming zijn nieuwe taken gedecentraliseerd naar provincies die de FBE s weer uitvoeren. Dit heeft gevolgen voor de werkdruk bij de FBE s. Het inmiddels verschenen concept-rapport constateert dan ook dat de werkdruk bij de FBE s hoog is en dat de werkdruk samenhangt tussen enerzijds de beperkte omvang van de organisatie (beperkte formatie) en de breedte van het takenpakket en anderzijds de omvang van het te bedienen netwerk en de hierin te onderhouden contacten en overlegmomenten. Het rapport geeft aan dat samenwerking alleen, de werkdruk en vanwege de beperkte formatie kwetsbaarheid van de organisatie, niet zal verlagen. De meest effectieve oplossing voor de werkdrukproblematiek bestaat uit uitbreiding van de formatie, aldus het concept-rapport: Samenwerking Faunabeheereenheden Provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland, DSP-groep en CLM, 2018. Duidelijke kansen voor inhoudelijke en procesmatige samenwerking tussen de FBE s zijn evenwel mogelijk. Deze dragen primair bij aan de versterking van een effectief en efficiënt faunabeheer. De uitwisseling van (juridische en ecologische) kennis en ervaring op het beleidsdossier ganzen alsmede de ontwikkeling van een landelijke format voor het opstellen van Faunabeheerplannen zijn hiervan reeds concrete voorbeelden. Op basis van de reeds opgedane ervaring is een kanttekening hier evenwel op zijn plaats en dat betreft de inzet van provincies. Inhoudelijke samenwerking veronderstelt immers dat ook de provincies, binnen de daarvoor gegeven politieke en/of bestuurlijke bandbreedte, hun beleidskaders/uitgangspunten en uitvoeringskaders meer op elkaar dienen af te stemmen waardoor er een meer uniform faunabeleid mogelijk is. Voorts zullen ambities en middelen om deze samenwerking te realiseren op elkaar dienen te worden afgestemd. In verband met deze werkdruk en een sterke prioriteitenstelling kon in 2017 geen uitvoering worden gegeven aan de realisatie van het in de praktijk testen van alternatieve verjagingsmiddelen, anders dan de inzet van het middel Agrilaser. De proef met het middel Agrilaser is medio 2017 evenwel voortijdig on hold gezet aangezien de kans op blijvend letsel aan het gezichtsvermogen bij zowel mens als dier bij verkeerd gebruik van het apparaat niet volledig kon worden uitgesloten. Tevens is het niet mogelijk gebleken om de gewenste intensivering van beheermaatregelen die direct ingrijpen in het voortplantingssucces van grauwe ganzen door te voeren. Een combinatie van gerechtelijke uitspraken als het ontbreken van een eenduidige politieke en bestuurlijke koers lagen hieraan ten grondslag. 14

Wetgeving Ontheffing, vrijstelling en opdracht Het invoeren van de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 was de laatste stap in het verleggen van de verantwoordelijkheid van natuurbeleid van het Rijk naar de Provincies. De Provincie Utrecht is hierdoor het bevoegd gezag met betrekking tot de Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming integreert de Flora- en faunawet, boswet en Natuurbeschermingswet 1998. De Wet natuurbescherming is er om de Nederlandse natuur en de daarin voorkomende wilde plantenen diersoorten te beschermen. Ongeveer 500 van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen, vallen onder de bescherming van de Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming kan worden opgedeeld in soortenbescherming, gebiedsbescherming en de daarin geborgde zorgplicht. Plant- en diersoorten vallend onder de soortenbescherming kunnen beschermd worden door drie verschillende beschermingsregiems, namelijk onder de Vogelrichtlijn (A 3.1), Habitatrichtlijn (A3.5) en onder het kopje overige soorten (A3.10). Plant- en diersoorten voorkomend in de beschermde natuurgebieden Natura2000 of Natuurnetwerk (voormalig EHS) gebieden kunnen ook beschermd zijn op grond van de gebiedsbescherming. De wet kent een aantal verboden waaronder het verwijderen van bepaalde planten en het verstoren en doden van sommige dieren. In bepaalde situaties en onder bepaalde omstandigheden mogen de verbodsbepalingen geschonden worden, maar daarvoor is dan een ontheffing, vrijstelling of opdracht (voorheen aanwijzing) nodig. Ontheffing Een ontheffing is een besluit waarbij er op grond van een individueel concreet geval een uitzondering op een wettelijk verbod wordt gemaakt. Een ontheffing kan enkel worden afgegeven als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Er is geen andere bevredigde oplossing (alternatief beheer); De staat van instandhouding ondervindt geen negatief effect; Er is sprake van een wettelijk erkent belang. 15

Vrijstelling Een vrijstelling is een uitzondering op een wettelijk verbod. Een vrijstelling kan worden gebruikt door grondgebruikers of door uitvoerders in het bezit van een grondgebruikersverklaring. Uitvoerders dienen ten alle tijden te voldoen aan de voorwaarden van een vrijstelling. Onder de Wet natuurbescherming kan een vrijstelling worden afgegeven ten behoeve van het voorkomen van belangrijke schade aan, onder andere, gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren en schade aan fauna. Ook voor het afgeven van een vrijstelling gelden minimale voorwaarden: Er is geen andere bevredigde oplossing (alternatief beheer); De staat van instandhouding ondervindt geen negatief effect; Er is sprake van een schade door het gehele land en/of provincie; Er zijn twee soorten vrijstellingen, namelijk een landelijke vrijstelling en een provinciale vrijstelling. Landelijk vrijgestelde soorten betreft soorten die door geheel Nederland schade aanrichten. Het betreft de soorten: Canadese gans, zwarte kraai, kauw, houtduif, konijn en vos. Het bevoegd gezag betreffende landelijke vrijstellingen is het Ministerie van LNV. Provinciale vrijstellingen betreffen soorten die door de gehele provincie belangrijke schade aanrichten. Het bevoegd gezag betreffende provinciale vrijstellingen is de Provincie. Aan het uitvoeren van een vrijstelling zijn voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de wetteksten: besluit natuurbescherming en de regeling natuurbescherming. De genoemde voorwaarden betreffen toegestane en verboden (hulp)middelen en de betreffende beheerperiodes. Schade veroorzaakt door diersoorten vallend onder een gehele vrijstellingen komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming in de schade. Geclausuleerde vrijstellingen kunnen (deels) in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de schade. Opdracht (voorheen aanwijzing) Een opdracht kan door de Provincie worden verstrekt aan een Faunabeheereenheid, wildbeheereenheid of aan andere deskundigen. Het doel van een opdracht betreft het beperken of in zijn geheel verwijderen van een populatie dieren. Een opdracht wordt hoofdzakelijk toegepast bij niet beschermde diersoorten waaronder exoten en verwilderde gedomesticeerde dieren. In tegenstelling tot een ontheffing en/of vrijstelling biedt een opdracht de mogelijkheid tot het betreden van zonder toestemming van de grondgebruiker/grondeigenaar. Niet in alle opdrachten wordt deze mogelijkheid geboden. 16

Preventieve maatregelen In totaal zijn in FRS 57.500 uren geregistreerd waarbij actief wilde dieren zijn verjaagd of verjagingsobjecten waaronder linten, poppen, vlaggetjes etc. zijn geplaatst. Bij +/- 20% van de registraties is geen tijdinspanning voor de preventieve maatregel weergegeven voor deze registraties is een gemiddelde van 3 uur aangehouden. Het registreren van preventieve maatregelen is niet verplicht. De data geregistreerd in FRS geeft dan ook de minimale inspanning van agrariërs en uitvoerders weer. Figuur 1. Urenverdeling van het geregistreerde aantal toegepaste preventieve maatregelen. P r e v e n t i e v e m a a t r e g e l e n A a n w e z i g h e i d m e n s A k o e s t i s c h e m i d d e l e n V i s u e l e m i d d e l e n O n b e k e n d 9 5 % 17

Ontheffingen, Vrijstellingen en Opdrachten 1. Vrijstelling vos 2. Ontheffingen grauwe gans 3. Ontheffingen brandgans 4. Ontheffingen kolgans 5. Vrijstelling Canadese gans 6. Opdracht boerengans 7. Opdracht nijlgans 8. Ontheffingen meerkoet 9. Ontheffingen smient 10. Ontheffingen gaai 11. Ontheffingen spreeuw 12. Ontheffingen ekster 13. Vrijstelling zwarte kraai en kauw 14. Ontheffingen knobbelzwaan 15. Opdracht Rosse stekelstaart 16. Opdracht verwilderde duif 17. Opdracht verwilderde kat 18. Ontheffingen ree 19. Ontheffingen damhert 20. Ontheffingen wild zwijn 21. Jachtsoort wilde eend 22. Jachtsoort konijn 23. Jachtsoort haas 24. Jachtsoort houtduif 25. Jachtsoort fazant 18

Disclaimer Het digitale registratiesysteem (FRS) bood tot 7 juni 2017 de mogelijkheid geschoten dieren te registreren onder een ontheffing die daarvoor niet van toepassing was. In dit jaarverslag worden daarom uitsluitend data weergegeven per diersoort en periode en niet gekoppeld aan een bepaalde ontheffing, vrijstelling, aanwijzing of opdracht. Afschot data en maatregelen zijn geanalyseerd op basis van de aangeleverde data zoals gemeld in het Fauna Registratiesysteem (Natuurnetwerk te Vaassen). Afschot data jachtsoorten, provinciale opdrachten en landelijk vrijgestelde soorten zijn geanalyseerd op basis van de aangeleverde data zoals gemeld door de WBE s bij het KNJV gewest Utrecht. Database van 2 WBE s incompleet. De tellingen geven enkel het aantal waargenomen individuen weer. De werkelijke populatieomvang zal groter zijn. De tellingen kunnen een trend weergeven zoals toename, afname en stabilisatie die te correleren is aan de populatie. Statistische analyses zoals lineaire analyse, Spearman R correlation en Pearson zijn wiskundige berekeningen waarmee een waarde wordt gegeven aan de betrouwbaarheid van een veronderstelling (hypothese). De P-waarde is de waarschijnlijkheid dat een veronderstelling correct is. Hierbij is een P-waarde van 0.05 of lager een significante veronderstelling (zeer sterk verband). Een p-waarde tussen de 0.05 en de 0.1 geeft een trend weer deze is echter niet significant. Er is dan sprake van een verband maar of deze doorzet, heeft een lagere waarschijnlijkheid dan met een significant verband. De schadecijfers zijn aangeleverd door het Faunafonds in de database van februari 2018. Later doorgevoerde aanpassingen op grond van rechtszaken en lopende beoordelingen kunnen mogelijk lijden tot afwijkende cijfers. 19

Vos Gebruik ontheffing Overzicht ontheffingen 2017 Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5429 / 810B8C27 Diersoort: Vos m.b.v. kunstlicht i.v.m. Weidevogels Periode: 1 januari t/m 31 december 2017 WBE s: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3018 / 81000064 Diersoort: Vos m.b.v. kunstlicht Sandenburg i.v.m. Fauna Periode: 1 januari t/m 31 december 2017 WBE s: Kromme Rijn Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5428 / 8108894F Diersoort: Vos freiland 2014-2019 m.b.v. kunstlicht Periode: 1 januari t/m 31 december 2017 WBE s: De Schaffelaar, Kromme Rijn en de Vallei Resultaten totaal Overzicht van beheer vos per jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling (burchten) 217 189 233 242 267 252 244 254 299 Ontheffingen Afschot t.b.v. weidevogels 29 58 93 114 143 90 153 147 156 Afschot t.b.v. Freiland 14 31 17 54 47 47 83 39 96 Afschot Sandenburg - - - - - 4 8 5 15 Vangkooi - - - 12 11 4 0 0 0 Totaal afschot 1 43 89 110 180 201 145 244 191 267 Landelijk vrijgesteld* - - - - - - - - 654 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar 1. Jaarrond afgeschoten, periode: januari t/m december (afschot ontheffingen)! Registratie van landelijk vrijgestelde diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 20

Grauwe gans Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-3099 / 8115ABC8 Diersoort: Koppelvormende grauwe gans afschot Periode: 1 februari tot en met 28 februari 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: Z- WNB-BSB-2017-0134 / 81A75271 Diersoort: Overzomerende grauwe gans Periode: 1 maart tot en met 31 oktober 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: Z-WNB-BSB-2017-0107 / 81A8773C Diersoort: Grauwe gans Schiphol (vangacties) Periode: 1 mei tot 1 augustus 2017 WBE's: 10-20km zone Schiphol Onth. nr.: Z-WNB-BSB-2017-0108/ 81A9F326 Diersoort: Grauwe gans Landbouwschade, (vangacties) Periode: 1 mei tot 31 oktober 2017 Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5884 / 8010DB1C5 Diersoort: Grauwe gans afschot jaarrond t.b.v. Schiphol Periode: 1 januari t/m 31 december 2017 WBE's: 10-20km zone Schiphol Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-0401 / 814D3C0B Diersoort: Overzomerende grauwe gans nestreductie Periode: 1 januari t/m 30 september 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: 03102014ProvBl2389 (provinciale vrijstelling) Diersoorten: overwinterende grauwe gans Periode: 1 november 2017 t/m 1 maart 2018 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s 21

Resultaten totaal Overzicht van beheer grauwe gans per jaar/ per ontheffing 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 19.747 24.116 18.846 18.147 18.796 16.476 Zomertelling 35.668 36.745 27.939 29.384 28.064 28.120 Ontheffingen 2 Koppelvormers - - 1.033 998 964 1.519 Vangacties - 2797 4690 2084-5.560 Nestreductie (eieren) 2206 9924 9043 14.993 1 9.052 16.487 Schiphol 10 km zone - - 46 932 650 818 Afschot zomer* 7.731 14.874 23.897 18.541 18.855 21.974 * periode 1 maart t/m 31 oktober Afschot winter** 5.204 5.280 1.563 2 1.602 1.850 1.513 ** periode 1 november boekjaar t/m 29 februari opvolgend jaar Getax. Schade excl. automatische Eerste snede 249.331 262.253 246.639 253.147 314.009 299.161 Zomersneden 145.485 96.397 126.666 154.179 170.666 169.908 Automatische getax. Schade Eerste snede - - - - 0 408.188 Zomersneden - - - - 0 0 Totaal getax. schade 394.816 358.650 373.305 407.326 484.775 875.908 1: Dit aantal is aangevuld met papierrapportages van onder andere samenwerkende agrarische initiatieven. 2: Voor 2014 konden ganzen in de winterperiode op basis van de provinciale verordening ook worden gedood op overjarig grasland percelen. Dit is tijdens de herziening van de Provinciale verordening (29 september 2014) gewijzigd in percelen met gras ingezaaid na 1 augustus (nieuw grasland). Hierdoor zien we een forse daling in het aantal afgeschoten ganzen in de winterperiode. 22

In navolging van de stabilisatie van de ganzenpopulatie is in het jaar 2017 een lichte afname in de regulier aangevraagde schadebedragen waar te nemen. In 2017 is er naast reguliere aanvragen voor schadetaxaties ook sprake van automatische schadetaxaties. Er worden door grondgebruikers tegemoetkomingen aangevraagd. In ganzenrustgebieden hoeft dit sinds 2017 niet, daar wordt de schade door BIJ12 / Faunafonds ongevraagd geregistreerd (automatische taxaties). Wanneer deze automatische taxaties buiten beschouwing gelaten worden dan blijkt de getaxeerde schade in 2017 afgenomen ten opzichte van 2016. Resultaten reproducerende ganzen Overzicht van beheer koppelvormers grauwe gans per jaar 2015 2016 2017 2018 In totaal 1.319 1.093 1.451 1.035 * periode 1 februari t/m 28 februari van boekjaar In navolging van de resultaten heeft in september 2017 het PGU besloten om de inspanning van de populatiereductie van grauwe ganzen te richten op het reproducerende deel voorafgaand aan het broedseizoen. Hiermee wordt op grond van verschillende beheermodellen getracht de populatie naar een beheersbaar niveau terug te brengen. De benodigde reductie voorafgaand aan het broedseizoen verkleind de aanwas van jonge grauwe ganzen. De nieuwe aanpak heeft daarmee een sterker populatie reducerend effect dan afschot later in het seizoen. Door selectief grauwe ganzen te onttrekken aan de populatie wordt het benodigde aantal te doden grauwe ganzen terug gebracht. De resultaten van 2018 laten geen toename zien van het aantal geschoten reproducerende grauwe ganzen. Ondanks het nieuw ingeslagen beleid van het PGU blijven de resultaten tot op heden achter. 23

Brandgans Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-0399/ 8115ABC8 Diersoort: brandgans paarvormend Periode: 1 april t/m 30 september 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: Z-FF-ONT-1418 / 814F0FF5 Diersoort: brandgans zomer 2015-19 Periode: 15 mei t/m 31 oktober 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-0401 / 814D3C0B Diersoort: Brandgans nestreductie Periode: 1 januari t/m 30 september 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: 03102014ProvBl2389 (provinciale vrijstelling) Diersoort: overwinterende brandgans Periode: 1 november 2017 t/m 1 maart 2018 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s *dit aantal is onderschat. Dit doordat er bij het prikken van de eieren geen onderscheid is gemaakt tussen grauwe gans en brandgans, aldus div. WBE s. 24

Resultaten totaal Overzicht van beheer brandgans per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 10.929 30.109 14.005 17.261 11.827 17.076 Zomertelling 5.952 7.385 4.650 4.264 4.113 5.180 Afschot zomer* 133 883 3.051 998 658 1.024 * periode 1 maart t/m 31 oktober Afschot winter** 43 79 18 83 57 62 ** periode 1 november boekjaar t/m 29 februari opvolgend jaar Getax. schade Eerste snede 2.382 21.121 32.544 24.252 41.000 82.239 Zomersneden 1.705 2.166 7.190 4.512 10.292 9.974 Automatische getax. Schade Eerste snede - - - - 0 2.454 Zomersneden - - - - 0 0 Totaal getax. schade 4.087 23.287 39.734 28.764 51.292 94.667 De getaxeerde schade bij het faunafonds veroorzaakt door brandganzen op de eerste snede gras is in 2017 verdubbeld. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door grote aantallen winterganzen die tot steeds later in het voorjaar in Nederland verblijven, wel tot half mei. Hierdoor treedt er aanzienlijk meer schade op in de eerste snee van gras. Grote groepen brandganzen veroorzaken voornamelijk vraatschade in graslanden. In het Eemland zijn percelen op verschillende afstanden van een woonkavel met elkaar vergeleken (perceel 1: 1000m; perceel 2: 100m). Op beide percelen waren preventieve maatregelen geplaatst. De verhoogde graasdruk, door ganzen waaronder brandganzen, op perceel 1 had een verrijkend negatief effect op de grashoogte en grasdichtheid (zie figuur 2 en 3). Naast een verlaagde biomassa waren ook sporen van verslemping aanwezig op de percelen gelegen op een grote afstand van de woonkavel. 25

Figuur 2. Perceel 1, hoge graasdruk door ganzen. Figuur 3. Perceel 2, lage graasdruk door ganzen. 26

Kolgans Gebruik ontheffing & provinciale vrijstelling Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-1420/ 814B57B7 Diersoort: kolgans zomerperiode Periode: 1-4-2017 tot 1-10-2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s. Resultaten totaal Overzicht van beheer kolgans per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 1.268 21.933 692 528 963 548 Zomertelling 344 599 458 214 292 2 Afschot zomer* 286 1211 666 253 229 217 * periode 1 maart t/m 31 oktober Afschot winter** 1.937 3.479 101 201 127 127 ** periode 1 november boekjaar t/m 29 februari opvolgend jaar Getax. Schade Eerste snede 116.080 107.467 116.201 179.726 174.888 248.353 Zomersneden 509 2.649 0 991 7.816 10.228 Automatische getax. Schade Eerste snede - - - - 0 0 Zomersneden - - - - 0 0 Totaal getax. schade 116.589 110.116 116.201 180.717 182.704 258.581 27

a a n t a l Jaarverslag Faunabeheereenheid Utrecht 2017 1 5 0 0 1 0 0 0 5 0 0 0 2 0 1 2 2 0 1 4 2 0 1 6 2 0 1 8 Z o m e rte llin g A fs c h o t z o m e r Figuur 4. Het aantal waargenomen kolganzen tijdens de zomertelling in vergelijking met de afschotcijfers van de kolganzen in de zomer, weergegeven per jaar. 28

Canadese gans Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-1695/ 8152EFE0 Diersoort: Canadese gans Periode: 4 juni 2017 tot 31 oktober 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s. Resultaat totaal Overzicht van beheer Canadese gans per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 1.990 2.721 1.782 1.877 2.178 2.412 Zomertelling 2.330 2.394 1.933 2.701 2.181 1.731 Afschot* - - - - - 1.469 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar Getax. Schade 2 3.922 2.241 2.346 1.931 350 9 1 1. Taxatiebedrag is volgens de automatische taxatie regeling. 2. Er is geen financiële tegemoetkoming voor schade veroorzaakt door landelijk vrijgestelde soorten tenzij anders bepaald.! Registratie van landelijk vrijgestelde diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 29

N g a n z e n Jaarverslag Faunabeheereenheid Utrecht 2017 3,0 0 0 2,5 0 0 2,0 0 0 1,5 0 0 2 0 1 2 2 0 1 3 2 0 1 4 2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 Z o m e rte llin g V o o r ja a r s te llin g Figuur 5. Het aantal waargenomen Canadese ganzen in het voorjaar en in de zomer. Het aantal waargenomen Canadese ganzen is tot op heden stabiel. Het gemiddeld aantal waargenomen Canadese ganzen blijft over de jaren tussen de 2.000 en 2.500 individuen. In Europa trekken de Canadese gans in tegelstelling tot hun oorspronkelijke leefgebied, het continent Amerika, niet of nauwelijks. Dit is terug te zien in de vergelijkbare aantallen waargenomen Canadese ganzen tijdens de voorjaarstelling en zomertelling. 30

Verwilderde boerengans Gebruik provinciale opdracht & aanvullende ontheffing Onth. nr.: 2005REG0012851 (provinciale opdracht) Diersoorten: verwilderde boerengans, verwilderde kat, verwilderde duif, nijlgans en rosse stekelstaart Periode: 1 januari 2017 t/m 31 december 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: 81163F55 Diersoorten: verwilderde boerengans en nijlgans Periode: 27 januari 2015 t/m 1 september 2019 WBE's: Kromme Rijn Resultaat totaal Overzicht van beheer boerengans per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 1.430 892 827 1.142 1.068 825 Zomertelling 602 657 520 746 570 390 Afschot * - - - - - 261 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar Getax. Schade 1-121 2.586 572 678 54! Registratie van Provinciale opdracht diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 1 Er is geen financiële tegemoetkoming voor schade veroorzaakt door diersoorten aangewezen als provinciale opdracht. 31

Nijlgans Gebruik provinciale opdracht & aanvullende ontheffing Onth. nr.: 2005REG0012851 (provinciale opdracht) Diersoorten: verwilderde boerengans, verwilderde kat, verwilderde duif, nijlgans en rosse stekelstaart Periode: 1 januari 2017 t/m 31 december 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: 81163F55 Diersoorten: verwilderde boerengans en nijlgans Periode: 27 januari 2015 t/m 1 september 2019 WBE's: Kromme Rijn Resultaat totaal Overzicht van beheer nijlgans per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 4.006 3.605 3.437 3.808 4.704 4.410 Zomertelling 5.221 3.648 3.922 3.251 2.506 3.299 Afschot * - - - - - 3.160 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar Getax. Schade 1 Eerste snede 182 697 78 470 792 182 Zomersneden 6 672 39 176 0 30 Automatische getax. Schade Eerste snede - - - - 0 614 Zomersneden - - - - 0 0 Totaal getax. schade 188 1.369 117 646 792 826! Registratie van Provinciale opdracht diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 1. Er is geen financiële tegemoetkoming voor schade veroorzaakt door diersoorten 32 aangewezen als provinciale opdracht.

Meerkoet Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5380 / 810AFB57 Diersoort: meerkoet Periode: 1 oktober 2017 t/m 30 april 2018 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer meerkoet per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 10.785 14.079 9.222 11.270 13.513 14.359 Afschot winter * 786 1.444 1.263 1.143 1.074 1.323 * periode 1 januari t/m 31 december Getax. Schade 2.933 1.282 1.325 0 3.053 0 33

Smient Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5381 / 810AFB59 Diersoort: smient Periode: 1 oktober 2017 t/m 30 april 2018 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer smient per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling - - 1.750 1.453 6.246 4.187 Afschot * 1.619 2.873 2.360 1.922 1.881 1.409 * periode 1 januari t/m 31 december Getax. Schade 19.665 16.533 11.654 6.512 10.705 22.288 Het schadebedrag zoals geregistreerd door het Faunafonds is in 2017 verdubbeld ten opzichte van 2016. In 2017 stond het beheer van smienten onder discussie mede door maatschappelijke druk en rechtelijke aanvechtingen in zowel Noord- als Zuid-Holland als de landelijke teruglopende stand. Op 17 januari 2017 verzocht de provincie Utrecht het FBE bestuur om kritisch te kijken naar de bestaande ontheffing smient. De ontheffing Smient betrof een ontheffing voor verjaging met ondersteunend afschot die gebruikt kan worden in de maanden oktober t/m april. Gezien de onregelmatig optredende pieken in de schade is de beschikbaarheid van deze ontheffing noodzakelijk. Tot op heden heeft het bestuur van de Faunabeheereenheid nog geen besluit genomen t.a.v. het aanscherpen van de voorwaarden van de ontheffing Smient. 34

Gaai Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-2499 / 814FA892 Diersoort: Gaai in fruitteelt Periode: 1 augustus t/m 15 oktober 2017 WBE's: Kromme Rijn Resultaat totaal Overzicht van beheer gaai per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling - - - 904 846 875 Afschot * - 10 42 0 18 8 * periode 1 januari t/m 31 december Getax. Schade 12.898 1.099 99 254 834 244 35

Spreeuw Gebruik ontheffing Onth. nr.: z-ff-ont-2015-1778 / 814E4E83 Diersoort: Spreeuw in bedrijfsmatige fruitteelt Periode: 15 mei t/m 1 november 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer spreeuw per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling - - - - - Afschot * 1.117 2.444 4.083 4.076 3.297 1.061 * periode 1 januari t/m 31 december Getax. Schade 1.126 0 0 0 0 0 36

Ekster Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-2498 / 814FA7A9 Diersoort: Ekster in fruitteelt Periode: 1 augustus t/m 15 oktober 2017 WBE's: Kromme Rijn Resultaat totaal Overzicht van beheer ekster per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 2.638 2.588 2.185 2.621 2.574 2.779 Afschot * 2 23 10 11 13 10 * periode 1 januari t/m 31 december Getax. Schade 6.126 45 52 352 835 0 De voorjaarstelling geeft een stabiel aantal waarnemingen per jaar weer. De ekster verkeerd ondanks zijn gunstige leefgebied en toekomst wegens zijn beperkte verspreiding vermogen in een ongunstige staat van instandhouding. Uit ringonderzoek blijkt dat eksters zelden veder dan 30 kilometer van de plek waar zij geringd zijn, worden aangetroffen. 37

Zwarte Kraai & Kauw Gebruik ontheffing & landelijke vrijstelling Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5431 / 810B8E4D Diersoort: Zwarte Kraai en Kauw m.b.v. vangkooien t.b.v. de fruitteelt Periode: 1 juli t/m 30 september 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer zwarte kraai per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 7.730 7.058 6.526 6.875 7.410 7.558 1 Afschot * - - - - - 5.813 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar Getax. Schade 71.529 3.522 2.793 2.940 1.755 1.559 Overzicht van beheer kauw per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 7.550 7.785 6.343 6.649 8.626 7.935 1 Afschot * - - - - - 4.960 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar Getax. Schade 40.483 5.118 433 1.087 530 0 1 Jaarrond afgeschoten (afschot ontheffing + landelijke vrijstelling)! Registratie van landelijk vrijgestelde diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 38

Knobbelzwaan Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5432 / 810C5207 Diersoort: knobbelzwaan afschot Periode: 1 december 2017 t/m 01 juni 2018 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5432 / 810C5207 Diersoort: knobbelzwaan legselreductie Periode: 1 maart t/m 31 mei 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer knobbelzwaan per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 4.312 3.868 3.414 4.784 6.338 6.440 Ontheffingen Nestreductie (eieren) 76 155 430 79 339 513 Afschot * 203 698 341 784 433 613 * periode 1 januari t/m 31 december Getax. Schade Eerste snede 3.272 2.503 1.914 2.342 4.916 11.775 Zomersneden 0 0 0 0 0 1.387 Automatische getax. Schade Eerste snede - - - - 0 2.210 Zomersneden - - - - 0 0 Getax. Schade 3.272 2.503 1.914 2.342 4.916 15.372 39

Vanuit de Provincie Utrecht komen meldingen van grote groepen ongepaarde knobbelzwanen die worden waargenomen in de groeiperiode van grasland. Met name in de WBE de Lopikerwaard worden groepen van meer dan 100 knobbelzwanen waargenomen. De stijging van het aantal knobbelzwanen in de Lopikerwaard zoals waargenomen tijdens de voorjaarstellingen van 2015, 2016 en 2017 (WBE Lopikerwaard e.o., Nieuwsbrief 2017) betreft mogelijk jaarrond verblijvende vogels. De geregistreerde schade veroorzaakt door knobbelzwanen is verdrievoudigd ten opzichte van 2016. Deze cijfers zijn in lijn met signalen vanuit het veld, die veelal aangeven dat er sprake is van een hoge graasdruk veroorzaakt door grote groepen knobbelzwanen. 40

Rosse Stekelstaart Gebruik provinciale opdracht Onth. nr.: 2005REG0012851 (provinciale opdracht) Diersoorten: verwilderde boerengans, verwilderde kat, verwilderde duif, nijlgans en rosse stekelstaart Periode: 1 januari 2017 t/m 31 december 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer rosse stekelstaart per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Afschot * - - - - - 2 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar! Registratie van Provinciale opdracht diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 41

Verwilderde duif Gebruik provinciale opdracht Onth. nr.: Diersoorten: 2005REG0012851 (provinciale opdracht) verwilderde boerengans, verwilderde kat, verwilderde (post)duif, nijlgans en rosse stekelstaart Periode: 1 januari 2017 t/m 31 december 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer verwilderde (post) duif per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 2.088 1.667 1.221 1.083 1.358 1.190 Afschot * - - - - - 897 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar! Registratie van Provinciale opdracht diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 42

Verwilderde kat Gebruik provinciale opdracht Onth. nr.: Diersoorten: 2005REG0012851 (provinciale opdracht) verwilderde boerengans, verwilderde kat, verwilderde (post)duif, nijlgans en rosse stekelstaart Periode: 1 januari 2017 t/m 31 december 2017 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer verwilderde kat per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 425 524 613 443 493 505 Afschot * - - - - - 271 * 1 april boekjaar-31 maart opvolgend jaar! Registratie van Provinciale opdracht diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. 43

Ree Gebruik ontheffing Onth. nr.: Z-FF-ONT-2015-1452 / 814B8352 Diersoort: ree grofwild Periode: 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018: reegeiten en reekalveren WBE's: De Vallei, De Schaffelaar, Kromme Rijn, Vijfheerenlanden, Lage Vuursche, De Eem, Noorderpark. Resultaat totaal Overzicht van beheer ree per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Reeëntelling 2.263 2.632 2.094 2.487 2.492 2.526 Afschot * 412 450 605 616 465 584 * periode 1 januari t/m 31 december Valwild 281 319 267 267 275 312 Tijdens de reeëntelling in 2017 zijn er in totaal 2.526 reeën geteld hiervan waren 680 bok; 1.003 geit; 269 bokkalf; 331 geitkalf en 248 onbekend. Het aantal valmeldingen ree in 2017 bedraagt 312. 44

Damhert Gebruik ontheffing Onth. nr.: 80D6FE52 / 80F4DC11 Diersoort: Damhert Plantage Willem III Periode: 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017: WBE's: Kromme Rijn Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5389 / 810AFD49 Diersoort: Damhert 2014-19 Periode: 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017: WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat totaal Overzicht van beheer damhert per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Voorjaarstelling 53 108 82 90 93 102 Afschot * 0 12 14 19 13 19 * periode 1 januari t/m 31 december Binnen het werkgebied van WBE de Kromme Rijn is een aangereden damhert gemeld. 45

v Wild zwijn Gebruik ontheffing Onth. nr.: 80AC6ED8 Diersoort: Wild zwijn Periode: 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017: WBE's: FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat totaal Overzicht van beheer wild zwijn per jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Afschot * 0 4 0 0 2 0 * periode 1 januari t/m 31 december 46

Wilde eend Overzicht wilde eend Index 1 Voorjaarstelling 2012 2013 2014 2015 2016 2017 76,41 80,18 99,79 74,02 82,47 100 Afschot * - - - - - 8.287 * periode 15 augustus -31 januari opvolgend jaar Getax. Schade 0 122 0 0 0 238 1 De tellingsdata is weergegeven in een jaarlijkse index ten opzichte van 2017 (bron: FBE tellingen). De tabel geeft de ontwikkelingstrend van de populaties weer.! Registratie van bejaagbare diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. Afschot betreft enkel aantallen gedood ten tijden van de opengestelde jachtperiode wilde eend. 47

Konijn Overzicht konijn Index 1 Voorjaarstelling 2012 2013 2014 2015 2016 2017 98,16 62,89 82,55 83,49 121,95 100 1 Afschot * - - - - - 1.470 * periode 15 augustus -31 januari opvolgend jaar 1 De tellingsdata is weergegeven in een jaarlijkse index ten opzichte van 2017. De tabel geeft de ontwikkelingstrend van de populaties weer.! Registratie van bejaagbare diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. Afschot betreft enkel aantallen gedood ten tijden van de opengestelde jachtperiode konijn. 48

Haas Overzicht haas Index 1 Voorjaarstellin g 2012 2013 2014 2015 2016 2017 64,95 73,89 69,92 87,99 90,95 100 Afschot * - - - - - 6.529 * periode 15 oktober boekjaar-31 december opvolgend jaar 1 De tellingsdata is weergegeven in een jaarlijkse index ten opzichte van 2017. De tabel geeft de ontwikkelingstrend van de populaties weer.! Registratie van bejaagbare diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. Afschot betreft enkel aantallen gedood ten tijden van de opengestelde jachtperiode haas. 49

Houtduif Overzicht houtduif Index 1 Voorjaarstelling 2012 2013 2014 2015 2016 2017 96,70 102,10 105,39 76,47 91,56 100 Afschot * - - - - - 7.765 * periode 15 oktoberboekjaar-31 januari opvolgend jaar 1 De tellingsdata is weergegeven in een jaarlijkse index ten opzichte van 2017. De tabel geeft de ontwikkelingstrend van de populaties weer.! Registratie van bejaagbare diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. Afschot betreft enkel aantallen gedood ten tijden van de opengestelde jachtperiode houtduif. 50

Fazant Overzicht fazant Index 1 Voorjaarstelling 2012 2013 2014 2015 2016 2017 98,06 103,13 80,93 81,68 106,14 100 Afschot * - - - - - 375 * periode 15 oktober boekjaar-31 januari opvolgend jaar 1 De tellingsdata is weergegeven in een jaarlijkse index ten opzichte van 2017. De tabel geeft de ontwikkelingstrend van de populaties weer.! Registratie van bejaagbare diersoorten vanaf 2017 verplicht. Afschot gegevens zijn via het KNJV gewest Utrecht aangeleverd op telgebied niveau. Afschot betreft enkel aantallen gedood ten tijden van de opengestelde jachtperiode fazant hen & fazant haan. 51

Faunatelling Resultaten 2011-2017 Het aantal waargenomen zoogdieren tijdens de voorjaarstelling 2011-2017 weergegeven per soort. juli-11 juli-12 juli-13 juli-14 juli-15 juli-16 juli-17 Zoogdieren Verw. Kat - 510 524 613 443 493 505 Vossenburcht 233 242 267 252 243 254 299 Damhert 41 53 108 82 90 93 102 Totaal 8.406 7.450 8.703 8.451 10.595 10.410 10.246 Het aantal waargenomen watervogels tijdens de voorjaarstelling 2011-2017 weergegeven per soort. Watervogels juli-11 juli-12 juli-13 juli-14 juli-15 juli-16 juli-17 Knobbelzwanen 5.335 4.312 3.868 3.414 4.784 6.338 6.440 Grauwe gans 15.594 19.747 24.116 18.846 18.147 18.769 16.476 Kolgans 742 1.268 21.933 692 528 963 548 Verw. boerengans 1.838 1.430 892 827 1.142 1.068 825 Nijlgans 4.379 4.006 3.605 3.437 3.808 4.704 4.410 Canadese Gans 1.902 1.990 2.721 1.782 1.877 2.178 2.412 Brandgans 3.136 10.929 30.109 14.005 17.261 11.827 17.076 Indische gans 193 121 222 193 98 123 113 Smient - - - 1.750 1.453 6.246 4.187 Meerkoet 12.270 10.785 14.079 9.222 11.270 13.513 14.359 Blauwe reiger 1.616 1.410 1.331 1.445 1.538 2.065 1.781 Aalscholver 1.209 1.105 1.216 806 1.250 - - Totaal 63.943 73.609 124.635 69.907 78.681 88.380 91.069 52

Het aantal waargenomen vogels tijdens de voorjaarstelling 2011-2017 weergegeven per soort. juli-11 juli-12 juli-13 juli-14 juli-15 juli-16 juli-17 Overige vogels Roek 568 732 479 437 514 520 627 Zwarte kraai 8.290 7.730 7.058 6.526 6.875 7.410 7.558 Kauw 7.040 7.550 7.785 6.343 6.649 8.626 7.935 Ekster 2.466 2.638 2.588 2.185 2.621 2.574 2.779 Holenduif - 1.601 1.546 1.653 1.732 1.608 2.040 Verw. Postduif - 2.088 1.667 1.221 1.083 1.358 1.190 Patrijs 530 509 342 244 239 198 213 Totaal 27.485 31.915 30.587 25.441 27.971 31.165 31.150 - Geen tel gegevens 53

Zomerganzentelling Resultaten 2011-2017 Het aantal waargenomen ganzen tijdens de zomertelling van 2011-2016 weergegeven per soort. juli-11 juli-12 juli-13 juli-14 juli-15 juli-16 juli-17 Diersoort Grauwe gans 31.580 35.668 36.745 27.939 29.384 28.064 28.120 Kolgans 277 344 599 458 214 292 2 Brandgans 5.518 5.952 7.385 4.650 4.264 4.113 5.180 Canadese gans 2.631 2.330 2.394 1.933 2701 2.181 1.731 Indische gans 203 48 137 478 34 18 7 Nijlgans 6.583 5.221 3.648 3.922 3.251 2.506 3.299 Boerengans 1.094 602 657 520 746 570 390 Totaal 47.886 50.185 51.497 39.900 40.594 37.744 38.729 54

N g a n z e n Jaarverslag Faunabeheereenheid Utrecht 2017 6 0, 0 0 0 5 0, 0 0 0 4 0, 0 0 0 3 0, 0 0 0 2 0, 0 0 0 2 0 1 1 2 0 1 2 2 0 1 3 2 0 1 4 2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 t o t a a l g a n z e n ( P = 0. 0 1 9 ) g r a u w e g a n s ( P = 0. 0 9 3 ) Figuur 6. Lineaire regressieanalyse van de totaal waargenomen ganzen en de totaal waargenomen grauwe ganzen in de provincie Utrecht op één dag in juli. Er is sprake van een dalende trend van het aantal grauwe ganzen dat wordt waargenomen tijdens de zomertelling (p=0.093*). Hoewel het aantal waargenomen grauwe ganzen ten opzichte van 2016 marginaal is toegenomen is het aantal ten opzichte van voorgaande jaren (2011-2013) afgenomen. De continuerende resultaten van minder dan 30.000 waargenomen grauwe ganzen tijdens de zomertellingen maakt dat we met zekerheid kunnen zeggen dat er sprake is van een dalende trend en niet enkel een eenmalige daling in de populatieomvang. * De P-waarde is de waarschijnlijkheid dat een veronderstelling correct is. Hierbij is een P-waarde van 0.05 of lager een significante veronderstelling (zeer sterk verband). Een p-waarde tussen de 0.05 en de 0.1 geeft een trend weer deze is echter niet significant. Er is dan sprake van een verband maar of deze doorzet, heeft een lagere waarschijnlijkheid dan met een significant verband. 55

Voorjaarstelling Ree Resultaten 2017 Voorjaarstelling ree, 2017 bok geit bokkalf geitkalf onbekend totaal WBE Lage Vuursche 107 146 37 42 27 359 De Eem 8 14 4 4 0 30 De Vallei 15 24 7 7 4 57 De Schaffelaar UT 183 274 85 97 74 713 Noorderpark UT 58 85 32 30 20 220 Kromme Rijn 266 409 92 127 82 976 Lopikerwaard 17 13 1 3 6 40 Vijfheerenlanden 26 38 11 21 35 131 TOTAAL UTRECHT 680 1.003 269 331 248 2.526 56

Faunafonds Schadeoverzicht 2012-2017 Getaxeerde schade ( ) in provincie Utrecht per diersoort weergegeven per jaar (bron: faunafonds database april 2018) 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Boerengans e.d. - 121 2.586 572 678 54 Brandgans 4.087 23.287 39.734 28.764 51.292 95.440 Canadagans 3.922 2.241 2.346 1.931 350 9 Damhert - - 3 - - - Das 8.830 21.859 7.803 10.454 342 2.463 Ekster 6.126 45 52 352 835 - Grauwe gans 393.132 360.334 373.305 407.326 484.775 878.812 Halsbandparkiet - - - 180 - - Houtduif - - - - 458 - Kauw 40.483 5.118 433 1.087 530 - Kleine zwaan 578 - - 1.035 2.844 - Knobbelzwaan 3.272 2.708 1.914 2.342 4.916 15.601 Kolgans 116.589 110.116 116.201 180.717 182.704 259.331 Lijster 1.056 1.098 - - 1.168 - Meerkoet 2.840 1.375 1.325-3.053 - Mees 501.600 76.790 44.124 163.618 85.909 27.476 Merel 1.040 2.747 - - 918 - Nijlgans 188 1.369 117 646 823 826 Ree 10.374 743 - - - - Roek 3.441 1.867 236 - - - Smient 18.749 17.469 11.654 6.512 10.705 22.288 Spreeuw 1.126 - - - - Vink 10.359 2.523 - - 2.795 - Vlaamse gaai 12.898 1.099 99 254 834 244 Wild zwijn - - 277 - - - Wilde eend - 122 - - - 238 Wilde zwaan 47 - - - 2.339 - Zwarte kraai 71.529 3.522 2.793 2.940 1.755 1.559 Eindtotaal 1.212.061 636.553 605.002 808.730 839.992 1.304.341 - Geen schade gemeld bij het faunafonds * Schade kan worden onderverdeeld in winter- en zomerperiode (zie tabel Getaxeerde schade ( ) van ganzen onderverdeeld in eerste- en zomersnede weergegeven per jaar ) 57

Getaxeerde schade ( ) van ganzen onderverdeeld in eerste- en zomersnede weergegeven per jaar (bron: Faunafonds database april 2018) 2013 2014 2015 2016 2017 Totaal 491.220,- 531.200,- 616.453,- 717.923,- 1.230.045,- eerste zomer eerste zomer eerste zomer eerste zomer eerste zomer Ganzen Boeren 121 2.586 117 455 678 54 - Brand 21.121 2.166 32.544 7.190 24.252 4.512 41.000 10.292 84.693 10.747 Canada 1.441 800 1.577 769 938 993 350-9 - Grauwe 262.884 95.766 246.639 126.666 254.432 152.894 312.150 172.625 707.349 171.463 Kolgans 107.467 2.649 116.201-179.726 991 174.888 7.816 248.353 10.978 Nijlgans 697 672 78 39 470 176 792-796 30 Totaal 393.731 102.053 399.625 134.664 459.935 160.021 529.180 191.411 1.041.254 193.218 De getaxeerde schade geregistreerd door het Faunafonds is de enige gevalideerde indicatie voor de omvang van de landbouwschade. Het Faunafonds taxeert en vergoedt slechts (een deel van de) directe schade aan gewassen. Vervolgschade, bijvoorbeeld schade die ontstaat als gevolg van verslemping van de bodem, wordt niet geregistreerd of vergoed. Mede hierdoor ontstaat er een niet in te schatten, onderschatting van de werkelijke landbouwschade veroorzaakt door ganzen. * Onderstaande foto: Verslemping door ganzen op grasland perceel. Naast vervuiling kan de verdichting van de bodem leiden tot hangwater. 58

Interview Huub van der Maat Huub van der Maat is de trotse eigenaar van het gemengde agrarische bedrijf de Nieuwe Slagmaat. Samen met zijn vrouw Jeanette en dochter Djûke zijn zij alweer de 2 de en 3 de generatie die de omliggende steden van lokale producten voorzien. Door het toepassen van natuurlijk beheer onder meer door toepassing van insecten (biologische bestrijding), akkerranden, kringloop economie en bodembeheer laat Huub zien dat hij niet alleen begaan is met zijn bedrijf maar ook met het milieu. De passie voor zijn vak draagt hij dan ook graag over op anderen. Zo ontvangt de Nieuwe Slagmaat met regelmaat schoolklassen en is Huub ook bestuurlijk actief geweest bij LTO Noord, waterschap de Stichtse Rijnlanden en is hij oprichter van stichting Terecht Anders. Wat is jouw ervaring met faunaschade door wilde dieren? Tsja wat is nu een wild dier? De reeën uit het bos eten praktisch uit je hand. Om de bast en de knoppen van de fruitbomen te beschermen tegen vraatschade hebben we een twee meter hoog raster om het fruitperceel laten aanleggen. In de fruitboomgaard hebben we vooral last van vogels. Daar zit voor ons in het bedrijf de hoogste schadepost. Welke maatregelen neem je nu om de schade in de fruitboomgaard te voorkomen? Op dit moment verhuur ik de jacht en onderhoud ik goed en regelmatig contact met de betreffende wildbestrijder. Er wordt met name aan preventieve jacht gedaan waarin de populatie kauwen en kraaien door de jager wordt uitgedund. Hiervoor vraag ik een ontheffing aan bij de provincie Utrecht. De laatste jaren lijkt het schadebeeld te zijn afgenomen. Dit komt doordat we zelf veel activiteiten ondernemen zoals het ophangen van linten, verjaagacties, gebruik van ratels en een gaskanon. Zou je de opgelopen kosten kunnen kwantificeren? 59 Alles bij elkaar, van bestrijding tot preventie, het uitsorteren van fruit, administratie en aanvraag van ontheffingen ben ik zeker een maand per jaar kwijt. Wanneer ik kraaien ga verjagen ben ik 4 uur bezig en start ik om 5 uur s ochtends. Ik vind het daarom niet geheel rechtvaardig dat de faunaschade niet volledig wordt gecompenseerd, we produceren immers wel het voedsel. In mijn bedrijfsvoering kies ik ervoor om mijn peren vroeger te plukken. Hoe langer je het fruit in de boom laat hangen des te meer schade er wordt veroorzaakt. Met betrekking tot de appelteelt komt het voor dat in zeer slechte jaren zeker 5 procent van de totale appelproductie verloren gaat tijdens de sortering. Het schadebeeld in eigen boomgaard is sterk afhankelijk van de agrarische landbouwpraktijken in de omgeving. Wat mijn buurman doet met zijn maispreceel heeft bijvoorbeeld een sterke invloed op het aantal dieren in mijn boomgaard Wat betekent de faunaschade voor jou als boer persoonlijk? Persoonlijk heb ik het erg lastig wanneer ik zie dat kraaien een flinke schade toebrengen aan mijn fruitboomgaard. Vaak valt het achteraf wel mee, echter voor mij is het telen van fruit ook emotie en wil ik graag een hoogwaardig product verkopen aan

mijn klanten. Aan de andere kant hoort faunaschade ook bij het telen van fruit. Hoe staat u tegenover de uitspraak dat faunaschade een risico van de agrariër is? Ik ben het ermee eens dat de schade deels het risico van de agrariër is. We moeten immers zelf preventieve maatregelen nemen en schadeformulieren invullen. Ik ben me er goed van bewust dat de jacht op wilde dieren in de maatschappij een gevoelig onderwerp is en wil zelf liever niet worden gezien als een klagende fruitteler die altijd maar geld wil zien. Het is echter wel zo dat er agrariërs zijn die in sterke mate last hebben van faunaschade. Het draait me dan ook niet alleen om de financiële tegemoetkoming maar ook om de algemene erkenning van het probleem. Ik zou graag zien dat er meer begrip en bewustzijn ontstaat over de opgelopen faunaschade per bedrijf en dat voor sommige telers faunaschade wel degelijk een grote invloed heeft op de uiteindelijke oogst. Zou het belang van gericht faunabeheer en jacht kenbaar gemaakt moeten worden aan burgers uit de stad? Ik zou zeggen van wel. We merken dat er meer begrip ontstaat voor mijn werkzaamheden als fruitteler tijdens de appelplukdagen. Op deze appelplukdagen komen veel burgers uit de omliggende steden langs om een dag appels te plukken. Dit is een goed moment om wederzijds begrip te scheppen tussen de werkzaamheden van de fruitteler en de kritische burger. Onderwerpen zoals het belang van de jacht voor een goede oogst kunnen tijdens een appelpluk dag eventueel worden besproken. Daarnaast is het erg belangrijk om nieuwe raads- c.q. statenleden uit provinciale en gemeentelijke besturen uit te nodigen. Hierbij gaat het niet alleen om het uitlichten van positieve elementen rondom het agrarische bedrijf, ook de knelpunten binnen de dossiers van jacht en faunabeheer kunnen tijdens dergelijke bijeenkomsten met de democratisch gekozen volksvertegenwoordigers bespreekbaar worden gemaakt. Bent u bekend met de werkzaamheden waar Faunabeheereenheid Utrecht zich mee bezig houdt? Ik heb wel gehoord van de Faunabeheereenheid Utrecht maar ik ken de organisatie niet genoeg om precies te vertellen waar zij zich mee bezighouden. Ik zou de FBE Utrecht daarom graag beter willen leren kennen omdat ik wel weet dat de FBE Utrecht een belangrijke rol speelt voor het vormen van het beleid rondom faunabeheer en schadecompensaties. Ik zou het persoonlijk prettig vinden meer op de hoogte te worden gebracht over de werkzaamheden van de FBE Utrecht en welke invloed dit heeft op de bedrijfsvoering van mijn fruitteelt bedrijf. Onderstaande foto s: Vraatschade aan fruitbomen door konijnen. 60

Interview Willem van der Linden Twaalf jaar geleden stapte boer Willem van der Linden over naar een biologische bedrijfsvoering, sinds die tijd runt hij samen met zijn vrouw en medewerkers een biologisch melkveebedrijf. De keus voor natuurinclusief boeren was een onvoorziene overstap voor Willem, een die noodzakelijk werd toen de polders in de Oostelijke Vechtplassen een Natura2000 status kregen. Ik zag dat verschillende buren moesten stoppen of vertrekken en besefte toen dat als ik door wilde gaan als agrarisch bedrijf ik moest samenwerken met de natuur. Ik had de grond immers niet in bezit. Voor natuurliefhebber Willem was deze overstap zowel vanuit moreel- als religieus oogpunt een belangrijke stap. De uitdaging blijft wel om een concreet verdienmodel aan een natuurinclusieve bedrijfsvoering te koppelen. Welke soorten faunaschade ervaar jij op jouw bedrijf? Als melkveehouder heb ik heb veel eiwitrijk gras nodig voor mijn koeien. Als biologische boer is mijn najaarsgras het meest eiwitrijk. Wanneer de winterganzen al in oktober komen grazen is dat een probleem. Zij veroorzaken namelijk alleen al voor de maand oktober een schadebedrag van 5.000 tot 8.000 euro. En voor schade in oktober is geen financiële tegemoetkoming. Het voelt onterecht dat ik in de maand oktober geen ganzen mag bejagen of verjagen, het is lastig om met lede ogen aan te zien hoe de ganzen de hectares gras kaalvreten die ik nodig heb voor de koeien. Een rechtvaardige oplossing zou zijn dat er structureel bejaagd/verjaagd mag worden of anders dat er een passende tegemoetkoming wordt toegekend, ook in de maand oktober. Een beetje schade is voor een boer acceptabel, maar dan moet deze schade wel proportioneel zijn. vergelijking met waar de ganzen niet hebben gefoerageerd. Op het moment dat ik ga kuilen merk ik een verschil van een halve of anderhalve opraapwagen gras per hectare. Wat is jouw mening over het huidige beleid rondom faunabeheer in de provincie Utrecht? Weet je wat ieder jaar fluctueert? De prijs van een kilo droge stof gras. Ganzenschade is een steeds terugkerend verschijnsel. Ik zou in jaar 1 en jaar 2 exact dezelfde hoeveelheid centimeters aan gras kunnen verliezen, echter het ene jaar hangt er, als gevolg van marktprijzen, aan één kilo verloren droge stof een prijskaartje van 0,25 cent en een ander jaar 0,32 cent. Dan gaan de uitgekeerde schadevergoedingen omhoog terwijl de schade juist niét toeneemt. Onderstaande foto: ganzenkeutels op grasland Wat zijn de gevolgen van de ganzenschade op jouw bedrijfsvoering? Het gaat niet alleen om het verloren gras, het is ook de grote hoeveelheid uitwerpselen die de ganzen achterlaten op het perceel. Hierdoor vermindert de kwaliteit en de bruikbaarheid van het grasland. Ik zie bijvoorbeeld grote hoogteverschillen van het gras in die percelen. Waar de ganzen hebben gefoerageerd is het gras nu bijna 10 cm korter in 61

Is jouw mening over faunabeheer over de afgelopen jaren veranderd? Ja, die is sterk veranderd over de afgelopen jaren. Hierbij moet ik bekennen dat ik zowel natuurliefhebber als jager ben. Vijf jaar geleden was ik mordicus tegen het doodschieten van een broedende gans nu denk ik daar toch wat genuanceerder over, al zou ik het zelf nog niet kunnen. Het is een heel effectieve maatregel om de stand van de ganzen te verminderen, maar het heeft echt niets met jagen te maken. Ik snap dat dit een discutabel onderwerp is, echter de toegebrachte schade van de ganzen moet gewoon verminderen in de toekomst, als we nu alleen jonge ganzen in de zomer blijven schieten zijn we aan het dweilen met de kraan open. Wat zou je willen veranderen aan het huidige beleid rondom faunabeheer? De samenwerking tussen de agrariërs, Waternet en de Terrein Beherende Organisaties (TBO s) kan naar mijn mening worden verbeterd. Dit ligt niet aan de veldmedewerkers, zij erkennen de gesignaleerde problemen en zetten zich aan alle kanten in. De problematiek ligt voornamelijk bij de verschillende regels en beheersmaatregelen per provincie en gemeentes. Zo is de gemeenteraad van Amsterdam tegen afschot van ganzen en ziet het geweer als een laatste redmiddel, de gevolgen hiervan strekken tot voorbij gemeente Amsterdam. Verder moeten we ervoor waken dat de `zomertelling` van de ganzen betrouwbaar blijft. Nu zie ik toch regelmatig dat juist de tbo`ers ontbreken bij de tellingen. Deze zomertelling vind ik een veel betrouwbaarder graadmeter voor de ganzenstand dan de getaxeerde bedragen. Bij ons in de polder ligt 500 hectare grond, waarvan er ongeveer 80 hectare in aanmerking komt voor een schade tegemoetkoming. Dat betekend niet dat de overige hectares geen schade hebben, maar die komen om verschillende redenen gewoon niet in aanmerking voor een tegemoetkoming en worden daarom ook niet getaxeerd en dus niet geregistreerd. Is er intensiever onderzoek nodig om de door jou genoemde actiepunten in de praktijk te realiseren? Ik denk dat er voldoende onderzoek is gedaan naar de impact van ganzenschade. Het is eerder een kwestie dat de praktijkkennis wordt gedeeld op alle bestuurlijke lagen in de samenleving. Op dit moment zie ik dat de jacht van ganzen óf een activiteit is van de agrariër óf een van de jager. Een duidelijk eenduidig geluid vanuit de bestuursorganen zou de onduidelijkheden op het veld kunnen verbeteren. Tenslotte, bent u tevreden over de huidige inzet van Faunabeheer Utrecht rondom faunabeheer en schadevergoedingskwesties? Ja, sinds een paar jaar zie ik dat de Faunabeheereenheid Utrecht samen met de provincie Utrecht goede ontheffingen heeft ontwikkeld en ook durft op te treden wat betreft schadebestrijding binnen Natura 2000 gebieden. Daarentegen ben ik ontevreden over de aanpak van de ganzen in de provincie Noord Holland. Dit komt in mijn ogen doordat er in de provincie Noord Holland ontheffingen worden afgegeven die voor de jagers onwerkbaar zijn, waardoor er veel te weinig aan de ganzenstand wordt gedaan. Doordat mijn bedrijf op de provinciegrens van Noord-Holland en Utrecht ligt merk ik direct de gevolgen van de minder intensieve bejaging in Noord-Holland. De jonge ganzen die in Noord-Holland uit het ei komen vertrekken voor een deel naar Utrecht waardoor in Utrecht alle inspanningen om de ganzenstand te verminderen teniet worden gedaan. 62